Besef als gemeente dat je met voorzieningen gemeenschappen creëert, zegt wethouder van Middelburg Willemien Treurniet. Meer kansengelijkheid zit volgens haar niet zozeer in wet- en regelgeving, maar vooral in praktijkverandering.
Gebrek aan steun en netwerk
Misschien moeten we een ander woord kiezen voor kansengelijkheid. Dat is al best uitgesleten. Gelijke kansen voor iedereen is al veel aansprekender. Voor mij krijgt het een gezicht in de talloze kinderen die door een gebrek aan netwerk en hulpstructuren het zoveel lastiger hebben. Onlangs hoorde ik van een mbo-student die een bijbaantje heeft in de horeca dat hij het thuis lastig heeft (dronkenschap ouders) en daardoor vatbaar voor verkeerde keuzes. Hij is onlangs weer opgepakt, wat met iets meer steun vanuit de omgeving naar mijn idee had kunnen voorkomen. Een sterk netwerk betekent veel voor jongeren. En ja, helaas concentreert zich dat vooral in bepaalde wijken, bij ons in Dauwendaele en Middelburg-Zuid.
Brede aanpak
Onlangs heeft de gemeenteraad een motie aangenomen om meer aan gelijke kansen te doen in Middelburg. Vaak wordt dan gelijk naar onderwijs of het sociaal domein gekeken, maar dat is natuurlijk veel te beperkt. Als je kansengelijkheid niet breed oppakt hoef je er niet aan te beginnen. Het raakt aan participatie, wonen, segregatie en nog veel meer. De fysieke inrichting van een wijk is een belangrijke factor. Het is bijvoorbeeld verleidelijk om op vrijgekomen locaties in kwetsbare wijken je sociale woningvoorraad aan te vullen, maar op den duur pakt dat averechts op. Je moet beseffen dat je geen woningen bouwt maar gemeenschappen. En gemeenschappen hebben evenwicht nodig, met jong en oud en mensen uit verschillende sociale lagen bij elkaar. Dat moet ook tot uiting komen in voorzieningen.
Open gebouwen
Ik gun een wijk als Dauwendaele bijvoorbeeld een mooi nieuw schoolgebouw. Dat stimuleert ouders ook hun kinderen niet naar een school in een andere wijk te sturen (hetzelfde geldt overigens voor sportverenigingen). Afgelopen maand hebben we vanuit REA en LEA als gemeenten, schoolbesturen en kinderopvangorganisaties op Walcheren het manifest Kansengelijkheid ondertekend. Dat biedt, al is het nog papier, een mooie basis om concrete stappen te zetten. Een van mijn idealen is dat we toewerken naar ‘open gebouwen’. Een meisje uit de leerlingenraad (groep 7) wist dat onlangs goed te verwoorden. ‘Wat ik fijn zou vinden is dat ik als het thuis niet lekker loopt, na schooltijd toch op school kan zijn’. Maar die opgave wil ik niet of in elk geval niet hoofdzakelijk bij scholen leggen. De term verlengde schooldag is dan ook niet adequaat, dan moet het weer van de scholen komen.
Stroompjes verleggen
In de samenwerking kan overigens nu al heel veel. Het ligt niet aan wet- of regelgeving, maar is vooral een kwesties van relatievorming en gezamenlijke doelen stellen en daarnaar handelen, al zou het helpen als we iets gemakkelijker verschillende potjes bij elkaar kunnen leggen. Maar waar een wil is, is een weg. Laatst vroeg een school in Middelburg-Zuid of ze een schoolbibliotheek konden krijgen. De eerste (ambtelijke) signalen waren terughoudend, maar inmiddels is het gerealiseerd. Gewoon beginnen is de beste remedie. Groot denken, klein doen. Ik heb hier drie stenen op tafel liggen, ze staan symbool voor het liedje van Bram Vermeulen. In mijn eentje kan ik met deze steentjes geen rivier verleggen, maar wel allerlei stroompjes een andere kant op krijgen. Van onderop als gezamenlijke partijen aan de slag en iets organiseren.
Zomerschool
Zo hebben we in Middelburg een aantal jaar de zomerschool voor leerlingen die meer risico op achterstand gedurende deze maanden lopen. ’s-Ochtends les, ’s-middags samen leuke dingen doen. Een groot succes, ook door de breedte van betrokken professionals en vrijwilligers. Een ander recent initiatief was ‘Jong & Oud, Samen Goud’, waar leerlingen van de gereformeerde basisschool De Regenboog en de openbare Magistraal gezamenlijke activiteiten met opa’s en oma’s in Molenwaterpark. Van die praktijkverandering moet het komen, ook om kinderen dichtbij huis naar school te laten gaan. Ik ben niet van de dwang en de wetgeving, de vrijheid om te kiezen is een groot goed. Wat niet wil zeggen dat je niet aan veel betere spreiding kunt doen. Maar dan vooral indirect, via netwerkversterking en goede voorzieningen. Ik hoop dat we daarin als gemeenten de komende tijd stappen kunnen zetten, door bewustwording rondom wat nodig is voor gelijke kansen, door goede voorbeelden te delen en door concrete handvatten te bieden.