VNG Magazine nummer 18, 22 november 2024
Tekst: Leo Mudde
Gemeenten en provincies worstelen met het wolvenvraagstuk. De richtlijnen die er zijn, sluiten niet aan op de praktijk. Het is tijd voor een helder landelijk beleid.
Twee incidenten met een wolf, kort na elkaar, bewogen de gemeente Leusden ertoe een brief te sturen naar LVVN-staatssecretaris Jean Rummenie. Die moet, vindt Leusden, werk maken van een duidelijk wolvenbeleid, met een helder handelingskader en financiële middelen voor situaties zoals die zich rond de zomer op landgoed Den Treek voordeden. Daar kwam een kind bij een buitenschoolse opvang in aanraking met een wolf. Een eerder incident betrof een dwergpoedel die met riem en al onder de ogen van het baasje door een wolf werd gegrepen en waarschijnlijk (het hondje is nooit teruggevonden) gedood. Iets verderop, in Austerlitz, werd een kind omvergelopen door een wolf die vermoedelijk op een hond afging.
De gemeente besloot na het incident met het kind een deel van het landgoed af te sluiten, om te voorkomen dat er nog meer confrontaties tussen mens en wolf zouden plaatsvinden. Maar dit soort maatregelen wíl je helemaal niet nemen, zegt wethouder Jan Kramer. ‘De gemeente stond met de handen in het haar. We konden weinig met de richtlijnen uit het Nationaal Wolvenplan of de handreiking van de VNG. Die gaan er nu nog van uit dat ontmoetingen met de wolf schaars zijn. Ja, dat geldt voor een gebied als de Hoge Veluwe, maar de natuurgebieden in onze regio zijn veel kleiner met grotere kansen op een ontmoeting.’
Het afsluiten van een gebied dat normaal vrij toegankelijk is, was een noodbevel, een ingrijpende maatregel. Kramer staat er nog steeds achter, maar vindt het niet juist dat gemeenten moeten opdraaien voor de gevolgen van landelijk beleid. ‘Wij hebben de rode loper niet uitgerold voor de wolf, het waren niet de gemeenten die alle natuurgebieden met elkaar hebben verbonden, dat was landelijk beleid. Nu lopen de gemeenten aan tegen de gevolgen.’
De gemeente stond met de handen in het haar
Vragen, zorgen en angst
Het noodbevel was nodig om de veiligheid te waarborgen en tegelijk de rust te garanderen voor het wolvenpaar met welpen in het gebied. Maar het leidde in Leusden tot veel vragen, zorgen en angst, schrijft de gemeente aan de staatssecretaris. Vragen die de gemeente nog steeds niet kan beantwoorden, zorgen die ze niet kan wegnemen omdat ze niet het bevoegd gezag is. Bovendien kreeg Leusden ook de kwestie van de nadeelcompensatie op zijn bordje, ondernemers die door de afsluiting van het gebied financieel werden benadeeld, zoals campings en horeca.
Als een wolf in een gemeente opduikt en voor onrust zorgt, wenden geschrokken burgers zich als eerste tot de gemeente. Die moet in actie komen. Soms gaat dat verkeerd, zoals in Wapse in de gemeente Westerveld waar de – inmiddels gepensioneerde – burgemeester bevel gaf een wolf af te schieten, hoewel er geen sprake was van direct gevaar of een ‘probleemwolf’. Het illustreert volgens Kramer de complexiteit van het onderwerp. ‘Een burgemeester moet zich wel heel goed achter de oren krabben voor hij zo’n besluit neemt. De wolf is een strikt beschermd dier, ook als straks die status misschien wordt afgeschaald naar “beschermd” kun je niet zomaar tot afschot overgaan. Het zou ook niets uithalen, want de wolf zal niet meer verdwijnen. Daarom is het aan degene die erover gaat, de landelijke overheid, om dit op te lossen.’
Zweeds voorbeeld
Wolvenecoloog Rick van Malssen is het daarmee eens. Volgens hem moet Nederland een voorbeeld nemen aan Zweden, waar de landelijke overheid alle richtlijnen vaststelt en de provincies die laat uitvoeren. ‘Dat is wat anders dan wat hier gebeurt: alle verantwoordelijkheden, inclusief de uitvoering, wordt aan de provincies overgelaten, die van toeten noch blazen weten en ook geen geld hebben. Daardoor ontstaan grote verschillen tussen provincies. De verspreiding van de wolf is een internationaal vraagstuk. Je hebt te maken met internationale wetgeving. Die moet je niet op het bordje van de provincie leggen.’
Van Malssen is wel te spreken over de manier waarop Leusden heeft gehandeld door Den Treek af te sluiten. Hij constateert ook dat gemeenten met bordjes goede richtlijnen geven voor wandelaars die het leefgebied van wolven betreden. ‘Alleen is vaak sprake van een aanlijnadvies, dat zou een aanlijnverplichting moeten zijn. Wolven zoeken loslopende honden op, of andersom, en we weten dat een wolf een hond die terugloopt naar zijn baas, volgt. Dat willen we niet, want wolven moeten niet gewend raken aan mensen.’
Het zou politici sieren deze boodschap duidelijk over te brengen
Verontruste burgers
Tot er een duidelijk landelijk beleid is, zullen gemeentelijke en provinciale bestuurders nog heel vaak worden geconfronteerd met zalen vol verontruste burgers en dierenhouders. Ze zouden er dan goed aan doen zich aan de feiten te houden en geen uitspraken te doen die ze niet waar kunnen maken, adviseert Van Malssen. ‘Ik heb verschillende bijeenkomsten op de Veluwe bijgewoond en daar schetste de gedeputeerde het beeld dat de helft van alle wolven in Gelderland kan worden afgeschoten. Dat is niet het geval, ook niet als de beschermingsgraad zou worden afgeschaald. De wolf gaat niet meer weg uit Nederland. Het zou politici sieren deze boodschap duidelijk over te brengen, in plaats van weg te kijken en de bevolking een vals toekomstbeeld voor te schotelen.’
Gemeenten en de wolf
Zie ook:
Renkum gaat onderzoeken of het bestuursrechtelijk kan optreden tegen veehouders die hun dieren onvoldoende beschermen tegen aanvallen door wolven (VNG Magazine 22 maart 2024)
Oproep burgemeesters: ‘Communiceer beter over de wolf’ (20 oktober 2023)
De burgemeester en de wolf (VNG Magazine 9 september 2022)