VNG Magazine nummer 18, 22 november 2024

Tekst: Carol van Eert

Gemeenten staan als eerste overheid niet alleen het dichtst bij de burger, ze staan ook het dichtst bij de aanpak van grote opgaven. Die delen ze graag met gemeenten in andere landen. Blijf daar dan ook in investeren, bepleit Carol van Eert.

Carol van Eert

Sinds 1848 kennen we in Nederland de Grondwet die ook de organisatie van onze overheid regelt. Daarin volgt de gemeentelijke overheid ná het provinciebestuur en ná de rijksoverheid. Toch hebben we met z’n allen gesteld dat de gemeente de éérste overheid is. Die positie danken we aan het feit dat we het dichtst bij onze inwoners staan. Verder zijn we volstrekt afhankelijk van wat onze wetgevende rijksoverheid bepaalt en hoe zij denkt de opgaven en uitdagingen binnen de samenleving het best te kunnen aanpakken en oplossen. De praktijk is echter weerbarstiger. Mijn stelling is dat deze éérste overheid ook het dichtst staat bij de aanpak van maatschappelijke opgaven.
Vorige maand bracht ik, als burgemeester van een middelgrote gemeente, met VNG International een werkbezoek aan Noord-Irak (Koerdistan). Mijn gemeente Rheden participeert met haar lokale kennis en ervaring in een programma in de stad Duhok (bijna 500.000 inwoners). Tijdens dit werkbezoek hebben onze lokale, ambtelijke adviseurs, samen met wethouder Dorus Klomberg, in Duhok een impuls kunnen geven aan de samenwerking binnen de triple helix. Met als voorbeeld de lokale en regionale samenwerking in onze gemeente tussen ondernemers, onderwijsinstellingen en overheid, hebben we daar met diezelfde partijen nu een Duurzame Economische Samenwerking opgezet. De burgemeester van Duhok, de voorzitter van de Kamer van Koophandel en de bestuurder van de Universiteit van Duhok hebben dit bekrachtigd in een overeenkomst. En tijdens de oprichtingsvergadering zijn al meerdere concrete projecten aangepakt. Ook is met onze mensen verder gewerkt aan een compostproductielocatie én er is meegedacht over de opzet van plasticrecycling.

Blijf inzetten op het behoud van de gelden voor samenwerkingsprojecten

Concrete uitdagingen

Terwijl zij een week lang met inhoudelijke projecten bezig zijn geweest, heb ik met Pieter Jeroense, de directeur van VNG International, talloze gesprekken gevoerd met ministeries, het gouvernement, het stadsbestuur van Duhok en het Nederlandse consulaat. Ook bezochten we één van de vele vluchtelingenkampen. De gesprekken gingen vooral over de versterking van de lokale democratie en de rol van gemeenten als éérste overheid. 
Eén van de concrete uitdagingen voor de stad Duhok is het meer integreren van de Syrisch-Koerdische vluchtelingen. In onze samenwerkingsprojecten speelt dit ook een nadrukkelijke rol. Daar waar veel vluchtelingen aangeven het liefst naar Europa te willen, proberen we samen met de gemeente Duhok een toekomst voor deze mensen te zoeken. Deze aanpak past binnen het buitenlandbeleid van onze rijksoverheid. 
Ik zou dus zeggen: blijf inzetten op het behoud van de gelden voor samenwerkingsprojecten van Nederlandse gemeenten (verbonden binnen VNG International), met en in buitenlandse gemeenten op veel plekken in de wereld.

Oekraïne

Vanwege mijn portefeuille Rampen, Noodhulp en Wederopbouw in de VNG-commissie International was ik eerder dit jaar in Kyiv. Daar koppelen we Oekraïense gemeenten (steden maar ook middelgrote gemeenten) aan Nederlandse gemeenten om elkaar een-op-een, van ambtenaar tot ambtenaar, te helpen met de voorbereidingen van de wederopbouw. 
Kortom, directe contacten van gemeentelijke vertegenwoordigers, zowel bestuurlijk als ambtelijk, met onze collega’s in een ver land. Het voordeel is dat je elkaar meteen begrijpt want je bent met dezelfde onderwerpen en opgaven bezig. En ja, ook op het niveau van de rijksoverheid in Noord-Irak is men geïnteresseerd in hoe je op lokale schaal het verschil kunt maken. Daar kunnen wij hier ook nog wat van leren.

Carol van Eert is burgemeester van Rheden en lid van de VNG-commissie Europa en Internationaal.

Schrijf ook een Betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl.