Op deze pagina staan veel gestelde vragen en antwoorden over de ondersteuning van gedupeerde ouders rond de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Het betreft informatie voor gemeenten. Er kunnen geen rechten ontleend worden aan deze informatie.

 Laatste bewerkingsdatum:
24 april 2024

  1. Brede ondersteuning
  2. Financiële verantwoording brede ondersteuning
  3. Driegesprek
  4. Gedupeerde ouders met uithuisgeplaatste kinderen
  5. Kindregeling & aanvullend schuldh.verl aanbod jongeren
  6. Verhuizende ouders
  7. Ouders in het buitenland
  8. Urgentie
  9. Pauzeknop en moratorium
  10. Publieke schulden
  11. Spuk kwijtschelden publieke schulden
  12. Beëindiging schuldregelingen
  13. Private schulden
  14. Zakelijke schulden
  15. Al betaalde schulden
  16. Instituut Publieke Waarden
  17. Juridische bijstand voor ouders
  18. Ex-toeslagpartnerregeling

In de hersteloperatie hebben aangemelde ouders en hun gezin, kinderen vallend onder de kindregeling (en hun gezin), erkend ex-toeslagpartners (en hun gezin) en nabestaanden recht op brede ondersteuning. In deze veelgestelde vragen duiden we deze doelgroepen aan als 'rechthebbenden' als een een vraag-antwoord combinatie op alle doelgroepen betrekking heeft.

1. Brede ondersteuning en nazorg

Wat houdt de hersteloperatie kinderopvangtoeslag in?

Tussen 2005 en 2019 is bij een groot aantal ouders de kinderopvangtoeslag onterecht stopgezet door de Belastingdienst. Daarbij is gezinnen ongekend onrecht aangedaan. Sinds 2020 werkt de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) namens de Belastingdienst aan het financieel herstellen van dit onrecht. Veel ouders, kinderen en ex-toeslagpartners ondervinden ook andere gevolgen van de wijze waarop de terugvordering van de kinderopvangtoeslag heeft plaatsgevonden. Zij mogen rekenen op begrip, erkenning en ondersteuning. Het rijksbrede herstelprogramma bestaat uit financiële compensatie, een schuldenaanpak en brede ondersteuning op vijf leefgebieden uitgevoerd door gemeenten. De herstelaanpak draagt bij aan recht doen richting ouders, kinderen en hun gezinnen en ex-toeslagpartners, erkenning en excuses vanuit de overheid en ondersteuning bij het maken van een nieuwe start.

Wat is brede ondersteuning en waarom bieden gemeenten deze?

UHT biedt naast financieel herstel geen aanvullende hulp of ondersteuning. Het rijk heeft gemeenten gevraagd om brede ondersteuning te bieden aan (mogelijk) gedupeerde ouders, hun gezin, kinderen van erkend gedupeerde ouders en erkend ex-toeslagpartners op vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk. De ouder/kind heeft regie en keuzevrijheid bij deze ondersteuning. Brede ondersteuning is vrijblijvend en kan op ieder moment worden aangevraagd of stopgezet door de (mogelijk) gedupeerde ouder. De gemeente stelt op het moment dat de ouder (of het kind) zich meldt samen met de ouder vast wat nodig is om een nieuwe start te maken. Deze doelen en eventuele voorzieningen die nodig zijn om de doelen te bereiken worden opgenomen in een Plan van Aanpak.  

Meer informatie over de opzet van de brede ondersteuning: 

Wat zijn de uitgangspunten waarbinnen brede ondersteuning wordt geboden?

Bij het bepalen welke ondersteuning wordt ingezet c.q. welke voorzieningen worden toegekend geldt slechts één kader, namelijk dat de ingezette ondersteuning nodig is voor het kunnen maken van de nieuwe start. Dit biedt gemeenten ruimte om maatwerk te bieden. Er zijn wel degelijk randvoorwaarden. De ondersteuning dient gemotiveerd te worden in een plan van aanpak en een bijdrage leveren aan de in het plan van aanpak gestelde doelen die leiden tot het kunnen maken van een nieuwe start.

Wat is de reikwijdte van de brede ondersteuning door de gemeente? 

De brede ondersteuning wordt geboden op de leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. De gemeente levert maatwerk via het plan van aanpak dat u met de ouder (of het kind) opstelt. Centraal staat: wat heeft het gezin nodig om het leven weer op te pakken? Daarbij wordt gekeken vanuit het heden naar de toekomst, maar niet naar situaties uit het verleden. Ontvangen compensatiegelden, het inkomen van een ouder of het feit dat een ouder nog niet als gedupeerd is aangewezen, spelen geen rol bij de inzet van uw dienstverlening op de vijf leefgebieden. Als u ondersteuning aan uithuiswonende kinderen, als onderdeel van de kindregeling aanbiedt, dient de ouder wel als gedupeerde te zijn beoordeeld door UHT.

Beschrijving leefgebieden

Voor de brede ondersteuning wordt gesproken over een indeling op verschillende leefgebieden. De leefgebieden zijn vanuit de gemeentelijke uitvoering vaak verdeeld over verschillende afdelingen en expertise. Wat wil de overheid voor alle inwoners (en dus ook ouders en hun kinderen) binnen de leefgebieden? Welke richting kan je geven aan de invulling? 

De onderstaande beschrijvingen van de leefgebieden bieden een indicatieve beschrijving bij de leefgebieden binnen de beschikbare mogelijkheden van de gemeente 

Leefgebied
Doel
Indicatieve beschrijving
Wonen
Geschikte woning
Veilige en betaalbare plek om te wonen; passende woning;
Financiën
Financieel vaardig en in balans
In staat zijn om een duurzaam financieel gezonde huishouding te voeren. Inwoners beschikken over vaardigheden om inkomsten en uitgaven in balans te houden.  
Gezin
Veilige leefomgeving
Samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen
Zorg
Positieve gezondheid
Welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid
Werk
Werkzekerheid
Minimaal de beschikking over een startkwalificatie en/of duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces

Het uitgangspunt van de brede ondersteuning is dat hiermee een nieuwe start gemaakt kan worden en dat de ouder of het kind daarna zelfstandig of via reguliere trajecten verder kan.

Waarin wijkt de brede ondersteuning af van de reguliere ondersteuning die gemeenten aan alle inwoners bieden?

Het verschil ligt in de snelheid en de ruimte die het rijk biedt voor ondersteuning aan deze specifieke doelgroep. Om dat te kunnen doen, wordt getoetst aan één kader: namelijk dat de inzet nodig is voor het maken van een nieuwe start. Gemeenten kunnen zonder de reguliere inkomens- of andere voorwaarden ondersteuning toekennen, om snel en adequaat de nieuwe start te kunnen maken gekoppeld aan deze maatschappelijke doelstellingen.

Wie komen in aanmerking voor brede ondersteuning?

De volgende inwoners kunnen zich tot de gemeente wenden voor brede ondersteuning:

  • Ouders die zich hebben aangemeld bij UHT als mogelijk gedupeerde ouder van de toeslagenproblematiek totdat zij de definitieve beoordeling (beschikking) hebben ontvangen;
  • Erkend gedupeerde ouders;
  • Kinderen van erkend gedupeerde ouders die de eenmalige tegemoetkoming hebben ontvangen;
  • Erkende ex-toeslagpartners.

Ouders, erkend ex-toeslagpartners en kinderen van gedupeerde ouders die in het buitenland wonen en zich hebben gemeld, hebben ook recht op brede ondersteuning indien ze gedupeerd zijn. Deze ondersteuning wordt door een apart team verzorgd, het Ondersteuningsteam Buitenland OTB of door de Belastingdienst Caribisch Nederland BCN. Meer informatie over de ondersteuning aan ouders door deze partijen is te vinden in de handreiking ‘Ouders in het buitenland’. 

Hoe weet de gemeente of de ouder of het kind in aanmerking komt voor brede ondersteuning? 

Als een ouder zich aanmeldt bij UHT als mogelijk gedupeerde van de kinderopvangtoeslag, vraagt UHT of een gemeentelijk ondersteuningsaanbod gewenst is. Als dat het geval is, worden gegevens verstrekt aan de gemeente waar de ouder woont via het Gegevensportaal van UHT. De gemeente neemt vervolgens contact op met de (mogelijk) gedupeerde ouder.  

Aangemelde of gedupeerde ouders die in eerste instantie het ondersteuningsaanbod weigeren, kunnen zich op een later moment alsnog direct bij de gemeente melden als zij behoefte hebben aan gemeentelijke ondersteuning. De gemeente verifieert via het servicepunt of het Gegevensportaal of de ouder inderdaad is aangemeld bij UHT of is beoordeeld als gedupeerde ouder. Indien dit het geval, kan de gemeente brede ondersteuning bieden. Kinderen van erkend gedupeerde ouders kunnen zich ook direct bij de woongemeente melden. Het verificatieproces verloopt op dezelfde manier als bij ouders, via het Gegevensportaal van UHT.

Ex-toeslagpartners kunnen in het aanmeldproces bij UHT aangeven brede ondersteuning te wensen: indien ze dat doen en worden erkend ontvangt de gemeente contactgegevens via het gegevensportaal. Indien een (mogelijk) ex-toeslagpartner zich direct bij de gemeente meldt dient altijd eerst via het serviceteam gemeenten getoetst te worden of het om een erkend ex-toeslagpartner gaat.

Hoe weet de gemeente welke aangemelde ouders contact met de gemeente wensen?  

Elke gemeente heeft een contactpersoon voor de brede ondersteuning opgegeven. Deze contactpersoon heeft toegang tot het UHT Gegevensportaal voor brede ondersteuning (het hulpverleningsportaal). In dit Gegevensportaal worden de gegevens gedeeld van de ouders die bij aanmelding bij UHT hebben aangegeven een gemeentelijk ondersteuningsaanbod te wensen. De gemeente neemt vervolgens contact op met deze ouders. Als contactgegevens niet compleet zijn mag de gemeente, voor het aanbieden van ondersteuning, gegevens uit de basisregistratie personen (BRP) voor dit doel ophalen.  

Kan een ouder, ex-toeslagpartner of kind zich ook direct bij de gemeente melden?

Gemeentelijke ondersteuning voor aangemelde, gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners en kinderen van gedupeerde ouders staat altijd open. Dit betekent dat zij op het besluit om geen gebruik te maken van gemeentelijke ondersteuning terug kunnen komen. In dat geval kan de gemeente bij UHT verifiëren of de ouder of een kind inderdaad in aanmerking komt voor brede ondersteuning. Verificatie verloopt via het servicepunt of het Gegevensportaal. 

Kinderen en ex-toeslagpartners kunnen zich melden bij de gemeente voor brede ondersteuning. De gemeente kan bij UHT verifiëren of zij onder de reikwijdte van de kindregeling vallen of erkend ex-toeslagpartner zijn.

Meer informatie over brede ondersteuning: 

Kan de gemeente vanuit de brede ondersteuning ook goederen vergoeden, zoals een laptop? 

Er bestaat geen recht op spullen. Er bestaat recht op brede ondersteuning. Het recht op brede ondersteuning staat niet gelijk aan een recht op spullen. Het verstrekken van middelen (een voorziening) kan onderdeel zijn van de invulling van de brede ondersteuning indien de aanschaf nodig is om een nieuwe start te kunnen maken. Er is sprake van maatwerk per ouder/kind om de doelstellingen in het plan van aanpak te behalen. Wat de ondersteuning inhoudt bepaalt u samen met de ouder en legt u gemotiveerd vast in het plan van aanpak. Middelen zijn een mogelijkheid, maar geen vanzelfsprekendheid.

Meer informatie over brede ondersteuning:

We merken soms onrust onder ouders, omdat niet iedereen dezelfde brede ondersteuning ontvangt. Hoe gaan we hiermee om? 

Brede ondersteuning is maatwerk. Niet iedere ouder heeft dezelfde hulpvra(a)g(en), dezelfde doelstelling(en) of bevindt zich in een vergelijkbare situatie. Waar de ene ouder behoefte aan heeft of wat voor de ene ouder nodig is, kan verschillen van een andere ouder. Het is van belang dat de medewerker een professionele afweging maakt bij iedere ouder, ieder kind en diens gezin rond de (maatwerk) ondersteuning die nodig is om een nieuwe start mogelijk te maken. Het is niet mogelijk om de inzet van de dienstverlening voor (mogelijk) gedupeerde ouders en/of kinderen onderling te vergelijken. Het is wel zaak om dienstverlening niet willekeurig in te zetten. Het kunnen motiveren waarom dienstverlening is ingezet of bepaalde ondersteuning geboden wordt, blijft noodzakelijk.

Hoe ziet het proces van brede ondersteuning eruit? 

In de brede ondersteuning onderscheiden we – net als bij de reguliere hulpverlening vanuit gemeenten - een toeleidingsfase en een hulpverleningsfase. Het is belangrijk om deze twee fases uit elkaar te houden, omdat er voor beide taken een ander juridisch kader van toepassing is.    

In de toeleidingsfase wordt bepaald wat de hulpvra(a)g(en) is/zijn en welke ondersteuning nodig is om een nieuwe start te kunnen maken. Er is een afhankelijkheidsrelatie tussen de (aangemelde) ouder (of een kind) en de gemeente. Immers, de (aangemelde) ouder (het kind) is afhankelijk van de ondersteuning die wordt aangeboden door de gemeente. De toeleidingsfase bestaat uit:  

  1. Het eerste gesprek   
  2. Het registreren en inventariseren van de op dat moment aanwezige hulpvragen  
  3. Opstellen van een  plan van aanpak waarin de inzet van de voorzieningen gemotiveerd worden 
  4. Toesturen van het plan van aanpak (beschikking) 

De toeleidingsfase wordt afgesloten met het toesturen van het plan van aanpak. Het plan van aanpak vormt in dit geval de beschikking. In het plan van aanpak is de brede ondersteuning opgenomen die de gemeente op basis van de hulpvra(a)g(en), de situatie en de doelstellingen toekent aan de ouder (het kind). Een ouder (of kind) hoeft een plan van aanpak niet te ondertekenen. De ouder (het kind) kan bezwaar maken tegen hetgeen is opgenomen indien de ouder (het kind) het niet eens is met het plan van aanpak. 

Vervolgens wordt het plan van aanpak uitgevoerd. De hulpverleningsfase bestaat uit:  

  • Inkoop en uitvoering van trajectzorg op de leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk  
  • Nazorg  

Meer informatie over brede ondersteuning: 

Welke gegevens worden geregistreerd in het plan van aanpak?  

Uitgangspunt is dat alleen die informatie wordt opgenomen in een plan van aanpak (dossier) die noodzakelijk is voor het doel daarvan. De gemeente registreert dus alleen gegevens die noodzakelijk zijn voor de toeleiding naar zorg. Dit betekent overigens niet dat het gesprek met de ouder of het kind om de ondersteuningsbehoefte vast te stellen, niet alle vijf de leefdomeinen mag raken. Er is ruimte voor de hulpverlener om in de gesprekken met de aangemelde ouder uit te vragen wat deze nodig heeft op de vijf leefgebieden. Van belang is dat enkel de ondersteuningsbehoefte die daadwerkelijk onderdeel uitmaakt van het uiteindelijke plan van aanpak wordt opgenomen.

Zie voor meer informatie over het verwerken van gegevens de handreiking ‘Gegevensverwerking’.   

Kan het plan van aanpak integraal gedeeld worden met zorgaanbieders? 

Alleen informatie uit het plan van aanpak die de zorgaanbieder daadwerkelijk nodig heeft voor de te leveren zorg of ondersteuning, wordt gedeeld. In de praktijk betekent dit dat het plan van aanpak vrijwel nooit integraal gedeeld wordt met andere partijen.  

Is het plan van aanpak een besluit in de zin van de Awb? Moeten wij een beschikking sturen? 

Ja, indien er in het plan van aanpak zogenaamde niet vrij toegankelijke voorzieningen zijn opgenomen. Het toekennen van niet vrij toegankelijke voorzieningen veronderstelt altijd een verleningbeslissing op basis van een beoordeling door de gemeente van de persoonlijke situatie en behoeften. Dit doet het college - of de gemandateerde namens het college – via het plan van aanpak. Het plan van aanpak is daarmee een beschikking. Dit betekent ook dat bezwaar- en beroep openstaat. Daarmee wordt de rechtsbescherming van de aangemelde ouder of het kind gewaarborgd.

Meer informatie over brede ondersteuning: 

Ons wijkteam voert de brede ondersteuning uit. Moet het college een mandaatbesluit nemen?  

Ja. Om te voorkomen dat alle opgestelde plannen van aanpak (beschikkingen) door het college worden ondertekend, worden de uitvoerend medewerkers gemandateerd. Bij het verlenen van mandaat kunnen diverse categorieën worden opgenomen. Hierbij kan gedacht worden aan: 

  1. Toekennen van voorzieningen met een waarde tot €500,- direct door de uitvoerend medewerker; 
  2. Toekennen van voorzieningen met een waarde tussen de €500,- en €1500,- door ten minste twee uitvoerend medewerkers (vier-ogenprincipe);
  3. Toekennen van voorzieningen met een waarde van meer dan €1500,- afdelingsleider / manager / teamleider   

Kan de ouder bezwaar maken tegen het plan van aanpak als de ouder het niet eens is met de brede ondersteuning die is opgenomen in het plan van aanpak? 

Ja, het plan van aanpak is een beschikking. De ouder kan bezwaar maken.   

Gemeenten is gevraagd om ‘ruimhartig’ ondersteuning te bieden. Wat wordt hieronder verstaan?

De wet geeft medewerkers handelingsruimte: zonder kaders vanuit de reguliere wetgeving op de verschillende leefdomeinen kunnen zij doen wat nu nodig is. Een ouder hoeft niet langs verschillende gemeentelijke loketten voor het indienen van verschillende aanvragen. Het stelt gemeenten in staat om snel te handelen en benodigde expertise in te zetten. Immers er is maar één kader, namelijk dat de inzet nodig is voor het kunnen maken van een nieuwe start na de problemen met de kinderopvangtoeslag. Adequaat refereert aan passend (redelijk/noodzakelijk) – op de juiste manier handelen - voor de specifieke situatie – gegeven het moment. 

Meer informatie over brede ondersteuning: 

Een ouder die we ondersteunen heeft al een plan van aanpak. De dienstverlening is ingezet en loopt. Nu is de droger stuk. De ouder vraagt of wij die willen vergoeden. Wij willen het verzoek afwijzen. Kan dat? 

Brede ondersteuning is maatwerk. Wanneer de vraag om middelen (terug)komt kan dit een aanleiding zijn om met elkaar over de (financiële) zelfredzaamheid van de ouder in gesprek te gaan en te kijken of daar ondersteuning op te bieden is. 

Vanuit de brede ondersteuning helpen we een ouder. We merken dat zij blijft terugkeren met steeds nieuwe hulpvragen die voornamelijk zien op het verstrekken van materieel/spullen. Hoe kunnen we dit als gemeente doorbreken en zorgen dat de ouder weer op eigen benen komt te staan? 

Het aanbod vanuit de brede ondersteuning door de gemeente is gericht op hulp/dienstverlening. De gemeente inventariseert de huidige situatie en stelt de hulpvragen vast. Vervolgens wordt het plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak beschrijft wat nodig is om een nieuwe start in het kader van herstel na de toeslagen problematiek te kunnen maken. Dit wordt ook onderschreven in de Memorie van Toelichting bij de Wet hersteloperatie toeslagen.  

Bij een terugkerende vraag naar spullen zijn het opgestelde plan van aanpak en de te behalen opgenomen doelstellingen leidend. Welke doelstellingen zijn bepaald voor het kunnen maken van een nieuwe start en zijn deze ook behaald? U maakt hierbij de afweging of de spullen nodig zijn voor het maken van die nieuwe start of dat het enkel de wens van de ouder is om de spullen aan te schaffen? Een terugkerend verzoek om spullen kan duiden op een (andere) onderliggende ondersteuningsvraag, bijvoorbeeld op het gebied van financiën. Heeft de ouder de handvatten om een financieel gezonde huishouding te voeren waardoor het in de toekomst lukt om zelf spullen aan te schaffen? 

Zijn de mogelijkheden binnen de brede ondersteuning voor alle ouders gelijk? In de wijze en de mate waarin ouders zijn getroffen door de problematiek rondom de kinderopvangtoeslag zit immers verschil. Zou dat dan ook niet in de brede ondersteuning moeten zitten? 

Gemeenten bieden brede ondersteuning aan aangemelde én gedupeerde ouders, en aan kinderen van gedupeerde ouders. Dat gebeurt op de vijf leefgebieden. De brede ondersteuning is altijd maatwerk, en bedoeld om ouders te helpen bij het (kunnen) maken van een nieuwe start. Hoe die nieuwe start eruit ziet kan voor elke ouder/kind anders zijn, maar het uitgangspunt van een nieuwe start geldt zowel voor een aangemelde ouder als een volledig gecompenseerde ouder. Lees meer in de uitgangspunten voor het bieden van brede ondersteuning

Wij merken dat er vanuit ouders behoefte is aan duidelijkheid voor de uitvoering van de brede ondersteuning. Wat kunnen ouders verwachten van de brede ondersteuning? En hoe komen we tot een afgewogen inzet van voorzieningen? Hoe kunnen we dit verduidelijken? 

In de Wet hersteloperatie toeslagen is de brede ondersteuning als wettelijke taak van het college verankerd. In de wet is opgenomen dat het college – in samenspraak met de ouder – een plan van aanpak opstelt dat toeziet op het kunnen maken van een nieuwe start in het kader van herstel. In de wet zit beoordelingsvrijheid vanuit het college. Brede ondersteuning is immers maatwerk. Om transparant te maken richting ouders welke afwegingen bij het aanbieden van brede ondersteuning worden gemaakt, kan het college hierover beleidsregels vaststellen. De VNG ontwikkelt momenteel een format voor beleid. We verwachten dit format medio 2024 te publiceren. 

Kan ik een plan van aanpak wijzigen? Afgelopen maand heb ik de training bij de VNG gevolgd. Eerder heeft een collega samen met een gedupeerde ouder een plan van aanpak opgesteld. Daarin is aangegeven dat er middelen zouden worden verstrekt, maar is onvoldoende beschreven wat de te behalen doelen zijn. De ouder is nu teruggekomen met aanvullende hulpvragen. Nu is deze collega vertrokken en heb ik het overgenomen. Hoe pak ik dit met de kennis van nu het beste aan? 

U kunt een nieuw plan van aanpak opstellen, waarin u de doelen waarnaar toegewerkt wordt om een nieuwe start te kunnen maken wel goed zijn uitgewerkt. Middelen kunnen alleen worden ingezet als dit nodig is om de doelstellingen te behalen. Het is vooral belangrijk om transparant te zijn naar de ouder. Ga daarom in gesprek en leg uit waarom en op welke punten het plan van aanpak wijzigt en waarom. Laat de ouder een foto maken van de aantekeningen die u maakt tijdens het gesprek. Let op: probeer de individuele onderwerpen te beperken en cluster zoveel mogelijk. 

Een ouder ontvangt op dit moment een bijstandsuitkering, maar wil starten met een onderneming. Hoe kunnen we hem vanuit de brede ondersteuning begeleiden? 

De brede ondersteuning helpt bij het maken van een nieuwe start op de vijf leefdomeinen. Voor wat betreft het leefdomein werk kijkt de gemeente – samen met de ouder – of deze in staat is om duurzaam te kunnen participeren in een arbeidsproces. Indien dit niet het geval is, kan de gemeente voorzieningen inzetten om dit doel te bereiken. 

In dit specifieke geval is het goed om in ieder geval af te stemmen met de afdeling werk en inkomen, omdat de ouder een bijstandsuitkering ontvangt. Het is veelal mogelijk om – met behoud van uitkering – te starten met het voorbereiden op het ondernemerschap. Op die manier kan gezamenlijk worden bepaald of het starten van een onderneming levensvatbaar is en de ouder door de onderneming duurzaam voldoende inkomen kan vergaren. Gedacht kan worden aan intensieve begeleiding of scholing voor het opstarten van een bedrijf, het begeleiden bij het opstellen van een bedrijfsplan en/of begeleiding naar financiering.

Telt het vermogen of het inkomen mee bij het bepalen wat nodig is om een nieuwe start te faciliteren?   

Nee. Voor de inzet van dienstverlening gelden geen vermogens- en/of inkomensgrenzen, zoals gemeenten deze wel kennen vanuit de Participatiewet.   

Wordt de tegemoetkoming vrijgesteld als vermogen voor toegang tot de Participatiewet?  

Het ontvangen bedrag telt niet mee bij het vaststellen van het vermogen. Dit is opgenomen in artikel 7 van de Regeling Participatiewet. 

Wordt het ontvangen compensatiebedrag meegeteld als vermogen bij het vaststellen en toekennen van toeslagen? 

Het compensatiebedrag telt vanaf het jaar dat het is uitgekeerd aan de ouder, drie jaar lang niet mee als vermogen. Als na drie jaar het vermogen van de ouder boven het maximale vermogen voor toeslag komt, heeft de ouder geen recht meer op toeslag. 

Een ouder in onze gemeente is overleden nadat zij de eerste toets heeft doorlopen. Zij heeft het compensatiebedrag van 30k ontvangen, maar de integrale beoordeling is nog niet afgerond. We begrepen dat er een nabestaanden regeling komt. Kan haar partner ook een beroep doen op de nabestaanden regeling? 

Ja, als hij door UHT als begunstigde wordt aangemerkt. Dit is het geval als de partner op het moment van overlijden de toeslagpartner was. 

Let op: De nabestaanden regeling is onderdeel van de Wet hersteloperatie toeslagen, maar nog niet in werking getreden. Het is nog niet bekend wanneer nabestaanden zich bij UHT kunnen melden.

Tot wanneer kunnen ouders zich bij UHT melden als mogelijke gedupeerde ouder?  

Ouders die aanvrager waren van de kinderopvangtoeslag konden zich tot en met 31 december 2023 aanmelden bij UHT als mogelijk gedupeerde. Het kabinet heeft besloten om in gevallen waarin er omstandigheden zijn die een geldige reden kunnen vormen voor een te late aanmelding, gekeken zal worden of er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. De ouder dient dan aan te geven waarom het niet is gelukt om zich op tijd aan te melden en in welke schrijnende situatie de ouder zich bevindt. UHT beoordeelt of er sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden dat de ouder toch zou moeten worden toegelaten. 

Wij zijn een planning aan het maken voor de capaciteitsinzet voor de komende jaren. Waar moeten we rekening mee houden?

Ouders die aanvrager waren van de kinderopvangtoeslag kunnen zich tot en met 31 december 2023 aanmelden bij UHT als mogelijk gedupeerde. Het beoordelingsproces van ouders loopt nog door tot zeker 2025. Daarnaast komen er nog twee groepen inwoners in aanmerking voor brede ondersteuning: ex-toeslagpartners en nabestaanden van gedupeerde ouders.

  • Mogelijke ex-toeslagpartners worden in fasen aangeschreven met het verzoek zich aan te melden. Na aanmelding wordt getoetst of zij daadwerkelijk ex-toeslagpartner zijn en ontvangen daar een erkenning van. Na erkenning wordt het compensatiebedrag toegekend en is brede ondersteuning beschikbaar indien de erkend ex-toeslagpartner dat wenst.
  • Mogelijke ex-toeslagpartners die geen brief ontvangen maar wel van mening zijn aanspraak te maken op de regeling krijgen in het 2e of 3e kwartaal van 2024 de gelegenheid zich via de herstel.toeslagen.nl aan te melden voor toetsing. Zij hebben vanaf dat moment zes maanden de tijd om zich aan te melden voor toetsing.
  • In de Wht is een regeling voor nabestaanden opgenomen, maar deze is nog niet in werking getreden. De verwachting is dat deze regeling aan het eind in 2024 in werking treedt. Nabestaanden hebben indien zij als zodanig erkend worden recht op brede ondersteuning

Ouders melden zich bij UHT aan en worden dan gewezen op het aanbod van aanvullende ondersteuning door gemeenten. Niet iedere aangemelde ouder geeft aan dat de gegevens gedeeld mogen worden om contact op te nemen. Kunnen wij zelf nog actie ondernemen om mogelijk gedupeerde ouders te benaderen?

Niet alle (mogelijk) gedupeerde ouders willen ondersteuning of hebben ondersteuning nodig. Naast dat de grondslag om contact op te nemen ontbreekt als de ouder geen toestemming heeft gegeven, is het niet wenselijk actief contact op te nemen omdat juist het herstellen van vertrouwen in de overheid een belangrijk uitgangspunt is. Brede ondersteuning is vrijblijvend. Als de ouder niet direct bij aanmelding kenbaar maakt aan UHT dat gemeentelijke ondersteuning gewenst is, kan de ouder zich ook op een later moment direct bij de woongemeente melden. De gemeente kan het loket waar de ouder zich kan melden op een laagdrempelige manier inrichten, zodat de ouder – indien de behoefte bestaat – weet waar hij zich kan melden.

Vergoedt de gemeente de kosten voor juridische bijstand in het financieel herstelproces door advocaten aan ouders? 

Nee, hier is een andere regeling voor beschikbaar gesteld. Ouders kunnen via de Raad voor Rechtsbijstand kosteloos ondersteuning via een advocaat ontvangen

Wat gebeurt er wanneer de ouder niet erkend wordt als gedupeerde ouder en de gemeente ondersteuning biedt?  

De rol van de gemeente is het bieden van ondersteuning aan aangemelde ouders tot zij de eindbeschikking hebben ontvangen. Indien de ouder als gedupeerde is beoordeeld, continueert de dienstverlening – indien daar behoefte aan is. Indien de ouder niet als gedupeerde wordt erkend, wordt de brede ondersteuning binnen 30 dagen afgebouwd. Daarna heeft de ouder recht op reguliere ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de participatiewet. Meer informatie is te vinden in de handreiking ‘Impact ontvangst niet gedupeerde ouders’. 

Als onderdeel van het plan van aanpak geven wij in een aantal gevallen ondersteuning die wij ook vaak vanuit andere regelingen verstrekken. Hoe gaan wij hiermee om in relatie tot de brede ondersteuning aan (mogelijk) gedupeerde ouders/kind en hun gezin?  

Het toekennen van voorzieningen vindt plaats vanuit de Wet hersteloperatie toeslagen. Deze wet biedt het juridisch kader waarbinnen gemeenten handelen. Dat betekent dat ook indien er voorzieningen worden toegekend waarmee de gemeente vertrouwd is op andere domeinen, dat de verstrekking wordt gebaseerd op de Wet hersteloperatie toeslagen. Door de voorziening op te nemen in het plan van aanpak (onderdeel C), valt deze binnen de financiële dekking vanuit het rijk.

Een ouder heeft zich gemeld met facturen uit het verleden. Kan de gemeente deze facturen vergoeden vanuit de brede ondersteuning? 

Nee. Brede ondersteuning is gericht op de toekomst. Vanaf het moment dat de ouder zich meldt bij de gemeente, worden de op dat moment bestaande hulpvragen vastgesteld. Aan de hand van die hulpvragen wordt een plan van aanpak opgesteld gericht is op het kunnen maken van een nieuwe start. Welke voorzieningen nodig worden geacht is aan het oordeel van het college, maar er mag geen voorziening worden toegekend die zich richt op het verleden.  

Een ouder heeft zich bij ons gemeld. Deze ouder heeft zelf een plan van aanpak opgesteld. Moet de gemeente dit toekennen? 

Nee. De wetgever heeft de beoordeling wat noodzakelijk is voor het bieden van een nieuwe start overgelaten aan het college. Uiteraard wordt in overleg met de ouder de hulpvragen vastgesteld en wordt ook het plan van aanpak aan de hand van gesprekken met de ouder opgesteld.

Nazorg

Wanneer start de nazorg?  

Om de doelstellingen uit het plan van aanpak te monitoren, onderhoudt de gemeente minimaal 12 maanden contact met de gedupeerde ouder en zijn of haar gezin. Door dit periodieke contact kan de gemeente een vinger aan de pols houden en indien nodig (weer) ondersteuning inzetten. Onderdeel van het nazorgtraject zijn periodieke gesprekken, maar het nazorgtraject kan naar inzicht van de gemeente ook andere initiatieven bevatten. Zie voor meer informatie de handreiking ‘Nazorg vanuit de brede ondersteuning’

Moet de brede ondersteuning zijn afgerond om nazorg te kunnen starten? 

Het uitvoeren van het ‘plan van aanpak’ en ‘nazorg’ kunnen naast elkaar lopen/open staan. Dat is het geval wanneer de nazorgfase gestart is en vanuit de nazorg contactmomenten blijkt dat de inzet van aanvullende voorzieningen nodig is.

Als in de fase nazorg blijkt dat er opnieuw ondersteuning nodig is, wordt de verstrekking van trajectzorg gekoppeld aan (en/of opgenomen in) het (aangepaste) plan van aanpak. De geboden ondersteuning wordt in deze situatie verstrekt vanuit de fase nazorg. De onderbouwing voor de verstrekking wordt vervolgens gekoppeld aan het plan van aanpak. 

Vanuit het UHT wordt ook gesproken over de fase Nazorg. Is dit dezelfde vorm van nazorg als die vanuit de brede ondersteuning door gemeenten wordt geboden?  

Nee, nazorg vanuit UHT is een andere vorm van nazorg dan de gemeente verleent vanuit de brede ondersteuning. Zodra een integrale beoordeling is afgerond (eindbeschikking) nemen ouder en PZB-er afscheid van elkaar. De PZB-er krijgt nieuwe ouders en/of onderzoeken toegewezen. Wanneer de ouder na het eindgesprek met de PZB-er  toch nog contact wil over de integrale beoordeling, dan kan de ouder terecht bij het team nazorg van UHT.   

Vanuit de brede ondersteuning door gemeenten start de fase nazorg, nadat de doelen vanuit het plan van aanpak zijn behaald. De gemeente en ouder onderhouden in die fase dan nog minimaal 12 maanden contact met elkaar. Indien nodig kan er opnieuw begeleiding ingezet worden. 

Wat wordt verstaan onder nazorg als onderdeel van de specialistische zorg?  

Nazorg kan ook een onderdeel zijn van de hulpverlening die gemeenten hebben ingeschakeld voor de ouder, het kind en/of diens gezin. Wanneer er bijvoorbeeld via een GGZ-instelling psychische hulpverlening ingezet is en deze wordt afgebouwd van eens per week naar 'incidenteel’. In dit geval houdt de specialist gedurende een afgesproken periode nog vinger aan de pols met de ouder/het gezinslid in de vorm van nazorg.   

Wat gebeurt er wanneer de ouder niet erkend wordt als gedupeerde ouder en de gemeente ondersteuning biedt?  

De rol van de gemeente is het bieden van ondersteuning aan aangemelde ouders tot zij de eindbeschikking hebben ontvangen. Indien de ouder als gedupeerde is beoordeeld, continueert de dienstverlening – indien daar behoefte aan is. Indien de ouder niet als gedupeerde wordt erkend, wordt de brede ondersteuning binnen 30 dagen afgebouwd. Daarna heeft de ouder recht op reguliere ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de participatiewet. Meer informatie is te vinden in de handreiking ‘Impact ontvangst niet gedupeerde ouders’. 

Gegevensverwerking

Waarvoor worden persoonsgegevens verwerkt door de gemeente in het kader van herstel aan (mogelijk) gedupeerde ouders? 

Voor de uitvoering van zowel de brede ondersteuning als voor het uitvoeren van de publieke pauzeknop en het verlenen van kwijtschelding worden persoonsgegevens verwerkt. Bij het verwerken van persoonsgegevens zijn gemeenten gebonden aan de kaders en zorgvuldigheidseisen die wet- en regelgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), stelt. 

Waar moet de gemeente rekening mee houden wanneer gegevens ontvangen, gedeeld of opgeslagen worden? 

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geeft richtlijnen voor gemeenten om tot een rechtmatige verwerking van gegevens te komen. Daarnaast geeft de AVG een aantal zorgvuldigheidseisen mee waar de gegevensverwerking aan moet voldoen. 

De AVG kent degene van wie gegevens verwerkt worden een aantal rechten toe. Zoals het recht op inzage, het recht van correctie, het recht op bezwaar tegen en het recht op beperking van de verwerking. Gemeenten zijn verplicht open en transparant te zijn (informatieplicht). Dat wil zeggen dat de gemeente de inwoner informeert over doel en noodzaak van de verwerking, de mogelijke consequenties en de rechten van de inwoner. 

Is de gemeente bij het bieden van brede ondersteuning of het kwijtschelden van schulden aan te merken als verwerker of verwerkingsverantwoordelijke? 

Binnen de AVG wordt onderscheid gemaakt tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker. Rolbepaling is belangrijk, omdat hieruit op grond van de AVG rechten, plichten en risico’s voortvloeien. 

Gemeenten zijn zowel voor het bieden van brede ondersteuning als voor de processen rondom de invordering niet aan te merken als verwerker van de Belastingdienst of UHT. Immers, de taken die gemeenten vervullen vanuit de hersteloperatie zijn vanuit de wet expliciet aan het college opgedragen. 

Vanuit de gemeente zelf kan wel sprake zijn van het inschakelen van een derde partij, waardoor die derde partij is aan te merken als verwerker. Dit is bijvoorbeeld het geval als de gemeente een organisatie heeft gemandateerd om de brede ondersteuning uit te voeren. Deze organisatie is in dat geval verwerker van de gemeente. Het college blijft eindverantwoordelijk en wordt aangemerkt als verwerkingsverantwoordelijke. 

Mag de gemeente derden inschakelen voor het uitvoeren van de brede ondersteuning? 

Het college kan het bieden van de brede ondersteuning uitbesteden of mandateren aan een andere organisatie. Echter, de vaststelling van de rechten en plichten en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden, moet het college zelf doen of onder mandaat uitbesteden aan een ander bestuursorgaan. Het bieden van brede ondersteuning is dus altijd een verantwoordelijkheid van het college. Het college blijft verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG. Er moet een verwerkersovereenkomst afgesloten worden met de organisatie die deze taak namens het college uitvoert. 

Wat is de grondslag voor het verwerken van gegevens voor de brede ondersteuning

De grondslag voor de gegevensverwerking is verankerd in de Wet hersteloperatie toeslagen in artikel 2.21.

In artikel 6.12 van de Wet hersteloperatie toeslagen is de bevoegdheid opgenomen van UHT om gegevens aan de gemeente te verstrekken. 

In artikel 6.13 is de grondslag opgenomen voor gemeenten om bijzondere categorieën van persoonsgegevens te verwerken indien dit noodzakelijk is voor het verlenen van brede ondersteuning. 

Mag de gemeente uit praktische overwegingen gegevensbestanden met verschillende afdelingen delen en vergelijken? 

Gemeenten mogen gegevens die zij ontvangen vanuit de ene rol (bijvoorbeeld als hulpverlener), niet gebruiken voor een andere rol (bijvoorbeeld als schuldeiser). Het is niet toegestaan om bestandsvergelijkingen te maken tussen persoonsgegevens uit verschillende domeinen. Om die reden is het van belang om bewust te zijn van de rol waarin gegevens worden ontvangen en met welk doel deze worden verstrekt. Het is wel mogelijk om de lijst die de gemeente ontvangt als invorderaar te gebruiken voor zowel de belastinginning als de terugvorderingen sociale zekerheid. Dit mag, omdat de verwerking hetzelfde doel beoogd, namelijk het opschorten en kwijtschelden van gemeentelijke vorderingen om uitvoering te geven aan de schuldenaanpak. 

Ter verduidelijking: gemeenten mogen gegevens die ze ontvangen in de rol van invorderaar nooit gebruiken om ouders te contacteren met een aanbod voor brede ondersteuning op de vijf leefgebieden. 

Mogen gemeenten gegevens vanuit andere domeinen gebruiken voorafgaand aan het kennismakingsgesprek voor de brede ondersteuning? Zo kunnen wij kijken of de ouder al bekend is bij de gemeentelijke hulpverlening. 

Nee, dit mag niet. Het kan verleidelijk zijn om voorafgaand aan het eerste gesprek of het opstellen van een plan van aanpak, te verkennen of de aangemelde eerder gebruik heeft gemaakt van gemeentelijke ondersteuning. Bijvoorbeeld in het kader van de Wmo 2015 of de Jeugdwet. Dit is echter niet toegestaan. Gemeenten leggen vanuit de (nieuwe) taak contact met de aangemelde ouder. 

Hoe vindt de gegevensuitwisseling met UHT plaats? 

Gegevensuitwisseling met UHT vindt plaats via het Gegevensportaal van UHT. Elke gemeente of GR heeft een contactpersoon Invordering en een contactpersoon Brede ondersteuning opgegeven bij UHT. Deze contactpersonen hebben ieder via een eigen account middels eherkenning toegang tot het (schulden)portaal. Het portaal biedt een beveiligde gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de gemeente. Gegevens worden gedeeld via een CSV-bestand hetgeen betekent dat de velden zijn gescheiden door een puntkomma (;). Een toelichting op de diverse bestanden die worden gedeeld om aan gedupeerde ouders en toeslagpartners kwijt te schelden vindt u in deze toelichting op de gegevensleveringen. Dit toelichtingsdocument is terug te vinden en te raadplegen in het gegevensportaal. Let op dat u de lijsten enkel gebruikt voor het doel waarvoor deze lijsten in het portaal worden geplaatst.

Hoe weet de gemeente welke aangemelde ouders contact met de gemeente wensen?   

Elke gemeente heeft een contactpersoon voor de brede ondersteuning opgegeven. Deze contactpersoon heeft toegang tot het UHT Gegevensportaal . In dit Gegevensportaal is een bestand opgenomen met beginnend met ‘HG-’ gevolgd door de gemeentecode. In dit bestand worden de gegevens gedeeld van de ouders die bij aanmelding bij UHT hebben aangegeven een gemeentelijk ondersteuningsaanbod op prijs te stellen. De gemeente neemt vervolgens contact op met deze ouders. Als contactgegevens niet compleet zijn mag de gemeente, voor het aanbieden van ondersteuning, gegevens uit de basisregistratie personen (BRP) voor dit doel ophalen. In de loop van 2024 gaat dit bestand steeds minder nieuwe contactgegevens bevatten door het sluiten van de aanmeldtermijn per 31-12-2023.

Welke gegevens mogen in het dossier voor de brede ondersteuning worden opgenomen? 

Uitgangspunt is dat alleen die informatie c.q. die gegevens worden opgenomen in een dossier die noodzakelijk zijn voor het doel. In het plan van aanpak wordt alleen datgene opgenomen wat de ouder nodig heeft op de vijf leefgebieden. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om samen met de ouder (of het kind) te onderzoeken welke ondersteuning noodzakelijk wordt geacht voor een nieuwe start. Het plan van aanpak leidt de ouder, het kind en/of diens gezin naar bepaalde voorzieningen of ondersteuning binnen de vijf leefgebieden. 

Er is ruimte voor de hulpverlener om in de gesprekken met de aangemelde ouder uit te vragen wat deze nodig heeft op de vijf leefgebieden. Enkel de ondersteuningsbehoefte die onderdeel uitmaakt van het uiteindelijke plan van aanpak wordt opgenomen in het dossier. 

Gelden voor toeleiding naar de brede ondersteuning en de daadwerkelijke hulpverlening dezelfde gegevensregels? 

Wanneer deze taken in een organisatie samenvallen moet er een goede scheiding zijn tussen de informatiehuishoudingen voor die verschillende taken. Bij een wijkteam dat zowel toeleidings- als hulpverleningstaken uitvoert, moet het toeleidingsdossier gescheiden zijn van het hulpverleningsdossier. Dit is nodig omdat op beide taken andere regels voor de gegevensverwerking van toepassing zijn.

Welke bewaartermijn is van toepassing voor de brede ondersteuning? 

Gegevens worden in beginsel niet langer bewaard dan noodzakelijk. Gemeenten zijn hierbij tevens gehouden aan de Archiefwet. Artikel 5 van de Archiefwet stelt het ontwerpen van een selectielijst verplicht. De VNG heeft, bevoegd hiertoe door machtiging van alle Nederlandse gemeenten, namens de gemeentelijke zorgdragers dit ontwerp van de generieke Selectielijst voor gemeenten en intergemeentelijke organen 2020 opgesteld. De processen in het kader van het bieden van brede ondersteuning aan aangemelde en gedupeerde ouders zijn hier nog geen onderdeel van. Het ligt in de verwachting dat deze bij actualisatie van de selectielijst wel worden toegevoegd. Tot die tijd kunnen gemeenten de bewaartermijnen voor vergelijkbare processen aanhouden. Dit is 15 jaar voor het plan van aanpak

We hebben vanuit het Gegevensportaal ontvangen dat een ouder die brede ondersteuning ontvangt, niet als gedupeerde erkend (beschikt) is door UHT. Als gevolg daarvan hebben we de brede ondersteuning beëindigd. We ontvingen afgelopen week een brief van een advocaat waarin wordt gesteld dat de ouder nog wel recht heeft op brede ondersteuning, omdat zij bezwaar heeft gemaakt tegen het oordeel van UHT. Klopt dat? 

Dit klopt niet. Artikel 6:16 van de Awb geeft aan dat een bezwaar in beginsel geen schorsende werking heeft. De wetgever heeft in de Wet hersteloperatie toeslagen geen uitzondering op deze regel opgenomen. Dat betekent dat het bezwaar tegen het besluit van UHT geen invloed heeft op de (verdere) werking van het besluit. Het college beëindigt de brede ondersteuning op grond van artikel 2.21, zesde lid, Wht, binnen 30 dagen nadat de status niet-gedupeerd is ontvangen. Het bezwaar tegen het besluit van UHT heeft daar geen invloed op. 

Naar boven ↑

2. Financiële verantwoording brede ondersteuning

Wat is een Spuk?

Een Spuk is een ministeriële regeling om taken en activiteiten die gemeenten beleidsmatig namens het rijk uitvoeren te financieren vanuit het rijk. De afspraken over de compensatie door het rijk van de kosten die gemeenten in het kader van de hersteloperatie maken, zijn opgenomen in drie specifieke uitkeringen (Spuk’s) voor de hersteloperatie. In sommige situaties ontvangen gemeenten een voorschot of kunnen zij een voorschot aanvragen. Gemeenten moeten zich later wel verantwoorden over deze uitgaven. De accountant controleert of de uitgaven zijn gedaan volgens de regels van de Specifieke Uitkering (Spuk). Hiermee wordt in de hersteloperatie kinderopvangtoeslag het financieel comfort dat gemeenten nodig hebben om hun taken in de hersteloperatie uit te kunnen voeren gewaarborgd. De Spuk speelt geen rol bij het bepalen van de hulp die ouders/kinderen nodig hebben. Voor de verantwoording wordt de SiSa-methodiek gehanteerd.

Er kunnen geen rechten door ouders aan de Spuk's worden ontleend.

Welke Spuk's worden in de hersteloperatie gebruikt? 

De taken die gemeenten uitvoeren in het kader van de hersteloperatie toeslagen, hebben te maken met de publieke schuldenafhandeling waar de gemeente schuldeiser is en de uitvoering van de brede ondersteuning.  

Voor de schuldenafhandeling zijn de volgende Spuk's en gelijknamige SiSa-tabellen van toepassing: 

  1. G12 (sociaal domein): Staatscourant 2023, 28876 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) 
  2. C62 (belastingdomein): stcrt-2023-32351.pdf (officielebekendmakingen.nl) 

Voor de brede ondersteuning: 

  1. B2 (brede ondersteuning): Staatscourant 2023, 30181 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) 

Welke gegevens zijn van belang voor de verantwoording van de kosten van de schuldenafhandeling? 

Voor de schuldenafhandeling declareert u alleen de gederfde baten. Dit zijn de kosten van de kwijtscheldingen die u in het betreffende verantwoordingsjaar heeft verleend. De uitvoeringskosten worden ambtshalve vastgesteld en uitgekeerd op basis van aantallen gedupeerden en ex-toeslagpartners in uw gemeente. Hiervoor hoeft u zelf geen aantallen meer in te voeren in de SiSa-tabellen. 

Met welk doel ontvangen gemeenten de Spuk voor de brede ondersteuning? 

De Spuk voor brede ondersteuning biedt gemeenten financiële ruimte om binnen de vijf leefgebieden datgene te doen wat nodig is een nieuwe start te mogelijk te kunnen maken voor gedupeerde ouder(s), erkend ex-toeslagpartners en kinderen en hun gezinnen op basis van een verplicht plan van aanpak en geldende uitgangspunten voor brede ondersteuning. De kosten die gemeenten maken bij het aanbieden van brede ondersteuning op basis van de kaders die de Wet hersteloperatie toeslagen stelt worden vergoed door het rijk.  

De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie raadplegen.

Kan voor een kind vallend onder de kindregeling apart component B in de Spuk verantwoording worden opgevoerd? 

Als een kind vallend onder de kindregeling geen brede ondersteuning krijgt vanuit het plan van aanpak van de gedupeerde ouder, kan brede ondersteuning worden ingezet vanuit het plan van aanpak van het kind. Hiervoor kan component B van de Spuk worden ingezet. 

We bieden brede ondersteuning aan kinderen. Om hen te bereiken, hebben we een folder ontwikkeld. Hoe kunnen we de kosten daarvoor verantwoorden? 

De kosten voor voorlichting worden verantwoord in component E van de Spuk. Voor de kindregeling is een extra indicator opgenomen in de SiSa-tabel. Hier kunnen gemeenten de werkelijke (organisatie)kosten verantwoorden voor de kindregeling. Let op: dit geldt ook voor gemeenten die eerder hebben gekozen voor het normbedrag voor component E. 

In 2023 is de Spuk twee keer gewijzigd, Wat betekent dit precies voor de financiële verantwoording? 

In juli 2023 zijn ex-toeslagpartners en nabestaanden als rechthebbende van de brede ondersteuning toegevoegd. Belangrijke wijzigingen in november 2023 zijn een aanpassing in de normbedragen en systematiek, en de mogelijkheid om saneringskredieten van jongeren met problematische schulden te declareren. 

Voor de financiële verantwoording betekent dit dat gemeenten die hebben gekozen voor normbedragen de keuze hebben om deze keuze te handhaven, of per 2023 of 2024 over te stappen naar werkelijke kosten. Deze keuze kan gemaakt worden voor de componenten A, B, D en F en voor component E.

Welke keuzes ten aanzien van de systematiek kan onze gemeente maken en op welk moment? 

Aanpassingen voor componenten B en D  

Overstappen naar werkelijke kosten  

  • Gemeenten krijgen eenmalig de keuze om over te stappen van het werken op basis van het normbedrag naar het werken op basis van werkelijke kosten voor de componenten A, B, D en F;  
  • Gemeenten kiezen in SiSa 2023 of zij dit in laten gaan voor het verantwoordingsjaar 2023 of in laten gaan per verantwoordingsjaar 2024;  
  • Als een gemeente kiest voor werkelijke kosten per verantwoordingsjaar 2024 mogen ze in verantwoordingsjaar 2023 geen nazorg onder D in rekening brengen (gekoppeld aan B).  

Normbedragen handhaven  

  • Voor gemeenten die de keuze voor normbedrag handhaven, worden de componenten B en D gekoppeld per verantwoordingsjaar 2023;  
  • Het tarief van component D wordt € 1.795 en kan in rekening worden gebracht voor alle plannen van aanpak;  
  • Het tarief voor component B blijft ongewijzigd;  
  • Het bedrag wordt aangepast voor loon- en prijsontwikkeling volgens de daarvoor gangbare methode vanaf 2024.  

Aanpassingen voor component E  

Overstappen naar werkelijke kosten  

  • Gemeenten krijgen eenmalig de keuze om over te stappen van normbedrag naar werkelijke kosten;  
  • Gemeenten kiezen in SiSa 2023 of zij dit in laten gaan voor het verantwoordingsjaar 2023 of in laten gaan per verantwoordingsjaar 2024;  
  • De keuze moet wel voor alle onderdelen in hetzelfde jaar zijn (dus eenmalig in 2023 of 2024 voor de componenten A, B, D, F, en component E).  

Normbedragen handhaven  

  • De staffels (bedragen en aantallen) blijven ongewijzigd, deze blijven gebaseerd op het aantal aangemelde ouders volgens de website van UHT;   
  • Verschillen zijn: het normbedrag voor E wordt in plaats van eenmalig, nu jaarlijks uitgekeerd;  
  • De hoogte van de staffel waar een gemeente vanaf nu in valt wordt eenmalig opnieuw bepaald op basis van het aantal (mogelijk) gedupeerden + aantal erkende ex-toeslagpartners;  
  • Het bedrag wordt aangepast voor loon- en prijsontwikkeling volgens gangbare methode vanaf 2024.  

De aanpassing van de normbedragen en de mogelijkheid om te wisselen van declaratiewijze (normbedrag wisselen naar werkelijke kosten) is eenmalig voor de duur van de regeling, ook als de termijn wordt verlengd, uitgezonderd aanpassingen vanwege loon- en prijsontwikkeling. Het is dus belangrijk dat u de keuze goed overdenkt. 

Wij willen het normbedrag bij component E (organisatiekosten) handhaven en jaarlijks de staffel declareren. In de Spuk staat alleen dat het een eenmalige staffel is. Hoe zit dat en vanaf wanneer kunnen wij dan jaarlijks declareren?   

Voor de periode tot en met het verantwoordingsjaar 2023 geldt nog dat het normbedrag voor component E een eenmalige staffel is. Voor een groot aantal gemeenten geldt dat zij de staffel nog niet eerder hebben gedeclareerd en deze gemeenten kunnen dit alsnog doen per verantwoordingsjaar 2023. Vanaf verantwoordingsjaar 2024 geldt voor alle gemeenten die hebben gekozen voor het normbedrag voor component E, jaarlijks de staffel gedeclareerd kan worden. Waar nodig, zal dit alsnog in de regeling worden opgenomen.   

Wij willen voor de componenten A, B, D en F de normbedragen handhaven en voor component E switchen naar werkelijke kosten. Per wanneer kan dat?      

Als u de keuze al heeft gemaakt voor deze variant en de daadwerkelijke kosten in 2023 heeft vastgelegd zodat u deze kan verantwoorden, dan kunt u deze keuze laten ingaan voor 2023. Is de keuze nog niet gemaakt of wilt u switchen naar werkelijke kosten, maar u heeft deze kosten nu niet inzichtelijk, dan kunt u deze switch in 2025 - over verantwoordingsjaar 2024 - laten ingaan.   

Kun je psychologische hulp financieren vanuit de Spuk?   

Het is aan de gemeentelijke professional om te bepalen wat passende ondersteuning is voor een (mogelijk) gedupeerde/ jongere op basis van de doelen die gezamenlijk zijn bepaald en vastgelegd in het plan van aanpak. Het doel is gekoppeld aan het realiseren van de nieuwe start. Als de doelen van een plan van aanpak (mede) worden bereikt door het faciliteren van psychologische, dan kan dit worden aangeboden. . 

Moet je per se bedragen noemen in je besluit? (Een tandenrenovatie gaat bijvoorbeeld relatief snel, maar ondersteuning aan het gezin duurt langer). Maak je dan steeds een nieuw plan en een beschikking op?  

In de beschikking (het plan van aanpak) ken je de voorziening toe. Daar hoeft geen bedrag bij. Als u als gemeenten ervoor kiest tot een maximum iets te vergoeden: bijvoorbeeld een vervangend bed ter waarde van 400 euro, dan neemt u het maximumbedrag wel op.

Op welke wijze kan nazorg opgevoerd worden in de jaarverantwoording? 

Met de wijziging van de Spuk in november 2023 is nazorg (comonent B) gekoppeld aan het plan van aanpak (component D) als u heeft gekozen voor normbedragen. Dit betekent dat u voor elk plan van aanpak waarvoor u nog niet eerder nazorg heeft gedeclareerd, een forfaittair bedrag van € 1.795 via component kan declareren. Voor de verantwoording is het van belang dat u kunt aantonen dat er een plan van aanpak is en dat er voor het BSN niet eerder nazorg in rekening is gebracht.

Wij hebben nog nooit nazorg gedeclareerd. Mogen wij dit nog doen voor plannen van aanpak uit 2021? 

Ja. Als er voor plannen van aanpak nog geen nazorg is gedeclareerd, mag het forfaitaire bedrag van € 1.795 worden gedeclareerd onder component D, als voor dat BSN ook component B is gedeclareerd. 

Wij hebben voor een deel al wel nazorg gedeclareerd en voor een deel nog niet. Hoe vullen we dat in de SiSa-tabel in? 

Indien nazorg nog niet eerder is gedeclareerd, kan dit alsnog worden gedaan à € 1.795 per in rekening gebrachte plan van aanpak. Dit is een (naar beneden) bijgestelde norm. Dit was eerder een bedrag van € 2.244,-. Is eerder nazorg uitgevoerd (minimaal 12 maanden) en gedeclareerd op basis van opgestelde plannen van aanpak, dan kan geen nazorg meer worden opgevoerd, maar voor alle andere gedeclareerde plannen van aanpak wel, ongeacht of daar nazorg op heeft plaatsgevonden. Dat is ook de reden dat de norm naar beneden is bijgesteld. In de vastlegging hoeft niet langer de termijn van 12 maanden gehanteerd te worden. Dat scheelt controle.  

Een voorbeeld: Gemeente X heeft tot eind 2023 75 plannen van aanpak opgesteld. Voor vijf plannen van aanpak is de nazorg al in eerdere verantwoordingsjaren uitgevoerd en gedeclareerd (vijf keer de toen geldende norm van €2.244,-). De gemeente X kan over het boekjaar 2023 de resterende 70 x € 1.795,- declareren (op basis van het nieuwe normbedrag € 1.795,-) en vult dit bedrag in de SiSa-tabel in.  

Als je voor B+D (en automatisch A+F) voor werkelijke kosten kiest, geldt dit dan ook voor E? Of kan je hiervoor een aparte keuze maken? 

De keuze voor A, B, D en F geldt niet automatisch voor E. Voor E kan dus een aparte keuze worden gemaakt. 

Wat is het verschil tussen de kosten van begeleiding van component B en de kosten van het uitvoeren van trajectzorg onder component C?  

Stel dat we op grond van het plan van aanpak wordt besloten om iemand vanuit de afdeling Schulddienstverlening te begeleiden.  

Een deel daarvan doet onze gemeente zelf (inventariseren, begeleiden en eventuele aanmelding bij de Kredietbank). De uitvoering van de budgettering en schuldregelingen wordt echter door de Kredietbank gedaan.   

Welke kosten mogen we dan in rekening brengen en onder welke componenten verantwoorden we deze kosten?  

  • De kosten van registratie, eerste contact en inventarisatie van de hulpvraag worden verantwoord onder component A.   
  • Als de gemeente vervolgens aan de slag gaat en in gesprek is over welke hulp ingezet wordt en dat leidt tot een plan van aanpak, worden de kosten onder B verantwoord.   
  • De uitvoering van het plan van aanpak – de inzet van trajectzorg - valt onder C.   

Wat betreft de kosten van trajectzorg, wordt de begeleiding opgenomen in het plan van aanpak en de gemeente stelt een PxQ vast. Dan kunnen deze kosten (die dus gekoppeld zijn aan het plan van aanpak) gedeclareerd worden als werkelijke kosten onder C. De kosten voor de Kredietbank vallen ook onder component C.

Als (mogelijk) gedupeerde ouders al gebruik maken van Wmo en Jeugdwet in de afgelopen jaren, kan dit ook meegenomen worden in de declaratie?  

Voor gedupeerden wordt een integraal plan van aanpak gemaakt waarbij ook lopende ondersteuning (bijvoorbeeld Wmo en Jeugdwet) kan worden meegenomen. De ondersteuning moet in dat geval wel gemotiveerd worden ingezet. Hierbij wordt de doelstelling van brede ondersteuning, namelijk het faciliteren van een nieuwe start na de toeslagenproblematiek getoetst aan de huidige noodzaak van de inzet. Voorzieningen kunnen niet met terugwerkende kracht worden opgenomen in een plan van aanpak. U kunt dus geen kosten uit het verleden declareren.

Worden de kosten van bewindvoering (doordat iemand door problemen met de kinderopvangtoeslag in de problematische schulden is geraakt en die de gemeente vergoedt via de bijzondere bijstand) gedekt door de vergoeding?   

Ja. De kosten van bewindvoering kunnen worden gedeclareerd via component C van de Spuk B2 als dit een onderdeel uitmaakt van de brede ondersteuning en is opgenomen in het plan van aanpak. In de verantwoording voert de gemeente hiervoor de daadwerkelijk gemaakte kosten op.  

Kunnen we met terugwerkende kracht kosten opvoeren binnen de Spuk?   

Nee, dit is niet mogelijk. Voorzieningen worden toegekend vanaf het moment waarop het plan van aanpak wordt vastgesteld. Dat is het moment waarop wordt gekeken wat nodig is voor een nieuwe start en worden doelen opgenomen in het plan van aanpak. Kosten voor hulp die een ouder in het verleden heeft gemaakt mogen dus nooit via de Spuk worden vergoed. De ouder geeft deze kosten door aan UHT tijdens het financieel herstelproces.  

Verantwoording over de Spuk brede ondersteuning   

Om kosten te kunnen verantwoorden, dient een door beide partijen (gedupeerde(n) en gemeente) overeengekomen Plan van Aanpak aanwezig te zijn. Er is niet gespecificeerd wat ‘overeengekomen’ is. Waar kan vanuit worden gegaan?   

Het moet aansluiten op wat intern gebruikelijk is voor de organisatie. Voor het plan van aanpak kan gelden dat het ondertekend is of dat een mondeling 'ja’ voldoende is of dat uit het handelen van de inwoner kan worden begrepen dat deze akkoord is. Ondertekening is niet verplicht.  

In de Spuk brede ondersteuning wordt bij component C de volgende toelichting gegeven: Inkoop en uitvoering van trajectzorg op leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Heeft inkoop hier alleen betrekking op trajectzorg, of kan dit breder worden gezien?   

Dit kan breder worden gezien. De kosten uit component C zijn altijd gerelateerd aan dienstverlening aan (mogelijk) gedupeerde inwoners of kinderen en hun gezin op basis van een plan van aanpak. Dit kan ook een vergoeding zijn voor bijvoorbeeld een laptop of fiets, als dit nodig is om de doelen uit het plan van aanpak te kunnen behalen. De professional en de ouder kijken samen wat nodig is om een nieuwe start te faciliteren. Dit is voor iedere ouder maatwerk. De professional neemt in het plan van aanpak op wat nodig wordt geacht. Het plan van aanpak wordt altijd gedeeld met de ouder of het kind.  

Wij hebben professionals ingehuurd voor budgetcoaching aan gedupeerde ouders. Hoe kunnen wij deze kosten declareren?  

Dit kan op twee manieren:  

  1. De kosten voor inhuur, kunnen worden verantwoord onder component E: de organisatiekosten.   
  2. Als een gemeente een collectieve dienst inzet of heeft ingekocht (bijvoorbeeld financiële ondersteuning) die niet terug te leiden is naar één individu, kan een prijs worden vastgesteld voor de dienst die ingezet wordt. Bijvoorbeeld een tijdfactor maal een uurtarief (p x q). Deze inzet voor dienstverlening voert u op onder de verzamelpost bij component C. De tijdfactor komt terug in één of meerdere plannen van aanpak.  

Om kinderen vallend onder de kindregeling te bereiken maken wij extra kosten. Kunnen wij deze kosten vergoed krijgen vanuit de Spuk? 

Ja, als er organisatiekosten zijn gerelateerd aan de uitvoering van de kindregeling, kunnen deze gedeclareerd worden via component E. Deze organisatiekosten voor de kindregeling kunnen gedeclareerd worden als werkelijke kosten, ook als eerder gekozen is voor een normbedrag. Er is in de SiSa-tabel een extra indicator opgenomen.  

Moet de gemeente de jaarlijst met BSN’s anonimiseren?   

Nee. De accountant moet zich houden aan de VGBA dus is het niet nodig om informatie te anonimiseren voor de accountant. Anonimiseren heeft tot gevolg dat de accountant het lijstwerk niet meer kan gebruiken. Immers, de accountant moet de juistheid/ echtheid en de herkomst van het lijstwerk vaststellen   

Jaarlijsten Spuk’s  

Waar vinden we de jaarlijsten? 

De jaarlijsten voor de financiële verantwoording staan in januari klaar in het gegevensportaal en blijven vier weken beschikbaar. U vindt in het portaal zowel de jaarlijst voor de schuldafhandeling als voor de brede ondersteuning. Mist u BSN's op één van deze lijsten, maar wilt u daarvoor wel kosten declareren? Dan gebruikt u het vraagbestand voor een aanvulling op de jaarlijst. Deze vraagbestanden worden volgende week in het portaal geplaatst. Voor kinderen die vallen onder de kindregeling, maakt u altijd gebruik van het vraagbestand. In hoofdstuk 5 van het toelichtingsdocument gegevenslevering vindt u meer informatie over de verschillende jaarlijsten en het gebruik hiervan.

Waar worden de jaarlijsten voor gebruikt?   

De jaarlijsten zijn controlelijsten, ter ondersteuning van de verantwoording over de uitgaven, die binnen de reikwijdte van de Specifieke uitkeringen vallen.   

Er zijn in totaal drie Specifieke uitkeringen van belang in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag:   

  • Spuk kwijtschelden vorderingen SZW-domein   
  • Spuk kwijtschelden vorderingen belastingdomein   
  • Spuk (brede) ondersteuning   

Voor alle drie de Spuk ‘s zijn de jaarlijsten de basis. Alleen de kosten die zijn gemaakt voor burgerservicenummers die op de jaarlijst of aanvulling (addendum) op de jaarlijst voorkomen, kunnen worden gedeclareerd bij het rijk.   

De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie over de jaarverantwoording raadplegen. 

Zijn de jaarlijsten voor de kwijtschelding hetzelfde als de jaarlijsten voor de ondersteuning?   

Nee de jaarlijsten zijn verschillend van aard.   

De jaarlijst voor de ondersteuning bevat alle zelfmelders uit het afgelopen jaar met daarbij de datum waarop de zelfmelder is doorgegeven aan de gemeente. Daarnaast is er een indicatie of de zelfmelder in eerste instantie ook is doorgegeven aan het portaal Hulpverlening. Dit zijn ouders die hebben aangegeven een hulpaanbod van hun gemeente te willen ontvangen. In dat geval is de indicatie "J”. Als gedurende het afgelopen jaar de integrale beoordeling is afgerond en de zelfmelder daarbij is aangemerkt als niet-gedupeerde, wordt dit ook aangegeven.   

Bij de jaarlijst voor de schuldenafhandeling (kwijtschelding) zijn de gedupeerden woonachtig in de gemeente geleverd. Daarnaast is er een separate lijst geleverd met gedupeerden die de afgelopen 5 jaar in de gemeente woonachtig zijn geweest (de verhuizers). Op beide lijsten komen ook de partners voor van de gedupeerden.   

U mag (jaarlijsten met) gegevens alleen gebruiken voor het doel waarvoor ze bedoeld zijn. Jaarlijsten mogen niet gecombineerd worden en er mag geen contact opgenomen worden voor brede ondersteuning op basis van de jaarlijst schuldenafhandeling.  

Hoe gebruikt de gemeente de jaarlijsten?   

De gemeente gebruikt de jaarlijsten zowel voor de interne als de externe verantwoording.   

Gemeenten verantwoorden zich via de jaarrekening aan het ministerie. Deze verantwoording vindt plaats via de zogenaamde SiSa-systematiek. De jaarlijst ten behoeve van de Spuk brede ondersteuning dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:   

Alle zelfmelders en gedupeerden aan wie de gemeente ondersteuning heeft geboden en geleverd. Voor de kindregeling is een aparte jaarlijst die als antwoordbestand in het portaal wordt geleverd.   

Wat is een SiSa-verantwoording?   

Gemeenten en provincies moeten elk jaar aan de Rijksoverheid melden of en hoe ze het geld hebben besteed. Dit doen zij via de methodiek SiSa: single information, single audit. Dit betekent een eenmalige informatieverstrekking en eenmalige accountantscontrole. Deze verantwoording hoort als bijlage bij de jaarstukken die gemeenten en provincies maken. Gemeenten en andere overheden kunnen opzoeken welke regelingen zij moeten verantwoorden. Dit kan via de applicatie 'te verantwoorden regelingen'.   

Waar vind ik meer informatie over de jaarlijsten en het gebruik ervan?  

De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie raadplegen.  

Daarnaast is in het Gegevensportaal van UHT, achter de inlog, een gebruiksinstructie te raadplegen.  

Naar boven ↑

3. Driegesprek

Wat is een driegesprek?

Een driegesprek is een gesprek tussen een gedupeerde ouder, een PZB-er en een medewerker van de gemeente (brede ondersteuner). Het gesprek vindt plaats rond de integrale beoordeling. Tijdens het driegesprek kan de ouder vragen stellen over het financieel herstel door UHT en de brede ondersteuning die vanuit de gemeente geboden wordt. Ook is er ruimte voor wat de ouder heeft meegemaakt en vragen te beantwoorden die de ouder heeft over wat er is gebeurd.  

Hoe kan de gemeente een ouder aanmelden voor een driegesprek?  

De gemeente kan een ouder aanmelden voor een driegesprek via het Serviceteam gemeenten (0800 – 2358358). Op het moment dat de integrale beoordeling van start gaat neemt UHT contact op voor het plannen van het driegesprek. Wanneer een gedupeerde ouder na de integrale beoordeling een driegesprek wenst, wordt dit gesprek namens UHT gevoerd met een medewerker van het team nazorg. De PZB’er is dan niet langer gekoppeld aan de casus van de ouder.  

Hoe weet UHT wie zij bij ons in de gemeente kunnen benaderen voor het organiseren van een driegesprek?    

De VNG beheert een lijst met contactpersonen bij gemeenten voor alle gemeenten. Deze lijst is gedeeld met het ondersteunend loket van UHT. De medewerkers die hier werkzaam zijn nemen contact op om de driegesprekken te organiseren. Wilt u de bestaande gegevens voor de contactpersonen Inwoners voor uw gemeente wijzigen? Neem dan contact op met het landelijk projectteam hersteloperatie via hersteloperatie@vng.nl of via 070 – 373 8232. 

Wat is de reden dat een ouder geen driegesprek kan voeren na de eerste toets?    

Voorafgaand aan de implementatie zijn ervaringen opgedaan met  het voeren van driegesprekken op verschillende momenten in het financieel herstelproces. De driegesprekken die direct aansloten op de eerste toets bleken niet aan te sluiten bij de doelstellingen van een driegesprek doordat de verwachtingen (duiding) aan ouders niet waargemaakt konden worden. Op het moment dat het financieel herstelproces zich in de fase van de eerste toets bevindt kunnen de medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de eerste toets diepgaande informatie uit dossiers niet delen, omdat er in die fase nog geen verder onderzoek (integrale beoordeling) heeft plaatsgevonden. 

Hiernaast speelt mee dat vanuit de herijking (zomer 2021) het uitslaggesprek na de eerste toets uitgebreider is geworden en ouders voorziet van de informatie die op dat moment in het herstelproces beschikbaar is. Gemeenten kunnen (met ouders) contact leggen voor duiding over de toekenning/afwijzing van de Catshuisregeling via het Serviceteam Gemeenten bij UHT (0800 – 2358358). 

Kunnen ouders meerdere keren een driegesprek voeren?    

Dit is in principe mogelijk wanneer de situatie hierom vraagt. In dat geval wordt bij aanvang en op een ander moment tijdens de Integrale Beoordeling een driegesprek gevoerd. Wanneer er na de integrale beoordeling behoefte is aan een gezamenlijk gesprek voert een UHT-medewerker van het team nazorg het gesprek (online). 

Hoe verhoudt zich het driegesprek tot een uitspraak van de rechter van een  Beroep Niet Tijdig Besluit (BNTB?   

Ouders in een BNTB-procedure krijgen het aanbod voor een driegesprek bij de vooraankondiging op het definitieve besluit na de Integrale Beoordeling. Bij een BNTB-procedure vraagt de ouder om zo snel als mogelijk de herbeoordeling af te handelen. Het verzoek voor een driegesprek kan dan na de afhandeling gevoerd worden. Vanuit organisatorisch en juridisch gelijkheidsbeginsel worden alle BNTB-procedures ongeacht de afgegeven termijn, op deze wijze behandeld. 

Waarom maken we geen gebruik van het gegevensportaal voor het delen van persoonsgegevens tussen ouder en UHT?    

Het gegevensportaal van de Belastingdienst is het aangewezen middel om persoonsgegevens tussen de Belastingdienst en andere overheden op veilige wijze te delen. Alle gemeenten zijn hier – ook in het kader van de hersteloperatie - op aangesloten. De verzendfrequentie naar gemeenten is 1x per week. De gehele doorlooptijd van het aanmaken van een bericht bij UHT tot aan de ontvangst bij gemeenten in combinatie met de verzendfrequentie is zes tot negen werkdagen. Deze doorlooptijd is te laag om snel genoeg in dit proces rondom de Integrale Beoordeling te kunnen handelen.    

Waarom wordt er geen gebruik gemaakt van beveiligde e-mail voor het delen van persoonsgegevens tussen ouder en UHT?   

Het is niet mogelijk om een beveiligde mail te versturen vanuit de PZB-er naar gemeenten met hierin de BSN + contactgegevens van de betrokken medewerker. Daar is het gegevensportaal voor bestemd.   

Wat kunnen wij als gemeenten verwachten qua aantallen driegesprekken om voor te bereiden en te voeren?    

Het driegesprek is gefaseerd uitgerold door UHT. Vanaf juli 2023 worden zijn vanuit alle teams van PZB-ers driegesprekken aangeboden. Vanaf april 2024 is het ook mogelijk dat gemeenten erkende ouders kunnen aanmelden voor een gezamenlijk gesprek. UHT heeft een vanuit de herijking een raming gemaakt over het totaal aantal te voeren driegesprekken binnen de hersteloperatie. Hierbij is gerekend met het aantal erkend gedupeerde ouders, de ouders waarvan de gegevens gedeeld zijn met gemeenten en een aanname over het aantal gedupeerde ouders dat in aanmerking wil komen voor een driegesprek. Deze raming kent een grote spreiding, nl tussen 2.650 en 8.000 ouders.    

Naar boven ↑

4. Gedupeerde ouders met uithuisgeplaatste kinderen

Uithuisplaatsingen Algemeen 

Sinds april 2022 is de landelijke aanpak die tot doel heeft gedupeerde ouders, van wie kinderen uit huis zijn geplaatst te ondersteunen gestart. De aanpak sluit aan bij en is aanvullend op de bestaande brede ondersteuning op de vijf leefgebieden die gemeenten bieden vanuit steunpunten of contactpersonen kinderopvangtoeslag. Het onafhankelijke Ondersteuningsteam uithuisplaatsingen (OT) kan direct door ouders en/of kinderen en vanuit de brede ondersteuning worden benaderd om de ouder specifiek in dit proces van gezinsherstel te ondersteunen. Het Ondersteuningsteam (OT) is er voor gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners en hun kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing, zowel in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel als zonder (vrijwillig).  De ondersteuning via het OT is kosteloos voor ouders en/of uithuisgeplaatste kinderen.  

Kunnen kinderen door inzet van het Ondersteuningsteam zo snel mogelijk weer terug naar huis? 

De aanpak is samen met ouders en kinderen uit de doelgroep ontwikkelt en richt zich op contact herstel en op inzicht realiseren in de aanleiding van de uithuisplaatsing en het begeleiden van ouders en kinderen richting de jeugdzorgketen. Het Ondersteuningsteam neemt de wensen en behoeften van de ouder of het kind als vertrekpunt. Dit kan terugplaatsing zijn maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Bij een uithuisplaatsing is het primaire streven altijd het contact tussen ouders en kinderen te behouden of herstellen. Het is enorm verdrietig als de problemen met de kinderopvangtoeslag op welke manier dan ook hebben bijgedragen aan uithuisplaatsingen en verlies van contact tussen ouders en kinderen. Deze situaties zijn niet zomaar hersteld, dat vraagt om tijd, maatwerk en zorgvuldigheid. De stem van het kind is daarbij belangrijk. Het Ondersteuningsteam onderzoekt samen met de ouders en de jeugdbeschermingsketen de wensen en mogelijkheden. Herstel van contact kan daarin een eerste stap zijn. Als terugplaatsing (nog) niet mogelijk is, is de inzet van het Ondersteuningsteam en alle andere partijen erop gericht dat de ouders weer een betekenisvolle rol kunnen spelen in het leven van hun kind.   

De toeslagenproblematiek op zichzelf zijn nooit voldoende aanleiding (geweest) voor een uithuisplaatsing. De problematiek kan wel hebben bijgedragen een het ontstaan van een situatie die tot een uithuisplaatsing heeft geleid. 

Zijn er al uitspraken van de rechtbank waardoor ouders weer het gezag terug hebben over hun kinderen of kinderen weer thuis wonen?   

De resultaten van de aanpak van het OT kunt u teruglezen op hetondersteuningsteam.nl.  

Wat is de werkwijze en aanpak van het Ondersteuningsteam?  

Iedere ouder of kind dat in contact treedt met het OT en (kind van een) gedupeerde blijkt te zijn krijgt een persoonlijke procesbegeleider. De aanpak van het Ondersteuningsteam vindt u hier. De procesbegeleider regelt, indien nodig, alle contacten en gesprekken met de instanties, kan bij gesprekken aanwezig zijn en regelt de praktische ondersteuning als die nodig is. Hiervoor kan de procesbegeleider namens de gedupeerde of het kind ook contact opnemen met de gemeente. Op  www.hetondersteuningsteam.nl is aanvullende informatie te vinden.  

Ik heb contact met een gedupeerde ouder en/of kind dat behoefte heeft aan extra ondersteuning van het Ondersteuningsteam, kan ik deze bij de VNG aanmelden?  

Aanmelden van een ouder en/of kind aanmelden kan direct bij het OT door een e-mail te sturen naar contact@hetondersteuningsteam.nl met daarin informatie over de situatie en het telefoonnummer en e-mailadres van de ouders of kinderen. Voordat je dit doet heb je toestemming nodig van de ouders om deze gegevens te delen. Gedupeerde ouders kunnen ook zichzelf aanmelden door een e-mail met naam en telefoonnummer te sturen naar contact@hetondersteuningsteam.nl.   

Is de ondersteuning van het ondersteuningsteam beschikbaar voor alle ouders en kinderen?  

De ondersteuning is alleen beschikbaar voor erkend gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners en kinderen daarvan die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing.  

Een procesbegeleider van het ondersteuningsteam heeft met mij contact opgenomen. Welke vragen kan ik verwachten?  

In gesprek tussen gemeente, gedupeerde ouder en procesbegeleider moet duidelijk worden of en welke nieuwe en aanvullende doelen er zijn voor het gezin en welke inzet vanuit de brede ondersteuning hiervoor nodig is. Mochten er onduidelijkheden bestaan neem dan contact op met hersteloperatie@vng.nl.  

Ik heb al contact met een gedupeerde ouder en ook al ondersteuning vanuit de brede aanpak geleverd. Nu vraagt de procesbegeleider van het ondersteuningsteam om aanvullende diensten. Hoe ga ik hiermee om?  

Vanuit de extra inzet van het Ondersteuningsteam kan het zijn dat er meer nodig is voor een gedupeerde voor een nieuwe start dan aanvankelijk ingeschat bij het opstellen van het plan van aanpak door uw gemeente en de ouder. In gesprek tussen gemeente, gedupeerde ouder en procesbegeleider moet duidelijk worden welke nieuwe en aanvullende doelen er zijn voor het gezin en wat hiervoor nodig is. Uit de eerste inventarisatie zijn de vragen en wensen van de ouders heel divers maar vaak wel gericht op het ondersteunen van deze specifieke groep ouders en kinderen en het realiseren van een prettige leefomgeving voor het gezin. Voorbeelden zijn; nieuwe bedden voor de kinderen als ze komen logeren, taxikosten vergoeding om de kinderen te kunnen bezoeken, ondersteuning voor een aanvraag voor urgentie voor een passende woning omdat de ouder geen geschikte woonruimte heeft, vergoeding voor een sport abonnement, ondersteuning bij de private schulden, etc.  

We willen graag ouders actief benaderen om hun kinderen zo snel mogelijk weer thuis te krijgen en ouders en kinderen op de hoogte stellen van de extra steun die het Ondersteuningsteam biedt. Wat zijn de mogelijkheden?  

De gedupeerde ouders moeten zelf bij het Ondersteuningsteam, het steunpunt of de contactpersoon voor de lokale hersteloperatie of in de jeugdzorgketen aangeven dat zij in dit gevoelige proces willen worden geholpen. Net als in de hele hersteloperatie hebben ouders (en kinderen) zelf regie over het proces. Gemeenten krijgen geen informatie over welke gedupeerde ouders in de gemeente te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsingen. Hieraan liggen onder meer privacy redenen ten grondslag. Sommige ouders en hun kinderen die te maken hebben gehad met een uithuisplaatsingen willen geen extra ondersteuning, niet worden benaderd vanuit deze achtergrond en dit stukje uit hun verleden laten rusten. De aanpak respecteert dat en is vanuit die gedachte vrijblijvend ingericht en legt regie bij ouders en kinderen.  

De kern van de aanpak draait primair om contactherstel en in eerste aanleg niet om gezinsherstel. Als gemeente kan je wel het lokale netwerk informeren over de beschikbaarheid van het Ondersteuningsteam. Hierbij kan je denken aan de lokale jeugdbeschermers, medewerkers van wijk- en jeugdteams en huisartsen. Dit helpt om de beschikbaarheid van het team bij zoveel mogelijk ouders onder de aandacht te brengen. Ook kunt u een verwijzing naar de website van het Ondersteuningsteam opnemen op uw eigen website.  

De ondersteuning van de procesbegeleiders van het Ondersteuningsteam lijkt hetzelfde als wat wij als gemeente vanuit de hersteloperatie aanbieden aan gedupeerde, klopt mijn aanname?  

Nee dat klopt niet. De procesbegeleiders ondersteunen alleen gedupeerde ouders en kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing. Ze bieden specifieke ondersteuning richting de keten en gemeenten, maar nemen geen taken en verantwoordelijkheden van hen over. Ze geven niet de brede ondersteuning die gemeenten aanbieden. Procesbegeleiders nemen contact op met gemeenten voor overleg als er zaken nodig zijn zoals bijvoorbeeld taxikosten vergoeding of woning(urgentie) als dit noodzakelijk is bij het ondersteunen van deze specifieke groep ouders en kinderen in relatie tot de uitgangspunten van de aanpak uithuisplaatsingen zoals bijvoorbeeld herstel van contact of het herstellen van de gezinssituatie. De inzet hangt als samen met het kunnen maken van de nieuwe start 

Uit welke professionals bestaat het ondersteuningsteam?  

De kern van het Ondersteuningsteam bestaat momenteel uit ruim 60 procesbegeleiders. De procesbegeleiders wonen en werken verspreid over Nederland.   

De procesbegeleiders uit het ondersteuningsteam hebben kennis van en ervaring in de jeugd- en volwassenenhulp en kennen de wegen en mogelijkheden op dit gebied. De personen in het team zijn gewend om creatieve oplossingen te bedenken en ook uit te voeren als hulpvragen vastlopen of zeer lastig zijn. In het team van procesbegeleiders werken ook enkele procesbegeleiders, die zelf gedupeerde zijn. De procesbegeleiders worden daarnaast actief opgeleid voor en begeleid tijdens hun werkzaamheden door een projectteam. 

Willen alle ouders weer dat hun kind thuis komt wonen?  

Ouders (en kinderen) hebben verschillende wensen. Sommigen willen dat hun kind weer thuis komt wonen. Andere ouders willen weer meer een rol in het leven van hun kind willen spelen of ze willen vooral het contact herstellen. Per situatie wordt gekeken wat de wens is en wat de mogelijkheden zijn. Er wordt altijd ook gekeken naar de wensen en behoeften van het kind. Die zijn richtinggevend in het proces.  

Aan welke organisatie is het ondersteuningsteam verbonden?  

Het ondersteuningsteam is onafhankelijk en neutraal maar werkt intensief samen met jeugdbeschermers, gemeente, ministeries, Raad voor de Kinderbescherming, rechtbank en andere partijen. Dat betekent dus dat het OT niet verbonden is aan een (overheids)instantie zoals bijvoorbeeld een ministerie of de jeugdzorgketen en ook hun rol/werkzaamheden nooit overneemt. De medewerkers zijn speciaal ingehuurd voor dit team. De procesbegeleiders oordelen niet over wie of welke organisatie verantwoordelijk voor of schuldig is aan de situatie van de ouders en kinderen. 

Wat zijn de kosten om een procesbegeleider van het Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen in te zetten?  

De ondersteuning door het Ondersteuningsteam is kosteloos voor ouders en kinderen.  

Komen ouders van uithuisgeplaatste kinderen in aanmerking voor kosteloze rechtsbijstand van een gespecialiseerde advocaat als zij zich willen verweren tegen een uithuisplaatsing?  

Ja, ouders komen hiervoor in aanmerking en kunnen een verzoek indienen bij de Raad voor rechtsbijstand. Ouders kunnen dit aanvragen voor uithuisplaatsingen en gezagsbeëindigingen. Ook is deze gratis rechtsbijstand beschikbaar voor procedures rondom vrijwillige uithuisplaatsing. Zoals bij procedures rondom het blokkaderecht van pleegouders.  

Wij ontvangen van raadsleden de vraag: Hoeveel kinderen zijn er uit huis geplaatst als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag? Mogen wij hiervoor de lijst met gedupeerde van de belastingdienst vergelijken met de lijst van uithuisplaatsingen van de afgelopen 5-6 jaar? En op deze manier een antwoord krijgen op de vraag? 

Nee deze lijsten mogen nooit voor dit doeleinde gebruikt worden. Hiervoor bestaat geen wettelijke grondslag en het combineren van de lijsten voor dit doel is daarmee strafbaar. Overigens levert het combineren van dergelijke lijsten ook geen resultaat op waarmee een feitelijk antwoord op de vraag gegeven kan worden. Er is ook geen nadere specificatie van de CBS cijfers mogelijk. Vanuit het ministerie van financiën wordt wel onderzoek gedaan naar verbanden tussen de problemen met de kinderopvangtoeslag en uithuisplaatsingen. 

Zijn deze ouders bij ons bekend en gaan wij deze ouders actief benaderen om hun kinderen zo snel mogelijk weer thuis te krijgen? Kunnen we de gegevens van de ouders krijgen om deze ouders actief te benaderen?  

Om de aanpak actief bij betrokken ouders onder de aandacht te brengen ontvingen zij tussen september en december 2023 een brief thuis met informatie over het ondersteuningsaanbod. Om dit mogelijk te maken moest eerst de Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens geïntroduceerd worden om dit mogelijk te maken 

Hoeveel gedupeerde ouders en kinderen hebben te maken (gehad) met een uithuisplaatsing? 

Uit de meest recente cijfers (6 september 2023) komt naar voren dat: 

  • 1.819 kinderen van 1.168 ouders te maken hebben (gehad) met een rechtsbeschermingsmaatregel (juridische uithuisplaatsing); 
  • Voor 1.754 kinderen van gedupeerde ouders is aanvullend onderzoek nodig om te bepalen of zij inderdaad te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing. Voor deze groep moet worden onderzocht of de machtiging uithuisplaatsing ook daadwerkelijk is afgegeven door een rechter. Die is wel door de GI gevraagd maar de uitspraken van de rechter dienen ter verificatie te worden gecontroleerd; 
  • De conclusie dat er 3.573 (1.819 plus 1.754) kinderen te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing kan niet worden getrokken. Niet in alle gevallen heeft de rechter het verzoek toegewezen. Er komt begin 2024 meer duidelijkheid over deze cijfers, waarbij een aanzienlijk hoger aantal uithuisplaatsing (bovenop de 1.819) realistisch is; 
  • Uitvoering Herstel Toeslagen (UHT) voert nog altijd beoordelingen uit. Het aantal gedupeerde ouders (en erkend ex-toeslagparters) neemt daardoor nog toe. Op basis van deze positieve beoordelingen kan ook het aantal kinderen van gedupeerde ouders dat te maken heeft (gehad) met een uithuisplaatsing nog toenemen. Waarbij wel kan worden gesteld dat die toename relatief klein gaat zijn omdat 97% van de aangemelde ouders een eerste toets heeft gehad. 

Cijfers van vrijwillige uithuisplaatsingen zijn niet opgenomen in bovenstaand overzicht. Deze uithuisplaatsingen worden niet geregistreerd. Het is belangrijk om te vermelden dat uit de cijfers het causaal verband tussen problemen met de kinderopvangtoeslag en uithuisplaatsing niet is vast te stellen. Financiële problemen als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag zijn nooit op zichzelf de reden geweest voor een uithuisplaatsing. Wel kan de financiële situatie waarin ouders zijn beland bestaande problematiek versterken of veroorzaken, die uiteindelijk tot een uithuisplaatsing heeft geleid. 

Naar boven ↑

5. Kindregeling en aanvullend schuldhulpverleningsaanbod

Kindregeling

Niet alleen ouders hebben gevolgen ondervonden van de problemen met de terugvordering van de kinderopvangtoeslag. Ook kinderen hebben stress ondervonden, zijn in problematische omstandigheden opgegroeid of hebben geen onbezorgde jeugd gehad. Het verzoek -van zowel de ouders als van de politiek- om daarom ook voor kinderen een regeling te treffen in het kader van de hersteloperatie, heeft geresulteerd in de kindregeling.  

De kindregeling is onderdeel van de Wet Hersteloperatie Toeslagen en op 5 november 2022 ingegaan. De kindregeling is van toepassing op alle (pleeg/stief) kinderen van erkend gedupeerde ouders (en hun toeslagpartners). 

Wat wordt verstaan onder de kindregeling? 

De kindregeling is één van de herstelregelingen van de kinderopvangtoeslag. De kindregeling geldt voor kinderen van erkend gedupeerde ouders en bestaat uit drie bouwstenen: 

  1. Financiële tegemoetkoming door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT); 
  2. Brede ondersteuning door de gemeenten
  3. Rijksbrede aanpak in het kader van emotioneel herstel. 

Is bekend hoeveel kinderen in aanmerking komen voor de kindregeling? 

Volgens recente cijfers (2 januari 2024) van UHT zijn er circa 85.000 kinderen/jongeren/volwassenen die, op basis van de status ‘erkend gedupeerd’ van hun (stief/pleeg) ouders, recht hebben op de financiële tegemoetkoming. Dit aantal kan mogelijk oplopen tot 105.000 kinderen. 

Is er een overzicht per gemeente beschikbaar van kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling?  

Op uht.nl kunt u informatie vinden over het aantal kinderen per gemeente. De lijsten op deze pagina worden maandelijks bijgewerkt. U ontvangt geen persoonlijke informatie per kind. Als het aantal kinderen van gedupeerde ouders in uw gemeente minder is dan vijf, wordt er geen informatie gedeeld.  Dit aantal kan te herleiden zijn naar personen. Dit is niet toegestaan vanuit de AVG.  

Welke kinderen komen in aanmerking voor de kindregeling

  1. De eigen kinderen van de erkend gedupeerde aanvrager; 
  2. Kinderen van de huidige toeslagpartner indien dit ook de toeslagpartner was op peildatum 26 januari 2021; 
  3. Voormalige pleegkinderen die (in ieder geval) tussen 1 januari 2005 en na de eerste invorderingsbrief van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) tot het gezin van de aanvragende (erkend gedupeerde) ouder behoorden; 
  4. Huidige pleegkinderen die ten minste op 26 januari 2021 tot het huishouden van de aanvragende (erkend gedupeerde) ouder behoren; 
  5. Kinderen van overleden ouders die gedupeerd zijn ten gevolge van de kinderopvangtoeslag, maar door overlijden geen aanmelding KOT hebben gedaan. 

Welke leeftijd hebben de kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling? 

Kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling zijn geboren tussen 1 januari 1984 en 5 november 2022, de ingangsdatum van de Wet hersteloperatie toeslagen. . 

Voor deze leeftijdscategorie is gekozen omdat kinderen tot 21 jaar bij de aanvang van de Wet op de Kinderopvang (01-01-2005) nog onderdeel uitmaken van het gezin. 

Wat is de definitie van een pleegkind? 

Een pleegkind is een kind dat als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. Een pleegkind moet in ieder geval pleegkind van de aanvrager of diens toeslagpartner zijn in de periode tussen 1 januari 2005 en na de eerste invorderingsbrief. 

Een huidig pleegkind moet op zijn minst op 21 januari 2021 ook al tot het huishouden van de erkend gedupeerde ouder behoren. Voor het begrip kind wordt hierbij aangesloten op de Algemene kinderbijslagwet

Krijgen pleegkinderen ook ambtshalve een financiële tegemoetkoming? 

Nee, maar als ze aan de toekenningscriteria voldoen voor de kindregeling, kunnen zij de financiële tegemoetkoming krijgen. Dat kan na het indienen van een aanvraag via het portaal Toeslagen van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen.  

Hoe wordt omgegaan met kinderen van overleden ouders? 

Kinderen van overleden ouders waarvan niet is vastgesteld dat deze gedupeerd zijn als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag, kunnen zelf een aanvraag voor de kindregeling indienen. Deze kinderen kunnen zich aanmelden via het portaal Toeslagen van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen

Hoe wordt omgegaan met kinderen die zijn geboren (en wonen) in het buitenland? 

Kinderen van erkend gedupeerde ouders die zijn geboren (en woonachting) zijn in het buitenland, zijn niet altijd geregistreerd in Nederland. Van deze kinderen heeft UHT in dat geval geen gegevens en is ambtshalve toekenning van de financiële tegemoetkoming niet mogelijk. Deze kinderen kunnen zich aanmelden via het portaal Toeslagen van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Ze ontvangen dan een BSN-nummer. Daarna kan een rekeningnummer worden doorgegeven en kan tot uitbetaling worden overgegaan nadat UHT heeft geverifieerd dat een aanvrager onder de kindregeling valt.

Een minderjarig kind in onze gemeente woont niet meer bij haar ouders, maar bij haar grootouders. Kunnen wij haar wel brede ondersteuning bieden? Ze komt in aanmerking voor de eenmalige tegemoetkoming vanuit de kindregeling.  

Ja dat kan. Gemeenten bieden brede ondersteuning aan alle kinderen die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 2.12 van de Wet hersteloperatie toeslagen. Ieder kind dat in aanmerking komt voor de kindregeling, heeft daarmee zelfstandig toegang tot de brede ondersteuning. De leeftijd en/of woonsituatie van het kind spelen hierbij geen rol.

Waaruit bestaat de brede ondersteuning voor de kinderen en jongeren die onder de kindregeling vallen? 

Kinderen en jongeren die vallen onder de kindregeling, hebben recht op brede ondersteuning op de vijf leefgebieden. Vanaf 16 jaar kunnen ze zelfstandig een aanvraag voor brede ondersteuning bij hun gemeente indienen. De brede ondersteuning geldt voor alle kinderen en jongeren van erkend gedupeerde ouders, en hun gezin. Voor de term gezin wordt aangesloten bij de definitie zoals die in de Participatiewet staat. De brede ondersteuning is daarmee dus gelijk aan de brede ondersteuning voor erkend gedupeerde ouders. De brede ondersteuning wordt toegekend op grond van een beschikking - waarvan het plan van aanpak onderdeel uitmaakt.   

Hoe is de brede ondersteuning geregeld voor kinderen die recht hebben op de kindregeling maar in het buitenland wonen?  

De brede ondersteuning geldt ook voor kinderen en jongeren die horen tot het gezin van erkend gedupeerde ouders, en in het buitenland wonen. Het gaat daarbij om uit- en thuiswonende kinderen en jongeren.   

De brede ondersteuning voor kinderen en jongeren in het buitenland wordt via het Ondersteuningsteam Buitenland (OTB) of Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN voor de BES-eilanden) geboden en is onderdeel van het plan van aanpak van de ouders. Deze kinderen kunnen dus, zolang ze in het buitenland wonen, niet zelfstandig brede ondersteuning aanvragen bij het OTB. In uitzonderlijke situaties waarbij er wel een noodzaak is om brede ondersteuning te bieden maar dit niet via het plan van aanpak van de ouders kan lopen, kan een beroep gedaan worden op de hardheidsclausule.  

Wat zijn de uitgangspunten voor brede ondersteuning aan kinderen en jongeren die recht hebben op de kindregeling? 

Net als bij de ouders en hun gezin is het uitgangspunt voor de brede ondersteuning het bieden van een steun in de rug, en soms ook het maken van een nieuwe start. Welke brede ondersteuning wenselijk of nodig is, wordt altijd in overleg vastgesteld tussen het kind of de jongere en de professional van de gemeente.  

De uitgangspunten die gelden voor het bieden van brede ondersteuning aan kinderen van erkend gedupeerde ouders, zijn in basis gelijk aan die voor de brede ondersteuning aan aangemelde en gedupeerde ouders en hun gezin:    

  • Het gaat om kinderen van erkend gedupeerde ouders;  
  • Uitgangspunt is het kunnen maken van een nieuwe start (of steuntje in de rug);  
  • De gezamenlijke afspraken worden opgenomen in een plan van aanpak;  
  • De aanvrager (het kind of de jongere) benoemt de wens, de professional bepaalt de grens;  
  • Er geldt geen inkomens- en of vermogenstoets voor het bieden van brede ondersteuning;  
  • Er hoeft geen causaal verband gelegd te worden tussen ondersteuning en de gevolgen van de kinderopvangtoeslag; 
  • Het ontvangen bedrag van de financiële tegemoetkoming heeft geen invloed op de manier waarop de brede ondersteuning wordt ingezet; 
  • De ondersteuning staat los van de regelgeving geldend in de Participatiewet;  
  • Er wordt een beschikking opgesteld waar het plan van aanpak onderdeel van is; 
  • Kinderen vanaf 16 jaar kunnen zelfstandig een aanvraag doen voor een breed ondersteuningsaanbod en krijgen dan eigen, apart plan van aanpak. 

Financiële tegemoetkoming door UHT 

Hoe wordt de financiële tegemoetkoming uitgekeerd? 

De financiële tegemoetkoming wordt uitgekeerd door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Dit is op verzoek van de kinderen zelf. 

Wat is de status van het uitkeren van de tegemoetkomingen?

UHT is in december 2022 gestart met uitkeren en heeft de meest tegemoetkomingen van de tot nu toe erkend gedupeerde kinderen voldaan. Een planning kunt u vinden bij Toeslagen Herstel.

Wat is de hoogte van de financiële tegemoetkoming aan kinderen? 

De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald door de leeftijd die het kind op 1 juli 2023 heeft bereikt. Dit geldt ook voor kinderen van ouders die zich in de loop van 2024/2025 nog melden of ouders van wie nog niet bekend is of ze gedupeerd zijn als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag. 

De toekenning en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming vindt ambtshalve plaats op grond van de inwerkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen. Het toekennen en uitkeren van de financiële tegemoetkoming door UHT vindt plaats volgens onderstaande staffel. 

Leeftijd kind/jongeren Bedrag 
0  t/m  5 jaar €  2.000 
6  t/m  11 jaar €  4.000 
12 t/m 14 jaar €  6.000 
15 t/m 17 jaar €  8.000 
18 jaar en ouder € 10.000 

peildatum bepalen leeftijd: 1 juli 2023 

Zijn alle kinderen die recht hebben op de financiële tegemoetkoming bekend bij UHT? 

Nee, niet alle kinderen. De meeste kinderen zijn bekend bij UHT. De financiële tegemoetkoming wordt daarom ambtshalve uitgekeerd. Er is echter ook een groep kinderen waarvan UHT geen gegevens heeft. Dit zijn: 

  • Pleegkinderen 
  • Kinderen van overleden ouders 
  • Kinderen waarvan het burgerservicenummer (BSN) niet bekend is bij UHT. In de praktijk betreft dit vaak kinderen die in het buitenland geboren en woonachtig zijn. 

Hoe kunnen kinderen van gedupeerde ouders die geen ambtshalve toekenning hebben gekregen toch in aanmerking komen voor de kindregeling? 

Kinderen die weten of denken dat ze niet bekend zijn bij UHT en geen ambtshalve toekenning hebben gehad kunnen zich aanmelden voor de kindregeling. Dit kan via het aanmeldformulier op de site van de UHT (Toeslagen). UHT heeft een korte vragenlijst toegevoegd om te kunnen bepalen of mogelijk aanspraak gemaakt kan worden op de kindregeling. 

Wanneer worden de aanvragen van kinderen en jongeren die zichzelf aanmelden beoordeeld?

Er is geen wachtlijst voor het beoordelen. Aanmeldingen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld en dat gebeurt binnen enkele weken.

Aan wie wordt de tegemoetkoming uitbetaald? 

Bij kinderen vanaf 18 jaar wordt het bedrag altijd uitbetaald op het rekeningnummer van het kind. Bij kinderen die jonger zijn dan 18 jaar kunnen de ouders bepalen op welk rekeningnummer het bedrag wordt uitgekeerd. UHT maakt de bedragen bij voorkeur over naar de betaalrekening nummers van de kinderen zelf.   

In de brief over het te betalen bedrag worden kinderen vanaf 12 jaar rechtstreeks aangesproken. Hen wordt gevraagd om een rekeningnummer van een betaalrekening op te geven, als dat nog niet bij UHT bekend is. Bij kinderen jonger dan 12 jaar wordt aan de ouders gevraagd om het rekeningnummer van een betaalrekening op naam van het kind op te geven. Het is aan hun ouders om te bepalen op welk rekeningnummer het bedrag uiteindelijk wordt uitgekeerd.

Hoe kan een betaalrekening voor een kind worden geopend als de gezaghebbende ouders geen contact meer met elkaar hebben?

Een ouder met gezag kan een rekening openen voor het minderjarige kind. Hiervoor is geen toestemming van de andere gezaghebbende ouder nodig. 

Hoe verloopt het proces als een minderjarig kind niet bij de gedupeerde ouder woont?  

Op dit moment wordt geen verschil gemaakt tussen uithuisgeplaatste kinderen en kinderen die niet op het adres van de gedupeerde ouder staan ingeschreven, maar bijvoorbeeld bij de andere ouder wonen. Dat is bijvoorbeeld zo bij co-ouderschap.  

Van beide groepen kinderen is niet helemaal duidelijk wat de situatie is. Daarom krijgen zij pas uitbetaald na afronding van de betaling aan de groep kinderen van wie de (woon)situatie wél bekend is. Dat geeft UHT tijd om uit te zoeken wat hun situatie precies is, zodat het bedrag zoveel mogelijk bij het kind zelf terecht komt. In de praktijk betekent dit dat deze groep kinderen pas medio 2023 het bedrag op hun rekening ontvangt.   

Wat gebeurt er als het woonadres van een kind of jongere onbekend is?  

Deze groep krijgt pas uitbetaald na afronding van de betaling aan de groep kinderen van wie de (woon)situatie wél bekend is. Dat geeft UHT tijd om uit te zoeken wat hun situatie precies is, zodat het bedrag zoveel mogelijk bij het kind zelf terecht komt.

Wordt de tegemoetkoming voor kinderen vrijgesteld als vermogen voor toegang tot de Participatiewet?  

Ja, het ontvangen bedrag telt niet mee bij het vaststellen van het vermogen. Dit is opgenomen in artikel 7 van de Regeling Participatiewet.

Valt de financiële tegemoetkoming van kinderen en jongeren toe aan hun schuldeisers bij een (buitengerechtelijke) schuldregeling of beslaglegging? 

Ja, het bedrag is niet vrijgesteld en wordt in dat geval gebruikt om (een deel van de) schulden af te lossen. 

Is er ook een schuldenaanpak voor de kinderen en jongeren die vallen onder de kindregeling? 

Nee, er is niet voorzien in een schuldenaanpak. De kindregeling is bedoeld als steun in de rug voor de toekomst en niet als schadevergoeding. Voor gedupeerde ouders is een generieke schuldenregeling ingericht waarvan de reikwijdte ruim genoeg is om, als wordt voldaan aan de voorwaarden, ook schulden van kinderen onder de 18 jaar in mee te nemen. Er is wel een aanvullend schuldhulpverleningsaanbod voor (nu) meerderjarige jongeren met problematische schulden. 

Een kind van een erkend gedupeerde ouder heeft de eenmalige tegemoetkoming van €10.000,- ontvangen. Zij wil graag haar rijbewijs van halen en hier de tegemoetkoming voor gebruiken. Ze staat onder beschermingsbewind en de bewindvoerder wil een andere besteding van het bedrag. Kan dat zomaar? 

Het kind in kwestie staat onder beschermingsbewind. Dat betekent dat de bewindvoerder het beheer heeft over het vermogen – en daarmee ook over de ontvangen tegemoetkoming. De bewindvoerder bepaalt dus in beginsel hoe de tegemoetkoming wordt besteed. Het onder bewindgestelde kind kan wel vragen aan de bewindvoerder om te beschikken over (een deel van) de tegemoetkoming. Indien de bewindvoerder niet instemt met het verzoek van de onder bewindgestelde om te beschikken over het compensatiebedrag, is het aan de kantonrechter om hier een beslissing over te nemen. Meer informatie is terug te vinden in deze memo. Deze is destijds opgesteld voor onder bewind gestelde gedupeerde ouders, maar is één op één van toepassing op kinderen die onder beschermingsbewind zijn gesteld. 

Aanvullend schuldhulpverleningsaanbod jongeren 

Bij ons melden zich jongeren die vallen onder de kindregeling met (problematische) schulden. Wat kunnen wij hen bieden? 

Voor jongeren van 18 jaar en ouder is sinds 1 november het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod beschikbaar. Een meerderjarige jongere komt voor dit aanbod in aanmerking als sprake is van problematische, saneerbare schulden. Bekijk het nieuwsbericht en de handreiking aanvullend schuldhulpverleningsaanbod voor meer informatie. 

Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling? 

Om toegelaten te worden tot het aanvullende aanbod wordt gekeken of een meerderjarige jongere onder de kindregeling valt en of de jongere problematische schulden heeft. Bij deze toelating wordt de financiële tegemoetkoming buiten beschouwing gelaten. Is sprake van problematische schulden, dan kan de gemeente het specifieke aanbod toepassen. 

Het opstellen van een plan van aanpak vanuit de brede ondersteuning is randvoorwaardelijk bij het toepassen van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod. Dit betekent dat er samen met de jongere wordt bekeken wat de jongere op de vijf leefdomeinen nodig heeft voor het maken van een nieuwe start c.q. wat de jongere nodig heeft om perspectief op de toekomst te krijgen. De details van de regeling leest u terug in de handreiking over het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod.

Wat zijn de mogelijkheden voor de doelgroep 18 jaar en ouder met een kindregeling wanneer de schulden niet problematisch zijn? 

In dat geval kan er via de brede ondersteuning hulp geboden worden. Er is geen rijksbrede schuldenaanpak voor jongeren. De gemeente kan bijvoorbeeld betaalafspraken maken met schuldeisers of samen met de jongere bekijken op welke wijze de ontvangen tegemoetkoming kan worden besteed aan het aflossen van schulden.   

De regeling is opgenomen in de wijziging van de Spuk brede ondersteuning. Kan de doelgroep 18 jaar en ouder die al eerder de tegemoetkoming hebben ontvangen ook gebruik maken van het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Ja. Jongeren die al voor de publicatie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod de tegemoetkoming hebben ontvangen kunnen zich tot 1 november 2024 melden bij de gemeente om van het aanbod gebruik te maken. 

Is er een einddatum tot wanneer de doelgroep 18 jaar en ouder met een kindregeling gebruik kunnen maken van het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Jongeren kunnen zich tot een jaar na ontvangst van de tegemoetkoming bij de gemeente melden. Jongeren die al voor de publicatie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod de tegemoetkoming hebben ontvangen kunnen zich tot 1 november 2024 melden bij de gemeente om van het aanbod gebruik te maken.   

Kunnen jongeren die voor de kindregeling schulden hadden ook een beroep doen op het aanvullend aanbod? 

Nee. Het aanvullend aanbod is geen rijksbrede schuldenaanpak noch een compensatie voor afbetaalde schulden. 

Het extra schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling biedt alleen een oplossing voor saneerbare schulden. Waarom is dit?

Doel van het aanvullend aanbod is niet om een schuldenaar geheel schuldenvrij te maken, wel om iemand extra ondersteuning te bieden zijn leven weer op de rit te krijgen en voor zover mogelijk schuldenvrij te blijven. De naar hun aard niet-saneerbare schulden zoals DUO-hoofdsommen maken geen onderdeel uit van het specifieke aanbod net zoals dat van reguliere saneringstrajecten geen onderdeel uitmaakt. 

De essentie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod is dat saneerbare schulden worden gesaneerd en dat begeleiding en ondersteuning wordt geboden om te stimuleren dat jongeren zoveel mogelijk schuldenvrij kunnen blijven in de toekomst. Dit stelt de jongere in staat om een nieuwe start te maken. De factsheet DUO kindregeling geeft inzicht in de mogelijkheden die er op dit moment zijn.

Is het mogelijk om met DUO betaal-afspraken te maken wanneer er een niet-saneerbare schuld resteert?   

DUO-schulden zijn naar hun aard niet-saneerbaar. Er kan met DUO afspraken worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld gebruikmaken van een aflosvrije periode waardoor de jongere in geval van problematische schulden het terugbetalen van de studieschuld tijdelijk kan pauzeren. Zie hiervoor ook de factsheet DUO Kindregeling. 

Wat is de uitwerking van het extra schuldhulpverleningsaanbod voor de doelgroep 18+ met problematische schulden? 

Via een plan van aanpak worden voorzieningen ingezet die nodig zijn voor het maken van een nieuwe start. In het plan van aanpak wordt aanvullende ondersteuning opgenomen indien nodig. Dit kan ondersteuning zijn op financieel vlak, bijvoorbeeld budgetcoaching of begeleiding bij het kennis en vaardigheden over het omgaan met financiën. Ook op andere leefdomeinen wordt ondersteuning geboden vanuit het plan van aanpak. De problematische (saneerbare) schulden worden via een saneringskrediet gesaneerd en opgenomen in het plan van aanpak. De jongere hoeft het saneringskrediet niet zelf af te betalen. Het (restant) van de tegemoetkoming mag de jongere houden.

Wij ondersteunen een jongere die de tegemoetkoming van € 10.000 – in afwachting van de aanpak – nog niet heeft aangeraakt. Er is sprake van een problematische schuldsituatie met een schuldenlast van bijna € 6.000. Met de tegemoetkoming kunnen alle schulden dus worden betaald. Komt deze jongere nu wel of niet in aanmerking voor het aanvullend aanbod?  

Voor de toegang tot het aanvullend aanbod gelden de volgende (cumulatieve) criteria: 

  1. Het gaat om een jongere (18+) die in aanmerking komt voor de kindregeling; 
    (Dit kun je als gemeente controleren bij UHT via het Gegevensportaal of via de servicedesk); EN 
  2. De jongere heeft problematische schulden. 

Er is sprake van een problematische schuldsituatie als redelijkerwijs te voorzien is dat de jongere niet binnen 36 maanden zijn of haar openstaande saneerbare schulden kan afbetalen. De eenmalige tegemoetkoming die de jongere heeft ontvangen wordt bij het bepalen of er sprake is van een problematische schuldsituatie buiten beschouwing gelaten. 

Deze betreffende jongere komt dus in aanmerking voor het aanvullend aanbod, omdat er aan de criteria wordt voldaan. De gemeente inventariseert de ondersteuningsvra(a)gen en stelt vast wat nodig is voor het maken van een nieuwe start.  

In theorie doet de gemeente een percentagevoorstel aan de schuldeisers op basis van de werkelijke afloscapaciteit – inclusief de beschikbare tegemoetkoming. In deze concrete casus betekent dit dat er geen sprake is van een percentagevoorstel, maar dat de schulden geheel kunnen worden opgelost. Het bedrag wordt in zijn geheel opgenomen in het plan van aanpak en vervolgens gedeclareerd en verantwoord via de Spuk/Sisa-methodiek. 

Wij bieden als gemeente brede ondersteuning aan een (volwassen) kind van een gedupeerde ouder. Zo'n vier maanden geleden heeft dit kind de tegemoetkoming uit de kindregeling ontvangen. De partner van dit (volwassen) kind heeft problematische schulden. Kunnen we de partner ook het aanvullend aanbod voor problematische schulden doen? 

Nee. Het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod voor problematische schulden is alleen voor kinderen van 18 jaar en ouder van gedupeerde ouders die onder de werking van de kindregeling vallen. De partner van het kind kan dus geen aanspraak maken op het aanvullend aanbod. De partner kan wel brede ondersteuning krijgen, omdat hij onderdeel uitmaakt van het gezin van het gedupeerde kind. De gemeente kan daardoor via de brede ondersteuning voorzieningen bieden die gericht zijn op het oplossen van de schulden. Dat gebeurt dan via de reguliere mogelijkheden van de gemeentelijke schuldhulpverlening, zoals budgetbeheer of toeleiding richting een minnelijke schuldregeling. 

Op welke wijze wordt omgegaan met de eenmalige tegemoetkoming uit de kindregeling voor het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Het doel van de regeling is om meerderjarige jongeren met problematische schulden de mogelijkheid te geven op een nieuwe start. Bij de toelating tot het aanvullende schuldhulpverleningsaanbod wordt de eenmalige tegemoetkoming niet meegerekend. Dit betekent dat de tegemoetkoming buiten beschouwing wordt gelaten bij het bepalen of er sprake is van een problematische schuldsituatie. 

De tegemoetkoming wordt wel meegewogen bij het bepalen van het aflosvoorstel aan schuldeisers. Schuldeisers ontvangen dus een voorstel op basis van de daadwerkelijke afloscapaciteit – inclusief het beschikbare vermogen, maar de jongere hoeft dit feitelijk niet in te brengen.

Waarom wordt voor de schuldeisers wel gerekend met de eenmalige tegemoetkoming uit de kindregeling? 

Schuldhulpverleners behartigen zowel de belangen van de schuldenaar als die van de schuldeiser. Door de tegemoetkoming wel mee te laten wegen in het voorstel richting de schuldeisers, hoeven schuldhulpverleners niet aan iedere schuldeiser te verzoeken of deze akkoord is om de tegemoetkoming vrijwillig buiten beschouwing te laten. 

Wordt voor het voorstel aan de schuldeisers gerekend met het volledige bedrag van 10.000 of met het werkelijke (rest)bedrag c.q. vermogen?  

Er wordt gerekend met de daadwerkelijke afloscapaciteit. Als de jongere de volledige tegemoetkoming nog op de bankrekening heeft staan, dan wordt de volledige tegemoetkoming meegenomen bij het bepalen van de afloscapaciteit. Als er €2000,- beschikbaar is, dan wordt er gerekend met €2000,-. 

Wie betaalt het saneringskrediet en op welke wijze? 

Het rijk betaalt het saneringskrediet. Het saneringskrediet wordt opgevoerd onder component C van de Spuk B2 voor Brede Ondersteuning en via de jaarlijkse verantwoording aan het rijk bekostigd. Dit geldt alleen voor jongeren die vallen onder de kindregeling en problematische schulden hebben. In de Spuk staat nadrukkelijk dat schulden niet onder de regeling vallen, met uitzondering van saneringskredieten ten behoeve van deze jongeren met problematische schulden.

Hoe wordt omgegaan met de BKR-registratie voor het extra schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling? 

Het is gezien de aard van de doelgroep, niet wenselijk om het saneringskrediet aan te melden bij het BKR. 

Is er op dit moment al meer bekend over het rijksprogramma emotioneel herstel

Informatie over dit programma is te vinden op kindregelingvoorjou.nl

Hoe kunnen gemeenten controleren of een kind inderdaad recht heeft op brede ondersteuning?  

Als snel gehandeld moet worden door gemeenten, dan kan bij de servicedesk van UHT telefonisch gevraagd worden om verificatie op BSN-nummer. Gegevens van kinderen/jongeren die zich bij UHT melden met een verzoek om brede ondersteuning van de gemeente worden via het Gegevensportaal gedeeld.

Gemeenten kunnen vraagbestanden insturen in het GegevensPortaal Belastingdienst. In het antwoordbestand wordt aangegeven of de inwoner deel uitmaakt van de populatie kinderen van gedupeerde ouders zoals die bekend is bij UHT. 

In mijn gemeente werken we met Wijkteams, wie levert de Burgerservicenummers aan in het portaal van de Belastingdienst tbv de verantwoording? 

Het advies is om de gegevens (BSN) te verzamelen in één systeem (bijvoorbeeld het zaaksysteem) en deze door een geautoriseerd medewerker te laten verwerken in het portaal. De teruglevering van gegevens gebeurt dan via dezelfde geautoriseerde medewerker.

Communicatie 

In de communicatie wordt uitgegaan van drie leeftijdssegmenten: 0 tot 12 jaar, 12 tot 16 jaar en jongeren/volwassenen van 16 jaar en ouder. De toon, stijl en adressering wordt specifiek voor ieder leeftijdssegment aangepast. 

Op welke wijze communiceert UHT naar de kinderen over het uit te keren bedrag? 

Kinderen, jongeren en volwassenen die onder de kindregeling vallen, behoren tot een heterogene groep. In de communicatie worden er drie leeftijdssegmenten gedefinieerd: 

  • 0 tot 12 jaar 
  • 12 tot 16 jaar 
  • jongeren/volwassenen van 16 jaar en ouder. 

De toon, stijl en adressering wordt specifiek voor ieder leeftijdssegment aangepast.

Daarnaast komen er aparte brieven voor de groepen: 

  • Kinderen in het buitenland 
  • Uithuisgeplaatste kinderen 

UHT stuurt steeds 2 brieven aan de kinderen/jongeren/volwassen: een aankondiging van de betaling met informatie over de regeling en een definitieve beschikking. Alle informatie over de interactiemomenten en de brieven staat op kindregelingvoorjou.nl.

Krijgen de ouders bericht over de brieven die aan kinderen wordt gestuurd? 

Ja. Ouders ontvangen een aparte brief. Daarin wordt aangekondigd dat er brieven aan hun kinderen worden verstuurd met betrekking tot de kindregeling. 

Hoe komt mijn gemeente in contact met kinderen die een ondersteuningsvraag hebben? 

De financiële tegemoetkoming wordt ambtshalve uitgekeerd. Gegevens van kinderen worden niet actief gedeeld met de gemeenten. Dit betekent dat er niet gericht contact gezocht kan worden met individuele kinderen, maar wel via algemene communicatie. Als een kind/jongere bij UHT verzoekt om brede ondersteuning via de gemeenten dan worden de gegevens van dit kind/de jongere gedeeld via het gegevensportaal 

In de brieven die UHT verstuurt staat het UHT servicenummer. Als kinderen bellen met vragen rondom de regeling worden ze gewezen op de mogelijkheid van brede ondersteuning door gemeenten.

Wat kan mijn gemeente nog meer doen? 

Gemeenten kunnen op verschillende manieren de kindregeling en de mogelijkheid tot brede ondersteuning onder de aandacht brengen bij de doelgroep. Denk hierbij onder andere aan: een pagina op de website van gemeente, een aankondiging in de plaatselijke media/krant, het bieden van informatiefolders op logische vindplaatsen van jongeren. Servicepunten van gemeenten dienen goed op de hoogte zijn van de kindregeling zodat er direct doorverwezen kan worden naar de juiste contactpersoon zodra er contact wordt opgenomen door een gedupeerd kind. 

Belangrijke links: 

Naar boven ↑

6. Verhuizende ouders

Wanneer een (mogelijk) gedupeerde ouder of kind verhuist naar een andere gemeente, moet de dienstverlening dan van de oude naar de nieuwe woongemeente overgedragen worden?

Dit is niet direct een vereiste. De wens van de ouder (of het kind) is hierin leidend. Er is dus een keuze: de bestaande dienstverlening binnen de vijf leefgebieden kan worden voortgezet of er kan worden gekeken naar de nieuwe situatie en van daaruit een nieuw plan van aanpak worden opgesteld. Altijd in overleg met de ouder (of het kind).

Een (mogelijk) gedupeerde ouder (of een kind vallend onder de kindregeling) gaat verhuizen naar een andere gemeente en wenst de begeleiding over te dragen naar de nieuwe woongemeente. Hoe kom ik aan contactgegevens van de nieuwe gemeente?

Voor het verkrijgen van deze informatie neemt u contact op met het landelijk programma hersteloperatie kinderopvangtoeslag gemeenten van de VNG via hersteloperatie@vng.nl of via 070 – 373 8232.

Een gedupeerde ouder wenst begeleiding in de nieuwe woongemeente. Kan deze begeleiding ingezet en verantwoord worden?

Dat kan. Voor de verantwoording is het belangrijk dat de nieuwe woongemeente de ouder opneemt in de jaarlijst van zelfmelders (hieronder vallen ook tussentijdse verhuizingen). Deze lijst wordt elk jaar in januari in het gegevensportaal geplaatst. In de handreiking verhuizende ouders vindt u meer over het proces van overdracht.

Kan de nieuwe woongemeente van een verhuisde (aangemelde of gedupeerde) ouder de vergoeding voor dienstverlening opvoeren in de jaarverantwoording in het geval dat de vorige woongemeente ook vergoeding voor dienstverlening aan deze ouder/gezin heeft opgevoerd?  

Ja dit is mogelijk. De nieuwe woongemeente kan alle componenten in de Spuk opvoeren voor de ondersteuning van de gedupeerde ouder.  

Naar boven ↑

7. Ouders in het buitenland

Waarom is er een aparte regeling voor gedupeerde ouders die in het buitenland wonen?

Gedupeerde ouders en gezinnen die in het buitenland wonen hebben, net als gedupeerden in Nederland, recht op ondersteuning bij hun herstel. In Nederland biedt de gemeente brede ondersteuning op vijf leefgebieden (gezin, gezondheid, financiën, werk en wonen). Voor gedupeerde ouders die niet staan ingeschreven bij een Nederlandse gemeente, is er geen gemeente die deze taken op zich kan nemen. Daarom zijn deze taken in de regeling voor gedupeerde ouders in het buitenland belegd bij een apart Ondersteuningsteam Buitenland dat zich voor gedupeerde ouders en de gezinsleden in het buitenland richt op ondersteuning binnen de vijf leefgebieden, ondersteunen bij het indienen van de schuldenlijst bij SNB en op ondersteuning bij terugkeer naar Nederland als die behoefte er is.

Waar staat OTB voor?

OTB staat voor het Ondersteuningsteam Buitenland. Dit is de organisatie die in opdracht van het ministerie van Financiën is opgericht om ouders in het buitenland te ondersteunen bij herstel.   

Voor welke ouders is ondersteuning in het buitenland beschikbaar?

Brede ondersteuning in het buitenland wordt geboden aan door de kinderopvangtoeslag gedupeerde ouders die onderdeel uitmaken van de doelgroep, bedoelt in artikel 2.15 van de Wet hersteloperatie toeslagen, diens partner of een kind of pleegkind van een van hen. Voorwaarde om voor de hulp in aanmerking te komen is ook dat de ouder vóór 7 juli 2020 naar het buitenland is verhuisd en op het moment van ambtshalve toetsing door UHT niet in Nederland woonde of woont.   

Hoe groot is de groep ouders in het buitenland?

Ca. 1.000 ouders in het buitenland komen op basis van de eerste toets of integrale beoordeling en de afbakening in de wet in aanmerking voor brede ondersteuning aan gedupeerden in het buitenland voor het OTB.  

De landen waar de meeste gedupeerde ouders wonen die momenteel ondersteuning krijgen zijn: België, Curaçao, Duitsland, Groot-Brittannië en Turkije.

Waarom een aparte aanpak voor Caribisch Nederland en de CAS eilanden?

Caribisch Nederland (Bonaire Sint-Eustatius en Saba) zijn bijzondere gemeenten en hebben een aparte status binnen Nederland. De Nederlandse staat heeft meer verantwoordelijkheden, mogelijkheden en bevoegdheden in bijzondere gemeenten. De ondersteuning wordt in de bijzondere gemeenten verzorgd door de Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN).

Aruba, Curaçao en Sint-Maarten vallen ook onder het Nederlandse Koninkrijk, waardoor de Nederlandse staat ook hier meer mogelijkheden voor ondersteuning heeft. Ondersteuning op deze eilanden wordt door het OTB geboden. Waar voor de andere landen met name hulp op afstand vanuit Nederland geboden wordt, zijn op deze eilanden medewerkers gestationeerd, waardoor de ondersteuning vanuit het OTB meer lokaal geboden kan worden.

Hoe groot is de groep gedupeerde ouders die weer terug naar Nederland wil komen?

Het is nog niet bekend hoe groot de groep gedupeerde ouders is die terug wil keren naar Nederland. Nog niet alle ouders zijn door het OTB of de Belastingdienst Caraïbisch Nederland (BCN) gesproken en nog niet alle gesproken ouders weten direct bij het eerste contact al of ze wel of niet terug willen keren naar Nederland.

Moet er aantoonbaar een relatie zijn dat ouders vanwege de problemen met de kinderopvangtoeslag naar het buitenland zijn vertrokken om aanspraak te kunnen maken op ondersteuning vanuit het OTB of BCN?

Nee dit is niet nodig en wordt door UHT ook niet gevraagd als ouders gebeld worden met de vraag of ze toestemming willen geven voor het delen van de contactgegevens met het OTB of BCN. Ouders bepalen zelf of zij behoefte hebben aan brede ondersteuning vanuit het OTB of BCN. In alle gevallen loopt de aanmelding via de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).

Waarom moeten ouders vóór 7 juli 2020 naar het buitenland verhuisd zijn om in aanmerking te komen voor ondersteuning door het OTB?

Er is voor de datum van 7 juli 2020 gekozen, omdat dit de datum is waarop de wetswijziging Awir art.49 en de Wet hardheidsaanpassing Awir in werking is getreden. Deze wet biedt door deze uitbreiding de grondslag voor de herstelregelingen van de hersteloperatie toeslagen. Sindsdien zijn er wettelijk mogelijkheden gekomen om ouders die slachtoffer zijn geworden van de problemen met de kinderopvangtoeslag te helpen waardoor de noodzaak om te verhuizen anders is geworden.

n.b. De wettelijke grondslag voor alle herstelregelingen ligt sinds 5 november 2022 in de Wet hersteloperatie toeslagen.

Kunnen ouders in het buitenland ook gebruik maken van de schuldenregeling?

De brede schuldenaanpak is ook van toepassing op ouders in het buitenland. Sinds begin 2022 kunnen gedupeerde ouders in het buitenland zich bij het schuldenloket van Sociale Banken Nederland (SBN) melden. Ook schulden aan buitenlandse (publiek- en privaatrechtelijke) rechtspersonen worden opgelost indien zij onder het beleidsbesluit private schulden vallen. Hulp bij het indienen wordt geboden via het serviceteam van SBN. Daarnaast ondersteunt het OTB gedupeerde ouders in het buitenland bij het in kaart brengen van hun schulden en begeleidt hen bij het indienen van de aanvragen tot betaling/overname door SBN. Ouders in het buitenland kunnen hiervoor ook een beroep doen op gratis juridische hulp via de raad voor de rechtsbijstand.  

Kunnen ouders zichzelf aanmelden bij het OTB of BCN?

Nee dit kan niet. Aanmelden voor een ondersteuningstraject bij het OTB en BCN gebeurt altijd via UHT. UHT heeft een overzicht van ouders die in aanmerking komen voor ondersteuning in het buitenland. Zij benaderen deze groep ouders met de vraag of zij extra ondersteuning van het OTB of BCN willen en akkoord gaan met het delen van de gegevens die nodig zijn voor de aanmelding. Het gaat hierbij sec om contactgegevens worden. Er wordt nooit inhoudelijke dossierinformatie gedeeld.

Indien een ouder nog niet door UHT gebeld is, maar zich wel graag aan wil melden voor deze ondersteuning kan deze contact opnemen met het servicepunt van UHT. Zij helpen de ouder dan verder.

Is er voor gedupeerde ouders die terug willen keren een aparte voorrangsregeling voor woonruimte?

Nee deze is er niet. Het lokale woonbeleid is van kracht. Indien een ouder een wens heeft om terug te keren neemt het OTB contact op met de gemeente van voorkeur en de mogelijkheden voor terugkeer met deze gemeente bespreken. Zie voor meer informatie de handreiking Ouders in het buitenland.

Door de woningkrapte in Nederland is het moeilijk om snel aan een woning in Nederland te komen. Het is daarom belangrijk dat een terugkeer goed wordt voorbereid en ouders pas terug naar Nederland komen als er in samenwerking tussen het OTB en de gemeente passende woonruimte gevonden is.

Naar boven ↑

8. Urgentie

Wat betekent een verzoek om urgentie in het proces van financieel herstel?  

Bij een verzoek om urgentie verzoekt de ouder, of de gemeente namens de ouder om met voorrang behandeld te worden voor de integrale beoordeling bij UHT. Urgentie wordt toegekend wanneer het langer laten wachten van de ouder op een Integrale Beoordeling zou betekenen dat de ouder te maken krijgt met gevolgen die onomkeerbaar zijn. Deze ouders verkeren in een zeer acute en/of schrijnende situatie waarbij de status gedupeerd, een uitgekeerd compensatiebedrag of de schuldenaanpak het verschil maken om de schrijnende situatie voor ouders op te lossen of zodat toegewerkt kan worden naar een oplossing.

Wat kan de gemeente doen wanneer een ouder ernstige problemen heeft en uitsluitsel van de eerste toets of integrale beoordeling een (voorlopige) oplossing biedt voor deze problemen?  

Ouders/gemeenten samen met de ouder kunnen zelf contact opnemen met het Serviceteam UHT en urgentie aanvragen.  Beoordeelt u vanuit de gemeente de situatie van de ouder als zeer acuut en/of schrijnend? Bijvoorbeeld wanneer sprake is van meervoudige, ernstige problematiek die zonder interventie ernstige gevolgen heeft voor de ouder/het gezin. Dan kan de gemeente urgentie toe (laten) kennen. 

De status gedupeerd en/of de uit te keren compensatie biedt een oplossing voor schulden of de schrijnende situatie. Toets altijd op de volgende situatie(s) voor urgente behandeling:  

  • Ouder heeft veel problemen op verschillende leefgebieden. Meerdere instanties zijn betrokken. Wanneer die niet kunnen helpen of voor een structurele oplossing uitsluitsel van de IB nodig is. 
  • Ouders die aan het einde van hun Msnp of Wsnp traject zijn en het traject pas afgerond kan worden als er duidelijkheid is over de uitslag van de Integrale Beoordeling.  
  • Ouders die een schuldregeling nodig hebben i.v.m. problematische schulden maar die niet worden toegelaten. > Ouders met (dreigende) uithuisgeplaatste kinderen.  
  • Ouders heeft geen eigen woning en woont bij familie of op straat. 
  • Dreigend faillissement onderneming van ouder.  

In deze situaties komt een ouder in aanmerking voor voorrang op het beoordelingsproces. Gemeenten gebruiken hiervoor het landelijke formulier toekennen urgentie. Dit is door de VNG verzonden aan de contactpersonen beleid. 

Kunnen gemeenten ouders direct bij UHT kunnen aandragen voor versnelde beoordeling (urgentie)? 

Gemeenten kunnen ouders aandragen voor urgentie. Dit verzoek wordt overgenomen door UHT zonder beoordeling of toets, waardoor er binnen een week een PZB-er contact op neemt met de ouder en de Integrale Boordeling direct start. Tussen gemeenten en UHT zijn afspraken gemaakt in welke situaties gemeente een ouder kan voordragen voor urgentie. Gemeenten gebruiken voor deze urgentie het landelijk formulier toekennen urgentie Integrale Beoordeling. Dit formulier heeft iedere gemeente ontvangen en is op te vragen bij hersteloperatie@vng.nl. 

  • Ouder heeft veel problemen op de verschillende leefgebieden. Hierbij zijn vaak meerdere instanties betrokken. Wanneer die niet kunnen helpen of voor een structurele oplossing uitsluitsel van de IB nodig is dan kan versneld een IB worden ingezet. 
    • Bijvoorbeeld: Ouder heeft een huurachterstand, schulden of heeft psychische problemen. De huisarts is ingeschakeld en kinderen hebben ondersteuning op school. Wijkzorg en wijkteam gemeente is betrokken. Om te kunnen bepalen welke hulp er ingezet moet worden maakt het verschil als de gemeente weet of ouder gedupeerd is. Het aanvragen van urgentie, en de voorrang die daarbij komt draagt bij aan het herstellen/verbeteren van de gezinssituatie. 
  • Ouders die aan het einde van hun Msnp of Wsnp traject zijn en het traject pas afgerond kan worden als er duidelijkheid is over de uitslag van de Integrale Beoordeling. 
  • Ouders die schuldhulpverlening nodig hebben i.v.m. problematische schulden maar die niet worden toegelaten (of het is niet wenselijk) tot een traject voordat ze weten of ze gedupeerd zijn.
  • Ouder met uithuisgeplaatste kinderen. Vaststellen van gedupeerdheid helpt voor aanvullende ondersteuning door het landelijk Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen.
  • Ouder heeft geen eigen woning en woont bij familie of op straat.  
  • Dreigend faillissement onderneming van ouder. 

Als het antwoord op een van de bovenstaande vragen ‘Ja’ is dan komt een ouder in aanmerking om met voorrang op het reguliere proces beoordeeld te worden.

Indien een ouder niet aan bovenstaande criteria voldoet maar wel een versnelde integrale beoordeling nodig is om uit een schrijnende situatie te komen kan de gemeente samen met de ouder een urgentie verzoek indienen. UHT gaat in gesprek met de gemeente over de situatie van de ouder en beoordeelt of deze ouder ,ook al valt de situatie buiten de criteria, toch voorrang wordt verleend voor de Integrale Beoordeling. Indien UHT het verzoek voor urgentie afwijst geldt het FIFO- principe.

Zijn we als gemeente verplicht een urgentieverklaring woningzoekende af te geven als ouders aangeven door de problemen met de kinderopvangtoeslag hun woning te hebben verloren? 

Verlenen van urgentie woningzoekende is een lastige situatie gezien de huidige woningmarkt. Er geldt juridisch gezien geen 100% verplichting voor gemeenten om woonruimte te regelen. Bied maatwerk aan, kijk als gemeente niet alleen puur juridisch naar dit vraagstuk en verleen in een schijnende situatie passende urgentie.  Gedupeerde ouders hebben vaak problemen ervaren rondom hun oorspronkelijke woonruimte als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag. Sta hen actief bij in de zoektocht naar geschikte(re) woonruimte.

Naar boven ↑

10. Publieke schulden

Wat zijn publieke schulden?

Publieke schulden zijn schulden die iemand kan hebben bij een overheidsorganisatie. Dit kunnen schulden zijn bij de Belastingdienst of UHT zelf, maar ook bijvoorbeeld bij gemeenten, het UWV, het CAK, het LBIO, de SVB, DUO, CJIB en Waterschappen.

Wiens publieke schulden worden kwijtgescholden?

Het verlenen van kwijtschelding voor publieke schulden is onderdeel van de schuldenaanpak voor gedupeerde ouders, hun toeslagpartners en erkend ex-toeslagpartners.

Waarom worden enkel de vorderingen die op 31 december 2020 openstonden kwijtgescholden? Dit voelt niet eerlijk naar ouders die zich pas (veel) later hebben gemeld als mogelijk gedupeerde ouder.

De gekozen datum hangt samen met de aankondiging van de schuldenaanpak. Eind december 2020 werd in een Catshuissessie onder andere besloten over het kwijtschelden van de publieke schulden. Om anticiperend gedrag te voorkomen, is gekozen om de datum van de publieke schuldenaanpak samen te laten hangen met de bekendmaking.

Wordt er een beschikking gestuurd als er kwijtschelding wordt verleend?

Ja. Het verlenen van kwijtschelding is een besluit in de zin van de Awb.

Wordt er een beschikking gestuurd als er geen kwijtschelding wordt verleend?

Dit ligt eraan. Indien overwogen is c.q. het besluit is genomen dat er geen kwijtschelding wordt verleend, wordt er een beschikking gestuurd. Dit is het bijvoorbeeld het geval bij schulden die materieel wel binnen de reikwijdte van kwijtschelding vallen, maar de aard van de schuld zich tegen kwijtschelding verzet (opzet/grove schuld).

Kan de ouder bezwaar maken tegen een kwijtscheldingsbeschikking?

Kwijtschelding verlenen aan gedupeerde ouders en toeslagpartners is voor bezwaar vatbaar. Dit geldt ook voor het belastingdomein. Hiermee wijkt de kwijtschelding voor deze groep ouders af van het reguliere proces van administratief beroep.

Moeten oninbaar verklaarde vorderingen ook worden kwijtgescholden?

Ook vorderingen die binnen de materiële reikwijdte vallen, maar oninbaar zijn geleden, komen in aanmerking voor kwijtschelding. Het door het college oninbaar verklaren van vorderingen ontheft de invorderingsambtenaar immers wel van het doen van verdere pogingen tot invordering, maar puur juridisch heeft het geen gevolgen. Zolang de oninbaar verklaarde schuld niet is verjaard, kan de invorderingsambtenaar - als blijkt dat zich (nieuwe) verhaalsmogelijkheden voordoen - hiervoor invorderingsmaatregelen blijven treffen. De vordering blijft dus deels ‘open staan’. Dit is niet wenselijk. Oninbare vorderingen moeten dus worden kwijtgescholden.

GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

Op welke grond wordt kwijtschelding verleend door gemeenten?

In de Wet hersteloperatie toeslagen worden de grondslagen voor gemeenten om kwijtschelding te verlenen gebundeld in één wet. De wet is op 5 november 2022 in werking getreden. Tot inwerkingtreding van de wet waren de volgende grondslagen van toepassing: 

  1. Vorderingen vanuit de sociale zekerheid: Gemeenten hebben eerder geanticipeerd op de wet door het nemen van een collegebesluit. Dit besluit bood de grondslag voor gemeenten om, totdat de wet van kracht werd, kwijtschelding te verlenen aan gedupeerde ouders en toeslagpartners.
  2. Vorderingen vanuit het belastingdomein: Artikel 28abis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 bood de grondslag om kwijtschelding te verlenen aan gedupeerde ouders en toeslagpartners.
  3. Overige vorderingen: Artikel 4:94a Abw bood tot inwerkingtreding van de wet de grondslag.

Hoe weet de gemeente wie in aanmerking komt voor het verlenen van kwijtschelding? 

Gemeenten ontvangen via het Gegevensportaal van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) de persoonsgegevens van degene voor wie kwijtschelding kan worden verleend. Dat zijn altijd ouders die als gedupeerde zijn aangewezen door UHT. De contactpersoon invordering heeft toegang tot dit portaal. De lijst 'Kwijtschelden_gedupeerd' bevat een overzicht van (vastgesteld) gedupeerde ouders en toeslagpartners. Gemeenten bepalen dus niet zelf wie gedupeerde ouder of toeslagpartner is. Voor contactpersonen invordering is een 'handreiking gegevensverwerking van aangemelde ouders' beschikbaar. 

Welke gegevens ontvangt de contactpersoon invordering? 

De inning van vorderingen vindt plaats vanuit verschillende afdelingen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. De contactpersoon invordering ontvangt de volgende gegevens via het Gegevensportaal: 

Bestanden voor de uitvoering van de publieke pauzeknop: 

  • ‘PZ-gemeentecode-Zelfmelder_en_Partner_datum’; 
  • ‘5J-Gemeentecode-Verhuisd_Andere_gemeente_datum’; 

Deze bestanden bevatten de gegevens van aangemelde ouders wiens openstaande vorderingen worden gepauzeerd indien deze binnen de reikwijdte van de publieke pauzeknop vallen. 

Bestanden voor het verlenen van kwijtschelding: 

  • ‘KS-gemeentecode-Kwijtschelden_gedupeerd_datum’; 
  • ‘KS-Gemeentecode-Kwijtschelden_verhuisd_gedupeerd_datum’; 

Deze bestanden bevatten de gegevens van aangemelde ouders waarvoor kwijtschelding wordt verleend indien vorderingen binnen de reikwijdte van de regeling vallen. 

Bestand voor het opstarten van de invordering: 

  • ‘NG-Gemeentecode-Schuld_nietgedupeerd_datum’ 
  • ‘NG-Gemeentecode-Verhuisd_nietgedupeerd_datum’ 

Hoe gebruikt de gemeente de ontvangen gegevens vanuit het gegevensportaal voor de inning van vorderingen? 

Gemeentebreed worden de ontvangen gegevens vergeleken met de invorderingsadministratie(s). De contactpersoon invordering kan indien nodig een subaccount binnen het portaal aanmaken voor een collega invordering van een andere afdeling. 

Wij hebben de taak om belastingen te innen overgedragen aan een belastingsamenwerking. Hoe kan de belastingsamenwerking over de gegevens beschikken? 

Indien de taak om belastingen te innen en te heffen volledig is overgedragen aan een belastingsamenwerking, moet de belastingsamenwerking ook beschikken over de gegevens van aangemelde en gedupeerde ouders. Dit kan ofwel via een eigenstandig account in het Gegevensportaal ofwel via een subaccount. De belastingsamenwerking is in dit geval zelfstandig verwerkingsverantwoordelijk voor een zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens. 

Welke bewaartermijn is van toepassing op het verlenen van kwijtschelding? 

Aangesloten wordt bij de bewaartermijn die is opgenomen in de selectielijst voor het kwijtschelden van schulden. Dit is 7 jaar. 

Worden meer recente publieke schulden, zoals belastingaanslagen voor het jaar 2021 of 2022, ook kwijtgescholden?  

Nee, de vordering(en) moeten materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020. Schulden die betrekking hebben op de periode na 1 januari 2021 vallen buiten de reikwijdte en worden niet kwijtgescholden. Vorderingen die op een later moment worden geformaliseerd, maar wel materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020 komen wel voor kwijtschelding in aanmerking - mits de aard van de vordering zich niet tegen kwijtschelding verzet. 

Een gedupeerde ouder in onze gemeente heeft via een betaalregeling na 1 januari 2021 afgelost op een vordering die materieel betrekking heeft op het jaar 2020. Wij gaan de vordering nu kwijtschelden met als peildatum 31 december 2020. Wat gebeurt er met het deel dat na 1 januari 2021 is afgelost?  

Het kan voorkomen dat een publieke schuld die op 31 december 2020 bestond, in de periode daarna is verminderd door aflossing of door verrekening. In dit geval wordt het bedrag wat na 1 januari 2021 is afbetaald op de schuld, teruggestort aan de ouder. Doordat publieke schuldeisers met terugwerkende kracht tot en met 31 december 2020 kwijtschelding verlenen wordt hetgeen is afbetaald na 31 december 2020 aangemerkt als onverschuldigde betaling. Publieke schuldeisers verlenen restitutie. 

Hoe gaan we om met automatische incasso’s voor vorderingen die voor kwijtschelding in aanmerking komen die ook na 31 december 2020 zijn betaald?  

Wanneer de gedupeerde ouder na 1 januari 2021 nog heeft afbetaald op een vordering die voor kwijtschelding in aanmerking komt, geldt dat het afbetaalde bedrag teruggestort dient te worden aan de gedupeerde ouder. De vordering wordt immers met terugwerkende kracht op peildatum 31 december 2020 kwijtgescholden. 

Ik zie in ons invorderingssysteem dat een gedupeerde ouder op 15 december 2020 een vordering die materieel betrekking heeft op het jaar 2019 heeft afgelost. Wordt deze afbetaling ook teruggestort?  

Nee. Schulden die voor 31 december 2020 zijn afbetaald vallen niet onder de regeling. Het doel van de wetgeving is te borgen dat iedere ouder een zo goed als schuldenvrije start kan maken en het ontvangen compensatiebedrag vrij kan besteden. 

Vanuit de invordering pauzeren we de openstaande vorderingen van voor 31 december 2020 van aangemelde ouders – de zogenaamde publieke pauzeknop. Moeten we deze vorderingen stuiten om te voorkomen dat ze verjaren? 

De gemeente verleent via de publieke pauzeknop uitstel van betaling – in afwachting van het oordeel van UHT. Artikel 4:111 Awb bepaalt dat de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot betaling aan een bestuursorgaan wordt verlengd met de tijd waarbinnen de schuldenaar na de aanvang van termijn uitstel van betaling heeft. Bij de verlenging van de verjaring wordt de verjaringstermijn niet afgebroken, zoals het geval is bij stuiting. Als de ouder niet als gedupeerde wordt erkend, wordt de invordering weer gestart – en begint dus ook de termijn weer te lopen.

Moet de ouder een verzoek doen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding van publieke schulden?  

Nee. De kwijtschelding wordt in beginsel ambtshalve verleend. Dit betekent dat gemeenten op eigen initiatief kwijtschelding verlenen. Dit doen zij aan de hand van de lijst 'Kwijtschelden_gedupeerd' die door UHT in het Gegevensportaal wordt klaargezet. De lijst bevat de gegevens van ouders en toeslagpartners die nu of de afgelopen 5 jaar in de gemeente woonachtig zijn geweest. In het kader van dataminimalisatie ontvangen gemeenten niet alle (dossier) gegevens van alle gedupeerde ouders. 

Een gedupeerde ouder is al lang niet meer woonachtig in onze gemeente. De ouder heeft wel nog een openstaande vordering (geen o/gs) vanuit de Participatiewet. We hebben de gegevens van deze ouder niet via de lijst ontvangen. Hoe kunnen we verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft waardoor wij kwijtschelding kunnen verlenen? 

De gemeente kan bij UHT verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft. Goed om deze ouder direct toe te voegen aan het addendum voor de jaarlijst in het kader van de financiële verantwoording. 

Wij zijn als gemeente schuldeiser. Een aantal gedupeerde ouders zit in een Msnp-traject of Wsnp-traject. Wij zijn als schuldeiser akkoord gegaan met de voorgestelde regeling. We begrepen dat deze schulden door de Belastingdienst geheel worden gecompenseerd. Moeten wij deze schulden kwijtschelden of worden deze separaat overgenomen door de Belastingdienst? 

Ook voor deze gedupeerde ouders en toeslagpartners worden de publieke schulden die onder de reikwijdte vallen kwijtgescholden. De contactpersoon Invordering gaat de lijst van inwoners die zich in een Msnp- of Wsnp-traject bevinden als eerste ontvangen. De gemaakte kosten (zowel de uitvoeringskosten als de hoogte van de vordering die wordt kwijtgescholden) worden via de kwijtscheldingsroute vergoed. Deze wordt vastgesteld via een ministeriële regeling in de vorm van een Specifieke Uitkering (Spuk kwijtschelden). De VNG verzoekt om schulden voor ouders in een schuldentraject met voorrang kwijt te schelden, zodat voor deze ouders de schuldentrajecten snel kunnen worden beëindigd. Vorderingen die niet binnen de reikwijdte vallen, worden overgenomen door UHT als de schuldregeling tot stand is gekomen voor 5 november 2023.  

Ik zie in ons invorderingssysteem dat een gedupeerde ouder op 15 december 2020 een vordering die materieel betrekking heeft op het jaar 2019 heeft afgelost. Wordt deze afbetaling ook teruggestort?  

Nee. Schulden die voor 31 december 2020 zijn afbetaald vallen niet onder de regeling. Het doel van de wetgeving is te borgen dat iedere ouder een zo goed als schuldenvrije start kan maken en het ontvangen compensatiebedrag vrij kan besteden. 

Onze gemeente heeft aan een gedupeerde ouder bijstand verleend onder de vestiging van een hypotheekrecht, de zogenaamde krediethypotheek. Hoe wordt deze kwijtgescholden? Is dit het gehele plafondbedrag?  

Vorderingen die materieel betrekking hebben op 31 december 2020 of betrekking hebben op de periode daarvoor komen voor kwijtschelding in aanmerking. Bij een krediethypotheek gaat het om bijstand als geldlening, ter zekerheidsstelling wordt een recht van hypotheek gevestigd. Het plafondbedrag bepaalt de potentiële maximale omvang van deze zekerheidsstelling, maar ziet niet op het opgebouwde bedrag dat eventueel uitgewonnen kan worden. Dit betekent voor de kwijtschelding dat het bedrag wat is opgebouwd aan lening per 31 december 2020 relevant is en niet de potentiële omvang (het plafondbedrag). 

Een gedupeerde ouder heeft een boete op grond van de Leerplichtwet 1969 opgelegd gekregen. Kan deze boete worden kwijtgescholden?  

Geconstateerd is dat deze situatie niet onder de reikwijdte valt van het Beleidsbesluit en de daaropvolgende Wet hersteloperatie toeslagen. Een leerplichtambtenaar zorgt voor handhaving van de Leerplichtwet 1969. Indien een kind zonder geldige reden van school wegblijft, is er sprake van schoolverzuim. Schoolverzuim is een overtreding en valt onder het strafrecht. Schulden die voortvloeien uit ernstig misbruik, nalatigheid of strafbare feiten worden niet kwijtgescholden. 

Kan via de gemeenteraad worden afgeweken van de reikwijdte voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen? 

Nee. In de Wet hersteloperatie toeslagen worden de Gemeentewet en de Waterschapswet gewijzigd. Er wordt een verwijzing naar het nieuwe artikel 26a Invorderingswet 1990 opgenomen. Artikel 26a geeft de grondslag voor gemeenten en waterschappen om belastingschulden kwijt te schelden voor deze doelgroep. Het nieuwe artikel 26a heeft een bindend karakter. Er is geen ruimte om geen of slechts gedeeltelijke kwijtschelding te verlenen wanneer artikel 26a van toepassing is. 

Hoe gaan we om met automatische incasso’s voor vorderingen die voor kwijtschelding in aanmerking komen die ook na 31 december 2020 zijn betaald?  

Wanneer de gedupeerde ouder na 1 januari 2021 nog heeft afbetaald op een vordering die voor kwijtschelding in aanmerking komt, geldt dat het afbetaalde bedrag teruggestort dient te worden aan de gedupeerde ouder. De vordering wordt immers met terugwerkende kracht op peildatum 31 december 2020 kwijtgescholden. 

Een gedupeerde ouder heeft een gezamenlijke schuld met de partner. Schelden wij de hele som kwijt of de helft? 

Ieder is hoofdelijk aansprakelijk. Schuldeisers kunnen dus één van de twee ouders (partners) aanspreken voor het geheel. Indien de één het geheel betaald, heeft hij een vordering (regres) op de ander. Als de één de helft betaald en de ander de andere helft is het natuurlijk prima. Maar voor de schuldeiser zijn beide personen voor het geheel aan te spreken. De hele schuld wordt kwijtgescholden. 

Wordt bij het vaststellen van het vermogen voor reguliere kwijtschelding het compensatiebedrag vrijgelaten?   

Nee, het compensatiebedrag dat de gedupeerde ouder heeft gekregen, wordt bij het vaststellen van vermogen niet vrijgelaten. Het compensatiebedrag telt dus mee bij het vaststellen van het vermogen, en daarmee bij het bepalen of iemand in aanmerking komt voor reguliere kwijtschelding. Er is geen vrijlating van het compensatiebedrag opgenomen in de wet. Dat is besloten door de Ministeriële Commissie Herstel Toeslagen (MCTH). Als een gedupeerde ouder € 30.000,- of meer heeft gekregen, dan kunnen belastingen opgelegd door de gemeente en het waterschap over 2021 en daarna niet worden kwijtgescholden. Ze moeten dus gewoon worden betaald. 

Waar vind ik het besluit dat wij het compensatiebedrag niet uit mogen sluiten van de vermogenstoets om over te gaan tot kwijtschelding voor gemeentelijke belastingen?  

Op 29 oktober 2021 heeft de Ministeriële Commissie Herstel Toeslagen (MCTH) besloten dat het ontvangen compensatiebedrag meetelt bij het bepalen van vermogen in het kader van de vrijlating voor de gemeentelijke belastingen. Als reden is genoemd dat deze belastingen er zijn om ‘mee te betalen voor het gebruik van overheidsvoorzieningen’. Iedereen die dat kan, moet hier ook aan meebetalen. 

Het besluit van de MCTH is openbaar en kunt u hier raadplegen, het betreft punt 19. 

‘In onze gemeente heeft een inwoner een dwangsom ontvangen na ingebrekestelling van de Belastingdienst, omdat de termijnen van de herstelaanvraag zijn verstreken. Deze inwoner ontvangt een bijstandsuitkering. Moeten wij de ontvangst van deze dwangsom ook buiten het vermogen houden?’ 

Een dwangsom is een middel om een bestuursorgaan tot sneller beslissen aan te zetten. Het is dus een financiële prikkel – geen schadevergoeding voor de inwoner. Een dwangsom is niet opgenomen in de lijst met inkomens- en vermogensbestanddelen die niet onder het middelenbegrip vallen, zoals genoemd in artikel 31 lid 2 en 34 lid 2 van de Participatiewet. De ontvangen dwangsom telt dus wel mee bij het vaststellen van het vermogen. Dit betekent dat de dwangsom vrij is zolang het (restant) bescheiden vermogen dat voor de bijstand wordt vrijgelaten, niet wordt overschreden. Dit bescheiden vermogen bedraagt momenteel voor een alleenstaande maximaal € 6.505,- en voor een gezin het dubbele. 

KWIJTSCHELDING VANUIT PARTICIPATIEWET/IOAW/IOAZ/WET INBURGERING

Welke vorderingen worden kwijtgescholden voor de Participatiewet, IOAZ, IOAW en de wet Inburgering?

Ook vanuit de sociale zekerheid komen enkel de vorderingen in aanmerking die materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020. De bijkomende kosten, zoals rente of incassokosten, worden ook kwijtgescholden. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein.

Kwijtschelding wordt in beginsel niet verleend wanneer de vordering is opgelegd als gevolg van ernstig misbruik. Dit betreft situaties waarin sprake is van schenden van de inlichtingenplicht en er bovendien sprake is van grove schuld of opzet, zoals neergelegd in het Boetebesluit socialezekerheidswetten. In de sociale zekerheid wordt over het algemeen in het kader van grove schuld een boete van 75% opgelegd en in het kader van opzet een boete van 100%. Kwijtschelding blijft in deze gevallen achterwege ten aanzien van de bestuurlijke boete, alsmede het bedrag aan onterecht verkregen uitkering als gevolg van de overtreding van de inlichtingenplicht, het benadelingsbedrag. Ook vorderingen die zijn ontstaan vanuit werkgeverschap zijn uitgesloten.

Een gedupeerde ouder is al lang niet meer woonachtig in onze gemeente. De ouder heeft wel nog een openstaande vordering (geen o/gs) vanuit de Participatiewet. We hebben de gegevens van deze ouder niet via de lijst ontvangen. Hoe kunnen we verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft waardoor wij kwijtschelding kunnen verlenen? 

De gemeente kan bij UHT verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft. Goed om deze ouder direct toe te voegen aan het addendum voor de jaarlijst in het kader van de financiële verantwoording. 

Onze gemeente heeft aan een gedupeerde ouder bijstand verleend onder de vestiging van een hypotheekrecht, de zogenaamde krediethypotheek. Hoe wordt deze kwijtgescholden? Is dit het gehele plafondbedrag?  

Vorderingen die materieel betrekking hebben op 31 december 2020 of betrekking hebben op de periode daarvoor komen voor kwijtschelding in aanmerking. Bij een krediethypotheek gaat het om bijstand als geldlening, ter zekerheidsstelling wordt een recht van hypotheek gevestigd. Het plafondbedrag bepaalt de potentiële maximale omvang van deze zekerheidsstelling, maar ziet niet op het opgebouwde bedrag dat eventueel uitgewonnen kan worden. Dit betekent voor de kwijtschelding dat het bedrag wat is opgebouwd aan lening per 31 december 2020 relevant is en niet de potentiële omvang (het plafondbedrag). 

Een gedupeerde ouder heeft een boete op grond van de Leerplichtwet 1969 opgelegd gekregen. Kan deze boete worden kwijtgescholden?  

Geconstateerd is dat deze situatie niet onder de reikwijdte valt van het Beleidsbesluit en de daaropvolgende Wet hersteloperatie toeslagen. Een leerplichtambtenaar zorgt voor handhaving van de Leerplichtwet 1969. Indien een kind zonder geldige reden van school wegblijft, is er sprake van schoolverzuim. Schoolverzuim is een overtreding en valt onder het strafrecht. Schulden die voortvloeien uit ernstig misbruik, nalatigheid of strafbare feiten worden niet kwijtgescholden. 

Het Boetebesluit is in 2017 in werking getreden. Hoe kwalificeer ik boetes die voor inwerkingtreding van het boetebesluit zijn opgelegd? 

Voor 2017 was de mate waarin de inlichtingenplicht te wijten was aan de belanghebbende niet gekoppeld aan de hoogte van de boete. De zogenaamde verwijtbaarheids-categorieën zoals we die nu kennen bestonden niet. Voor oudere vorderingen dient u te beoordelen of deze in aanmerking komen voor kwijtschelding door te kijken naar de hoogte en de motivatie van de destijds opgelegde boete. Hierbij geldt dat opzet 100% boete is ten aanzien van het benadelingsbedrag en grove schuld 75% van dit bedrag.

Worden schulden van de Tozo-levensonderhoud kwijtgescholden?

De verleende Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) bijstand voor levensonderhoud is gelijk aan de reguliere verlening van algemene bijstand. Tozo voor levensonderhoud wordt niet als lening, maar om niet verstrekt. Schulden bij Tozo levensonderhoud kunnen zich eigenlijk alleen voordoen bij een onterecht uitgekeerd voorschot of te veel danwel onterecht uitgekeerde bijstand. Bijvoorbeeld omdat iemand meer verdiend blijkt te hebben en dus uitgesloten was. Deze schulden worden in deze uitzonderlijke gevallen kwijtgescholden. Ook dan geldt dat de vordering materieel betrekking moet hebben op de periode van voor 31 december 2020 en niet het gevolg mag zijn van fraude of misbruik. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein.

Worden schulden van de Tozo-bedrijfskapitaal kwijtgescholden? 

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) voorziet (naast bijstand voor levensonderhoud) ook in de mogelijkheid voor het lenen van bedrijfskapitaal. De lening moet worden terugbetaald. De achterstand op de periodieke afbetaling valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het ministerie van SZW heeft dit in oktober 2021 bekendgemaakt. De vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. De hoogte van de kwijtschelding mag de grens van staatssteun niet overschrijden. Deze grens is € 200.000,- over een periode van 3 jaar. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein.

Wordt een schuld als gevolg van algemene bijstand in de vorm van een lening op grond van het BBZ wel kwijtgescholden? 

Ja, deze bijstand is verstrekt ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan en heeft geen zakelijk karakter. Deze vorderingen worden kwijtgescholden voor zover zij niet zijn teruggevorderd wegens overtreding van de inlichtingenplicht op grond van opzet/grove schuld. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein.

Wordt een schuld in de vorm van BBZ-bedrijfskapitaal kwijtgescholden? 

BBZ-bedrijfskapitaal wordt aan zelfstandigen verstrekt in de vorm van een gift of een lening. De achterstand op de periodieke afbetaling van de lening valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen indien deze materieel betrekking heeft op 2020 of eerder én de vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteunregels moet plaatsvinden. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein.

Wat zijn de grenzen van staatssteun waar we rekening mee moeten houden bij het kwijtschelden van achterstanden BBZ- en TOZO-bedrijfskapitaal?

De grenzen van staatssteun zijn vastgelegd in de De-minimis verordening. De de-minimisverordening maakt het mogelijk om zakelijke publieke schulden kwijt te schelden tot maximaal € 200.000,- per drie belastingjaren zonder dat er sprake is van staatssteun.

Zakelijke schulden kunnen niet ambtshalve worden kwijtgescholden, omdat er geen registratie is hoeveel staatssteun een onderneming heeft ontvangen. De ouder of de toeslagpartner moet dus zelf aangeven of er ruimte is voor de-minimis steun. Dit kan door het – voorafgaand aan de kwijtschelding - invullen van een de-minimis verklaring. Een voorbeeld van een de-minimis verklaring kunt u hier vinden.

Hoe kunnen wij verifiëren hoeveel staatssteun een gedupeerde zelfstandige in de afgelopen 3 jaar heeft ontvangen om zeker te weten dat onze kwijtschelding niet lijdt tot overschrijding van de grenzen aan staatssteun? 

Als er sprake is van het kwijtschelden van een vordering van meer dan € 1000,- kwijtschelden, kan het goed zijn om – in overleg met de ouder – contact te leggen met het centraal team omdat kwijtschelden zakelijk zo ingewikkeld is (door die de-minimis). Het centrale team gaat dan samen met de ouder de de-minimis verklaring invullen. Voor vorderingen hoger dan € 20.000,- kan de gemeente contact opnemen met het centraal team. Het centrale team is te benaderen via zakelijkeschulden@minfin.nl.

Welke publieke schulden worden niet kwijtgescholden?

De volgende publieke schulden komen niet voor kwijtschelding in aanmerking:

  1. Vorderingen die materieel zien op de periode na 1 januari 2021;
  2. Vorderingen en boetes die het gevolg zijn van ernstig misbruik (opzet/grove schuld);
  3. Vorderingen die zijn ontstaan vanuit de positie van de ouder of de toeslagpartner als werkgever.

Voor publieke zakelijke schulden geldt de volgende reikwijdte:

  1. Achterstallige betalingen op de maandelijkse aflossing van een Bbz of Tozo lening bedrijfskapitaal die betrekking hebben op de periode van voor 1 januari 2021 én op 31 december 2020 openstonden, komen voor kwijtschelding in aanmerking;
  2. Hoofdsommen worden enkel kwijtgescholden indien de hoofdsom op 1 januari 2021 opeisbaar was.

Wanneer kan een ouder een beroep doen op de hardheidsclausule na het doorlopen van de schuldenaanpak? 

In de Wet hersteloperatie toeslagen is een hardheidsclausule opgenomen voor (o.a.) de schuldenaanpak. Een hardheidsclausule maakt het voor het college in uitzonderlijke gevallen mogelijk om van wetgeving af te wijken als ‘het gevolg van toepassing van die wet tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg zou leiden'. In dit geval voor de betreffende ouder. Inzet van de hardheidsclausule dient per individueel geval gewogen worden. 

Als u vermoedt dat een ouder in aanmerking komt voor de hardheidsclausule, dan is het relevant dat u kijkt naar de Memorie van Toelichting bij de wet. De vraag die daarbij belangrijk is: heeft de wetgever de situatie van de ouder meegewogen? Ofwel: heeft de wetgever de situatie van de ouder voorzíen?  

Uit de memorie van toelichting van de Wet hersteloperatietoeslagen volgt dat de regeling voor het overnemen van private schulden bedoeld is om gedupeerde ouders zo veel mogelijk kans te bieden op een nieuwe start. Doordat alleen opeisbare betalingsachterstanden en hoofdsommen worden overgenomen, wordt beoogd te voorkomen dat een gedupeerde in de problemen komt door incassomaatregelen. Daarnaast is in de toelichting opgenomen dat het niet uitmaakt of een schuld is te herleiden tot een terugvordering van kinderopvangtoeslag. 

Naar boven ↑

11. Spuk kwijtschelden schulden

Wat is een specifieke uitkering (Spuk)?  

Een specifieke uitkering (Spuk) is een beleidsregeling om taken en activiteiten die gemeenten uitvoeren in opdracht van het rijk te financieren vanuit het rijk. Deze zijn vorm gegeven in ministeriële regelingen. De verantwoording over specifieke uitkeringen loopt mee in het jaarlijkse verantwoordingsproces van de gemeente aan het ministerie van BZK. Dit proces is vastgelegd in het Besluit Begroting en verantwoording. Jaarlijks dient elke gemeente voor 15 juli de jaarrekening en de accountantsverklaring in bij het ministerie BZK.   

Wat is de reden dat er voor het kwijtschelden van publieke schulden twee verschillende Spuk-regelingen zijn?   

Er is een Spuk-regeling kwijtschelding voor het sociaal domein en een Spuk-regeling kwijtschelding voor het belastingdomein. De Spuk's voorzien in de bekostiging van zowel de hoogte van de kwijtgescholden bedragen als een eenmalige vergoeding (aan de gemeente) per gedupeerde ouder die samenhangen met het proces van kwijtschelden en de kosten die een gemeente in de proces maken.   

Het gemeentelijk sociaal domein valt grotendeels onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit ministerie bekostigt de kosten die gemeenten maken om de vorderingen vanuit de Participatiewet1, IOAW, IOAZ en de Inburgeringswet kwijt te schelden. Het gemeentelijk belastingdomein valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Dit ministerie vergoedt de kosten die gemeenten maken om deze vorderingen kwijt te schelden.  

Worden de kosten die wij moeten maken voor het kwijtschelden vergoed?  

Ja. Het rijk heeft toegezegd de werkelijke kosten te gaan vergoeden op basis van nacalculatie. De afspraken zijn opgenomen in ministeriële regelingen in de vorm van Specifieke Uitkeringen (Spuk) aan gemeenten. De vergoeding bestaat uit 100% gederfde baten (kwijtschelding, restitutie en ophogingskosten) en een forfaitaire vergoeding per gedupeerde ouder per gemeente voor kosten die u als gemeente per ouder maakt of gaat maken. Alle informatie met betrekking tot de financiële verantwoording vindt u op onze verantwoordingspagina.

Worden oninbaar geleden vorderingen vanuit het belastingdomein aangemerkt als ‘gederfde belastingopbrengsten’ en dus via de Spuk vergoed? 

In de commissie Invordering van de LVLB (ambtelijke adviescommissie) is de vraag voorgelegd of de oninbaar geleden vorderingen vanuit het belastingdomein kunnen worden aangemerkt als ‘gederfde belastingopbrengsten’ en dus via de Spuk vergoed moeten worden. Ten aanzien van het belastingdomein kwamen zij tot de volgende conclusie: 

“Omdat organisaties de in het verleden oninbaar geleden vorderingen nu definitief niet meer op gedupeerde ouders kunnen verhalen, is sprake van een derving van belastinginkomsten die onder de reikwijdte van de vergoedingsregeling van de toeslagenaffaire vallen. Er is veel voor te zeggen om hierbij een redelijke termijn aan te houden. Als redelijk kan een termijn van maximaal vijf (5) belastingjaren worden aangehouden. Dit betekent concreet dat alle nog openstaande én oninbaar geleden belastingschulden over de jaren 2016 t/m 2020 opgevoerd kunnen worden bij de vergoedingsregeling.” 

Overweging hierbij vanuit de commissie is dat de gemeente voldoende wordt gecompenseerd en zij niet direct vinden dat er nog gesproken kan worden over ‘derving van belastinginkomsten’ bij oninbare vorderingen van >5 jaar. 

Het advies van de commissie LVLB is niet bindend. De Spuk geeft formeel ruimte om alle kwijtgescholden vorderingen – dus ook de oninbaar verklaarde vorderingen - vergoed te krijgen.

Jaarlijsten Spuk’s 

Waar worden de jaarlijsten voor gebruikt? 

De jaarlijsten zijn controlelijsten ter ondersteuning van de verantwoording over de uitgaven binnen de reikwijdte van de van de Specifieke uitkeringen vallen. De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie raadplegen.  

Daarnaast is in het Gegevensportaal van UHT, achter de inlog, een gebruiksinstructie te raadplegen.

Naar boven ↑

12. Beëindiging schuldregelingen

Een ouder heeft zich aangemeld bij de Belastingdienst, maar is nog niet erkend als gedupeerde ouder. Kunnen we een aanvraag voor schuldhulpverlening in behandeling nemen?  

Absoluut. Streven is om de aanmelding bij UHT als mogelijk gedupeerde ouder, een mogelijke schuldregeling niet te beletten. In afwachting van de uitslag van de eerste toets, start de schuldhulpverlener met het regelen van de schulden. Bij voorkeur wordt ingezet op een schuldbemiddeling als vorderingen in het schuldenpakket vallen binnen de reikwijdte de brede schuldenaanpak, omdat dit voor zowel de schuldeisers als de inwoner het meest gunstig is indien de aangemelde ouder als gedupeerde ouder wordt beoordeeld. De inwoner krijgt een vrij te laten bedrag (VTLB) en start met aflossen. De aangemelde ouder ontvangt binnen 6 weken na aanmelding de uitslag van de eerste toets. Een problematische schuldsituatie kan aanleiding zijn om de inwoner met voorrang (urgentie) te beoordelen. Parallel kan er door de mogelijk gedupeerde ouder maandelijks worden afgelost. Als de ouder gedupeerd blijkt te zijn, wordt het gereserveerde bedrag teruggestort aan de ouder en komt de ouder in aanmerking voor de schuldenaanpak. Als de ouder aan de hand van de eerste toets niet als gedupeerde ouder wordt beoordeeld, kan het akkoord worden doorgezet. De ouder heeft dan nog wel recht op een integrale beoordeling.

Een ouder heeft na de eerste toets te horen gekregen dat onvoldoende is vast komen te staan dat zij als gedupeerde ouder wordt beoordeeld. Aan de hand hiervan hebben wij een akkoord gesloten met schuldeisers. Nu blijkt uit de integrale beoordeling dat deze ouder toch als gedupeerde ouder is beoordeeld. Wat moeten wij doen?

De Msnp kan worden beëindigd. De ouder stopt met aflossen. Het gereserveerde bedrag wordt teruggestort. De schuldhulpverlener dient een aanvraag in voor beëindiging.

Hoe ziet de oplossing eruit voor gedupeerde ouders in een Msnp- of Wsnp-traject?

Ouders in een buitengerechtelijke schuldregeling worden versneld uit het traject gehaald. De schuldhulpverlener of kredietbank kan een beëindigingsaanvraag indienen. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wat is de grondslag voor het afbetalen van de schulden in een Msnp- of Wsnp-traject?

Sinds 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen formeel in werking getreden en de grondslag geformaliseerd in de wet. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wie komen in aanmerking voor versnelde beëindiging van een Msnp- of Wsnp-traject?

Zowel gedupeerde ouders als toeslagpartners van gedupeerde ouders die zich in een buitengerechtelijke of wettelijke schuldregeling bevinden, worden versneld uit het traject gehaald. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wat gebeurt er met de publieke schulden die onderdeel zijn van het Msnp- of Wsnp-traject?   

Publieke schulden (schulden aan de overheid) die materieel betrekking hebben op de periode vóór 31 december 2020 worden volledig kwijtgescholden. Schulden die zijn kwijtgescholden worden niet ingediend bij de beëindigingsaanvraag. Publieke schulden die (gedeeltelijk) niet voor kwijtschelding in aanmerking komen, worden wel ingediend. Dit zijn bijvoorbeeld schulden die (gedeeltelijk) zien op de periode na 31 december 2020. Aangeraden wordt om contact te leggen met de publieke schuldeisers die onderdeel zijn van het akkoord. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wat gebeurt er met de publieke schulden die niet worden kwijtgescholden, bijvoorbeeld vorderingen die in de Msnp vallen en na 1-1-2021 zijn ontstaan?  

Deze vorderingen kunnen ingediend worden bij het loket van de Belastingdienst en worden door UHT betaald. UHT geeft een beschikking af. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wat gebeurt er met de private schulden die onderdeel zijn van het Msnp- of Wsnp-traject?  

De private schulden (schulden bij bijvoorbeeld verhuurders of energiebedrijven, zijnde niet overheid) in een Msnp- of Wsnp-traject worden afbetaald door de Belastingdienst. De vordering wordt dus in zijn geheel ingediend bij de beëindiging en wordt volledig voldaan. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces en de handreiking 'private schulden aanpak'.

Hoe kunnen wij controleren of andere publieke dienstverleners de schulden uit de regeling hebben kwijtgescholden?  

Publieke schuldeisers starten met het kwijtschelden van vorderingen op gedupeerde ouders en toeslagpartners zodra deze als gedupeerde zijn aangewezen. Wanneer kwijtschelding is verleend aan een publieke schuld, wordt dit bevestigd met een beschikking. De ouder in een schuldbemiddeling krijgt van alle publieke schuldeisers een aparte beschikking zodra de schuld uit de regeling is kwijtgescholden. Er is afgesproken met de publieke schuldeisers dat zij schuldhulpverleners zoveel mogelijk meenemen in deze communicatie.  Het wordt aangeraden om bij het indienen van de aanvraag contact te leggen met de publieke schuldeisers die onderdeel zijn van het akkoord en die nog geen (volledige) kwijtscheldingsbeschikking hebben afgegeven.

Hoe weten wij welke gedupeerde ouders een Msnp-regeling hebben getroffen?  

Ouders ontvangen bericht van UHT dat zij als gedupeerde ouder worden aangemerkt en in aanmerking komen voor compensatie en de schuldenaanpak. Aan de hand van deze informatie, kan de schuldhulpverlener de Msnp beëindigen. Tevens heeft UHT een lijst beschikbaar gesteld met de aantallen gedupeerden in een buitengerechtelijk schuldentraject. Deze lijst is indicatief en geeft alleen een beeld bij lopende schuldbemiddelingen. UHT heeft geen zicht op lopende saneringskredieten of op schuldbemiddelingen waarbij de Belastingdienst geen partij is. Bij vragen over de aantallen in de lijst kunt u contact opnemen met UHT via CAP.UHT.WSNP.MSNP@belastingdienst.nl.

Welke bijlagen moeten worden meegestuurd bij een aanvraag tot beëindiging?  

Bij de aanvraag stuurt u een afschrift van de schuldregelingsovereenkomst mee. Dit is de overeenkomst tussen de gemeente/kredietbank en de gedupeerde ouder. Daarnaast stuurt de schuldhulpverlener in geval van een schuldbemiddeling een afschrift mee van de bevestigingsbrief. Dit is de bevestiging dat met alle schuldeisers een akkoord is bereikt.  

Wat wordt in het format voor het indienen van de beëindiging bedoeld met de oorspronkelijke schuld?  

Dat is de hoogte van de schuld op het moment van de schuldenlijst, inclusief de ophogingskosten.  

Wat wordt afbetaald voor de schuldbemiddelingen in het minnelijke traject?  

UHT vergoedt in geval van een schuldbemiddeling het hele openstaande bedrag van de oorspronkelijke vordering. Schuldhulpverleners hoeven dus niet te kijken naar het akkoordbedrag. In de aanvraag wordt het openstaande bedrag op de oorspronkelijke vordering opgevoerd. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Voorbeeld: Een schuldeiser heeft een vordering openstaan van € 10.000,-. De schuldeiser is akkoord gegaan met 10%. Het gereserveerde bedrag is eenmalig uitgekeerd aan schuldeisers, waardoor deze schuldeiser 300 euro afbetaald heeft gezien op zijn vordering. De schuldhulpverlener dient bij de aanvraag het oorspronkelijke schuldbedrag minus het afbetaalde op te voeren. Concreet betekent dat dat voor deze schuldeiser een bedrag van € 9700,- kan worden opgevoerd bij de aanvraag.

Wat gebeurt er met het gereserveerde bedrag dat nog niet is uitbetaald aan de schuldeisers?   

Het gereserveerde bedrag wordt teruggestort naar de gedupeerde ouder. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Worden eerdere afbetalingen aan schuldeisers ook teruggestort naar de ouder?  

Nee. Eerdere tussentijdse afbetalingen worden niet gecompenseerd. In een minnelijk traject met een schuldregeling krijgen schuldeisers de oorspronkelijke en volledige vordering (versneld) uitbetaald. Het minnelijk traject kan na afbetaling worden afgesloten. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Wat wordt betaald voor de saneringskredieten in het minnelijk traject?  

Wanneer er sprake is van een saneringskrediet, zijn de schulden van eerdere schuldeisers overgenomen door de gemeente of de kredietbank. De oorspronkelijke schuldeisers maken hierdoor geen onderdeel uit van de compensatieregeling, omdat zij formeel geen schuldeiser meer zijn. De vorderingen zijn afgekocht en de kredietbank fungeert als enige schuldeiser. UHT vergoedt de nog openstaande vordering van het saneringskrediet. De eerdere afbetalingen van gedupeerde ouders worden niet gecompenseerd. Hiermee kan het minnelijk saneringskrediet worden afgesloten. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces.

Komen alle schulden van schuldeisers in de Msnp-regeling in aanmerking voor compensatie?  

In het algemeen is dit het geval. Niet saneerbare schulden worden niet gecompenseerd, maar het is niet gebruikelijk om deze schulden mee te nemen in een Msnp-traject. Dit betreft bijvoorbeeld de betaling van een geldsom aan een slachtoffer, of de betaling aan de benadeelde partij van een geldbedrag, of een verplichting tot schadevergoeding, opgelegd door een civiele rechter na een strafrechtelijke veroordeling. Zie de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject' voor een uitwerking van het proces. Met de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen is er ook een reikwijdte voor het oplossen van Msnp-trajecten ontstaan.

Wat zijn de stappen om het minnelijke traject af te sluiten?  

De schuldhulpverlener of de kredietbank dient een aanvraag in bij het loket van de Belastingdienst. Bij de aanvraag moet minimaal worden vermeld:

  • Het bedrag aan openstaande vorderingen binnen de buitengerechtelijke schuldregeling;
  • Een berekening van de vergoeding door de schuldhulpverlener.

UHT neemt binnen 4 weken een besluit over de aanvraag. Dit is een beschikking. UHT keert het totaalbedrag binnen 4 weken na d.d. beschikking uit aan de schuldhulpverlener of de kredietbank.

Bij een saneringskrediet is hiermee het traject beëindigd. Bij een schuldbemiddeling kan de schuldhulpverlener het bedrag uitbetalen aan de schuldeisers.

Wij hebben de schuldregeling in het BKR geregistreerd. Wordt deze verwijderd?  

Negatieve BKR-registraties worden verwijderd uit het CKI-systeem van BKR. Het BKR kan geen rapport tonen waarop de ‘voor’ en ‘na’ situatie te zien is. Wilt u inzicht in de mutaties, dan is het raadzaam voorafgaand en na afsluiting van het schuldentraject een overzicht aan te vragen. De gedupeerde ouder kan dit overzicht ook online aanvragen bij BKR. Niet alle registraties worden verwijderd, alleen de negatieve. Er blijft dus wel een historisch overzicht staan van de verleende kredieten (of nog lopende kredietverstrekkingen), maar de negatieve registraties die het gevolg zijn geweest van achterstanden worden verwijderd. Voor schuldbemiddelingen en saneringskredieten geldt dat de gehele overeenkomst wordt verwijderd.

Kan de bewindvoerder de aanvraag indienen voor zowel de ouder onder bewind als de toeslagpartner die niet onder bewind staat?

Nee, het besluit geldt alleen voor ouders die zich in een Wsnp- of een Msnp-traject bevinden. Wanneer de toeslagpartner (degene die zich niet in een Wsnp- of Msnp-traject bevindt) ook schulden heeft, worden deze schulden zoveel mogelijk via de brede schuldenaanpak afbetaald. Het moratorium – de zogenaamde pauzeknop – geldt wél voor zowel de gedupeerde ouder als de huidige toeslagpartner. Er kan dus ook niet via de toeslagpartner beslag worden gelegd op het ontvangen compensatiebedrag.

Kan de rechter het Wsnp-traject weer heropenen, wanneer er toekomstige baten ten gunste van de boedel ontstaan?  

Juridisch gezien is dit mogelijk, maar hier is voor gedupeerde ouders en hun toeslagpartner geen sprake van als de Wsnp van toepassing was voor inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen. De schuldeisers worden namelijk gecompenseerd voor de oorspronkelijke vordering van de schuld. Er is geen sprake van een restschuld voor de schulden die gecompenseerd worden - en dus is er geen reden om het Wsnp-traject te heropenen. Zie ook de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject'.

Komen alle schulden van schuldeisers in de Wsnp in aanmerking voor compensatie?  

Nee, de volgende openstaande vorderingen (schulden) worden niet gecompenseerd:

  • Schulden die voortvloeien uit oplichting (zie art. 326 Wetboek van Strafrecht);
  • Schulden de voortkomen uit geldboetes;
  • Schulden die voortkomen uit te betalen schadevergoedingen (ook aan slachtoffers).

Deze schulden worden normaliter ook niet meegenomen bij het verkrijgen van een schone lei. Zie hiervoor ook artikel 358, 4e lid, van de Faillissementswet.

Kan de Wsnp wel worden afgesloten als niet alle schulden worden gecompenseerd? Bijvoorbeeld als er schulden zijn die voortvloeien uit boetes.  

Ja, dat kan. In het reguliere Wsnp-traject gaan deze aangewezen vorderingen immers ook niet mee in de schone lei. Het Wsnp-traject kan dus worden beëindigd. Zie ook de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject'.

Mijn Wsnp-traject is afgesloten. Nu is het wettelijk traject heropend nadat ik 30.000 euro heb ontvangen. Ik kan niet beschikken over mijn compensatie. Wat kan ik doen?  

Ouders die zich (opnieuw) in een wettelijke schuldentraject bevinden, omdat dit is heropend door het (mogelijk) ontvangen van het forfaitaire bedrag, komen ook voor deze beëindigingsregeling in aanmerking als de Wsnp van toepassing was voor inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen. De bewindvoerder doet een aanvraag voor compensatie. Na uitbetaling aan de schuldeisers is de oorspronkelijke vordering betaald door de Belastingdienst. De gedupeerde ouder krijgt het gespaarde in de boedel van de bewindvoerder uitbetaald. Daarmee kan de gedupeerde ouder (weer) over de forfaitaire uitbetaling beschikken. Zie ook de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject'

Is er verschil in de afsluiting van het Wsnp-traject en de uitkering van de Catshuisregeling, als de gedupeerde ouder onder beschermingsbewind of onder schuldenbewind staat? 

Het Besluit om ouders versneld uit de schuldtrajecten te halen geldt enkel voor gedupeerde ouders die zich in een wettelijk en buitengerechtelijk schuldsaneringstraject bevinden (Wsnp/Msnp). Gedupeerde ouders met schulden die onder bewind zijn gesteld wegens het hebben van problematische schulden (schuldenbewind) vallen niet onder dit besluit. De schulden voor deze groep ouders worden zoveel als mogelijk afbetaald via de brede schuldenaanpak. In afstemming met de betrokken branches is deze memo opgesteld voor ouders die onder schuldenbewind staan.

Waarom krijgen gedupeerde ouders die door UHT versneld uit de Wsnp worden gehaald geen schone lei?

De beëindigingsgrond van de Wsnp is artikel 350, derde lid, sub b Faillissementswet. De Wsnp wordt tussentijds beëindigd omdat de schulden die onderdeel zijn van het traject geheel worden afbetaald. Dit betekent dat de ouder geen schone lei ontvangt. Dat is niet nodig. Immers, een schone lei houdt in dat het restant van de gemaakte schulden niet meer op te eisen is door de schuldeisers. In dit geval betaalt de Belastingdienst/toeslagen de volledige oorspronkelijke vorderingen – er is dus geen restant waarover een schone lei afgegeven kan worden.

De (tussentijdse) beëindiging op deze grond houdt in dat de ouder – mocht dit in de toekomst nodig zijn – een tweede keer toegelaten kan worden tot de Wsnp. Zie ook de handreiking 'Beëindigen Msnp-traject'.

Peildatum Msnp in Wet Hersteloperatie Toeslagen

De Wet hersteloperatie toeslagen is formeel op 5 november 2022 in werking getreden. Bij onderstaande vragen kunt u dus 5 november als datum aanhouden van inwerkingtreding. 

Wat is er veranderd sinds de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie kinderopvangtoeslag op het gebied van de schuldenaanpak? 

Ouders die een schuldregelingsovereenkomst vóór inwerkingtreding van de wet hebben getekend, kunnen aanspraak maken op het versneld beëindigen van de Msnp als ze door UHT als gedupeerde ouder worden beoordeeld. De gehele oorspronkelijke schuldenlast die onderdeel is van het akkoord wordt in -zijn geheel- gecompenseerd.  

Ouders die de schuldregelingsovereenkomst hebben getekend ná inwerkingtreding van de wet, kunnen niet versneld uit de regeling worden gehaald als zij als gedupeerde ouder worden beoordeeld. Uiteraard worden schulden die onderdeel zijn van het akkoord én onder de reikwijdte van de brede schuldenaanpak vallen, kwijtgescholden door de publieke schuldeisers of gecompenseerd via het loket van SBN. Ook in dit geval wordt aangeraden om voor ouders een schuldbemiddeling te starten in plaats van te saneren. Indien er na het doorlopen van de schuldenaanpak nog een problematische schuldsituatie is, kan een regulier schuldhulpverleningstraject worden ingezet. De ouder wordt niet versneld uit een Msnp-traject gehaald.  

Is het uitlegbaar dat gedupeerde ouders met een schuldregelingsovereenkomst gesloten voor 1 november 2022 hun schuldregeling voortijdig kunnen beëindigen en gedupeerde ouders die na 1 november 2022 een schuldregelingsovereenkomst tekenen niet?  
Er ontstaat steeds meer ongelijkheid tussen gedupeerde ouders in een schuldregeling en gedupeerde ouders zonder schuldregeling. Ouders in een schuldregeling krijgen 100% van de schulden gecompenseerd – ook schulden die buiten de reikwijdte van de brede schuldenaanpak vallen. Ten tijde van het opstellen van het beleid in mei 2020 was dit uitlegbaar c.q. noodzakelijk. Immers, het SBN-loket was nog niet open en publieke schuldeisers verleenden nog geen kwijtschelding. Ouders in een Msnp/Wsnp regeling konden hier niet op wachten, omdat zij lange tijd onder een strak regime hadden geleefd en het niet wenselijk werd geacht dat het compensatiebedrag in de boedel viel. Een algehele aflossing van schulden die onderdeel waren van het akkoord was noodzakelijk om ook deze ouders een nieuwe start te kunnen bieden.   

Inmiddels is het SBN-loket open en ook publieke schuldeisers verlenen kwijtschelding wanneer zij gegevens ontvangen dat de ouder als gedupeerde ouder is beoordeeld door UHT. Dit alles maakt de datum invoering van de Wet een logisch moment om de reikwijdte van de schuldenaanpak voor ouders in een schuldregeling gelijk te trekken met die van andere ouders.    

Moeten gedupeerde ouders in een schuldregeling daterend van na in werkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen nu toch schulden betalen van hun compensatie? 
Schulden of betaalachterstanden die buiten de reikwijdte van de Wet vallen moeten worden betaald. Dat geldt voor alle gedupeerde ouders. Mogelijk betalen ouders dit vanuit de ontvangen compensatie.  

Klopt het dat voor iedere mogelijk gedupeerde ouder met schulden van voor juni 2021 die vanaf inwerkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen een verzoek doet tot schuldhulpverlening en later gedupeerd blijkt te zijn, de Msnp niet versneld kan worden beëindigd? Hoe verloopt dit proces dan?  

Als de schuldregelingsovereenkomst wordt gesloten nadat de Wet hersteloperatie toeslagen in werking is getreden en de ouder blijkt gedupeerde te zijn, dan:  

  1. Worden enkel de publieke schulden binnen de reikwijdte van de brede schuldenaanpak publieke schulden kwijtgescholden;   
  2. Worden enkel de private schulden binnen de reikwijdte van de brede schuldenaanpak private schulden afbetaald door SBN;  
  3. Valt het compensatiebedrag in eerste instantie in de boedel;   
  4. Door de kwijtschelding en afbetaling door SBN valt een aantal schuldeisers af. De schuldenlast is lager en de overige schuldeisers ontvangen een hoger bedrag dan is voorgesteld (bij de keuze voor een saneringskrediet zouden schuldeisers benadeeld zijn).  
  5. Kan mogelijk de schuldregeling worden beëindigd:   
  • Als de schulden niet meer problematisch zijn, kunnen betalingsregelingen voor het resterende worden getroffen en kan de ouder beschikken over het compensatiebedrag;   
  • Kan het compensatiebedrag worden gebruikt om de restschuld af te lossen.   

Als de verwachting is dat de integrale beoordeling een oplossing is voor de problematische schulden (door het hogere bedrag aan compensatie) of de erkenning als gedupeerde ouder, kan dat een reden zijn voor aanvraag urgentie. Toekennen van urgentie zorgt voor wegnemen van de wachttijd van de integrale beoordeling waardoor voor de ouder direct de IB start.  

Is het zo dat voor iedere mogelijke gedupeerde met schulden van na 1 juni 2021 en waar we ook niet meer voor datum inwerkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen een schuldregelingsovereenkomst hebben opgestart, er geen oplossing voor de schulden geboden kan worden? 
Deze schulden vallen inderdaad buiten de reikwijdtes van de brede schuldenaanpak. Uiteraard kan de (mogelijk) gedupeerde ouder wel geholpen worden met een regulier schuldhulpverleningstraject en de brede ondersteuning.  

Waarom wordt een schuldbemiddeling aangeraden voor aangemelde ouders? Vanuit onze praktijk hebben wij de voorkeur voor een saneringskrediet. 
Door een schuldbemiddeling op te starten in plaats van een saneringskrediet, behartigt de schuldhulpverlener ook de belangen van de schuldeisers. Immers, indien de ouder als gedupeerde ouder wordt beoordeeld ontvangt de schuldeiser 100% van het oorspronkelijke bedrag – en niet het bedrag waarvoor het akkoord is gesloten. Als duidelijk is dat de schulden buiten de reikwijdte vallen van de brede schuldenaanpak, kan wel gekozen worden voor een saneringskrediet. Bij deze keuze worden de belangen van de schuldeisers en ouder afgewogen  

Naar boven ↑

13. Private schulden

Als onderdeel van de Hersteloperatie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet besloten om naast het kwijtschelden van publieke schulden ook private schulden van gedupeerde ouders / toeslagpartners op te lossen. UHT neemt de schulden binnen de reikwijdte van de regeling over en betaalt de private schulden. Stichting Sociale Banken Nederland (SBN) voert de regeling uit namens de Belastingdienst/Toeslagen.

Wat zijn private schulden?  

Private schulden zijn schulden bij organisaties die geen overheidsorganisatie zijn. Bijvoorbeeld banken, zorgverzekeraars, incassobureaus, woningbouwverenigingen, sportscholen, energiebedrijven en webshops. 

Wat is de grondslag rond het oplossen van private schulden?

Met de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen is de grondslag voor het oplossen van private schulden bij wet geformaliseerd.

Wat is de doelgroep van het Beleidsbesluit betalen private schulden? 

Op grond van het Beleidsbesluit kunnen schulden worden betaald van: 

  • De gedupeerde ouder, dat wil zeggen degene die recht heeft op het forfaitaire bedrag van € 30.000 (Catshuisregeling); 
  • De toeslagpartner van de gedupeerde ouder;
  • De ex-toeslagpartner van de gedupeerde ouder;

Wie is (de) toeslagpartner van een gedupeerde ouder? 

  • Bij aanmelding na 1 juni 2021 geldt: 
    • De toeslagpartner is de partner op de datum van uitbetaling van de compensatie van (of aangevuld tot) minimaal 30K 
  • Bij aanmelding voor 1 juni 2021 geldt: 
    • De toeslagpartner is de partner op de datum van uitbetaling van de compensatie van (of aangevuld tot) minimaal 30K; 
  • Mocht er bij uw aanmelding op de toetsingsdatum 31-12-2020 een andere partner zijn aangemerkt als toeslagpartner dan geldt deze partner ook als toeslagpartner. 

Er kunnen bij aanmeldingen voor 1 juni 2021 dus twee toeslagpartners zijn. 

Wat gebeurt er met de private schulden van een toeslagpartner? 

De private schulden van een toeslagpartner en een ex-toeslagpartner van een gedupeerde ouder worden overgenomen of afbetaald indien ze binnen de reikwijdte van de wet vallen.

Wat is de reikwijdte van het Beleidsbesluit betalen private schulden? 

De private schuld moet een betalingsachterstand of openstaande opeisbare schuld (vordering) zijn die betrekking heeft op de periode tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. In het geval dat private schulden voor 1 juni 2021 zijn ontstaan, maar de aanmaning na 1 juni 2021 is ontvangen, komen de desbetreffende private schulden ook voor overname of betaling in aanmerking. Daarnaast moet de vordering op het moment van indienen nog open staan.

Welke private schulden vallen onder het Beleidsbesluit betalen private schulden? 

Het gaat om schulden die voortvloeien uit een privaatrechtelijke vordering tot betaling van een geldschuld van een schuldeiser. Gedacht kan worden aan: huur, betalen van een energierekening, zorgnota of (af)betaling van een gekocht product. Het kan ook om een éénmalige openstaande opeisbare vordering gaan, denk aan een niet betaalde tandartsrekening. 

De private schulden moeten zijn ontstaan op of na 1 januari 2006 en vóór 1 juni 2021 opeisbaar zijn. De schulden moeten nog open staan op het moment van beslissen op de aanvraag. 

In het Beleidsbesluit betalen private schulden is opgenomen dat de volgende schulden voor overname of betaling in aanmerking komen: 

  • Alle openstaande en opeisbare betalingsachterstanden en bijkomende kosten worden afbetaald (bijvoorbeeld een huurachterstand en incassokosten, of een betalingsachterstand bij een verzekering of abonnement). Deze schulden worden ook wel de opeisbare vorderingen genoemd; 
  • Alimentatieverplichtingen komen voor betaling in aanmerking; 
  • Schulden bij een buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon (bijvoorbeeld de Duitse Belastingdienst) worden ook betaald; 
  • Achterstallige betalingen van leningen bij familie, vrienden of kennissen die zijn vastgelegd in een notariële akte worden ook afbetaald. De notariële akte moet zijn opgesteld in de periode vanaf 1 januari 2006 tot 1 juni 2021. 

Concrete voorbeelden ter verduidelijking van wat er onder private schulden wordt verstaan: 

Voorbeeld 1:  

Als een gedupeerde ouder/toeslagpartner een aantal maanden de huur of hypotheek niet heeft betaald, wordt deze betalingsachterstand door de Belastingdienst/Toeslagen betaald. Hieronder vallen ook de extra kosten zoals rente, incassokosten, boetes en ophogingen. De periode van betalen van schulden door de Belastingdienst/Toeslagen loopt tot 1 juni 2021. Achterstanden die gaan over de periode ná 1 juni 2021 moet door de gedupeerde ouder/toeslagpartner zelf betaald worden. 

Voorbeeld 2 

Een gedupeerde ouder heeft een hypotheek van 250.000 euro. De maandelijkse betaaltermijn is 750 euro. Tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021 zijn er 4 betaaltermijnen onbetaald en opeisbaar. Dit bedrag van 3.000 euro + de bijkomende kosten worden afbetaald. De hoofdsom van de hypotheek wordt niet afbetaald.  

Alle extra kosten die boven op de schulden komen worden ook afbetaald. Bijvoorbeeld contractuele rente, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten, invorderingskosten, executiekosten en contractuele boeten.  

Voorbeeld 3:  

Schulden bij een energieleverancier die ontstaan zijn tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021 worden afbetaald door de Belastingdienst/Toeslagen. Ook extra kosten zoals boetes en ophogingen worden betaald. Termijnbedragen die gaan over de periode ná 1 juni 2021 moet de gedupeerde ouder/toeslagpartner zelf betalen. 

Alle extra kosten die boven op de schulden komen worden ook afbetaald. Bijvoorbeeld contractuele rente, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten, invorderingskosten, executiekosten en contractuele boeten. 

Worden reeds afbetaalde schulden die zijn betaald van het compensatiebedrag van 30.000 euro vergoed? 

De schuldenaanpak voorziet in een oplossing voor openstaande vorderingen. Een deel van de gedupeerde ouders heeft ontvangen compensatie(s) gebruikt voor het aflossen van schulden. Omdat voor veel gedupeerde ouders de schuldenaanpak pas na het uitkeren van de compensatie is vormgegeven, is besloten om schulden die zijn afbetaald met het compensatiebedrag wel te vergoeden (voor zover ze binnen de reikwijdte van de schuldenaanpak zouden vallen).

Dit proces loopt via Sociale Banken Nederland (SBN); de gedupeerde ouder moet zowel het bewijs van de schuld als de betaling ervan indienen. Vervolgens beoordeelt de SBN de aanvraag. Meer informatie is te vinden op https://albetaaldeschulden.sbn.nl.

Worden reeds afbetaalde schulden/leningen die ontstaan zijn om de schulden bij de Belastingdienst af te kunnen betalen terugbetaald? 

In principe is de schuldenaanpak bedoeld om gedupeerde ouders een schone lei te geven en daarmee hun schulden af te lossen. In het algemeen geldt dat reeds afbetaalde schulden om die reden niet worden gecompenseerd. 

Het Beleidsbesluit gaat uit van twee mogelijke situaties: 

  1. Een ouder meldt zich en uit de lichte (eerste) toets wordt deze niet als gedupeerde aangemerkt. Er is dan ook geen betaling van een compensatiebedrag en ook het moratorium start niet. Uit de integrale beoordeling blijkt dat iemand wel gedupeerd is. Als iemand in de periode tussen besluit lichte toets en besluit integrale beoordeling betalingen heeft verricht, kunnen deze worden meegenomen in de private aanpak. Dat houdt in dat de betaalde private schulden worden terugbetaald. 
  2. Een ouder heeft zich voor de inwerkingtreding van de Catshuisregeling gemeld (een vroeg-melder) en heeft een bedrag aan compensatie of een tegemoetkoming ontvangen. Er was nog geen sprake van een moratorium. Ook zijn er ouders die de compensatie van € 30.000,- hebben ontvangen voordat het wettelijk moratorium was ingevoerd. Het kan zijn dat zij hun private schulden in die periode hebben betaald, eventueel vanuit hun compensatiebedrag. Ook voor deze groep is het mogelijk de betaalde private schulden terugbetaald te krijgen.  

Worden informele schulden van gedupeerde ouders en de toeslagpartner afbetaald? 

Informele schulden bij familie of vrienden die zijn vastgelegd met een notariële akte worden overgenomen of betaald. Zodra er een notariële akte is opgesteld, is er sprake van een formele schuld (de informele schuld is dan formeel geworden). Bijvoorbeeld een lening die een gedupeerde ouder en/of een toeslagpartner heeft afgesloten met een familielid of vriend. Een lening bij vrienden die niet is vastgelegd in een notariële akte wordt niet overgenomen en betaald. 

Hoe worden private schulden van gedupeerde ouders bij Zorgverzekeraars opgelost m.b.t. wanbetalers? 

Voor een groot deel van de gedupeerden die zich in de wanbetalersregeling bevinden is nu een actie opgezet om deze vooruitlopend op het loket private schulden uit de wanbetalersregeling te halen. Deze actie wordt momenteel uitgevoerd door de zorgverzekeraars. 

Hierdoor zijn gedupeerde ouders vanaf 1 januari weer verzekerd via de gewone premie en kunnen zich eventueel aanvullend verzekeren. Dit geldt vooruitlopend op het melden van openstaande zorgschulden in het loket private schulden. De voorwaarde is wel dat ouders geen nieuwe betalingsachterstanden hebben vanaf 1 juni 2021. Mochten ouders nieuwe achterstanden hebben dan moeten zij, om de wanbetalersregeling te kunnen verlaten, voor 1 januari 2022 de betalingsachterstand eerst zelf aflossen of een betalingsregeling treffen. 

Betalingsachterstanden bij zorgverzekeraars van voor 1 juni 2021 moeten naderhand nog door ouders ingediend worden in het loket private schulden bij SBN.

Worden schulden van gedupeerde ouders aan buitenlandse schuldeisers afbetaald? 

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Nederlandse en buitenlandse private schuldeisers. Ook schulden bij buitenlandse publiekrechtelijke schuldeisers kunnen worden ingediend. Heeft een gedupeerde ouder/toeslagpartner bijvoorbeeld een schuld bij de Duitse Belastingdienst, dan valt deze schuld binnen de private schuldenregeling. De gedupeerde ouder/toeslagpartner moet deze schulden, dus wel op zijn/haar schuldenlijst zetten. 

Let op! Schulden bij Nederlandse publieke schuldeisers kunnen niet worden ingediend bij SBN, want die komen voor kwijtschelding onder het besluit kwijtschelding publieke schulden in aanmerking, mits het schulden zijn die zijn ontstaan of betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020. 

Welke schulden vallen niet onder het Beleidsbesluit betalen private schulden? 

Het uitgangspunt is dat alleen betalingsachterstanden aan private schuldeisers worden overgenomen of betaald. In een aantal uitzonderingen komt ook de hoofdsom voor overname of betaling in aanmerking. Dit is hieronder verder uitgewerkt. 

Schulden die niet voor betaling of overname in aanmerking komen zijn: 

  • De resterende hoofdsom van een hypothecaire lening. De gehele hypotheek is een hoofdsom. Als deze in opdracht van de Belastingdienst afbetaald zou worden, zou de gedupeerde ouder een 'gratis’ huis krijgen. Uitgangspunt van de schuldenaanpak is om een gedupeerde ouder/toeslagpartner een nieuwe start te laten maken met zo min mogelijk schulden. Een achterstallig betalingsprobleem belemmert die nieuwe start. 
  • Voor hypotheken geldt er een uitzondering. In het geval er een restschuld overblijft na verkoop of verhaal op de verhypothekeerde zaak, dan is het mogelijk dat de resterende hoofdsom van de hypotheek voor overname of betaling in aanmerking komt. 
  • De resterende hoofdsommen van andere (goederen)kredieten, tenzij die vanwege betalingsachterstanden opeisbaar zijn geworden. Zie twee voorbeelden: 
    • De bank verstrekt een lening van € 24.000,-, af te lossen in 24 maandelijkse termijnen van € 1.000,-. Na betaling van 10 termijnen verzuimt de kredietnemer de 11e en 12e termijn te voldoen. Dat zijn de achterstallige termijnen. 
    • Als de bank de kredietovereenkomst niet heeft opgezegd, worden alleen de achterstallige 10e en 11e termijn (= € 2.000,-) vergoed. Als de bank de kredietovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd is er een bedrag van € 15.000,- opeisbaar: namelijk € 2.000,- van de reeds opeisbare 10e en 11e termijn, en € 13.000,- van de door opzegging opeisbaar geworden resterende hoofdsom (c.q. de 12e t/m 24e termijn).  
       
    • Een leasemaatschappij (lessor) verstrekt een goederenkrediet/huurkoop aan de lessee voor een auto van € 24.000,-, af te lossen in 24-maandelijkse termijnen van € 1.000,-. Na betaling van 10 termijnen verzuimt de lessee de 11e en 12e termijn te voldoen. Dat zijn de achterstallige termijnen. 
    • Als de lessor de leaseovereenkomst niet heeft opgezegd, worden alleen de achterstallige 10e en 11e termijn (= € 2.000,-) vergoed. Als de bank de leaseovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd is er een bedrag van € 15.000,- opeisbaar: namelijk € 2.000,- van de reeds opeisbare 10e en 11e termijn, en € 13.000,- van de door opzegging opeisbaar geworden resterende hoofdsom (c.q. de 12e t/m 24e termijn). NB Als de auto teruggehaald wordt, kan ook het bedrag van de totale achterstand (de verplichting tot betaling) lager worden. 
  • Schulden die zijn gemaakt na 1 juni 2021; 
  • Schulden die zijn ontstaan als gevolg van een onrechtmatige daad waaronder bijvoorbeeld (wettelijke) aansprakelijkheid. Een onrechtmatige daad is een inbreuk op een recht. Iemand doet iets of laat juist iets dat in strijd is met een wettelijke plicht of met de ongeschreven wetten in de maatschappij. Denk aan bijvoorbeeld: het maken van een beroepsfout, het beschadigen/vernielen van het eigendom van iemand anders of het schenden van het auteursrecht; 
  • Schulden bij rechtspersonen, vennootschappen onder firma en maatschappen waarin de gedupeerde ouder of toeslagpartner een belang heeft, waarbij geldt dat het percentage waarvoor een dergelijke schuld niet als private schuld wordt aangemerkt gelijk is aan het percentage van het belang van de gedupeerde ouder of toeslagpartner in die rechtspersoon, vennootschap of maatschap. Gedacht kan worden aan de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) die een rekening-courant-schuld heeft aan zijn eigen BV. Bij een 100% aandeelhouder zal niets worden overgenomen. 

Wat als je schulden hebt bij het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)? 

In het Beleidsbesluit wordt goedkeuring gegeven aan het voldoen van opeisbare schulden die voortvloeien uit alimentatieverplichtingen (partner- en kinderalimentatie) van de gedupeerde ouder of toeslagpartner. Voorwaarde is dat het LBIO voor deze schulden gemachtigde invorderaar is. Op initiatief van LBIO kunnen ook zonder aanvraag van de gedupeerde ouder of toeslagpartner de opeisbare schulden worden voldaan. 

Voor dossiers bij het LBIO (dit zijn de dossiers waarin LBIO als gemachtigd invorderaar is betrokken) geldt in eerste instantie dat de gedupeerde ouder wordt gevraagd om de alimentatieschulden in te dienen bij het loket private schulden. Mocht het LBIO in de tussentijd haar eigen bevoegdheid al in hebben gezet, dan wordt dit bij het controleren van de schuld geconstateerd. 

Wie doet wat binnen de private schuldenaanpak? 

Er is voor de private schuldenaanpak een samenwerking tussen het Ministerie van Financiën (opdrachtgever), stichting Sociale Banken Nederland (SBN) (opdrachtnemer) en de VNG (ondersteuning gemeenten in de uitvoering). Hiernaast zijn er nog andere stakeholders actief in dit proces. 

Wat is de rol van SBN bij de aanpak private schulden?  

Wanneer een gedupeerde ouder/toeslagpartner door Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) als gedupeerd wordt aangemerkt en compensatie van €30.000 of meer ontvangt, dan neemt UHT de schulden over binnen de reikwijdte van de regeling en betaalt de meeste private schulden af. Stichting Sociale Banken Nederland (SBN) voert de regeling (Beleidsbesluit betalen private schulden) uit namens de Belastingdienst/Toeslagen. Bij SBN zijn 9 kredietbanken aangesloten. Gedupeerde ouders dienen hier de schuldenlijst van private schuldeisers in.

Wat is de rol van gemeenten bij de aanpak private schulden? 

Indien door de ouder gewenst, ondersteunen gemeenten de ouder bij het opstellen en indienen van de schuldenlijst bij SBN voor het overnemen en afbetalen van de private schulden aan schuldeisers. 

Kunnen de gegevens die gemeenten hebben van gedupeerde ouders/toeslagpartners ook gebruikt worden om deze personen proactief te benaderen voor het indienen van hun private schuldenlijst? 

Nee, dat kan niet. De gegevens die gemeenten hebben van gedupeerde ouders/toeslagpartners dienen een ander doel en mogen in het kader van privacy wetgeving (AVG) enkel voor dat doel worden gebruikt. 

Gemeenten kunnen wel zelf informatie over de private aanpak en de ondersteunende rol door gemeenten publiceren op hun eigen website. Ook kunnen gemeenten in de beschikking die opgesteld wordt voor kwijtschelding algemene informatie opnemen over de brede ondersteuning die geboden kan worden. 

Wat is de rol van de VNG? 

Het is de rol van de VNG om gemeenten in staat te stellen de ondersteuningsrol in de private schuldenaanpak goed te kunnen vervullen. Het VNG-team Hersteloperatie beantwoordt hiertoe vragen van gemeenten over de private schuldenaanpak en heeft een handreiking Private Schulden voor gemeenten opgesteld.   

Daarnaast kan de VNG problemen in de ondersteuning voorleggen aan het Ministerie van Financiën en/of SBN. Er is een casuïstiek overleg ingericht waarbij casussen die niet binnen het beleidsbesluit passen worden besproken. De VNG kan daar signalen afgeven van veel voorkomende casussen die bij de het team hersteloperatie binnenkomen, dan wel een casus van een gemeente inbrengen.  

Wat is SBN (Sociale Banken Nederland)? 

Voor het afbetalen van private schulden heeft de Belastingdienst negen kredietbanken bereid gevonden de schulden van gedupeerde ouders/toeslagpartners over te nemen en aan de schuldeisers af te betalen. Deze banken vallen onder de Stichting Sociale Banken Nederland (SBN). 

Loket private schulden van SBN 

Gedupeerde ouders/toeslagpartners kunnen sinds 5 januari 2022 via een digitaal portaal hun private schulden indienen bij SBN. Een deel van de gedupeerde ouders/toeslagpartners kan dit zelfstandig zonder hulp. Een ander deel heeft hier ondersteuning bij nodig. De ouders die ondersteuning nodig hebben, kunnen hiervoor een beroep doen op de SBN via een daarvoor ingericht service center. Zij kunnen ook om ondersteuning vragen bij de gemeente. De gemeente kan ondersteunen bij het opstellen en indienen van de private schuldenlijst via de digitale portal van SBN of via een downloadformulier per post. 

Kan er ook contact worden opgenomen met SBN? 

Een gedupeerde ouder/toeslagpartner kan digitaal of per post een aanvraag indienen. SBN heeft een serviceteam waar voor technische en andere vragen naar toe gebeld kan worden. Het telefoonnummer is: 088-1410560.

Welke informatie moet er in het loket private schulden worden aangeleverd? 

In het schuldenportal kan de gedupeerde ouder zijn of haar schuldenlijst indienen. Het helpt de medewerkers van SBN om de private schuldenlijst af te handelen als er zoveel mogelijk informatie doorgegeven wordt. Zoals klantnummers, factuurnummers, kopieën, pdf’s of foto ‘s van de facturen of aanmaningen met de schuldenlijst meegestuurd worden. Maar als niet alle informatie voorhanden is, is dat geen probleem. De ouder (of de gemeente) hoeft voor het indienen van de aanvraag geen uitgebreid voorwerk te verrichten. Aan de hand van de wel bekende gegevens, neemt SBN contact op met de schuldeisers. Ook als een ouder later nog een schuld wil toevoegen, kan dit in de portal.

Wie hebben toegang tot het loket private schulden van SBN? 

Alleen erkend gedupeerde ouders/toeslagpartners hebben op basis van hun BSN nummer en DigiD toegang tot het loket private schulden van SBN. Vanwege de verwerkingstijd van een week van de aangeleverde gegevens van erkend gedupeerde ouders/toeslagpartners in de systemen van SBN, kan het zijn dat een erkend gedupeerde ouder/toeslagpartner tijdelijk niet kan inloggen. De erkend gedupeerde ouder krijgt dan een bericht te zien dat er contact opgenomen dient te worden met Belastingdienst/Toeslagen en/of het één week later nogmaals te proberen.  

Kan een niet erkende gedupeerde ouder/toeslagpartner inloggen in het loket private schulden van SBN? 

Nee. Alleen erkend gedupeerde ouders/toeslagpartners hebben (op basis van hun BSN-nummer) toegang tot het loket. Indien een niet erkende ouder/toeslagpartner probeert in te loggen op het ouderportaal dan krijgt de desbetreffende ouder een bericht met die strekking op het beeldscherm te zien. 

Hoe lang duurt de afhandeling bij het loket private schulden van SBN? 

In het Beleidsbesluit is opgenomen dat er binnen zes maanden na aanvraag een besluit wordt genomen. Deze termijn kan éénmaal verlengd worden met zes maanden. 

Mag een gedupeerde ouder/toeslagpartner meerdere keren private schulden indienen?

Afhankelijk van de datum waarop een ouder als gedupeerd is erkent geldt een van deze situaties: 

  • Erkent voor 1 juli 2023: het indienen van de schuldlijst kan tot 1 januari 2024 
  • Erkent na 1 juli 2023: het indienen van de schuldlijst kan ingediend worden tot 6 maanden na de datum die staat op de beschikking ‘toekenning forfaitaire compensatie (of toekenning)”  

Aan wie worden de schulden van gedupeerde ouders/toeslagpartners betaald? 

De schulden worden direct, zonder tussenkomst van de gedupeerde ouder/toeslagpartner, door SBN uitbetaald aan de schuldeisers. Heeft een gedupeerde ouder/toeslagpartner bijvoorbeeld een schuld bij een energieleverancier, dan wordt de schuld uitbetaald aan deze leverancier 

Moratorium 

Kan het moratorium verlengd worden?  

Het moratorium kan niet verlengd worden. In de wet is vastgelegd dat het moratorium 1 jaar mag duren. Een langer moratorium zou rechtsongelijkheid richting schuldeisers met zich meebrengen.

Wat gebeurt er met gedupeerde ouders/toeslagpartners waarvan het moratorium eindigt en nog niet alle schulden afbetaald zijn? 

Alle gedupeerde ouders en toeslagpartners waarvan het moratorium eindigt, ontvangen twee maanden voordat het moratorium eindigt een brief van de Belastingdienst. In die brief worden gedupeerde ouders opgeroepen om zo snel mogelijk hun private schuldenlijst in te dienen. De verantwoordelijkheid voor het indienen van private schulden bij SBN ligt bij de erkend gedupeerde ouder/toeslagpartner. 

Gedupeerde ouders waarvan het moratorium afloopt krijgen voorrang bij de afhandeling. Om de afhandeling zo spoedig mogelijk te laten verlopen, kunnen gemeenten op verzoek van de gedupeerde ouder ondersteunen bij het inventariseren en indienen van de schuldenlijst in het loket private schulden.

Daarnaast is er een telefoonlijn bij Toeslagen/Belastingen beschikbaar voor spoedgevallen die snel geholpen moeten worden. Bijvoorbeeld dat er op dat moment een deurwaarder voor de deur staat om beslag te leggen voor een vordering die onder het beleidsbesluit valt.  Tel: 0800 - 2 358 358 (gratis) 

Hoe kunnen gemeenten gedupeerde ouders ondersteunen waarvan het moratorium eindigt? 

  • De gemeente kan informatie op de eigen website plaatsen over het einde van het moratorium en wat de gedupeerde ouder/toeslagpartners vervolgens kunnen doen en dat de gemeente ondersteuning kan bieden;
  • De gemeente kan capaciteit vrijmaken voor de ondersteuningswerkzaamheden; 
  • Een crisissituatie kan worden gemeld bij het serviceteam gedupeerden kinderopvangtoeslag op telefoonnummer 0800 - 2 358 358 (gratis). Een crisissituatie is een situatie waarbij direct gevolgen zijn voor de gedupeerde ouder in verband met het beëindigde moratorium en nog openstaande schulden waarbij onverhoopt beslag wordt geëxecuteerd. Bijvoorbeeld als er een deurwaarder voor de deur staat om beslag te leggen voor een vordering die onder het beleidsbesluit valt. 

Wanneer gaat de wettelijke pauzeknop in bij uitstel betaling 30K (of eerste compensatie)? 

In sommige gevallen kiest een ouder ervoor om de eerste compensatie niet gelijk uit te laten betalen (bijv. vanwege schuldsaneringstraject of andere omstandigheden). 

In die gevallen worden de gegevens van de gedupeerde ouder al wel aangeleverd bij gerechtsdeurwaarders en SBN ten behoeve van de uitvoering van de pauzeknop en private schuldenregeling. Er wordt een fictieve moratoriumdatum meegegeven, gebaseerd op de 1e zondag van de maand waarin iemand als gedupeerde is aangemerkt. 

Zodoende kan de ouder private schulden indienen bij het loket van SBN en executeren gerechtsdeurwaarders geen beslagen. 

Op het moment dat de ouder kiest om de compensatie uit te laten betalen, gaat het wettelijk moratorium van een jaar daadwerkelijk in. Door het beleid worden de schulden van de betreffende ouder extra lang gepauzeerd. 

Bezwaar, beroep en de hardheidsclausule 

Is de hardheidsclausule gelijk aan de bezwaarprocedure? 

Nee, voor het toepassen van de hardheidsclausule en het voeren van bezwaar worden verschillende processen uitgewerkt. Bezwaar is een juridisch middel om in te zetten als een gedupeerde ouder het niet eens is met de beschikking die hij of zij heeft ontvangen. Het toepassen van de hardheidclausule gaat er om dat in bijzondere situaties in het belang van een gedupeerde afgeweken kan worden van het Beleidsbesluit betalen private schulden. 

Het afwijken gaat slechts bij hoge uitzondering aan de orde zijn. Het afwijken van beleidsregels leidt in de regel immers tot schending van het gelijkheidsbeginsel. Er moet dus sprake zijn van daadwerkelijk bijzondere omstandigheden op grond waarvan onverkorte toepassing van de beleidsregels onevenredig nadeel voor de betrokkene zou opleveren. Hierbij kan gedacht worden aan een gedupeerde ouder of toeslagpartner die na afbetaling van de private schulden zich alsnog geconfronteerd ziet met ernstige problematische schulden. Op dit moment is er een casuïstiek-tafel ingericht waaraan SBN, het ministerie van Financiën en de VNG deelnemen. Hier kunnen casussen beoordeeld worden die complex zijn of waarin een beroep op de hardheidsclausule is gedaan. 

BKR 

De 'negatieve' registratie (achterstandscode) wordt verwijderd door de schuldeiser.   

Wat houdt verwijdering in? 

De registratie van een krediet of schuldregeling is op zichzelf terecht. De achterstandscode wordt weggehaald. Een registratie hoeft niet een negatief signaal te zijn. Het kan ook een bevestiging zijn dat iemand zijn financiële verplichtingen nakomt. De kredietverstrekker ziet dat het betaalgedrag van iemand in orde is. Een betalingsachterstand is zichtbaar zodat een kredietaanbieder kan bepalen of het verantwoord is dat iemand een nieuwe lening afsluit of een lening afsluit die past bij de persoon. 

Faillisementen 

In het beleidsbesluit private schulden dat op 28 oktober 2021 is gepubliceerd in de Staatscourant, is ook beleid geformuleerd voor gedupeerde ouders die in faillissement verkeren. Met de publicatie van het beleidsbesluit kan gestart worden met de uitvoering van dit beleid. 

Wie is bij staat van faillissement gerechtigd om een aanvraag te doen? 

In het geval dat de gedupeerde ouder of toeslagpartner op de datum van bekendmaking van het Beleidsbesluit (28 oktober 2021) in staat van faillissement verkeert, is uitsluitend de curator gerechtigd om een aanvraag te doen. In dat geval zal de voldoening van de private schuld door de Belastingdienst/Toeslagen plaatsvinden door middel van betaling aan de boedel. De curator kan de aanvraag sturen naar CAP.UHT.WSNP.MSNP@belastingdienst.nl. Dit mailadres is ook bedoeld voor aanvragen aangaande faillissementen. 

Welke private schulden worden vergoed bij faillissement? 

De criteria voor welke private schulden wel en niet worden vergoed zijn voor gedupeerde ouders en hun toeslagpartner hetzelfde als voor mensen die niet in faillissement zijn. Er zijn 2 uitzonderingen op deze regel: 

  1. Op het moment dat een gedupeerde ouder of toeslagpartner hoofdelijk aansprakelijk (als gevolg van bestuurdersaansprakelijk) zijn gesteld voor schulden die uit zakelijke activiteiten van een rechtspersoon volgen, worden deze niet vergoed. (dit is vergelijkbaar met het besluit dat schulden uit een onrechtmatige daad niet worden vergoed). 
  2. De kwijtschelding van de persoonlijke zakelijk schulden (van bijv. een eenmanszaak) is gemaximeerd op 200.000 euro (gelijkelijk de de-minimisregel) 

Is een gedupeerde ouder/ toeslagpartner gegarandeerd uit faillissement met de regeling? 

Er zijn gedupeerde ouders die door het toedoen van de regelingen niet uit hun faillissement komen. Het faillissement is wel eindig maar er kan niet altijd een oplossing gevonden worden voor alle schulden. Dit gaat met name voor situaties waarin mensen in het faillissement zijn gekomen met grote zakelijke schulden zoals kredieten die niet worden betaald uit het Beleidsbesluit betalen private schulden. 

Ontvangt een gedupeerde ouder/ toeslagpartner aan het einde van het faillissement-traject nog 30.000 euro? 

Het voorstel is om de € 30.000,- aan het einde uit te keren. Voor ouders die niet uit faillissement zijn, kan dit bedrag mogelijk in eerste instantie naar de curator gaan. De curator zal beslissen waar dit geld voor gebruikt wordt. 

Vergoeding kosten gemeente 

Krijgen we als gemeente onze gemaakte uren vergoed op basis van nacalculatie? 

Gemeenten ontvangen een financiële vergoeding voor de ondersteuning die ze aan gedupeerde ouders/toeslagpartners bieden in het kader van de private schuldenaanpak. 

Deze vergoeding is gebaseerd op de Regeling specifieke uitkering gemeentelijke ondersteuning aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021 (Spuk brede ondersteuning). 

Krijgt de gemeente opgekochte schulden vergoed? 

Als de gemeente het totaal aan schulden van een gedupeerde opkoopt dan heeft de gedupeerde één grote lening bij de gemeente. Denk aan de sociale lening. Een sociale lening is voor mensen die ergens anders geen geld kunnen lenen. De sociale lening is bedoeld voor wat grotere, eenmalige uitgaven die echt noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld een bed dat nodig vervangen moet worden. Maar bijvoorbeeld ook voor het kopen van een vliegticket, omdat uw vader of moeder ernstig ziek is en niet in Nederland woont. 

Kredietbanken helpen ook mensen die geld willen lenen voor bepaalde aankopen of voor hun onderneming, maar daarvoor niet terecht kunnen bij een commerciële kredietverlener. Dat doen ze zonder winstoogmerk, als onderdeel van hun taak om armoede te bestrijden. 

Met een sociaal krediet kunnen mensen hun woonomstandigheden verbeteren, een opleiding volgen of een bedrijf starten. Een sociale lening wordt verleend op aanvraag van een particulier. Kredietbanken zorgen dat een lening nooit iemands draagkracht te boven gaat en binnen een redelijke termijn terug te betalen is, meestal in maximaal 60 maanden. Kredietbanken voeren een sociaal incassobeleid. Dat betekent dat ze bij betalingsachterstanden vroegtijdig met iemand overleggen over een oplossing. 

Achterstanden op de afbetaling van deze lening kunnen meegenomen worden binnen de private aanpak. 

Gemeenten kunnen ook vanuit de Participatiewet leningen (bijzondere bijstand voor levensonderhoud) verstrekken in het kader van levensonderhoud of Tozo bedrijfskapitaal. De leningen die verstrekt worden op basis van de Participatiewet komen voor kwijtschelding in aanmerking. 

Bewindvoering 

Kan een bewindvoerder de afgesproken vergoeding voor bewindvoering voor een gedupeerde ouder indienen bij het loket private schulden van SBN? 

In het Besluit betalen private schulden is opgenomen dat ‘Indien sprake is van curatele of onderbewindstelling van de gedupeerde ouder of toeslagpartner op grond van artikel 1:378 BW respectievelijk artikel 1:431 BW en door de curator of bewindvoerder een aanvraag op grond van dit besluit is ingediend, wordt aan de curator of bewindvoerder een forfaitaire kostenvergoeding toegekend ter hoogte van vier uur tegen het in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen uurtarief.’ 

Het is niet mogelijk om de kostenvergoeding in te dienen bij het loket van Sociale Banken Nederland (www.sbn.nl). Er wordt nog gewerkt aan op welke manier deze vergoeding ingediend en betaald kan worden. Zodra hier meer over bekend is, wordt dit gecommuniceerd. 

Naar boven ↑

14. Zakelijke schulden

Raadpleeg in aanvulling op onderstaande informatie ook de handreiking 'private schuldenaanpak' voor procesinformatie rond het omgaan met zakelijke schulden.

Hoe wordt omgegaan met het oplossen van zakelijke schulden voor gedupeerde ouders?

In beginsel worden achterstallige betalingen die binnen de reikwijdte van de schuldenaanpak vallen én waarvoor de ondernemer hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld, kwijtgescholden of gecompenseerd. Ondernemers zijn in ieder geval aansprakelijk als de bedrijfsvorm geen rechtspersoonlijkheid heeft. Bedrijfsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn ZZP, maatschap, commanditaire vennootschap (CV’s) en de Vennootschap onder Firma (VOF).

Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteunregels plaats moet vinden. De de-minimisverordening maakt het mogelijk om zakelijke publieke schulden kwijt te schelden tot maximaal 200.000 euro per drie belastingjaren zonder dat er sprake is van staatssteun.

Zakelijke schulden kunnen niet ambtshalve worden kwijtgescholden, omdat er geen registratie is hoeveel staatssteun een onderneming heeft ontvangen. De ouder of de toeslagpartner moet dus zelf aangeven of er ruimte is voor de-minimissteun. Dit kan door het – voorafgaand aan de kwijtschelding - invullen van een de-minimisverklaring. Een voorbeeld van een de-minimis verklaring kunt u hier vinden. Om de ouder te ondersteunen bij het invullen van de verklaring, is er een speciaal team opgericht. Dit team is te bereiken via zakelijkeschulden@minfin.nl.

Wij kunnen als gemeente en waterschap ook vorderingen hebben op bedrijven waar gedupeerde ouders eigenaar zijn. Worden deze schulden ook kwijtgescholden?

In beginsel geldt dat, wanneer het bedrijf van de gedupeerde ouder/toeslagpartner een bedrijf betreft zonder rechtspersoonlijkheid (ZZP, maatschap, CV of VOF), publieke schulden die betrekking hebben op de periode voor 1 januari 2021 worden kwijtgescholden. Het kan bijvoorbeeld gaan om achterstallige betaling van afvalstoffenheffing van het bedrijf. Wanneer het een ZZP-onderneming betreft wordt de gehele schuld op datum tot en met 31 december 2020 kwijtgescholden. Wanneer het een samenwerkingsvorm betreft met vennoten, dan wordt de schuld kwijtgescholden tot maximaal het percentage van deelneming in het bedrijf. Dit betekent dat de mogelijke restschuld bij de partners blijft bestaan. Bij BBZ leningen bedrijfskapitaal wordt ook kwijtschelding verleend aan bedrijven met rechtspersoonlijkheid. Dit heeft te maken met de hoofdelijke aansprakelijkheid die ook voor ondernemers met een bedrijf met rechtspersoonlijkheid geldt. Let op: met kwijtschelding mag de norm voor Europese staatsteun (de-minimis) niet overschreden worden.

Moeten we een beschikking sturen als wij kwijtschelding verlenen aan een ondernemer?

Ja. De beslissing om kwijtschelding te verlenen aan de ondernemer is een besluit in de zin van de Awb. Er wordt dus een beschikking gestuurd. In geval van een zakelijke kwijtschelding wordt op de beschikking expliciet vermeldt dat het gaat om de-minimis steun.

Wij kunnen als gemeente ook een vordering hebben op een ZZP-er. Bijvoorbeeld voor de achterstand op de betaling WOZ van zijn/haar bedrijf. Schelden wij die schuld ook kwijt?

Ja, de schuld die op 31 december 2020 openstaat wordt kwijtgescholden binnen de geldende voorwaarden. Zo mag de norm voor Europese staatsteun (de-minimis) niet overschreden worden.

Gedupeerde ouders/toeslagpartners kunnen vanuit hun bedrijf ook private schulden hebben. Bijvoorbeeld een schuld aan de verhuurder? Worden deze afbetaald of overgenomen?

Wanneer het een private schuld betreft van een bedrijf zonder rechtspersoonlijkheid kan deze schuld worden overgenomen/afbetaald. Juridische bedrijfsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn een ZZP, een commanditaire vennootschap (CV), een maatschap en een vennootschap onder firma (VOF). Voor de ZZP-er geldt dat de gehele openstaande schuld tot 1 juni 2021 afbetaald/overgenomen wordt. Wanneer het een juridische bedrijfsvorm betreft met vennoten, dan wordt de schuld overgenomen/afbetaald tot maximaal het percentage waarin wordt deelgenomen in het bedrijf. De schuld bij de overige vennoten blijft staan.

Klopt het dat partners van gedupeerde ZZP’ers wel ontlast worden van een schuld en vennoten niet?

Indien de ZZP’er een schuld heeft waarvoor beide (privé)partners hoofdelijk aansprakelijk zijn met hun privévermogen, dan is dit inderdaad het geval. In de situatie dat een ZZP’er een gemeentelijke belastingschuld heeft, dan kan de schuld van de ZZP’er verhaald worden op het privévermogen van de fiscale partner. Beiden zijn hoofdelijk aansprakelijk met hun privé vermogen voor deze schuld. Wanneer de schuld kwijtgescholden/afbetaald/overgenomen wordt, is de gehele schuld voldaan. Daarmee is ook de fiscale partner verlost van de aansprakelijkheid van de schuld. Dit is niet het geval bij vennoten (zakelijke partners). In geval van een VOF, maatschap of CV wordt de schuld kwijtgescholden/afbetaald/overgenomen tot maximaal het percentage van de schuld waarin wordt deelgenomen in het bedrijf. 

Wordt een schuld in de vorm van BBZ-bedrijfskapitaal kwijtgescholden? 

BBZ-bedrijfskapitaal wordt aan zelfstandigen verstrekt in de vorm van een gift of een lening. De achterstand op de periodieke afbetaling van de lening valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen indien deze materieel betrekking heeft op 2020 of eerder én de vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteun regels moet plaatsvinden.

Wordt een schuld als gevolg van algemene bijstand in de vorm van een lening op grond van het BBZ wel kwijtgescholden? 

Ja, deze bijstand is verstrekt ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan en heeft geen zakelijk karakter. Deze vorderingen worden kwijtgescholden voor zover zij niet zijn teruggevorderd wegens overtreding van de inlichtingenplicht op grond van opzet/grove schuld. 

Wat zijn de grenzen van staatsteun waar we rekening mee moeten houden bij het kwijtschelden van achterstanden BBZ- en TOZO-bedrijfskapitaal?

De grenzen van staatsteun zijn vastgelegd in de de-minimis verordening.

De de-minimisverordening maakt het mogelijk om zakelijke publieke schulden kwijt te schelden tot maximaal € 200.000,- per drie belastingjaren zonder dat er sprake is van staatssteun.

Zakelijke schulden kunnen niet ambtshalve worden kwijtgescholden, omdat er geen registratie is hoeveel staatssteun een onderneming heeft ontvangen. De ouder of de toeslagpartner zal dus zelf moeten aangeven of er ruimte is voor de-minimissteun. Dit kan door het – voorafgaand aan de kwijtschelding - invullen van een de-minimisverklaring. Een voorbeeld van een de-minimis verklaring kunt u hier vinden.

Hoe kunnen wij verifiëren hoeveel staatssteun een gedupeerde zelfstandige in de afgelopen 3 jaar heeft ontvangen om zeker te weten dat onze kwijtschelding niet lijdt tot overschrijding van de grenzen aan staatsteun? 

Als er sprake is van het kwijtschelden van een vordering van meer dan € 1000,- kwijtschelden, kan het goed zijn om – in overleg met de ouder – contact te leggen met het centraal team omdat kwijtschelden zakelijk zo ingewikkeld is (door die de minimis). Het centrale team gaat dan samen met de ouder de deminimis verklaring invullen. Voor vorderingen hoger dan € 1000,- kan de gemeente contact opnemen met het centraal team. Het centrale team is te benaderen via zakelijkeschulden@minfin.nl.

Waarom worden achterstanden BBZ ook voor ondernemers met een BV kwijtgescholden? Een BV heeft toch rechtspersoonlijkheid?

Dit heeft te maken met de eisen die worden gesteld aan een lening bedrijfskapitaal BBZ. Vennoten en bestuurders tekenen bij verstrekking door de gemeente voor hoofdelijke aansprakelijkheid. 

Naar boven ↑

15. Al betaalde schulden

Wat houdt de regeling ‘al betaalde schulden’ in?
Met de regeling ‘al betaalde schulden’ kan een erkend gedupeerde ouder schulden indienen die (deels) al zelf betaald zijn met de compensatie die eerder van de Belastingdienst ontvangen is. Een gedupeerde ouder kan een aanvraag indienen. SBN beoordeelt dan of de betaalde schulden in aanmerking komen voor een vergoeding.

Wanneer komt een gedupeerde ouder in aanmerking voor een vergoeding van al zelf betaalde schulden?  
Er zijn 2 situaties waarin een gedupeerde ouder aanspraak kan maken op de regeling al betaalde schulden:

  • De gedupeerde ouder heeft schulden betaald met het compensatiebedrag dat is ontvangen. Die schulden zouden anders door de regelingen binnen hersteloperatie toeslagen betaald worden c.q. worden opgelost.  
  • De gedupeerde ouder heeft schulden betaald tussen het moment van de eerste toets en de integrale beoordeling. Die schulden zouden anders door de regelingen binnen de hersteloperatie toeslagen betaald worden c.q. worden opgelost. Mits deze vallen onder het Beleidsbesluit Private Schulden. 

Kan een gedupeerde altijd gebruik maken van de regeling al betaalde schulden? 
Een gedupeerde ouder kan altijd een aanvraag indienen. De aanvraag moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen:  

  • De gedupeerde ouder heeft schulden die binnen het besluit betalen private schulden vallen zelf betaald met het compensatiebedrag dat is ontvangen van de Belastingdienst.   
  • De gedupeerde ouder heeft schulden betaald tussen het moment van de eerste toets en de integrale beoordeling. Die schulden zouden anders door de hersteloperatie toeslagen betaald worden.
  • De gedupeerde ouder kan aantonen dat de schuld bestond en opeisbaar was na 1 januari 2006 en voor 1 juni 2021.
  • De gedupeerde ouder kan aantonen dat de schuld betaald is na ontvangst van het compensatiebedrag. 
  • Het terug te vragen bedrag kan nooit hoger zijn dan de door de gedupeerde ouder ontvangen compensatie.   

De ouder is nog niet erkend als gedupeerde. Kan de ouder al een aanvraag indienen voor de regeling al betaalde schulden? 
Nee dat kan niet. Alleen erkend gedupeerden kunnen gebruik maken van deze regeling.  

De integrale beoordeling van de (erkend gedupeerde) ouder is nog niet afgehandeld. Mag ik toch al een aanvraag indienen? 
Dat kan alleen als de ouder in de eerste toets aangemerkt is als erkend gedupeerde en hierna schulden heeft betaald met het compensatiebedrag dat is ontvangen.  

Kan de toeslagpartner van de gedupeerde ouder ook een aanvraag indienen? 
Nee. Alleen erkend gedupeerde ouders kunnen al betaalde schulden indienen. De ontvangen compensatie staat op naam van de gedupeerde ouder. De schulden mogen wel op naam staan van de toeslagpartner.  

De gedupeerde ouder heeft een schuldregeling. Kan de gedupeerde ouder een aanvraag indienen?

Nee de gedupeerde ouder kan geen aanvraag indienen. Als de gedupeerde ouder in een schuldenregeling zit, kan de bewindvoerder of schuldhulpverlener zich melden bij de Belastingdienst voor het afronden van dit traject. De schulden van de gedupeerde ouder worden dan afbetaald indien ze onder de reikwijdte van de regeling vallen en de schuldenregeling beëindigd waar mogelijk, daarom komt de gedupeerde ouder niet in aanmerking voor dit loket.

Over de schulden 

Wat betekent opeisbaar? Wanneer is een schuld opeisbaar?  
Dit houdt in dat de eerste betalingstermijn van de betreffende rekening/schuld voor 1 juni 2021 verlopen moet zijn. De gedupeerde ouder is dus te laat geweest met betalen. 

De gedupeerde ouder heeft een krediet afbetaald mag die ook ingediend worden? 
Als de gedupeerde ouder terugbetalingsverplichtingen van een krediet niet is nagekomen, kan de kredietverstrekker het gehele krediet ineens opeisen. De gedupeerde ouder krijgt dan een brief, waarin verzocht wordt het gehele bedrag van het krediet ineens te voldoen. Dan is de gehele lening opeisbaar geworden en kan de gedupeerde ouder deze indienen. Anders kan de gedupeerde ouder alleen betalingen die te laat zijn gedaan indienen. 

Wat is het verschil tussen publieke, private en informele schulden? 

Dit zijn de verschillen. 

Publieke schulden: 
Dit zijn bedragen die de gedupeerde ouder nog moest betalen aan overheidsorganisaties zoals de Belastingdienst, gemeenten, waterschappen, UWV, CAK, DUO, CJIB en de Sociale Verzekeringsbank. Deze schulden kunnen alleen ingediend worden als deze voor 1 januari 2021 zijn betaald met compensatie. De schulden die bij deze instanties nog ná 1 januari 2021 openstonden zijn kwijtgescholden. Schulden die ontstaan zijn na 1 juni 2021 worden niet betaald. 
 
Private schulden: 
Private schulden zijn bedragen die de gedupeerde ouder nog moest betalen aan organisaties die niet bij de overheid horen. Dat kan een energiebedrijf, zorgverzekeraar of een webwinkel zijn.  

Informele schulden: 
Een informele schuld is geleend geld van familie en/of vrienden die niet is vastgelegd bij een notaris. Als de lening is vastgelegd bij een notaris is het een formele schuld. In dat geval vallen bij betalingsachterstanden alleen rente en aflossingen op deze leningen onder de regeling. 

Welke schulden die de gedupeerde ouder betaald heeft met het compensatiebedrag kan worden ingediend? 

  1. private schulden die ontstaan zijn tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. Bijvoorbeeld:

- Een betalingsachterstand bij een schuldeiser, incassobureau of gerechtsdeurwaarder, die de gedupeerde ouder alsnog heeft betaald. 
- Een betalingsachterstand bij een financiële instelling - zoals een bank of verzekeraar - die de gedupeerde ouder alsnog heeft betaald.
- Een betalingsachterstand voor alimentatie, die de gedupeerde ouder alsnog heeft betaald. 

2. publieke schulden die voor 1 januari 2021 zijn betaald met compensatie. De schulden die bij deze instanties nog ná 1 januari 2021 openstonden zijn kwijtgescholden. Schulden die ontstaan zijn na 1 juni 2021 worden niet betaald.

3. betalingsachterstanden op geleend geld van familie en/of vrienden die voor 1 juni 2021 zijn vastgelegd in een notariële akte.  

Maakt het uit wanneer de schuld is ontstaan? 
Ja. Alleen betalingsachterstanden en schulden bij private schuldeisers die zijn ontstaan in de periode tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021, en voldoen aan de criteria, vallen onder deze regeling.  

Kan een gedupeerde ouder private schulden indienen die na 31 mei 2021 zijn ontstaan? 
Nee. Deze private schulden komen niet in aanmerking. Wij vergoeden de bedragen van schulden die zijn ontstaan tot 1 juni 2021. Dat is bepaald in het Besluit al betaalde schulden. 

De gedupeerde ouder heeft schulden bij familie / vrienden afbetaald. Kan de gedupeerde ouder die ook indienen bij deze regeling? 
Nee, informele schulden (zoals een lening bij familie of vrienden) worden niet afbetaald. Behalve als ze zijn vastgelegd in een notariële akte of gerechtelijk vonnis. Dit moet zijn opgesteld op het moment van het aangaan van de schuld. Dan is het een formele schuld. In die gevallen worden betalingsachterstanden (rente en aflossingen) op deze leningen afbetaald. Maar alleen als ze opeisbaar zijn tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. De hoofdsom van een lening betaald de overheid alleen af, als deze al afgelost had moeten zijn. De lening is dan in zijn geheel opeisbaar geworden. 

De gedupeerde ouder heeft de achterstand op de partner- of kinderalimentatie betaald. Kan de gedupeerde ouder de betaalde alimentatie achterstand ook indienen? 
Ja, dat kan als deze achterstallig was en deze achterstand is ontstaan voor 1 juni 2021. Alimentatie is geld dat de gedupeerde ouder betaalt aan een ex-partner. Het is een bijdrage in de kosten voor levensonderhoud van een ex-partner en/of kinderen. Loopt de gedupeerde ouder achter met het betalen van de partner- of kinderalimentatie? Dan is dat een alimentatie achterstand.  

Kan een gedupeerde ouder al betaalde schulden aan buitenlandse schuldeisers indienen? 
Ja, schulden aan buitenlandse schuldeisers komen ook voor terugbetaling in aanmerking. Het is wel belangrijk dat de gedupeerde ouder voldoende kan bewijzen dat de schuld aan de voorwaarden van de schuldenregeling voldoet. 

Kan een gedupeerde ouder de betaalde hypotheektermijnen, huur of afbetaling aan een auto ook indienen?  
Dat kan als de gedupeerde ouder achterliep met betalingen die opeisbaar waren voor 1 juni 2021 en als de gedupeerde ouder deze achterstanden zelf voldaan heeft met het ontvangen compensatiebedrag. Voor de termijnen vanaf 1 juni 2021 blijft de gedupeerde ouder zelf verantwoordelijk. Als de gedupeerde ouder een geldlening is aangegaan – bijvoorbeeld om een auto te kopen – en die in termijnen terugbetaalt, dan wordt dat niet gezien als een schuld. Dit wordt gezien als een lening om in het levensonderhoud te voorzien. Dit is een lopende verplichting die de gedupeerde ouder zelf moet nakomen, zoals ook de maandelijkse betaling van energie en zorgverzekering 

Over het indienen van mijn aanvraag 

Een gedupeerde ouder heeft geen DigiD, kan de gedupeerde ouder zijn schulden toch indienen bij het loket? 

Ja. De ouder kan een formulier uitprinten (of de gemeente kan dit uitprinten voor de ouder) en het ingevulde formulier met stukken per post opsturen. 

Hoe moet een gedupeerde ouder zijn aanvraag indienen? 

Dit kan op twee manieren: 

  1. De gedupeerde ouder kan als (erkend) gedupeerde met zijn DigiD inloggen in het loket al betaalde schulden. Vervolgens doorloopt de gedupeerde ouder alle stappen in het portaal. De gedupeerde ouder moet aantonen dat er schulden zijn afbetaald na het moment dat de gedupeerde ouder een compensatiebedrag heeft ontvangen. Hiervoor moet de gedupeerde ouder verschillende bewijzen bij zijn aanvraag uploaden.
  2. De gedupeerde ouder kan een formulier downloaden en ingevuld met bijbehorende gegevens en documenten opsturen naar SBN.

Kan een gedupeerde ouder later nog schulden toevoegen aan mijn aanvraag? Tot hoe lang na het indienen kan dat? 
U kunt geen schulden toevoegen aan een aanvraag die u al verzonden hebt. Wel kunt u een nieuwe aanvraag indienen. Daarop zet u dan alleen de schuld die u nog niet eerder op uw lijst heeft gezet. Deze nemen we dan ook voor u in behandeling.  

Het lukt de gedupeerde ouder niet om zelf een aanvraag in te dienen. Wie kan de gedupeerde ouder daarbij helpen? 
De gedupeerde ouder kan een familielid of kennis vragen om te helpen. De gedupeerde ouder kan ook contact opnemen met de gemeente. Via de gemeente zijn er hulpverleners beschikbaar die kunnen helpen om de schulden in te dienen bij het loket. Indien er tijdens het invullen een vraag is over de informatie die moet worden ingevuld, dan kan er ook contact worden opgenomen met het service center van SBN via telefoonnummer 088 1410560.

Kan een gedupeerde ouder hulp krijgen van de gemeente bij het indienen van een aanvraag? 
Ja, de gemeente kan hierbij helpen. Maar ook met zaken als bijvoorbeeld werk, gezondheid of het gezin. De gedupeerde ouder bepaalt zelf of en welke hulp de ouder wil van de gemeente. Het is niet verplicht. 

Kan een gedupeerde ouder iemand machtigen om een aanvraag in te dienen?
Ja, een gedupeerde ouder kan een machtigen om zijn/haar zaken te behartigen. Dit kan geregeld worden via https://toeslagen.herstel/iemand-machtigen/

Kan een gedupeerde ouder zijn aanvraag opslaan en op een ander moment verder invullen? 
Ja, het is mogelijk om tussendoor op te slaan en later verder te gaan.  De gegevens van de gedupeerde ouder blijven bewaard als die zijn opgeslagen. 

Krijg een gedupeerde ouder een bevestiging als de aanvraag in behandeling is genomen? 
Ja, de gedupeerde ouder ontvangt een bevestiging per mail nadat de aanvraag is ingediend. De gedupeerde ouder moet deze wel zelf downloaden. Die stuurt SBN niet toe.  

Kan een gedupeerde ouder al zijn betaalde schulden in 1 aanvraag indienen in het portaal? 
Ja dat kan. 

Een gedupeerde ouder wil hulp van een advocaat/jurist. Is dit gratis verkrijgbaar? 
Ja, als gedupeerde van de kinderopvangtoeslag is er gratis rechtsbijstand van een advocaat verkrijgbaar. De gedupeerde ouder hoeft geen eigen bijdrage te betalen. Meer informatie hierover is te vinden op de site van Belastingdienst/Toeslagen

Over het bewijzen van schulden 

Welke bewijsstukken moet een gedupeerde ouder indienen bij zijn aanvraag? 
Om de aanvraag goed te kunnen beoordelen, heeft SBN de volgende informatie nodig: 

  • Informatie over de schuld  
  • Om wat voor een schuld gaat het?  
  • Op wiens naam stond de schuld? 
  • Dat de betalingstermijn voor 1 juni 2021 verlopen is (dus dat er sprake was van een achterstand) 
  • Dit kan door het insturen van een rekening (met vervaldatum), herinnering of aanmaning
  • Informatie over de betaling
  • Gegevens wanneer een gedupeerde ouder de schuld heeft betaald. Dit kan door het insturen van een bankafschrift: Dit moet na het ontvangen van de compensatie zijn geweest  

Is de gedupeerde ouder bij de eerste beoordeling niet erkend, maar later bij de integrale beoordeling wél. Dan is voor de gedupeerde ouder het volgende van toepassing.
Zowel de betalingen op achterstanden die de gedupeerde ouder heeft gedaan vanaf het moment van de eerste beoordeling plus de bedragen die de gedupeerde ouder na ontvangst van de compensatie aan schulden heeft betaald.   

Waarom moet een gedupeerde ouder zoveel informatie meesturen? 
Deze informatie is nodig om te beoordelen of de aanvraag van een gedupeerde ouder voldoet aan de regeling. Helaas kan SBN bij deze regeling voor al betaalde schulden, de aanvraag van een gedupeerde ouder niet beoordelen op basis van informatie van andere partijen. SBN is daarom afhankelijk van de informatie die de gedupeerde ouder zelf aanlevert.  

De gedupeerde ouder heeft geen bewijsstuk van het moment dat het een openstaande schuld was. Kan ik mijn aanvraag toch indienen?
Nee, dat is niet mogelijk. Zonder bewijsinformatie kan SBN de aanvraag niet in behandeling nemen. SBN wijst de aanvraag van de gedupeerde ouder dan helaas af. SBN adviseert de gedupeerde ouder te proberen om bij zijn schuldeiser(s) aanvullende informatie op te vragen.

De gedupeerde ouder weet de datum van het ontstaan van de schuld niet. Kan de gedupeerde ouder zijn aanvraag toch indienen? 
Dat kan alleen als de gedupeerde ouder wel informatie over de schuld kan meesturen met de aanvraag. SBN kan dan bekijken of ze voldoende informatie hebben om de aanvraag in behandeling te nemen. 

De gedupeerde ouder kan zijn papieren niet scannen, hoe kan de aanvraag toch ingediend worden? 
De gedupeerde ouder kan ook een foto maken van de bewijsstukken en op die manier digitaal indienen.  

Hoe moet een gedupeerde ouder aantonen wanneer er betaald is? 
De informatie over de betaling moet bestaan uit:  

  • gegevens over wanneer de gedupeerde ouder de schuld heeft betaald. Dit kan door het meesturen van een bankafschrift; dit kan na het ontvangen van de compensatie zijn geweest. Of dit kan tussen de uitslag van de eerste toets en uitslag van de integrale beoordeling zijn geweest. 

Welke bewijsstukken moet een gedupeerde ouder meesturen als het om een achterstallige alimentatie gaat?  
Alimentatie is vastgelegd in een officiële overeenkomst, zoals een echtscheidingsconvenant of ouderplan. Een gedupeerde ouder dient hiervan in ieder geval een kopie mee te sturen. 

Een gedupeerde ouder kan daarnaast de betalingsachterstand aantonen door een kopie van de aangiftes voor de inkomstenbelasting over die periode mee te sturen. Partneralimentatie is namelijk fiscaal aftrekbaar (voor de ex-partner) of is fiscaal inkomen (voor de gedupeerde ouder). Daarom is dit terug te vinden in de aangifte voor de inkomstenbelasting van de gedupeerde ouder. 

Over de behandeling van mijn aanvraag 

Hoelang duurt het voordat een aanvraag in behandeling wordt genomen? 

SBN streeft ernaar om de aanvraag zo snel mogelijk in behandeling te nemen. SBN bekijkt daarna of al het benodigde bewijsmateriaal aanwezig is en toetst of de schulden binnen het Besluit al betaalde schulden vallen.  

Hoelang duurt het voor een gedupeerde ouder antwoord krijgt? 

SBN streeft ernaar om de gedupeerde ouder binnen 6 maanden na het indienen van zijn aanvraag op de hoogte te brengen. De gedupeerde ouder ontvangt van SBN een brief, de beschikking. Daarin staat welke schulden SBN wel en niet gaan terugbetalen.  

Kan een gedupeerde ouder inzien wat de ouder heeft ingediend? 
Op dit moment nog niet. SBN werkt hard aan deze uitbreiding. Binnenkort kan de gedupeerde ouder al zijn ingediende schulden terugzien in het portaal.  

Kan een gedupeerde ouder zien wat de status van zijn aanvraag is? 
Op dit moment nog niet. 

Krijg een gedupeerde ouder een bevestiging van het besluit? 
Ja, zodra SBN de aanvraag in behandeling heeft en heeft beoordeeld, ontvangt de gedupeerde ouder van SBN een beschikking. Hierop staat of SBN de schuld helemaal, deels of niet gaat vergoeden en waarom.   

Van wie ontvang een gedupeerde ouder de betaling? 
Als de gedupeerde ouder een beschikking heeft ontvangen waarin staat dat zijn bedragen vergoed gaan worden dan ontvangt de ouder die bedragen binnen een maand van Belastingdienst/toeslagen op zijn bankrekening. 

Kan een gedupeerde ouder – als zijn aanvraag wordt afgekeurd- het bedrag toch vergoed krijgen? 
Nee, dat kan niet. 

De gedupeerde ouder is het niet eens met de beslissing van SBN. Wat kan ouder doen? 
De gedupeerde ouder kan bezwaar maken tegen deze beslissing. Dat kan de ouder doen als hij/zij van SBN de brief – de beschikking - heeft ontvangen. Hierin staat welke bedragen SBN wel, voor een deel of niet gaan betalen aan de schuldeisers. 

Wil een gedupeerde ouder bezwaar maken? Dan moet de ouder dat doen binnen zes weken nadat hij/zij de brief van SBN heeft ontvangen. In het bezwaarschrift moet de naam, burgerservicenummer (BSN), adres en telefoonnummer van de gedupeerde ouder vemeld staan. 

Geef ook het volgende aan: 

  • dat de ouder bezwaar maakt; 
  • waar de ouder het niet mee eens is; 
  • waarom de ouder het daar niet mee eens is. 

Vergeet niet om de datum, de handtekening van de gedupeerde ouder en het kenmerk van de brief die de ouder heeft ontvangen, mee te sturen. Heeft de gedupeerde ouder bewijsstukken? Stuur de kopieën hiervan mee. De originele bewijsstukken dient de gedupeerde ouder zelf te bewaren. Maak ook een kopie van het bezwaar voor de gedupeerde ouder. 

Stuur het bezwaar binnen zes weken naar: 

Private Schulden / Al betaalde schulden - Kinderopvangtoeslag 
Postbus 1599 
3500 BN  UTRECHT 

Een gedupeerde ouder heeft een klacht. Wat kan de ouder doen? 
Heeft een gedupeerde ouder een klacht? Dan kan de ouder deze indienen via het klachtenformulier van SBN. 

Wie heeft toegang tot het loket / kan zien wat een gedupeerde ouder heeft ingediend? 
De gedupeerde ouder kan alleen zelf inloggen via DigiD, om toegang te krijgen tot het loket. De medewerkers van de kredietbank gaan met uw dossier aan de slag. Verder kan niemand het dossier inzien.  

Meer informatie 

Naar boven ↑

16. Instituut Publieke Waarden

Wat is de rol van het IPW in de Hersteloperatie Toeslagen Kinderopvang? 

Het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) heeft de opdracht vanuit het Ministerie van Financiën om ‘ernstig gedupeerden’ die veelal kampen met multiproblematiek te helpen hun leven op de rit te krijgen. Deze hulp is aanvullend op de brede ondersteuning vanuit gemeenten en financieel herstel vanuit UHT. Dit doet het IPW voor een relatief kleine, niet van tevoren bepaalde groep aangemelde en erkend gedupeerde ouders, hun kinderen, erven van en ex-toeslagpartners.  

In welke situatie kan het voor ouders en gemeenten handig zijn om IPW te betrekken of nemen andere partijen zoals BHT en ouders zelf contact op met IPW? 

De Inzet van het IPW heeft vooral meerwaarde in situaties waarin: 

  • Er sprake is van hardnekkige knelpunten die om uitzonderingen of een creatieve oplossing vragen; 
  • Multiproblematiek een bepalende rol speelt; 
  • Ouders zeer weinig tot geen enkel vertrouwen hebben in de overheid in zijn algemeen en onafhankelijkheid gewenst is; 
  • Ouders ogenschijnlijk steeds opnieuw in de problemen raken en professionals het gevoel hebben dat problemen van ouders niet op te lossen zijn. 

Hoe kunnen gemeenten ouders en kinderen aanmelden bij IPW en hoe zit dit proces eruit?

Professionals en brede ondersteuners van gemeenten kunnen na toestemming van de ouders situaties/casussen aanmelden via hallo@publiekewaarden.nl. In de e-mail graag een korte schets van wat er aan de hand is. Persoonsgegevens zijn niet nodig en volgen eventueel later. Voor iedere aanmelding geldt: binnen twee werkdagen na aanmelding volgt contact met de aanmelder (professional en/ of gedupeerde inwoner). In dat contact wordt besloten of het IPW in de situatie ondersteunt, adviseert of de procesregie tijdelijk overpakt. 

Op welke manieren kan IPW een rol spelen bij het herstel van ouder(s) en of kinderen ook als deze al ondersteunt worden door gemeenten? 

  • Samenwerkend en ondersteunend aan gemeenten. Ondersteunend aan het herstelproces van de gedupeerde ouder(s) en/ of kinderen in aanvulling op de brede ondersteuning vanuit gemeenten en financieel herstel vanuit UHT. Dat doet het IPW samen met (sociaal) professionals van gemeenten die al betrokken zijn. In deze situaties neemt het IPW niet over wat lokaal gebeurt, maar voegt op verzoek van de ouder en professional en in samenwerking met de huidige hulpverleners (gemeente) iets toe. Dit kan zijn in de vorm van kennis, relaties, doorzettingskracht en onafhankelijkheid. 
  • Pakt de procesregie tijdelijk over. Situaties kunnen ook na overleg met gemeenten in zijn geheel worden overdragen aan het IPW en samen de ouder en/of kinderen wordt een (vernieuwd) plan opgesteld. Lokale professionals en maatschappelijke organisaties die een rol kunnen spelen in dat plan, worden onder regie van het IPW uitgenodigd om deel te nemen in het herstel van de gedupeerde. Dat kan via een op een contact of via een overlegtafel. 
  • Adviseert. Soms help het als een ander met enige afstand naar een vastgelopen situatie kan kijken. Of die mee kan denken over invalshoeken en oplossingsrichtingen die nog niet eerder verkend zijn. Voor dat advies kan het IPW ook geraadpleegd worden. 

Ik ben uitgenodigd voor een doorbraaktafel? Wat houdt dit in? 

Om maatwerkoplossingen voor ouders snel en samen voor elkaar te krijgen is er een tafel waarbij voor iedere specifieke casus relevante partners gevraagd worden deel te nemen die nodig zijn voor de realisatie van maatwerkoplossingen. Dit kan bijvoorbeeld de gemeente waarin de gedupeerde woonachtig is zijn als deze een rol kan hebben voor de doorbraak, of een woningcorporatie waar hij of zij huurt, de zorgverzekeraar, Sociale Banken Nederland, landelijke uitvoeringsinstellingen van de overheid en andere, minder voor de hand liggende partners. Voor de tafel kunnen naast gemeenten ook door andere partijen cases worden aangedragen. Deze partijen hanteren allen dezelfde criteria om een situatie aan te melden. Namelijk dat er ergens iets vastloopt waardoor herstel voor de ouder of het gezin uitblijft of bemoeilijkt wordt. Niet alle aangemelde situaties worden automatisch doorgeleid naar de tafel. Als ondersteuning of advies afdoende is bijvoorbeeld, hoeft dat niet.  

Naar boven ↑

17. Juridische bijstand voor ouders

Ouders kunnen aanspraak maken op gratis rechtsbijstand. Wat houdt deze rechtsbijstand in en wanneer kan de ouder gebruik maken van de regeling? 

  • Er is gratis rechtsbijstand beschikbaar via de Raad voor Rechtsbijstand voor ouders die zijn aangemeld bij UHT als gedupeerde ouder. Aangemelde ouders kunnen gratis rechtsbijstand aanvragen bij de procedure bij UHT  die gaat over herstel van geleden schade bij de kinderopvangtoeslag. De aangemelde ouder komt voor de regeling in aanmerking  
  • als deze zelf géén rechtsbijstandverzekering heeft die de volledige kosten van rechtsbijstand in het kader van de herstelregeling dekt. 

Niet iedereen heeft een advocaat nodig, maar sommige ouders vinden het fijn als er iemand met verstand van zaken meekijkt naar het proces. De keuze is aan de ouder. 

Daarnaast is er een aparte regeling voor gratis rechtsbijstand voor gedupeerde ouders die te maken hebben met uithuisplaatsing of wanneer er een machtiging tot uithuisplaatsing ligt of waarover het gezag is beëindigd.  

De gemeente vergoedt geen kosten voor juridische bijstand. Waar kunnen ouders meer informatie vinden over de kosteloze rechtsbijstand?  

De Raad voor de Rechtsbijstand heeft op de website meer informatie over de regeling. Daar kunnen ouders ook het aanvraagformulier vinden.  

Wij ondersteunen een aantal gezinnen die kennis hebben genomen van de twee civiele uitspraken waarin de rechter heeft uitgesproken dat de Staat in het verleden onrechtmatig heeft gehandeld. Is het voor ouders gunstig om deze civiele aansprakelijkheidsroute te bewandelen? En zo ja, kunnen advocaatkosten in dat geval via de brede ondersteuning gefinancierd worden? 

Ouders hebben altijd het recht gehad om naar de civiele rechter te stappen. Het verschil tussen de civiele en de bestuurlijke schadevergoedingsroute is dat er via de bestuurlijke route minder bewijslast op de ouder rust dan in het reguliere civiele schadevergoedingsrecht het geval is. Het uitgangspunt van de hersteloperatie is om ouders ruimhartig en volledig te vergoeden. De bestuursrechtelijke weg vraagt van ouders om aannemelijk te maken – en niet stellig te bewijzen – dat er sprake is van schade door de toeslagenproblematiek.  

Het is niet mogelijk om de inzet van advocaten te vergoeden vanuit de brede ondersteuning als de inzet ziet op het financieel herstel binnen de hersteloperatie. Daarbij maakt het niet uit of het financieel herstel via het civiele of het bestuurlijke recht wordt behaald. Mogelijk kan de ouder wel gebruik maken van juridische ondersteuning bij andere zaken via de verzekering of reguliere toevoeging via de Raad voor de Rechtsbijstand.  

Kunnen advocaatkosten via de Spuk worden vergoed? 

Advocaatkosten die gemaakt worden in het kader van financieel herstel vallen niet onder de brede ondersteuning en worden niet vanuit de Spuk vergoed. Advocaatkosten die nodig zijn om een nieuwe start op één van de vijf leefgebieden te faciliteren, vallen wel – indien gelieerd aan een doelstelling in het plan van aanpak - onder de brede ondersteuning en kunnen via de Spuk worden gedeclareerd door gemeenten, mits dit goed is onderbouwd in het plan van aanpak. 

‘Een ouder heeft UHT met behulp van een advocaat in gebreke gesteld. De advocaat heeft de ouder een factuur gestuurd. Hoe kan dit? Juridische bijstand was toch kosteloos?’ 

De kosteloze rechtsbijstand geldt voor alle ingezette werkzaamheden rondom het herstel bij de Belastingdienst. Denk aan de lichte toets, de integrale herbeoordeling en de Commissie Werkelijk Schade. Ook alle bezwaar- en beroepsprocedures die daaruit voortvloeien, vallen onder de regeling. Bijvoorbeeld een bezwaarprocedure naar aanleiding van een afwijzing van de lichte toets of een bezwaarprocedure naar aanleiding van de definitieve beschikking compensatie. 

De procedure bij de rechtbank voor niet tijdig beslissen, is niet opgenomen in de regeling en valt dus ook niet onder de kosteloze rechtsbijstand. Voor deze procedure bestaat wel de mogelijkheid om een reguliere toevoeging aan te vragen. Die wordt op basis van draagkracht van de ouder berekend. 

  1. Overigens kan de ouder (of een gemachtigde) UHT zelf ook in gebreke stellen. Inzet van een advocaat is daarbij geen vereiste. UHT heeft een standaardformulier voor ingebrekestellingen ter beschikking gesteld. UHT dient na een ingebrekestelling binnen twee weken te beslissen óf een boete te betalen. Als het laatste het geval is, gebeurt dit automatisch. De ouder hoeft hiervoor niet opnieuw contact op te nemen met UHT. De dwangsom loopt tot maximaal 42 dagen en bedraagt maximaal € 1442,-.

Naar boven ↑

18. Ex-toeslagpartnerregeling

Waarom is er een ex-toeslagpartnerregeling?  

Kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd door één ouder voor het gehele gezin. Deze ouder is de aanvrager. De hersteloperatie is in beginsel gericht op deze (gedupeerde) aanvrager. De gedupeerde aanvrager ontvangt het compensatiebedrag en de gedupeerde aanvrager en diens huidige toeslagpartner komen in aanmerking voor de schuldenaanpak. Niet alle gedupeerde aanvragers zijn nog samen met de toeslagpartner waarmee zij een huishouden deelden ten tijde van de problematiek. Dit voelt in gevallen wrang. Doorgaans hadden de partners gelijke betrokkenheid bij de kinderen en deelden veelal op dagelijkse basis mee in de (financiële) schade als gezinslid.

Het leed hield voor een deel van de ex- toeslagpartners niet op nadat het partnerschap ophield. Zo bleven ze betrokken bij de afhandeling van de terugvorderingen, ontvingen ex- toeslagpartners door de problematiek niet altijd de alimentatie waar zij recht op hadden en ervaarden zij mentale klachten en stress. Bij het toekennen van het compensatiebedrag wordt aan de gedupeerde aanvrager wel een oproep gedaan om het bedrag naar rato te verdelen met de ex- toeslagpartner, maar in de praktijk lukt dit niet altijd. Daarnaast heeft de ex-toeslagpartner geen aanspraak op de schuldenaanpak, waardoor een verdeling in gevallen enkel leidt tot het aflossen van schulden. Dit leidt in de praktijk tot de situatie dat de ex-toeslagpartner niet altijd (evenredig) deelt in het herstel. Ook is een gebrek aan erkenning als gedupeerde een pijnpunt bij ex-toeslagpartners. 

Waarom is er pas twee jaar na de herstelregeling een ex-toeslagpartner regeling? 

Bij het toekennen van het compensatiebedrag wordt aan de gedupeerde aanvrager wel een oproep gedaan om het bedrag naar rato te verdelen met de ex-toeslagpartner, maar in de praktijk blijkt dit niet altijd te lukken. Het ontwerpen van een passende regeling was niet eenvoudig. Gezien de omvang van de doelgroep (schatting destijds 8000), was maatwerk niet uitvoerbaar binnen afzienbare termijn. Een generieke regeling werd noodzakelijk geacht, maar bracht diverse dilemma’s.  

Vanaf wanneer kunnen ex-toeslagpartners zich aanmelden?  

Ex-toeslagpartners die geen brief ontvangen, maar waarvan de ex-partner (aanvrager kinderopvangtoeslag) wel al als gedupeerde is erkend en/of als ze van mening zijn dat ze onder de definitie van een ex-toeslagpartner vallen, kunnen in het eerste kwartaal van 2024 op herstel.toeslagen.nl teruglezen wat ze kunnen doen als ze nog geen brief hebben ontvangen.

Als de aanvrager van de kinderopvangtoeslag in 2024 nog niet als gedupeerde is erkend, kan de ex-toeslagpartner zich nog niet aanmelden. Dit kan pas als de aanvrager als gedupeerde ouder is erkend. Ook in dat geval geldt een termijn van 6 maanden vanaf het moment dat de aanvrager als gedupeerde is erkend, waarbinnen de ex-toeslagpartner een aanvraag tot herstel kan indienen. 

Moeten ex-toeslagpartners zich melden bij UHT of ontvangen zij de herstelregeling automatisch? 

Er is geen sprake van een ambtshalve toekenning door UHT. Ex-toeslagpartners moeten zelf een aanvraag tot herstel indienen bij UHT. Vanaf medio januari 2024 is op herstel.toeslagen.nl te lezen wat mogelijke ex-toeslagpartners kunnen doen als ze dan nog geen brief hebben ontvangen.

Wat kunnen de uitkomsten zijn van de beoordeling door UHT?  

De uitkomsten kunnen zijn erkenning of afwijzing. De uitkomst wordt via een beschikking aan de aanvrager kenbaar gemaakt. 

Bij erkenning:  

Indien de ex- toeslagpartner als gedupeerde wordt erkend, wordt voorafgaand aan de uitbetaling contact opgenomen met de ex- toeslagpartner door UHT. Hier wordt de vraag gesteld of uitbetaling al kan plaatsvinden of dat er nog mee gewacht moet worden, bijvoorbeeld tot het moment waarop de schuldenaanpak voor ex- toeslagpartners is afgerond. 

Er wordt tijdens het aanmeldproces gevraagd of de ex- toeslagpartner een gemeentelijk ondersteuningsaanbod wenst. Indien dat het geval is, verstrekt UHT nadat er beschikt is de gegevens van de betreffende ex- toeslagpartner aan de woongemeente via het gegevensportaal, zodat de gemeente contact kan opnemen voor het aanbieden van brede ondersteuning.   

Bij afwijzing: 

Indien de aanvraag wordt afgewezen – en de vermeende ex- toeslagpartner niet als gedupeerde ex- toeslagpartner wordt erkend – staat bezwaar open. Bezwaar maken kan door het indienen van een bezwaarschrift binnen zes weken na dagtekening van de beschikking.  Gemeenten kunnen alleen brede ondersteuning aanbieden aan erkend gedupeerde ex-toeslagpartners.

Waarom start de brede ondersteuning bij ex- toeslagpartners pas nadat zij zijn erkend en niet vanaf het moment indienen aanvraag? 

De verwachte doorlooptijden van ingediende aanvragen voor financieel herstel van ex-toeslagpartners zijn naar verwachting kort. UHT toetst ingediende aanvragen op basis van de bij hen beschikbare data en wijst toe of af via een beschikking. De doorlooptijd van dit proces is zes tot acht weken.  

Is er een integrale beoordeling voor ex-toeslagpartners? 

Er is geen integrale beoordeling – dit is ook niet nodig. De beoordeling als ex- toeslagpartner is onlosmakelijk verbonden met de beoordeling van de aanvrager. Ex-toeslagpartners worden aangeschreven nadat de aanvragende ouder als gedupeerde ouder is beoordeeld. Ex-toeslagpartners van aanvragers die nog geen uitsluitsel hebben ontvangen over de beoordeling als gedupeerde ouder, komen nog niet in aanmerking voor de ex- toeslagpartnerregeling.   

Waar bestaat de ex-toeslagpartnerregeling uit? 

  • Eenmalige een financiële compensatie van €10.000,-.
  • Toegang tot een vergoeding voor werkelijke schade als de ex-partner aantoonbaar meer schade heeft geleden. 
  • Een schuldenaanpak 
  • Brede ondersteuning door gemeenten 

Zie herstel.toeslagen.nl voor meer informatie. 

Voor wie geldt de ex-toeslagpartner regeling? Wanneer ben je een ex-toeslagpartner? 

De ex-toeslagpartnerregeling is gericht op de voormalig toeslagpartner waarvan het aannemelijk is dat zij merkbare gevolgen hebben ondervonden van de problemen rondom de kinderopvangtoeslag bij hun voormalige partner. Een ex-toeslagpartner is geen toeslagpartner meer op moment van ontvangen van het compensatiebedrag van de aanvrager. Daarnaast moet die voldoen aan het duurcriterium of het kindcriterium.  

Het duurcriterium houdt in dat de ex- toeslagpartner ten minste 1 jaar toeslagpartner is geweest van een gedupeerde ouder na ontvangst beschikking die leidde tot de status gedupeerdheid.  

Het kindcriterium houdt in dat het eigen (pleeg) kind van de ex-toeslagpartner op de aanvraag kinderopvangtoeslag stond en de ex- toeslagpartner en de aanvrager nog elkaars toeslagpartner waren in het jaar van de beschikking waardoor zij gedupeerd zijn.

Is de oproep aan de aanvragende ouder nog steeds om het compensatiebedrag te verdelen met de ex-toeslagpartner? 

Ja. Het kabinet moedigt de gedupeerde aanvragers en hun ex-toeslagpartners aan het gezamenlijk ontvangen bedrag van in totaal € 40.000 onderling te verdelen. Door de forfaitaire compensatie hebben ex-toeslagpartners in ieder geval zelfstandig toegang tot minstens € 10.000, ook als het verdelen van overige ontvangen bedragen tussen de ex-toeslagpartner en zijn voormalige partner niet lukt.  

Wanneer komt een ex-toeslagpartner in aanmerking voor brede ondersteuning? 

De brede ondersteuning voor de ex- toeslagpartner en diens gezin wordt aangeboden nadat de ex-toeslagpartner als gedupeerde is erkend en een beschikking hierover heeft ontvangen. Dit wijkt af van het moment waarop de brede ondersteuning van de (mogelijk) gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag en diens gezin wordt aangeboden. De beoordelingstijd bij ex- toeslagpartners is naar verwachting korter omdat deze al bekend zijn bij de belastingdienst en UHT.  

Wat kan de gemeente betekenen voor ex-toeslagpartners die nog geen brief hebben ontvangen of nog niet als gedupeerd zijn erkend? 

De gemeente kan via de reguliere hulp- en dienstverlening ondersteunen. Brede ondersteuning is beschikbaar vanaf het moment dat de ex-toeslagpartner als zodanig wordt erkend.

Kunnen ex-toeslagpartners kenbaar maken tijdens het herstelproces dat zij brede ondersteuning wensen?  

Erkende ex-toeslagpartners kunnen op ieder moment een beroep doen op de brede ondersteuning. Dat kan bij UHT of bij de gemeente. UHT deelt gegevens via ex-toeslagpartners die ondersteuning wensen in het gegevensportaal. Gemeenten dienen via de servicedesk gemeenten te verifiëren dat de ex-toeslagpartner als zodanig door UHT is erkend. Alleen kosten die gemaakt worden voor erkende ex-toeslagpartners worden vergoed en alleen zij hebben recht op brede ondersteuning. 

Kan een ex-toeslagpartner woonachtig in het buitenland ook door het OTB ondersteund worden? 

Gedupeerde ex-toeslagpartners die woonachtig zijn in het buitenland kunnen – indien zij dit wensen – brede ondersteuning op de vijf leefgebieden ontvangen via het Ondersteuningsteam voor Ouders in het Buitenland (OTB). Meer informatie over het OTB, het proces en de voorwaarden die gelden voor de ex- toeslagpartner om voor ondersteuning in aanmerking te komen, is te vinden in de handreiking ‘Ondersteuning ouders in het buitenland’. 

Kunnen gedupeerde ex-toeslagpartner rechtsbijstand ontvangen? 

Erkend gedupeerde ex-toeslagpartners kunnen – net als aanvragers – kosteloos rechtsbijstand ontvangen gedurende het financieel herstelproces. 

Hoe ziet de schuldenaanpak eruit voor erkende ex-toeslagpartners? 

Als de ex-toeslagpartner als gedupeerde wordt erkend, komt deze in aanmerking voor de schuldenaanpak. De materiële reikwijdte van de schuldenaanpak is identiek aan die van gedupeerde aanvragers van de kinderopvangtoeslag. Dit betekent dat er een (beperkte) oplossing wordt geboden voor private en publieke schulden. Zie voor een verdere toelichting op het proces en de reikwijdte de handreiking ‘Schuldenaanpak – kwijtschelden publieke schulden’ en de handreiking ‘Schuldenaanpak – private schulden’.  

Ex-toeslagpartners in een wettelijke of minnelijke schuldregeling (Wsnp/Msnp) waarbij de schuldregelingsovereenkomst is getekend voor 15 juli 2023, worden versneld uit de regeling gehaald. Zie voor meer informatie over dit proces de Handreiking ‘Schuldenaanpak – beëindigen Msnp-traject’.  

Er is geen pauzeknop of wettelijk moratorium voor ex-toeslagpartners. 

Schulden tot aan (in) 2021 van ex-toeslagpartners worden gecompenseerd of kwijtgescholden. Wat gebeurt er met schulden uit 2022 en 2023? 

Het één op één aansluiten bij de schuldenaanpak voor aanvragers heeft logischerwijs tot gevolg dat niet alle schulden van ex- toeslagpartners worden opgelost. Immers, er zit relatief een lange tijd tussen de aankondiging van de schuldenaanpak met het hanteren van deze peildata, en de uitvoering van de regeling. In de tussentijd kan de ex-toeslagpartner ook extra schulden hebben gemaakt die niet worden meegenomen in de schuldenaanpak. VNG acht dit niet uitlegbaar en heeft dit meerdere malen onder de aandacht gebracht.

De reikwijdte van de schuldenaanpak is wel een bewuste keuze van de wetgever. De wetgever vindt het niet wenselijk om een ruimere schuldenaanpak voor ex- toeslagpartners op te stellen. Het aansluiten bij deze peildatum is volgens de wetgever beter uitvoerbaar, omdat het geen aanpassingen van systemen vereist.  

Wat kan een gemeente betekenen voor een ex-toeslagpartner met schulden die niet worden opgelost? 

Vanuit de brede ondersteuning kunnen gemeenten voorzieningen inzetten die bijdragen aan het maken van een nieuwe start. Te denken valt hierbij aan budgetbeheer of de toeleiding naar een schuldregeling. Inzet van voorzieningen op het gebied van schuldhulpverlening kan onderdeel zijn van het leefgebied financiën in het plan van aanpak. De brede ondersteuning is niet bedoeld voor het overnemen van schulden die buiten de reikwijdte van de schuldenaanpak vallen.

Komt de toeslagpartner van de ex-toeslagpartner ook in aanmerking voor de schuldenaanpak? 

Nee. De schuldenaanpak is alleen opengesteld voor ex-toeslagpartners. Als er sprake is van een gezamenlijke schuld, waarvoor de ex-toeslagpartner (ook) hoofdelijk aansprakelijk is, wordt de schuld wel in zijn geheel kwijtgescholden of gecompenseerd.

Waarom is er geen wettelijk moratorium voor ex- toeslagpartners?

In februari 2021 werd het wettelijk moratorium ingesteld om ruimte te creëren om tot een schuldenaanpak te komen en om ouders te beschermen tegen invorderingen van schulden na het ontvangen van de Cathuisregeling. Het schuldenloket van SBN ging immers pas in januari 2022 open. Door het instellen van het moratorium werd voorkomen dat ouders de compensatie moesten gebruiken om schulden af te betalen die binnen de reikwijdte van de schuldenaanpak zouden vallen. Voor ex- toeslagpartners wordt een moratorium niet nodig geacht. Het SBN-loket is immers al open.

Vallen de kinderen van de ex-toeslagpartner ook onder de kindregeling? 

Als een ex-toeslagpartner als gedupeerde wordt erkend, vallen de kinderen van de ex-toeslagpartner onder voorwaarden binnen reikwijdte kindregeling – als zij niet al via de aanvrager kinderopvangtoeslag binnen de reikwijdte van de kindregeling vielen.  

De doelgroep van de kindregeling wordt uitgebreid met:

  1. Kinderen die geboren zijn vóór het toeslagpartnerschap tussen de ex- toeslagpartner en de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag en op 1 januari 2005 jonger moeten zijn geweest dan 21 jaar, of
  2. Kinderen die zijn geboren na 1 januari 2005, maar voor het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag begon.

Dit betekent dat kinderen die na het eindigen van het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag zijn geboren en kinderen die tijdens het toeslagpartnerschap bij een andere persoon dan de gedupeerde aanvrager zijn geboren, niet in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. Deze kinderen hebben logischerwijs nooit deel uitgemaakt van het gezin van de gedupeerde aanvrager van kinderopvangtoeslag en worden om die reden niet meegenomen in de kindregeling.

De kindregeling wordt ambtshalve toegekend. Meer informatie over de kindregeling is te vinden in de handreiking ‘Kindregeling’.

Wat als een kind geboren is na het eindigen van het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager? 

Dit betekent dat kinderen die na het eindigen van het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag zijn geboren en kinderen die tijdens het toeslagpartnerschap bij een andere persoon dan de gedupeerde aanvrager zijn geboren, niet in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. 

Hoe werkt de financiële tegemoetkoming aan kinderen van ex-toeslagpartners? 

De financiële tegemoetkoming wordt in beginsel ambtshalve toegekend aan kinderen van ex-toeslagpartners. Belastingdienst/UHT heeft de ex-toeslagpartners en hun eigen kinderen grotendeels in beeld. Kinderen van ex-toeslagpartners ontvangen de tegemoetkoming nadat Belastingdienst/Toeslagen de compensatie van € 10.000 aan de ex-partner heeft toegekend. Ontvangt het kind van de ex-toeslagpartner de financiële tegemoetkoming niet binnen zes maanden nadat de compensatie aan de ex-toeslagpartner is toegekend, dan kan het kind van de ex- toeslagpartner een aanvraag doen, net zoals kinderen van aanvragers van kinderopvangtoeslag. Ook voor kinderen van overleden ex- toeslagpartners geldt dat deze kinderen een aanvraag bij de Belastingdienst/Toeslagen kunnen indienen. 

Naar boven ↑