Aannemer Jan Willem van der Ploeg uit Emmercompascuum is kritisch als het over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gaat. Toch heeft hij met zijn bedrijf een proefproject gedaan en wil hij graag nog een nieuw proefproject uitvoeren. ‘Voor kleine bouwers verandert er veel. We moeten veel gestructureerder gaan werken. Dat vergt de nodige voorbereiding.’

De ervaringen met het eerste proefproject, een woonhuis, liggen inmiddels achter hem. Dat proefproject liep niet helemaal zoals vooraf was bedacht en daarmee wordt volgens hem ook het belang van het doorlopen van proefprojecten aangetoond. ‘Wij hebben het woonhuis semi-casco opgeleverd.  De initiatiefnemer zou zelf de installaties verzorgen. Dat was dus een nieuwe variant als proefproject en daarin zat ook de uitdaging. Want wanneer doet de kwaliteitsborger dan de gereedmelding?’ Het gaf beide partijen op dat moment de nodige hoofdbrekens. Maar uiteindelijk zijn de partijen er samen met de gemeente Emmen uitgekomen en kon het woonhuis in gebruik worden genomen.

Verslaglegging

Voor Van der Ploeg was het de eerste kennismaking met de werkwijze van de Wkb. Voor het proefproject stelde hij één medewerker beschikbaar die zich heeft bezig gehouden met de verslaglegging. Dat is goed bevallen, want die ervaringen gebruikt zijn bedrijf nu ook op andere projecten. ´Wij zien dus zeker de meerwaarde van het vastleggen van al onze activiteiten op een bouwplaats.´

Ook de betrokken kwaliteitsborger Kees Hootsen van ZiN KB kijkt in eerste instantie met gemengde gevoelens terug op het project. ‘Dit ging niet altijd met vlag met wimpel,’ zegt hij. Maar nuanceert hij meteen: ´Het ligt ook aan de fase waarin dit project is opgestart, inmiddels zijn we alweer ruim één jaar verder. Ook voor ons is dit proefproject een leermoment geweest. Je moet de scherpte vanuit je rol durven opzoeken en tegelijkertijd moet je het proces gezamenlijk wel op een goede manier doorlopen.´

Hootsen constateert in deze operationele fase waarin wordt geoefend, dat nog velen zoekende zijn naar hun rol in het hele proces en dat dan toch vooral naar de kwaliteitsborger wordt gekeken voor de oplossing. ‘Wij zien dat vooral kleinere aannemers geen mensen kunnen vrijmaken. Kleinere aannemers zeggen toch snel ik moet door, ik heb nog meer klanten en dan is er geen tijd en ruimte om hun rol goed te vervullen.’ In het geval van Van der Ploeg was daar overigens wel capaciteit voor vrijgemaakt.

Kosten

Ook Van der Ploeg wil nog wel enige kritiekpunten kwijt over de wet en de gevolgen voor de kleine aannemers. Vooral de kosten zitten hem hoog. ‘Kijk uiteindelijk ga ik dat als aannemer niet voelen, maar het komt wel allemaal op het bordje van mijn klant.’ Wat hij wel in de portemonnee merkt zijn de kosten van de instrumenten. ‘Voor ieder afzonderlijk instrument dat wij gebruiken, moeten we voor de verslaglegging een andere app gebruiken. Voor iedere app moet ook weer een maandelijkse bijdrage worden betaald. Dat kan behoorlijk in de kosten lopen, zeker voor een kleine aannemer.’ Van der Ploeg zou graag zien dat alle instrumenten dezelfde app gebruiken of dat er nog slechts één instrument wordt gebruikt. ‘Dan houden we deze kosten binnen de perken.’

Het invoeren van de wet bij verbouwingen noemt hij lastig. 'Ik denk dat de wet goed is voor seriematige bouw, maar met verbouw daar moeten we niet aan beginnen. Dat is veel te complex en vraagt veel te veel administratie.´ Hij is blij dat er meer aandacht is gekomen voor de problematiek van de kleinere aannemers en volgt met belangstelling de ontwikkelingen op dat gebied.

Contact

Bij dit proefproject is met enige regelmaat contact geweest tussen gemeente, aannemer en kwaliteitsborger. ‘Ik zou toch graag zien dat de kwaliteitsborgers zich vaker laten zien op de bouw en meer betrokkenheid tonen bij het werk dat wij doen,’ zegt Van der Ploeg.  De samenwerking met de kwaliteitsborger noemt hij af en toe stroef, de gemeente Emmen roemt hij omdat zij ver voorop lopen bij de invoering van de Wkb. ‘Ik zou dus nog graag een tweede proefproject uitvoeren om nog meer ervaring op te doen.’

Ook ZiN KB maakt nog steeds stappen in het beheersen van het proces. ‘Dankzij dit soort proefprojecten krijgen we wel steeds beter een beeld van hoe de verschillende partijen hun rol moeten pakken. Wanneer dit op de juiste wijze wordt opgepakt, zal de rol van de kwaliteitsborger binnen projecten steeds duidelijker worden. In het begin hadden we vaak nog een consultancyrol, maar we zien dat nu de processen verder worden ingericht we ons steeds meer op de audit kunnen richten. Het draaien van proefprojecten is daarom voor alle partijen noodzaak, zodat we leren en ervaren hoe de wet daadwerkelijk straks kan gaan werken en hoe we ieder voor zich onze eigen rol goed kunnen invullen.’