VNG Magazine nummer 19, 6 december 2024
Tekst: Leo Mudde | Beeld: HowCom
Zoals verwacht hebben de gemeenten op de ledenvergadering van de VNG in Utrecht massaal ingestemd met het voorstel om niet langer in gesprek te blijven over het Integraal Zorgakkoord (IZA).

De resolutie Stop met gesprekken vervolg IZA totdat is voldaan aan gestelde voorwaarden werd met 93,4 procent van de stemmen aangenomen.
Inhoudelijk staan de gemeenten nog altijd achter het IZA. Want de zorg staat onder druk en moet ook in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar blijven. Daarover waren gemeenten, het rijk en andere organisaties in gesprek met als doel de zorg in Nederland te verbeteren en voor te bereiden op de toekomst.
Voorwaarden
Lange tijd was de VNG enthousiast deelnemer aan de gesprekken, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan, waaronder een oplossing voor het financieel ‘ravijn’ van 2026 en uitzicht op structureel geld voor preventie en gezondheidsbeleid. Aan die voorwaarden is niet voldaan. Met de komst van het nieuwe kabinet is ook een nieuwe situatie ontstaan, staat in de resolutie.
Niet langer blaffen, maar bijten
Nu de VNG-leden hebben ingestemd met het voorstel niet meer aan de IZA-onderhandelingstafel te gaan zitten, is het dreigement dat al een tijdje boven de markt hing realiteit geworden. Niet langer blaffen, maar bijten, zoals wethouder Nathalie Kramers van Leeuwarden, voorzitter van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs, zei. Het is uitzonderlijk dat de ene overheid het gesprek met een andere overheid beëindigt, zeker bij een groot onderwerp als de toekomst van de zorg.
De gemeenten beseffen ook dat er risico’s aan deze verregaande stap zijn verbonden. Niet alleen praten ze niet meer mee, het kan ook negatief uitwerken voor de inwoners als zij een verminderde samenwerking ervaren tussen het sociaal domein en de zorg. Een andere mogelijke consequentie is dat de opgebouwde relatie met IZA-partijen onder druk komt te staan. ‘Aan het besluit om nu te stoppen zitten risico’s, maar het doorgaan onder deze condities is niet realistisch’, zo licht de VNG de resolutie toe. ‘Die condities maken immers dat gemeenten de verwachtingen niet waar kunnen maken en ook niet in de positie zijn om te sturen.’
Helemaal de deur dichtgooien, doen de gemeenten niet. Ze keren terug aan de gesprekstafel als er sprake is van een ‘gelijkwaardige start’, zoals in de resolutie staat – gelijkwaardig ten opzichte van het ministerie van VWS als medeoverheid, en van de zorgverzekeraars als financiers. De belangrijkste randvoorwaarde blijft echter recht overeind staan: de financiële positie van gemeenten moet zijn verbeterd om mee te kúnnen doen in het nieuwe akkoord.