VNG Magazine nummer 20, 17 december 2021

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Thomas Segers

Bij formaties op lokaal niveau gaat meer mis dan nodig is. Reden voor emeritus hoogleraar Joop van den Berg, zelf ooit formateur in Maastricht, om met twee mede-auteurs een stappenplan op te zetten.
 

Informateur Maashorst

Drie jaar geleden schreef Joop van den Berg, voormalig hoofddirecteur van de VNG, met Joan Smithuis en Hub van Wersch al een boek over coalitievorming in Nederland, na een onderzoek naar formaties na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010, 2014 en 2018. De meest handzame conclusies hebben ze nu samengebracht in een kort stappenplan

Een coalitie samenstellen is landelijk al ingewikkeld, maar ook op lokaal niveau vaak geen sinecure. Raadsleden wisselen elkaar snel af, waardoor politieke ervaring verdwijnt. Grote landelijke partijen bieden hun lokale afdelingen ondersteuning, maar lokale partijen ontberen die informatie. En de lokale politieke praktijk verschilt van gemeente tot gemeente. 

Vertrouwen
Meer dan op landelijk niveau speelt persoonlijk vertrouwen bij de formatie een belangrijke rol, zegt Van den Berg. ‘Lokale politici kennen elkaar beter, ze komen elkaar ook tegen op straat. En het gaat over concrete vraagstukken en thema’s. Als dan de politieke ervaring ontbreekt, kan het moeilijk zijn om over persoonlijke problemen heen te stappen.’

Daar komt bij dat lokale partijen vaak zijn ontstaan als beweging die zich verzet tegen de gevestigde orde. Dat zijn vaak ook partijen die het anders willen doen, ziet Van den Berg. ‘Die partijen willen wel meedoen, maar hebben weinig ervaring met het politieke proces. En alles wat nieuw is, leidt bij bestaande partijen tot argwaan.’ 

Nog recent bleek uit onderzoek van bestuurskundige Julien van Ostaaijen – uitgevoerd in opdracht van OSF, een samenwerkingsverband van enkele regionale partijen met een zetel in de Eerste Kamer – dat lokale partijen kunnen worden buitengesloten, ook als ze bij verkiezingen de grootste partij in de raad zijn geworden. De belangrijkste oorzaak: gebrek aan vertrouwen. Een belangrijke tip van Van den Berg: maak in het formatieproces ruimte en tijd om over deze kwesties te praten, en eventueel onderling ongenoegen weg te nemen.

Nog een tip: maak gebruik van de ambtenaren. Van den Berg ziet dat formerende partijen vaak denken dat het zonder ambtenaren kan. ‘Maar dat getuigt van te weinig vertrouwen in de ambtenaren. Je moet je realiseren dat zij buitengewoon goed op de hoogte zijn van de situatie in de gemeente. Daar moet je gebruik van maken. Maar zeker als het om technische aspecten gaat, weten zij oneindig veel beter hoe het zit dan jij.’ 

Informateur
Steeds vaker wordt bij lokale formaties een informateur ingezet. Die trend begon in 2002 in Rotterdam, waar Leefbaar Rotterdam met Pim Fortuyn uit het niets de grootste partij werd. Een informateur, zegt Van den Berg, ‘gebruik je het best als je te maken hebt met een voor deelnemers onbekende situatie en je niet precies weet hoe je daarmee moet omgaan.’ Toch werd bij de coalitievorming in 2018 in ‘slechts’ een derde van de gemeenten een informateur ingezet, al verwacht Van den Berg dat dat bij de komende verkiezingen zal toenemen. 

Is het nodig, de inzet van een informateur? Lang niet altijd, zegt Van den Berg. ‘Het komt vaak voor dat de grootste partij in de raad precies weet met wie ze verder wil, die partijen erbij haalt en gaat formeren.’

Maar lang niet overal is de formatie zo eenvoudig. Zeker in versnipperde raden kan het voor de hand liggen een informateur aan te stellen. Het is dan wel van belang dat deze echt van buiten komt en dat het gesprek in strikt vertrouwen verloopt. Van den Berg: ‘In deze fase kan iedereen zijn kaarten bij de informateur op tafel leggen, zonder dat ze daar in de volgende fase voor gestraft worden. Daarvoor is de informateur cruciaal.’

Tip nummer 3: betrek maatschappelijke partijen bij de formatie. ‘Met deze partijen kun je het draagvlak voor het college vergroten. Je laat zien dat er naar adviezen en suggesties wordt geluisterd, maar ze kunnen je ook wijzen op de uitvoerbaarheid van coalitievoorstellen.’

Raadsakkoorden
Een nieuwe trend bij coalitievorming is de vorming van raadsakkoorden, waarbij de gehele of een groot deel van de gemeenteraad het programma onderschrijft. Onderzoeker Lianne van Kalken, zelf raadslid (GroenLinks) in Vlaardingen, verkent de voor- en nadelen. In VNG Magazine zei ze onlangs dat raadsakkoorden – mits goed voorbereid – kunnen helpen om de kloof tussen coalitie en oppositie te overbruggen.

Van den Berg twijfelt aan de voordelen. ‘Ik vind het niet ongezond dat er in gemeenteraden echte opposities zijn. Je moet ook de kritische functie van de raad overeind houden. Het risico van raadsakkoorden is dat je de besluitvorming zozeer depolitiseert dat je ook de politiek uit de raad haalt.’
Een ander mogelijk nadeel is dat er bij raadsakkoorden compromissen gesloten moeten worden met een breed scala aan partijen. Van den Berg: ‘De kans is dan groot dat je dan teksten maakt die weinig betekenen.’