Sinds de zomer van 2019 werkt Esther van Kooten Niekerk als kwartiermaker proefprojecten voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). We stellen haar enkele vragen over haar werk en het nut en de noodzaak van proefprojecten. 

Portretfoto van Esther van Kooten Niekerk

Wat is je taak als kwartiermaker proefprojecten?  
‘Mijn taak bestaat uit 2 hoofdzaken. In de eerste plaats gaat het erom dat we het volume aan proefprojecten dat in het bestuursakkoord is afgesproken, gaan draaien. Daarbij gaat het erom 10% van de vergunningaanvragen onder de Wkb uit te voeren. Daarnaast is het belangrijk dat er voor de besluitvorming zo halverwege dit jaar gewerkt wordt aan een zogeheten representatieve doorsnede. Die biedt ruimte aan alle fasen van het bouwproces, maar ook voor alle typen bouwwerken en cruciale momenten in het proces. Op basis van de representatieve doorsnede moeten voldoende proefprojecten lopen. Hierdoor weten we dat het een werkend stelsel is, bij de ingang van de wet. En waar proefprojecten zich niet automatisch aandienen, ga ik die samen met partijen initiëren.’
 
We zitten nu in februari, loopt het naar je zin op dit moment?
‘De ambitie is natuurlijk altijd groter, maar ik ben over het algemeen tevreden. We hebben vanaf de zomer gewerkt om de spelregels vast te stellen en de instrumenten voor kwaliteitsborging te toetsen. Deze instrumenten zijn in december goedgekeurd. Dit betekent dat alle ingrediënten om met proefprojecten te starten nu aanwezig zijn. Dus kunnen we nu zoveel mogelijk proefprojecten lostrekken.’

De spelregels zijn er, de instrumenten zijn er, maar zijn er ook genoeg proefprojecten?
‘De eerste proefprojecten worden al daadwerkelijk bij ons aangemeld. Daarnaast zien we dat, naarmate we actief meer gemeenten informeren, ze ook vragen hoe ze proefprojecten kunnen initiëren. Verder zijn er een heleboel initiatieven tussen aannemers en kwaliteitsborgers, waarbij gemeenten nog niet betrokken zijn. En ook dat zijn waardevolle pilots, want die samenwerking moet voor de representatieve doorsnede eveneens goed worden uitgewerkt.’

Verwacht je dat we halverwege dit jaar die 10% uit het bestuursakkoord gaan halen?
‘Nee, dat verwacht ik niet en dat is ook verklaarbaar om een heleboel redenen. Nogmaals, voor de besluitvorming is het belangrijk dat die representatieve doorsnede op orde is. En dat we de cruciale momenten in het bouwproces hebben geborgd. Verder is het belangrijk dat we ook voor verbouwingen en grondgebonden woningen ervaring hebben, want daarvoor zijn in het verleden nog geen proefprojecten gedaan. Goed om die ook als proefproject aan te merken.

En als we in de eerste helft van dit jaar voldoende vertrouwen hebben om door te gaan, dan kunnen we de tweede helft gebruiken om daadwerkelijk te streven naar die 10%. Want de besluitvorming is halverwege het jaar, maar voor die 10% hebben we het hele jaar.’

Er zijn dus spelregels, maar hoe vrij is een gemeente om zelf een proefproject in te vullen? Is dat helemaal dichtgetimmerd, volledig vrij, of iets daar tussenin?
‘Het is iets daar tussenin. Om proefprojecten te stimuleren hebben we met alle partijen een pakket samengesteld om hiermee daadwerkelijk aan de slag te gaan. Daar zitten allerlei handreikingen en formats in, maar als je om een goede reden daarvan wilt afwijken, of andere afspraken wilt maken, dan kan dat. Maak wel gebruik van de spelregels die vorig jaar zijn vastgesteld. Dan oefen je ook echt om je klaar te stomen voor het nieuwe stelsel. 

Daarnaast is het zo dat je een proefproject voor die representatieve doorsnede kunt aanmelden bij de begeleidingscommissie proefprojecten. Daar zitten dan wel wat verplichtingen bij, onder meer over de rapportage van de knelpunten. Waar loop je tegenaan? Maar ook over succesfactoren uiteraard. Daar staat dan een kleine subsidie tegenover: de kosten van een procesbegeleider worden dan goeddeels gecompenseerd. Maar dan heb je de verplichting om de beslisinformatie die we nodig hebben, aan te leveren.

Dat neemt uiteraard niet weg dat we bij alle proefprojecten vragen naar ervaringen en als er knelpunten worden geconstateerd, we deze oplossen. Uiteindelijk doen we de proefprojecten vooral om nu al ervaring op te doen en te zorgen dat er straks geen fouten in het stelsel zitten, die we vooraf makkelijk hadden kunnen voorkomen.’

Komen alleen die gesubsidieerde proefprojecten in het rapport, of ook de proefprojecten die daarbuiten vallen? 
‘We vragen aan alle proefprojecten om de leerpunten en de succespunten met de begeleidingscommissie te delen. Alle input daarvoor is welkom. Dat is wat meer vrijblijvend als je gebruik maakt van het startpakket proefprojecten, het doe-het-zelf pakket. Voor de gesubsidieerde proefprojecten gelden wat meer eisen. Maar ik raad iedereen aan om in ieder geval de knelpunten te delen. Want die proefprojecten zijn er enerzijds voor de besluitvorming, maar anderzijds – en dat is voor mij nog veel belangrijker – om met elkaar de knelpunten op te lossen voordat de wet in werking treedt.’

Wat weerhoudt gemeenten ervan om proefprojecten te starten? Het is toch fijn om alvast te oefenen met een stelsel dat er sowieso aankomt?
‘Als je er zo van een afstandje naar kijkt, zou je je kunnen verwonderen dat niet alle gemeenten al zijn begonnen met de proefprojecten. Maar als je in de gemeenten gaat kijken wat er allemaal voor veranderingen op hen afkomen, dan zie je dat de Wkb naast de Omgevingswet op hen afkomt en dat is met recht een grote opgave. En dan zijn er ook nog enkele onduidelijkheden. Dus ik snap heel goed dat een gemeente nog graag wacht totdat sommige zaken nog duidelijker zijn. Maar mijn ervaring is dat gemeenten die al zijn begonnen, zeggen: ‘start nu, want je kunt je gemeentelijke organisatie echt voorbereiden.’

Een ander punt dat je veel hoort, is hoe moet je omgaan met de kosten. Enerzijds zijn er een heleboel organisaties die zeggen dat ze bereid zijn om een legeskorting toe te passen. Andere gemeenten zeggen 'door de Wkb heb ik nu een dubbele inspanning, dus ik kan mijn inspanningen niet bekostigen'. Dus dat is best wel ingewikkeld. Maar de meest gebruikte manier om proefprojecten te stimuleren is toch om legeskorting te geven of gebruik te maken van projectbudgetten. Hierdoor is er toch ruimte om nu al proefprojecten te starten en de organisatie voor te bereiden op de toekomst.’

Hoe moet een gemeente een subsidie aanvragen? Is daar een formulier voor?
‘Ja, er is een formulier waarmee je een proefproject kunt aanmelden. Dan nemen we altijd contact op en vragen we wat het proefproject precies inhoudt. Als een gemeente verzoekt om een subsidie, wordt eerst getoetst of het project bijdraagt aan de representatieve doorsnede en dan wordt bepaald in welke mate er een bijdrage vanuit de subsidiepot beschikbaar is. Dat is een subsidiepot van BZK en VNG en we besluiten dan ook gezamenlijk.’

Zijn er nu al gemeenten waar andere gemeenten naar zouden moeten kijken?
‘Er zijn veel gemeenten die al hard aan de slag zijn. De gemeente Delft doet het al een aantal jaren. De gemeenten Etten-Leur en Alphen aan den Rijn hebben al vergunning verleend. Ermelo is gestart met een nieuwe tranche proefprojecten. Ook in Heerenveen zijn ze heel actief. En dan zijn er nog vele die in de voorbereiding zijn. Ik zag vorige week een bericht van Zaanstad. Ik weet dat ze in Lelystad en Almere bezig zijn. En ook gemeente De Wolden zit in de eindfase van de besluitvorming. Dat zijn een paar voorbeelden van gemeenten, maar er zijn er nog veel meer aan de slag. Dus ik hoop dat we vanaf nu elke week een proefproject in de spotlight kunnen gaan zetten.’