VNG Magazine nummer 20, 17 december 2021

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Corné Sparidaens

Nederland zal moeten leren leven met de klimaatverandering en de ingrijpende gevolgen daarvan. ‘De Elfstedentocht komt waarschijnlijk niet terug, wel watersnoodrampen à la Valkenburg’, zegt Gerrit Hiemstra.
 

Gerrit Hiemstra

Een stijgende zeespiegel, een toename van droogte en hittestress, extreme zomerse buien en valwinden vormen de blijvende klimaatrisico’s voor Nederland. Dat blijkt uit het Klimaatsignaal’21 van het KNMI. Meteoroloog Gerrit Hiemstra reflecteert op de onheilsboodschap. Hiemstra is weerpresentator bij het NOS Journaal en mede-eigenaar van Weather Impact. Zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen kan het leed enigszins verzachten, zegt hij. Daarbij is ook een duidelijke rol voor gemeenten weggelegd.

Staat uw huis op een veilige locatie?
‘Weinig mensen zullen daarover nadenken. Wij hebben recent een huis laten bouwen en wel degelijk gekeken naar de plek en naar de hoogte. Wateroverlast komt steeds vaker voor. Op zich is dat niet zo erg, zolang het je huis niet binnenstroomt. Daarom hebben we het huis ongeveer een meter hoger laten zetten. Dat is een relatief eenvoudige ingreep. Binnen de ruimtelijke ordening zal meer naar dit soort oplossingen gekeken moeten worden, om de kans op overlast aanzienlijk te verminderen. Je kunt allerlei intrinsieke maatregelen nemen die de veiligheid en bewoonbaarheid beïnvloeden. Denk daarbij aan zoninstraling en beschaduwing van woningen.’

Dan moet dus de inrichting van woongebieden op de schop?
‘Zeker, en dat is vooral een opgave voor stedenbouwkundigen en architecten, die hebben een veel belangrijkere rol dan ze denken. Binnen de ruimtelijke ordening zijn er maar een paar cruciale momenten waarop je invloed kunt uitoefenen op de aanpassingen aan een veranderend klimaat. Gemeenten moeten zich dat realiseren als ze een woonomgeving herstructureren. Het denken daarover ligt vooral op individueel niveau. Veel mensen houden zich bezig met een herstructurering, maar het zijn slechts enkelen die bepalend zijn voor de uiteindelijke inrichting. Die mensen moeten het tussen de oren hebben. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Zij kunnen sturend en bepalend zijn. Ik vraag me weleens af of lokaal bestuurders zich dat voldoende realiseren.’

Mensen zijn het niet gewend dat dingen dóórgaand veranderen

Het lijkt alsof het klimaat steeds sneller verandert. Hoe komt dat?
‘Het klimaat verandert snel, maar er is op dit moment geen versnelling. Die vindt misschien vooral tussen de oren plaats. Er is meer aandacht voor het onderwerp. Mensen zijn het niet gewend dat dingen dóórgaand veranderen. Daar worden ze onzeker van. We hebben enkele veranderingen en de gevolgen daarvan meegemaakt, maar daar blijft het niet bij. Mensen die onzekerheid ervaren en bang zijn voor veranderingen, houden zich vast aan het bestaande en gooien de kont tegen de krib. Bij het nemen van maatregelen tegen de klimaatverandering, dwing je mensen iets anders te gaan doen. Velen kunnen daar niet tegen.’

Wat kan de overheid doen?
‘Probeer inwoners zekerheid te bieden door consequent te vertellen dat het klimaat verder verandert, en dat dit hoe dan ook gevolgen heeft voor de leefomgeving. Tijdens presentaties vraag ik de zaal wie er in een elektrische auto rijdt. Dan steekt misschien twee procent de hand op. Als ik dan vertel dat over vijf jaar meer dan de helft van de deelnemers elektrisch rijdt, geloven ze me niet. Blijf als gemeente uitdragen dat we ons moeten aanpassen, dan komt de boodschap uiteindelijk wel over. Hoe die toekomst er precies gaat uitzien, kan niemand aangeven.’

De zeespiegel is in 2100 mogelijk twee meter hoger dan nu. Is de delta nog maakbaar?
‘Nee, op lange termijn niet. Uiteindelijk geven we land op. Of beter gezegd: we zullen heel anders moeten omgaan met de westelijke provincies dan tot nu toe. Waar we wel invloed op hebben, is of het drie of tien generaties zal zijn. Bij tien generaties gaat het ongeveer om driehonderd jaar. Niemand denkt na over dat soort tijdschalen. We moeten nu weer nadenken over grote projecten zoals de Afsluitdijk. Moet er bijvoorbeeld een tweede soort kunstverdediging om Nederland heen komen? De politiek moet zich realiseren dat ze de verantwoordelijkheid heeft om verregaande beslissingen te nemen. Iets niet doen is ook een beslissing. Geen windmolens plaatsen heeft ook consequenties.
‘Veel mensen denken de negatieve consequenties wel goed in te kunnen schatten, de positieve gevolgen krijgen vrijwel geen aandacht. Dan gaat het om perceptie, en er worden gelegenheidsargumenten gebruikt. Niemand maakt bezwaar tegen de Ketelbrug die niet zou passen in het landschap. Vaak wordt dat soort argumenten wel gebruikt om geen windmolens of zonneweiden te plaatsen.’

Jongeren horen bepalend te zijn in de keuzes die we maken

Wat kunnen gemeenten tegen al die bedreigingen doen?
‘Stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen. Hoe eerder we dat doen, hoe meer we de effecten kunnen beperken. Doen we dat niet, dan nemen de verschijnselen zowel in omvang als frequentie toe. Gemeenten hebben daar ook zeker een rol in door zelf het goede voorbeeld te geven. In de communicatie richting de inwoners kunnen ze de energiebesparing bevorderen. Dat heeft een direct effect op de emissie van broeikasgassen. Schakel ook de jongere generatie in, die denkt werkelijk anders na over de toekomst dan ouderen.
‘Jongeren horen bepalend te zijn in de keuzes die we maken. Het is vaak de oudere generatie die aan de knoppen zit. Binnenkort zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Mijn kinderen wonen niet in dezelfde gemeente als ik, maar als er weer verkiezingen zijn voor de landelijke politiek wil ik ze vragen op wie ik moet stemmen. Vroeger is niet relevant meer op klimaatgebied, ijs en sneeuw zijn steeds meer iets van vroeger. Voor iedereen onder de dertig is de Elfstedentocht letterlijk geschiedenis. Die komt waarschijnlijk niet terug. De overstromingen van Valkenburg, dát is onze toekomst. Jongeren snappen dat.’

U werkt aan een systeem waarmee gemeenten lokaal gewaarschuwd kunnen worden voor extreme buien.
‘Dat gebeurt in samenwerking tussen het KNMI en mijn bedrijf. Sinds 2019 werken we met een subsidie van het rijk aan de ontwikkeling van een systeem om waarschuwingen specifiek voor zware buien beter te differentiëren. De pilot, waaraan ook diverse gemeenten hebben meegedaan, is net afgerond.
‘De essentie van zware buien is dat ze heel lokaal zijn, maar de waarschuwingsmethodiek geldt nu vooral op provinciale schaal. Wij werken aan een waarschuwingssysteem op kleinere schaal. Maar dat heeft alleen zin als een gemeente iets kan met die informatie. Daarom hebben we ook vooral gekeken naar het handelingsperspectief. De maatregelen zitten in de sfeer van de veiligheid. Inwoners kunnen dan hun spullen in veiligheid brengen en zandzakken of vloedschotten klaarzetten.’

We moeten weer nadenken over grote projecten

Hoe ver van tevoren kan dat voorspeld worden?
‘Dat hangt af van de schaalgrootte: 24 uur van tevoren is dat in een orde van grootte van een halve tot een derde provincie, 12 uur van tevoren van vijf tot tien gemeenten. En een uur vooraf kun je zeggen waar een bui valt op een schaal van twee à drie gemeenten. We hebben de afgelopen zomer veel situaties met zware neerslag gehad, precies in de testperiode van de pilot. Alle zware buien zaten goed in het systeem. Wij inventariseren nu de mogelijkheden om dit waarschuwingssysteem verder te ontwikkelen en uiteindelijk beschikbaar te maken voor alle lokale overheden.’

Wie is...

Gerrit Hiemstra is meteoroloog en weerpresentator bij het NOS Journaal. Daarnaast is hij mede-eigenaar van adviesbureau Weather Impact in Amersfoort.