Gemeentelijke professionals stellen veel vragen over de ondersteuning van gedupeerde ouders en hun kinderen binnen de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Op deze pagina vind u per onderwerp vragen en antwoorden. Het betreft informatie voor medewerkers van gemeenten. Er kunnen geen rechten ontleend worden aan de informatie. We doen ons best de informatie up-to-date te houden.

 Laatste bewerkingsdatum:
14 januari 2025

  1. Brede ondersteuning
  2. Financiële verantwoording brede ondersteuning
  3. Hulp bij schulden
  4. Niet-gemeentelijke ondersteuning

In de hersteloperatie hebben aangemelde ouders en hun gezin, kinderen vallend onder de kindregeling (en hun gezin), erkend ex-toeslagpartners (en hun gezin) en nabestaanden recht op brede ondersteuning. Hieronder duiden we deze doelgroepen aan als 'ouder/het kind' als een een vraag-antwoord combinatie op alle doelgroepen betrekking heeft.

1. Brede ondersteuning

Wat is brede ondersteuning en waarom bieden gemeenten deze?  

UHT biedt getroffenen ouders, kinderen, ex-toeslagpartners na de invordering van kinderopvangtoeslag financieel herstel. Het rijk heeft gemeenten gevraagd om in aanvulling op het financieel herstel brede ondersteuning te bieden aan de doelgroep. De ondersteuning is gericht op vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Het doel is om ouders en kinderen te ondersteunen bij het kunnen maken van een nieuwe start. Gemeenten staan dicht bij hun inwoners en zijn al ericht om op de vijf leefdomeinen expertise te bieden vanuit hun reguliere taken. De ondersteuning is primair gericht op hulpverlening.  

De gemeente stelt op het moment dat de ouder/het kind aangeeft brede ondersteuning te willen, samen vast wat nodig is om een nieuwe start te kunnen maken. De ondersteuning is maatwerk en gericht op het behalen van doelstellingen op de vijf leefdomeinen. De doelen en eventuele voorzieningen die nodig zijn om deze nieuwe start te kunnen maken worden gemotiveerd opgenomen in een verplicht Plan van Aanpak. De brede ondersteuning is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen.  

Voor wie is de brede ondersteuning bedoeld? 

De brede ondersteuning is verankerd in artikel 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen. De brede ondersteuning kan worden geboden aan: 

  • Aangemelde aanvragers van de kinderopvangtoeslag die nog geen eindbeoordeling hebben ontvangen en hun gezin; 
  • Erkend gedupeerde ouders en hun gezin; 
  • Erkend gedupeerde ex-partners en hun gezin; 
  • Kinderen van gedupeerde ouders die de kindregeling hebben ontvangen en hun gezin; 
  • Nabestaanden van overleden aanvragers en hun gezin.  

Wat is de omvang van de doelgroep in mijn gemeente? 

UHT publiceert op herstel.toeslagen.nl per gemeente de aantallen aangemelde ouders, het aantal uitgekeerde tegemoetkomingen aan kinderen van gedupeerde ouders en de aantallen erkende ex-toeslagpartners. De aantallen geven een indicatie van omvang van de doelgroep.  Zij zijn (nog) niet meegenomen in deze cijfers. Niet iedereen heeft daadwerkelijk behoefte aan ondersteuning vanuit de gemeente. Dit is een vrije keuze voor de ouder/het kind. De aanmelding voor herstel voor aanvragers is op 31 december gesloten.  

Hoe weet de gemeente wie in aanmerking komt voor brede ondersteuning?  

Als een ouder of een ex-toeslagpartner zich aanmeldt bij UHT als mogelijk gedupeerde van de kinderopvangtoeslag, vraagt UHT of een gemeentelijk ondersteuningsaanbod gewenst is. Als dat het geval is, worden gegevens verstrekt aan de gemeente waar de ouder woont via het Gegevensportaal van de Belastingdienst op het moment dat zij recht hebben op brede ondersteuning. De gemeente neemt vervolgens contact op met de (mogelijk) gedupeerde ouder of erkend ex-toeslagpartner.   

Ouders die geen toestemming hebben gegeven op het moment van aanmelden, kunnen zich ook rechtstreeks bij de gemeente melden. De gemeente verifieert of de ouder inderdaad rechthebbende is via het Serviceteam gemeenten. 

Kinderen van erkend gedupeerde ouders moeten zich altijd direct melden bij de gemeente als zij brede ondersteuning wensen. Het verificatieproces om na te gaan of er recht bestaat op brede ondersteuning verloopt ook via Serviceteam gemeenten.  

Komen ouders of kinderen in het buitenland woonachtig ook in aanmerking voor brede ondersteuning? 

Erkend gedupeerde ouders die voor 31 december 2021 uit Nederland zijn vertrokken en ook ten tijde van het beoordelingsproces door UHT in het buitenland woonachtig zijn, hebben recht op brede ondersteuning. De ondersteuning aan deze gezinnen wordt door een apart team verzorgd, het Ondersteuningsteam Buitenland OTB of door de Belastingdienst Caribisch Nederland BCN. Meer informatie over de ondersteuning door deze partijen is te vinden in de handreiking ‘Ouders in het buitenland’.  

Toekomstbestendige brede ondersteuning 

Waarom is de verstrekking van spullen vanaf 1/1/25 gelimiteerd in tijd?    

Spullen zijn bedoeld om acute noodsituaties op te lossen als noodzakelijk onderdeel van de hulpverlening. Acute noodsituaties moeten direct worden opgelost in de eerste fase van de brede ondersteuning. Spullen kunnen in deze fase een belangrijke bijdrage leveren aan het snel op de rit brengen van het leven van de ouder en het gezin, zodat de weg vrijgemaakt wordt voor hulp en gedupeerde ouders/kinderen daar ontvankelijk voor zijn. 

Waarom wordt de brede ondersteuning begrensd in tijd?    

De brede ondersteuning is ingericht als een tijdelijke vorm van ondersteuning, zodat gemeenten snel passende hulp kunnen inzetten. Uit de verkenning die VNG/gemeenten samen met het rijk en ketenpartners heeft uitgevoerd, kwam de behoefte om duidelijkheid te bieden rondom de duur en de looptijd van de brede ondersteuning.  

Om die reden is er een termijn van twee jaar opgenomen in de wet. De gemeente heeft twee jaar de tijd om samen met de ouder te komen tot een volledig plan van aanpak. De hulpverlening die opgenomen is in het plan van aanpak kan langer doorlopen dan twee jaar.   

Kan de gemeente nog steeds meerjarige hulpverlening toekennen via de brede ondersteuning? 

Ja. Er geldt een maximale looptijd van twee jaar waarbinnen besluiten genomen worden voor de inzet van hulpverlening. Deze worden opgenomen in het plan van aanpak. Binnen een periode van twee jaar wordt dus een compleet plan van aanpak opgesteld en worden voorzieningen toegekend. De twee jaar vormt geen belemmering voor het verstrekken van een voorziening die langer dan deze twee jaar doorloopt. De aanspraak op de voorzieningen die opgenomen zijn in het plan van aanpak, kan dus langer doorlopen dan de termijn van twee jaar. 

Proces

Wanneer start de brede ondersteuning? 

Het eerste gesprek is de officiële start van de brede ondersteuning. Dit is het gesprek waar de situatie van de rechthebbende wordt besproken en de hulpvra(a)gen door de gemeente wordt vastgesteld. Een (telefonisch) gesprek waarin de rechthebbende zich aanmeldt voor brede ondersteuning of een (telefonisch) gesprek waar de afspraak wordt gemaakt om langs te komen bij de gemeente om de situatie te bespreken, is niet het eerste gesprek.  

Na het eerste gesprek, wordt binnen 8 weken een plan van aanpak opgesteld door de gemeente. Dit kan een plan van aanpak op hoofdlijnen zijn. De gemeente heeft vervolgens twee jaar lang de tijd om samen met de ouder tot een volledig plan van aanpak te komen. 

Hoelang duurt de brede ondersteuning? 

De brede ondersteuning wordt geboden totdat de rechthebbende de doelen van het plan van aanpak heeft behaald – en dus een nieuwe start heeft kunnen maken -, maar hoogstens twee jaar. Dit betekent dat de gemeente twee jaar lang de tijd heeft om samen met de ouder/het kind te werken aan een nieuwe start en zo tot een volledig plan van aanpak te komen. De ondersteuning zelf kan langer doorlopen als de hulp binnen de twee jaar is opgenomen in het plan van aanpak. De termijn va twee jaar gaat in vanaf het moment dat de hulpvraag wordt vastgesteld in een gesprek tussen rechthebbende en de (gemandateerde namens) de gemeente. Meer informatie kunt u vinden in de handreiking brede ondersteuning.  

Wanneer is de brede ondersteuning klaar of eindigt de brede ondersteuning  

De Brede ondersteuning kan op drie momenten eindigen: 

  1. De aangemelde ouder wordt na de integrale beoordeling niet als gedupeerde erkend door UHT. De brede ondersteuning wordt binnen 30 dagen afgebouwd.  
  2. De doelen uit het plan van aanpak zijn behaald – daarmee heeft de ouder een nieuwe start kunnen maken en de gemeente de mogelijkheden hiertoe gefaciliteerd. 
  3. Er is twee jaar verstreken na de vastgelegde datum van het eerste gesprek. Hulpverlening die onderdeel is van het plan van aanpak kan langer doorlopen – indien opgenomen daarin binnen de termijn van twee jaar. 

In alle gevallen vindt een warme overdracht naar de reguliere dienstverlening van gemeenten plaats als dit nodig en wenselijk is. 

Wat zijn de uitgangspunten waarbinnen brede ondersteuning wordt geboden? 

De brede ondersteuning is toekomstgerichte ondersteuning. Voor elke rechthebbende en het gezin wordt op basis van maatwerk vastgesteld wat voor hen nodig is om de doelstellingen op de vijf leefdomeinen te kunnen behalen.  De ondersteuning wordt altijd (verplicht) gemotiveerd in een plan van aanpak. De uitgangspunten zijn als volgt:  

  • Doelgerichte ondersteuning geboden op vijf leefdomeinen voor het bevorderen van een nieuwe start  
  • De geboden ondersteuning voor de ouder/kind is maatwerk en van tijdelijke aard  
  • De ondersteuning is gericht op de toekomst 
  • De ondersteuning wordt geboden aan de rechthebbende en het gezin 
  • De huidige situatie van ouder/kind/gezin is leidend 
  • De ondersteuning wordt opgenomen in een plan van aanpak waarbij maximaal twee jaar tijd is voor het toekennen van verstrekkingen ondersteunend aan het behalen van de doelstellingen op de vijf leefdomeinen na het eerste gesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld  
  • Materiële verstrekkingen zijn onderdeel van de brede ondersteuning indien de verstrekking noodzakelijk is. Voor het toekennen van noodzakelijke verstrekkingen van materiële aard geldt een maximale termijn van 6 maanden na het eerste gesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld 
  • De brede ondersteuning stopt wanneer de doelen zijn behaald of een inwoner niet gedupeerd blijkt 
  • Wanneer er langer ondersteuning nodig is, vindt er een warme overdracht plaats naar reguliere dienstverlening 

De brede ondersteuning intervenieert niet met andere regelingen uit de hersteloperatie. Dit betekent dat geleden schade uit het verleden geen onderdeel is/niet gecompenseerd wordt vanuit de brede ondersteuning. Schade uit het verleden wordt vanuit het financieel herstel vergoedt. Ook kunnen er geen schulden worden vergoed. Er is immers vanuit het rijk een schuldenaanpak. Ouders of kinderen kunnen wel begeleid worden richting een schuldhulpverleningstraject. Kosten voor de inzet van een advocaat voor bijstand in het financieel herstelproces is ook geen onderdeel van de brede ondersteuning. Hier is een rijksbrede regeling voor afgestemd tussen het Ministerie van Financiën en de Nova.  

Welke voorzieningen kunnen via de brede ondersteuning en het plan van aanpak worden verstrekt? 

In het eerste half jaar van de geboden brede ondersteuning wordt bepaald of, en zo ja welke materiële voorzieningen (middelen) onderdeel zijn van het plan van aanpak en nodig om een nieuwe start te kunnen maken. Het plan van aanpak dient in maximaal twee jaar vervolmaakt te worden (het plan van aanpak is compleet en alle voorzieningen die nodig zijn om de in het plan van aanpak gestelde doelen te behalen zijn toegewezen). Een toegekende voorziening kan een langere doorlooptijd kennen dan twee jaar, bijvoorbeeld bij het toekennen van een opleiding. Voor elke voorziening die wordt toegekend wordt in het plan van aanpak toegelicht (gemotiveerd) op welke wijze de voorziening bijdraagt aan het te behalen doel/de doelen op de vijf leefdomeinen. De verstrekking kan een voorziening uit de reguliere dienstverlening van de gemeente zijn (bijvoorbeeld ondersteuning om de inkomsten en uitgaven in balans te krijgen/te houden vanuit schuldhulpverlening of ondersteuning bij het vinden van werk).  

Wat zijn de doelen waarnaar gewerkt wordt binnen de brede ondersteuning? 

Het doel van de brede ondersteuning is het bevorderen van een nieuwe start in het kader van het herstel na de toeslagenproblematiek. Gemeenten bieden hierbij ondersteuning. De inzet van de ondersteuning is gericht op de doelstellingen die gemeenten ook hanteren vanuit de reguliere dienstverlening binnen het sociaal domein: 

 

Leefgebied

Doel

Indicatieve beschrijving

Wonen

Geschikte woning

Gericht op het realiseren van een veilige en betaalbare plek om te wonen, een passende woning.

Financiën

Financieel vaardig en in balans

In staat zijn om een duurzaam financieel gezonde huishouding te voeren. Iemand beschikt over de vaardigheden om inkomsten en uitgaven in balans te houden.

Gezin

Veilige leefomgeving

Gericht op samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen

Zorg

Positieve gezondheid

Ziet op welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid

Werk

Werkzekerheid

Gericht op minimaal de beschikking hebben over een startkwalificatie of duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces.

 
 Wat is het verschil tussen brede ondersteuning en reguliere ondersteuning? 

Waar de reguliere dienstverlening is ingericht als sociaal vangnet, is de brede ondersteuning gericht op het bevorderen van een nieuwe start in het kader van herstel. Alle rechthebbenden hebben toegang tot de brede ondersteuning. Op grond van maatwerk wordt de meest adequate hulp ingezet om de doelstellingen in het plan van aanpak te behalen.

Hoewel er duidelijke verschillen zitten tussen de doelstellingen en voorwaarden van de reguliere ondersteuning in het sociaal domein en de brede ondersteuning in de hersteloperatie toeslagen, sluiten de werkwijzen wel op elkaar aan. Veel van de reguliere kennis en hulpverlening die gemeenten inzetten voor al hun inwoners is passend voor het bevorderen van een nieuwe start. Denk hierbij aan de ondersteuning bij het oplossen en in balans krijgen en houden van financiën zoals vanuit afdelingen schuldhulpverlening en gezinscoaching vanuit het maatschappelijk werkveld. 

Brede ondersteuning is maatwerk. Elke gezinssituatie is anders. Hoe gaan we hiermee om?  

Brede ondersteuning is maatwerk. De doelstellingen zijn voor elke rechthebbende gelijk. De weg er naartoe is een individueel pad. Het is van belang dat de medewerker een professionele afweging maakt bij iedere ouder/ieder kind en diens gezin rond de maatwerk ondersteuning die nodig is om een nieuwe start te kunnen maken. Het is niet mogelijk om de inzet van de dienstverlening onderling te vergelijken. Het is wel zaak om dienstverlening niet willekeurig in te zetten. Daarom is het altijd nodig om te motiveren waarom dienstverlening is ingezet of bepaalde ondersteuning geboden wordt, en op welke wijze de verstrekking bijdraagt aan het te behalen doel gezien de huidige situatie van de rechthebbende. 

Waarom kunnen materiële voorzieningen alleen in de eerste 6 maanden worden toegekend via het plan van aanpak? 

De zes maanden termijn is een van de resultaten van de verkenning die is uitgevoerd naar een toekomstbestendige brede ondersteuning. Daarin is geconcludeerd dat de gemeente ruimte moet hebben om – indien noodzakelijk en bijdraagt aan de te behalen doelstellingen – spullen te verstrekken in de eerste fase van de hulpverlening. Dit is de periode waarin acute problemen opgelost kunnen worden zodat er daarna ruimte ontstaat om de hulpverlening op te starten.  

Welke gegevens worden geregistreerd in het plan van aanpak?   

De gemeente registreert én motiveert wanneer het eerste gesprek heeft plaatsgevonden, naar welk doel wordt toegewerkt en welke voorzieningen daarbij passend zijn – en verstrekt worden. Uitgangspunt is dat alleen informatie wordt opgenomen in een plan van aanpak (dossier) die nodig is voor de toeleiding naar zorg. Zie ook de handreiking brede ondersteuning voor meer informatie.  

Mag de gemeente derden inschakelen voor het uitvoeren van de brede ondersteuning? 

Het college kan het bieden van de brede ondersteuning uitbesteden of mandateren aan een andere organisatie. Echter, de vaststelling van de rechten en plichten en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van de omstandigheden, moet het college zelf doen of onder mandaat uitbesteden aan een ander bestuursorgaan. Het bieden van brede ondersteuning is dus altijd een verantwoordelijkheid van het college. Het college blijft verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG. Er moet een verwerkersovereenkomst afgesloten worden met de organisatie die deze taak namens het college uitvoert. 

Ons wijkteam voert de brede ondersteuning uit. Moet het college een mandaatbesluit nemen?   

Ja. Om te voorkomen dat alle opgestelde plannen van aanpak (beschikkingen) door het college worden ondertekend, worden de medewerkers van het wijkteam gemandateerd.  

Kan de ouder/het kind bezwaar maken tegen het plan van aanpak als de ouder/het kind het niet eens is met de brede ondersteuning die is opgenomen in het plan van aanpak?  

Ja, een verstrekte voorziening in het plan van aanpak is een beschikking. De ouder/het kind kan bezwaar maken.  

Hoe gaan we om met terugkerende nieuwe hulpvragen die voornamelijk zien op het verstrekken van materieel/spullen? 

Het verstrekken van materiaal, zoals een laptop, huisraad of een fiets, kan passend zijn in de eerste fase van de brede ondersteuning indien dit noodzakelijk is om de hulpverlening te laten slagen en de doelen, zoals vastgelegd in het plan van aanpak, te behalen. Om die reden is de verstrekking van materiele voorzieningen beperkt vanaf 1 januari 2025 Spullen zijn alleen onderdeel van de brede ondersteuning indien: 

  1. De verstrekking noodzakelijk is voor het kunnen maken van een nieuwe start; 
  2. Het besluit over de toekenning van de materiële verstrekking vindt plaats binnen 6 maanden na het eerste gesprek. 

Bij een terugkerende vraag naar spullen zijn het opgestelde plan van aanpak en de te behalen opgenomen doelstellingen leidend. Een terugkerend verzoek om spullen kan duiden op een (andere) onderliggende ondersteuningsvraag, bijvoorbeeld op het gebied van financiën. Heeft de ouder/het kind de handvatten om een financieel gezonde huishouding te voeren waardoor het in de toekomst lukt om zelf spullen aan te schaffen of te vervangen? 

Een ouder heeft een plan van aanpak. De dienstverlening is ingezet en loopt. Nu is de droger stuk. De ouder vraagt of wij die willen vergoeden. Wij willen het verzoek afwijzen. Kan dat? 

Spullen zijn alleen onderdeel van de brede ondersteuning indien de verstrekking noodzakelijk is en passend is binnen de doelstellingen in het plan van aanpak. Hiernaast dient het besluit tot verstrekking binnen 6 maanden na het eerste gesprek plaatsvindt. Wanneer de vraag om middelen (terug)komt kan dit een aanleiding zijn om met elkaar over de (financiële) zelfredzaamheid van de rechthebbende in gesprek te gaan en te kijken of daar ondersteuning op te bieden is. Zo kan ondersteuning geboden worden waarmee de ouder in de toekomst zelf in staat is om te reserveren en financiële tegenvallers op te vangen.  

Een ouder/kind ontvangt op dit moment een bijstandsuitkering, maar wil starten met een onderneming. Hoe kunnen we de ouder/het kind vanuit de brede ondersteuning begeleiden? 

De brede ondersteuning is gericht op het kunnen maken van een nieuwe start op de vijf leefdomeinen. Voor wat betreft het leefdomein werk kijkt de gemeente – samen met de rechthebbende– of deze in staat is om duurzaam te kunnen participeren in een arbeidsproces. Indien dit niet het geval is, kan de gemeente voorzieningen inzetten om dit doel te bereiken. 

In dit specifieke geval is het goed om in ieder geval af te stemmen met de afdeling werk en inkomen, omdat de rechthebbende een bijstandsuitkering ontvangt. Het is veelal mogelijk om – met behoud van uitkering – te starten met het voorbereiden op het ondernemerschap. Op die manier kan gezamenlijk worden bepaald of het starten van een onderneming levensvatbaar is en de rechthebbende door de onderneming duurzaam voldoende inkomen kan vergaren. Gedacht kan worden aan intensieve begeleiding of scholing voor het opstarten van een bedrijf, het begeleiden bij het opstellen van een bedrijfsplan en/of begeleiding naar financiering. 

Telt het vermogen of het inkomen mee bij de toegang tot brede ondersteuning of bij het bepalen wat nodig is om een nieuwe start te faciliteren?   

Voor de toegang tot brede ondersteuning en de inzet van dienstverlening gelden geen vermogens- en/of inkomensgrenzen, zoals gemeenten deze wel kennen vanuit de Participatiewet.  De financiële situatie van de rechthebbende weegt wel mee bij de beoordeling welke hulp of ondersteuning het meest passend is in de situatie. 

Wordt de tegemoetkoming vrijgesteld bij het bepalen van het vermogen voor toegang tot de Participatiewet?  

Het ontvangen bedrag aan compensatie telt niet mee bij het vaststellen van het vermogen. Dit is opgenomen in artikel 7 van de Regeling Participatiewet. 

Het aanmeldloket bij UHT is gesloten. Betekent dit dat we geen gegevens meer ontvangen via het Gegevensportaal? 

Ouders die aanvrager waren van de kinderopvangtoeslag konden zich tot en met 31 december 2023 aanmelden bij UHT als mogelijk gedupeerde. Er worden nog steeds lijsten gedeeld vanuit UHT aan gemeenten voor de brede ondersteuning. Dit zijn ouders die zich door schrijnende omstandigheden niet voor 31 december 2023 hebben kunnen melden of ouders die tijdens het beoordelingsproces bij UHT aangeven alsnog ondersteuning van gemeenten te willen.  

Als onderdeel van het plan van aanpak geven wij in een aantal gevallen ondersteuning die wij ook vanuit de reguliere dienstverlening bieden. Hoe loopt de toekenning en financiering? 

Het toekennen van voorzieningen vindt plaats vanuit de Wet hersteloperatie toeslagen. Deze wet biedt het juridisch kader waarbinnen gemeenten handelen. Dat betekent dat ook indien er voorzieningen worden toegekend waarmee de gemeente vertrouwd is op andere domeinen, de verstrekking wordt gebaseerd op de Wet hersteloperatie toeslagen. Door de voorziening op te nemen in het plan van aanpak en te declareren via onderdeel C, valt deze binnen de financiële dekking vanuit het rijk. Een warme verbinding van de brede ondersteuning naar collega's van het reguliere sociaal domein is essentieel.  

Een ouder/kind heeft zich bij ons gemeld. Deze rechthebbende heeft zelf een plan van aanpak opgesteld. Moet de gemeente dit toekennen?  

Nee. Het is aan het college om te beoordelen wat noodzakelijk is voor het kunnen maken van een nieuwe start in lijn met de doelstellingen van de brede ondersteuning. Uiteraard wordt het plan van aanpak in samenspraak met de ouder/het kind opgesteld. 

Mag de brede ondersteuner de lijst die gebruikt wordt voor het pauzeren van schulden gebruiken om meer ouders een hulpaanbod te doen?  

In het Gegevensportaal van de Belastingdienst staan zowel de lijsten voor het afhandelen van de schuldenaanpak als de lijsten voor de brede ondersteuning. De betreffende lijst mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor deze beschikbaar is gesteld. 

Op basis van schuldenlijsten mag geen brede ondersteuning worden aangeboden en/of contact worden gezocht om een ondersteuningsaanbod onder de aandacht te brengen. Deze ouders hebben daar geen toestemming voor gegeven bij UHT. Hiernaast staan op de lijsten voor het pauzeren en kwijtschelden van schulden ook huidige toeslagpartners. Zij hebben zich nooit gemeld/kenbaar gemaakt bij UHT. De lijsten voor het pauzeren van schulden en lijsten voor brede ondersteuning mogen niet onderling vergelijken en/of gebruiken voor een ander doel als waarvoor ze bedoeld zijn.  

Welke bewaartermijn is van toepassing voor de brede ondersteuning? 

Gegevens worden in beginsel niet langer bewaard dan noodzakelijk. Gemeenten zijn hierbij tevens gehouden aan de Archiefwet. Artikel 5 van de Archiefwet stelt het ontwerpen van een selectielijst verplicht. De VNG heeft, bevoegd hiertoe door machtiging van alle Nederlandse gemeenten, namens de gemeentelijke zorgdragers dit ontwerp van de generieke Selectielijst voor gemeenten en intergemeentelijke organen 2020 opgesteld. De processen in het kader van het bieden van brede ondersteuning aan aangemelde en gedupeerde ouders zijn hier nog geen onderdeel van. Het ligt in de verwachting dat deze bij actualisatie van de selectielijst wel worden toegevoegd. Tot die tijd kunnen gemeenten de bewaartermijnen voor vergelijkbare processen aanhouden. Dit is 15 jaar voor het plan van aanpak. 

Wanneer een ouder na de integrale beoordeling niet erkend wordt als gedupeerde en deze gaat in bezwaar tegen dit besluit. Loopt de de brede ondersteuning dan door?  

Nee, de brede ondersteuning wordt afgebouwd na de negatieve beschikking van UHT. Artikel 6:16 van de Awb geeft aan dat een bezwaar in beginsel geen schorsende werking heeft. De wetgever heeft in de Wet hersteloperatie toeslagen geen uitzondering op deze regel opgenomen. Dat betekent dat het bezwaar tegen het besluit van UHT geen invloed heeft op de (verdere) werking van het besluit. Het college beëindigt de brede ondersteuning op grond van artikel 2.21, zesde lid, Wht, binnen 30 dagen nadat de status niet-gedupeerd is ontvangen. Het bezwaar tegen het besluit van UHT heeft daar geen invloed op. 

Kindregeling en aanvullend schuldhulpaanbod 

Niet alleen gedupeerde ouders voelen de gevolgen van de toeslagenaffaire. Ook hun kinderen ondervinden gevolgen van de invorderingen kinderopvangtoeslag. Het verzoek -van zowel de ouders als van de politiek- om daarom ook voor kinderen een regeling te treffen in het kader van de hersteloperatie, heeft geresulteerd in de kindregeling.  

De kindregeling is onderdeel van de Wet Hersteloperatie Toeslagen.  

Wat verstaan we onder de kindregeling? 

De kindregeling is één van de herstelregelingen van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. De kindregeling geldt voor kinderen van erkend gedupeerde ouders en bestaat uit drie bouwstenen: 

  1. Financiële tegemoetkoming door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT); 
  2. Brede ondersteuning door de gemeenten; 
  3. Rijksbrede aanpak in het kader van emotioneel herstel. 

Is er een overzicht per gemeente beschikbaar van kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling?  

Op herstel.toeslagen.nl kunt u informatie vinden over het aantal kinderen per gemeente aan wie de kindregeling is uitgekeerd. De lijsten op deze pagina worden maandelijks bijgewerkt. Er worden geen BSN's van deze doelgroep door UHT met gemeenten gedeeld om deze doelgroep gericht te benaderen.  Het is wel mogelijk om via UHT een flyer te versturen aan deze doelgroep in een specifieke gemeente om hen op de ondersteuning te wijzen. Zie hiervoor de communicatietoolkit.  

Welke kinderen komen in aanmerking voor de kindregeling? 

UHT bepaalt aan wie de kindregeling wordt toegekend. De volgende kinderen van de gedupeerde aanvrager komen in aanmerking: 

  1. De eigen kinderen van de erkend gedupeerde aanvrager; 
  2. Kinderen van de huidige toeslagpartner indien dit ook de toeslagpartner was op peildatum 26 januari 2021; 
  3. Voormalige pleegkinderen die (in ieder geval) tussen 1 januari 2005 en na de eerste invorderingsbrief van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) tot het gezin van de aanvragende (erkend gedupeerde) ouder behoorden; 
  4. Huidige pleegkinderen die ten minste op 26 januari 2021 tot het huishouden van de aanvragende (erkend gedupeerde) ouder behoren; 
  5. Kinderen van overleden ouders die gedupeerd zijn ten gevolge van de kinderopvangtoeslag, maar door overlijden geen aanmelding KOT hebben gedaan. 

De kinderen van een erkend ex-toeslagpartnerregeling behoren ook tot de doelgroep kindregeling in het geval zij: geboren zijn vóór het toeslagpartnerschap tussen de ex- toeslagpartner en de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag en op 1 januari 2005 jonger moeten zijn geweest dan 21 jaar, of geboren zijn na 1 januari 2005, maar voor het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag begon. 

Wat moet een kind doen om in aanmerking te komen voor de kindregeling? 

De kindregeling wordt ambtshalve door UHT toegekend. Dat betekent dat het kind niet zelf een aanvraag hoeft in te dienen, maar dat UHT op eigen initiatief de kindregeling verstrekt. De meeste kinderen zijn bij UHT bekend. Voor sommige kinderen (pleegkinderen, kinderen geboren in het buitenland) is niet altijd vanuit het systeem duidelijk dat zij in aanmerking komen voor de kindregeling. Deze kinderen kunnen een aanvraag indienen

Komen alle kinderen van de ex-toeslagpartner in aanmerking voor de kindregeling? 

Nee, kinderen van de ex-toeslagpartner die na het eindigen van het toeslagpartnerschap met de gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag zijn geboren en kinderen die tijdens het toeslagpartnerschap bij een andere persoon dan de gedupeerde aanvrager zijn geboren, komen niet in aanmerking voor de tegemoetkoming. Deze kinderen hebben logischerwijs nooit deel uitgemaakt van het gezin van de gedupeerde aanvrager van kinderopvangtoeslag en worden om die reden niet meegenomen in de kindregeling. 

Welke leeftijd hebben de kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling? 

Kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling zijn geboren tussen 1 januari 1984 en 5 november 2022, de ingangsdatum van de Wet hersteloperatie toeslagen. 

Voor deze leeftijdscategorie is gekozen omdat kinderen tot 21 jaar bij de aanvang van de Wet op de Kinderopvang (01-01-2005) nog onderdeel uitmaken van het gezin. 

Een minderjarig kind in onze gemeente woont niet meer bij haar ouders, maar bij haar grootouders. Kunnen wij haar wel brede ondersteuning bieden? Ze komt in aanmerking voor de eenmalige tegemoetkoming vanuit de kindregeling.  

Ja, dat kan. Gemeenten bieden brede ondersteuning aan alle kinderen die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 2.12 van de Wet hersteloperatie toeslagen. Ieder kind dat in aanmerking komt voor de kindregeling, heeft daarmee zelfstandig toegang tot de brede ondersteuning. De leeftijd en/of woonsituatie van het kind spelen hierbij geen rol.  

Waaruit bestaat de brede ondersteuning voor de kinderen van gedupeerde ouders die onder de kindregeling vallen? 

Kinderen van gedupeerde ouders vallend onder de kindregeling, hebben recht op brede ondersteuning op de vijf leefgebieden. Vanaf 16 jaar kunnen ze zelfstandig een aanvraag voor brede ondersteuning bij hun gemeente indienen. De brede ondersteuning geldt voor alle kinderen van erkend gedupeerde ouders, en hun gezin. Voor de term gezin wordt aangesloten bij de definitie zoals die in de Participatiewet staat. De brede ondersteuning is daarmee dus gelijk aan de brede ondersteuning voor erkend gedupeerde ouders.  

Hoe is de brede ondersteuning geregeld voor kinderen die recht hebben op de kindregeling maar in het buitenland wonen?  

De brede ondersteuning geldt voor kinderen die horen tot het gezin van erkend gedupeerde ouders, ook als ze in het buitenland wonen. Het gaat daarbij om uit- en thuiswonende kinderen.   

De brede ondersteuning voor kinderen van gedupeerde ouders in het buitenland wordt via het Ondersteuningsteam Buitenland (OTB) of Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN voor de BES-eilanden) geboden en is onderdeel van het plan van aanpak van de ouders. De kinderen van gedupeerde ouders kunnen dus, zolang ze in het buitenland wonen, niet zelfstandig brede ondersteuning aanvragen bij het OTB. In uitzonderlijke situaties waarbij er wel een noodzaak is om brede ondersteuning te bieden maar dit niet via het plan van aanpak van de ouders kan lopen, kan een beroep gedaan worden op de hardheidsclausule in de wet.  

Wat zijn de uitgangspunten voor brede ondersteuning voor de ontvangers van de kindregeling? 

Net als bij de ouders en hun gezin is het uitgangspunt voor de brede ondersteuning het bieden van een steun in de rug, en het kunnen maken van een nieuwe start. Welke brede ondersteuning wenselijk of nodig is, wordt altijd in overleg vastgesteld tussen de rechthebbende en de professional van de gemeente. De uitgangspunten van de toekomstbestendige brede ondersteuning zijn ook van toepassing op kinderen van gedupeerde ouders die zelfstandig brede ondersteuning ontvangen van toepassing.  

 

Financiële tegemoetkoming door UHT 

Hoe wordt de financiële tegemoetkoming uitgekeerd? 

De financiële tegemoetkoming wordt uitgekeerd door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). 

Wat is de hoogte van de financiële tegemoetkoming aan kinderen? 

De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald door de leeftijd die het kind op 1 juli 2023 heeft bereikt. Dit geldt ook voor kinderen van ouders die zich in de loop van 2024/2025 melden of ouders van wie nog niet bekend is of ze gedupeerd zijn als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag. 

De toekenning en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming vindt ambtshalve plaats op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het toekennen en uitkeren van de financiële tegemoetkoming door UHT vindt plaats volgens deze staffel. 

 

Leeftijd kind/jongeren

Bedrag

0  t/m  5 jaar

€  2.000

6  t/m  11 jaar

€  4.000

12 t/m 14 jaar

€  6.000

15 t/m 17 jaar

€  8.000

18 jaar en ouder

€ 10.000

peildatum bepalen leeftijd = 1 juli 2023 

Kunnen rechthebbenden op de kindregeling uitstel van betaling vragen? 

Ja, er kan uitstel van uitbetaling van de tegemoetkoming van de kindregeling worden aangevraagd. De brief die rechthebbenden van UHT ontvangen over de kindregeling geeft hier informatie over. Zij kunnen contact opnemen met het serviceteam van UHT. 

Aan wie wordt de tegemoetkoming vanuit de kindregeling uitbetaald? 

Bij kinderen van gedupeerde ouders vanaf 18 jaar wordt het bedrag altijd uitbetaald op het rekeningnummer van de rechthebbende. Bij kinderen van gedupeerde ouders die jonger zijn dan 18 jaar kunnen de ouders bepalen op welk rekeningnummer het bedrag wordt uitgekeerd. UHT maakt de bedragen bij voorkeur over naar een betaalrekening op naam van de rechthebbende zelf.   

In de brief over het te betalen bedrag wordt de doelgroep vanaf 12 jaar rechtstreeks aangesproken. Hen wordt gevraagd om een rekeningnummer van een betaalrekening op te geven, als dat nog niet bij UHT bekend is. Bij kinderen jonger dan 12 jaar wordt aan de ouders gevraagd om het rekeningnummer van een betaalrekening op naam van het kind op te geven. Het is aan hun ouders om te bepalen op welk rekeningnummer het bedrag uiteindelijk wordt uitgekeerd. De keuze voor deze leeftijdsgrens hangt samen met de mate van zelfbeschikking die minderjarigen volgens de Nederlandse wet vanaf 12 jaar hebben. 

Hoe kan een betaalrekening voor een minderjarig kind worden geopend als de gezaghebbende ouders geen contact meer met elkaar hebben? 

Een ouder met gezag kan een rekening openen voor het minderjarige kind. Hiervoor is geen toestemming van de andere gezaghebbende ouder nodig. 

Hoe verloopt het proces als een minderjarig kind niet bij de gedupeerde ouder woont?  

Er wordt geen verschil gemaakt tussen uithuisgeplaatste kinderen en kinderen die niet op het adres van de gedupeerde ouder staan ingeschreven, maar bijvoorbeeld bij de andere ouder wonen. Dat is bijvoorbeeld zo bij co-ouderschap. Die hebben dezelfde rechten als ieder ander kind van een gedupeerde ouder. 

Wordt de tegemoetkoming voor kinderen van gedupeerde ouders vrijgesteld als vermogen voor toegang tot de Participatiewet?  

Ja, het ontvangen bedrag telt niet mee bij het vaststellen van het vermogen. Dit is opgenomen in artikel 7 van de Regeling Participatiewet. 

Is er ook een schuldenaanpak voor kinderen van gedupeerde ouders? 

Nee, er is niet voorzien in een schuldenaanpak. De kindregeling is bedoeld als steun in de rug voor de toekomst en niet als schadevergoeding. Voor gedupeerde ouders is een generieke schuldenregeling ingericht waarvan de reikwijdte ruim genoeg is om, als wordt voldaan aan de voorwaarden, ook schulden van kinderen onder de 18 jaar in mee te nemen. Er is wel een aanvullend schuldhulpverleningsaanbod voor (nu) meerderjarige jongeren met problematische schulden

‘Een kind van een erkend gedupeerde ouder heeft de eenmalige tegemoetkoming van €10.000,- ontvangen. Zij wil hier graag haar rijbewijs van halen. Ze staat onder beschermingsbewind en de bewindvoerder wil een andere besteding van het bedrag. Kan dat zomaar?”  

Het kind in kwestie staat onder beschermingsbewind. Dat betekent dat de bewindvoerder het beheer heeft over het vermogen – en daarmee ook over de ontvangen tegemoetkoming. De bewindvoerder bepaalt dus in beginsel hoe de tegemoetkoming wordt besteed. Het onder bewindgestelde kind kan wel vragen aan de bewindvoerder om te beschikken over (een deel van) de tegemoetkoming. Indien de bewindvoerder niet instemt met het verzoek van de onder bewindgestelde om te beschikken over het compensatiebedrag, is het aan de kantonrechter om hier een beslissing over te nemen. Meer informatie is terug te vinden in deze memo. Deze is destijds opgesteld voor onder bewind gestelde gedupeerde ouders, maar is één op één van toepassing op kinderen die onder beschermingsbewind zijn gesteld. 

 

Aanvullend schuldhulpverleningsaanbod jongeren 

Bij ons melden zich jongeren die vallen onder de kindregeling met (problematische) schulden. Wat kunnen wij hen bieden? 

Voor jongeren van 18 jaar en ouder is het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod beschikbaar. Een meerderjarige jongere komt voor dit aanbod in aanmerking als sprake is van problematische, saneerbare schulden. In het nieuwsbericht en de handreiking aanvullend schuldhulpverleningsaanbod vindt u alle informatie over het aanvullend aanbod en de voorwaarden. 

Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling? 

Om toegelaten te worden tot het aanvullende aanbod wordt gekeken of een meerderjarige jongere onder de kindregeling valt en of de jongere problematische schulden heeft. Bij het bepalen of een schuld problematisch is en daarmee de toelating tot het schuldhulpverleningsaanbod wordt de financiële tegemoetkoming van de kindregeling buiten beschouwing gelaten. Is sprake van problematische schulden, dan kan de gemeente het specifieke aanbod toepassen. 

Het opstellen van een plan van aanpak vanuit de brede ondersteuning is randvoorwaardelijk bij het toepassen van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod. Dit betekent dat er samen met het volwassen kind van gedupeerde ouders wordt bekeken wat de jongere op de vijf leefdomeinen nodig heeft voor het kunnen maken van een nieuwe start. De details van de regeling kunt in deze handreiking nalezen.

Wat zijn de mogelijkheden voor de doelgroep 18 jaar en ouder met een kindregeling wanneer de schulden niet problematisch zijn? 

Er is geen rijksbrede schuldenaanpak voor jongeren. De gemeente kan bijvoorbeeld wel betaalafspraken maken met schuldeisers of samen met de jongere bekijken op welke wijze de ontvangen tegemoetkoming kan worden besteed aan het aflossen van schulden. 

Het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod is opgenomen in de wijziging van de Spuk brede ondersteuning. Kan de doelgroep kindregeling van 18 jaar en ouder die al eerder de tegemoetkoming hebben ontvangen ook gebruik maken van het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Ja. Jongeren die al voor de publicatie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod (1 november 2023) de tegemoetkoming hebben ontvangen kunnen zich tot 1 mei 2025 melden bij de gemeente om van het aanbod gebruik te maken. Is de kindregeling toegewezen na 1 mei 2024? Dan heeft het volwassen kind van gedupeerde ouders anderhalf jaar de tijd vanaf het moment van toekenning van de kindregeling om zich te melden. 

Is er een einddatum tot wanneer de doelgroep kindregeling van 18 jaar en ouder met een kindregeling gebruik kunnen maken van het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Jongeren kunnen zich tot anderhalf jaar na ontvangst van de tegemoetkoming bij de gemeente melden. Jongeren die al voor de publicatie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod (1 november 2023) de tegemoetkoming hebben ontvangen kunnen zich tot 1 mei 2025 melden bij de gemeente om van het aanbod gebruik te maken.

Het extra schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling biedt alleen een oplossing voor saneerbare schulden. Waarom is dit?  

Doel van het aanvullend aanbod is niet om een schuldenaar geheel schuldenvrij te maken, wel om iemand extra ondersteuning te bieden zijn leven weer op de rit te krijgen en voor zover mogelijk schuldenvrij te blijven. Zo maken de niet-saneerbare schulden als DUO-hoofdsommen geen onderdeel uit van het specifieke aanbod, net zoals dat van de reguliere saneringstrajecten geen onderdeel uitmaakt.

De essentie van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod is dat saneerbare schulden worden gesaneerd en dat begeleiding en ondersteuning wordt geboden om te stimuleren dat jongeren zoveel mogelijk schuldenvrij kunnen blijven in de toekomst. Dit stelt de jongere in staat om een nieuwe start te maken. De factsheet DUO kindregeling geeft inzicht in de mogelijkheden die er op dit moment zijn rondom DUO schulden. Die zijn naar hun aard niet-saneerbaar. 

Is het mogelijk om met DUO betaal-afspraken te maken wanneer er een niet-saneerbare schuld resteert?   

DUO-schulden zijn naar hun aard niet-saneerbaar. Er kunnen met DUO afspraken worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld gebruikmaken van een aflosvrije periode waardoor de jongere in geval van problematische schulden het terugbetalen van de studieschuld tijdelijk kan pauzeren. Zie hiervoor ook de factsheet DUO.

Wat is de uitwerking van het extra schuldhulpverleningsaanbod voor de doelgroep 18+ met problematische schulden? 

Via een (randvoorwaardelijk) plan van aanpak worden voorzieningen ingezet die nodig zijn voor het kunnen maken van een nieuwe start. In het plan van aanpak wordt aanvullende ondersteuning (naast het saneren van de problematische schuld) opgenomen indien nodig. Dit kan ondersteuning zijn op financieel vlak, bijvoorbeeld budgetcoaching of begeleiding bij het kennis en vaardigheden over het omgaan met financiën. Ook op andere leefdomeinen wordt ondersteuning geboden vanuit het plan van aanpak. De problematische (saneerbare) schulden worden via een saneringskrediet gesaneerd en opgenomen in het plan van aanpak. De jongere hoeft het saneringskrediet niet zelf af te betalen. Het (restant) van de tegemoetkoming mag de jongere houden.

Wij ondersteunen een jongere die de tegemoetkoming van € 10.000 – in afwachting van de aanpak – nog niet heeft aangeraakt. Er is sprake van een problematische schuldsituatie met een schuldenlast van bijna € 6.000. Met de tegemoetkoming kunnen alle schulden dus worden betaald. Komt deze jongere nu wel of niet in aanmerking voor het aanvullend aanbod?  

Voor de toegang tot het aanvullend aanbod gelden de volgende (cumulatieve) criteria: 

  1. Het gaat om een jongere (18+) die in aanmerking komt voor de kindregeling; (Dit kun je als gemeente controleren bij UHT via het Gegevensportaal of via de servicedesk); EN 
  2. De jongere heeft problematische schulden.  

Er is sprake van een problematische schuldsituatie als redelijkerwijs te voorzien is dat de jongere niet binnen 36 maanden zijn of haar openstaande saneerbare schulden kan afbetalen. De eenmalige tegemoetkoming die de jongere heeft ontvangen wordt bij het bepalen of er sprake is van een problematische schuldsituatie buiten beschouwing gelaten. Ofwel, voor het bepalen of de schuld problematisch is, reken je dit vermogen niet mee als afloscapaciteit. 

Deze betreffende jongere komt dus in aanmerking voor het aanvullend aanbod, omdat er aan de criteria wordt voldaan. De gemeente inventariseert de ondersteuningsvra(a)gen en stelt vast wat nodig is voor het kunnen maken van een nieuwe start.  

In theorie doet de gemeente een percentagevoorstel aan de schuldeisers op basis van de werkelijke afloscapaciteit – inclusief de beschikbare tegemoetkoming. Richting de schuldeisers wordt dit vermogen dus wel ingezet. In deze concrete casus betekent dit dat er geen sprake is van een percentagevoorstel, maar dat de schulden geheel kunnen worden opgelost. Het bedrag wordt in zijn geheel opgenomen in het plan van aanpak en vervolgens gedeclareerd en verantwoord via de Spuk/Sisa-methodiek. 

Wij bieden als gemeente brede ondersteuning aan een (volwassen) kind van een gedupeerde ouder. Zo'n vier maanden geleden heeft dit kind de tegemoetkoming uit de kindregeling ontvangen. De partner van dit (volwassen) kind heeft problematische schulden. Kunnen we de partner ook het aanvullend aanbod voor problematische schulden doen? 

Nee. Het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod voor problematische schulden is alleen voor kinderen van 18 jaar en ouder van gedupeerde ouders die onder de werking van de kindregeling vallen. De partner van het kind kan dus geen aanspraak maken op het aanvullend aanbod. De partner kan wel brede ondersteuning krijgen, omdat hij onderdeel uitmaakt van het gezin van het gedupeerde kind. De gemeente kan daardoor via de brede ondersteuning voorzieningen bieden die gericht zijn op het oplossen van de schulden. Dat gebeurt dan via de reguliere mogelijkheden van de gemeentelijke schuldhulpverlening, zoals budgetbeheer of toeleiding richting een minnelijke schuldregeling.   

Op welke wijze wordt omgegaan met de eenmalige tegemoetkoming uit de kindregeling voor het extra schuldhulpverleningsaanbod?  

Het doel van de regeling is om meerderjarige jongeren met problematische schulden de mogelijkheid te geven op het kunnen maken van een nieuwe start. Bij de toelating tot het aanvullende schuldhulpverleningsaanbod wordt de eenmalige tegemoetkoming niet meegerekend. Dit betekent dat de tegemoetkoming buiten beschouwing wordt gelaten bij het bepalen of er sprake is van een problematische schuldsituatie. 

De tegemoetkoming wordt wel meegewogen bij het bepalen van het aflosvoorstel aan schuldeisers. Schuldeisers ontvangen dus een voorstel op basis van de daadwerkelijke afloscapaciteit – inclusief het beschikbare vermogen, maar de jongere hoeft dit feitelijk niet in te brengen doordat het bedrag wat aan de schuldeisers wordt uitgekeerd, betaald wordt door het rijk.

Waarom wordt voor de schuldeisers wel gerekend met de eenmalige tegemoetkoming uit de kindregeling? 

Schuldhulpverleners behartigen zowel de belangen van de schuldenaar als die van de schuldeiser. Door de tegemoetkoming wel mee te laten wegen in het voorstel richting de schuldeisers, hoeven schuldhulpverleners niet aan iedere schuldeiser te verzoeken of deze akkoord is om de tegemoetkoming vrijwillig buiten beschouwing te laten.

Wordt voor het voorstel aan de schuldeisers gerekend met het volledige bedrag van 10.000 of met het werkelijke (rest)bedrag c.q. vermogen?  

Er wordt gerekend met de daadwerkelijke afloscapaciteit. Als de jongere de volledige tegemoetkoming nog op de bankrekening heeft staan, dan wordt de volledige tegemoetkoming meegenomen bij het bepalen van de afloscapaciteit. Als er €2000,- beschikbaar is, dan wordt er gerekend met €2000,-.  

Wie betaalt het saneringskrediet en op welke wijze? 

Het rijk betaalt het saneringskrediet. Het saneringskrediet wordt opgevoerd onder component C van de Spuk B2 voor Brede Ondersteuning en via de jaarlijkse verantwoording aan het rijk bekostigd. Dit geldt alleen voor het saneringskrediet van jongeren die vallen onder de kindregeling en problematische schulden hebben en gebruik maken van het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod. Het is niet toegestaan reguliere schulden van ouders, erkend ex-partners of kinderen van gedupeerde ouders uit de Spuk te betalen. Dit is nadrukkelijk uitgesloten in de ministeriële regeling. Het kan alleen in geval van saneringskredieten ten behoeve van deze jongeren met problematische schulden.

Hoe wordt omgegaan met de BKR-registratie voor het extra schuldhulpverleningsaanbod vanuit de kindregeling? 

Het is gezien de aard van de doelgroep, niet wenselijk om het saneringskrediet aan te melden bij het BKR. 

Waar kan ik meer informatie vinden over het rijksprogramma emotioneel herstel? 

Informatie over dit programma is te vinden op kindregelingvoorjou.nl. Er is ook een activiteitenkalender te vinden op deze website waar gemeenten ook hun lokale activiteiten op kunnen aankondigen. Hoe kunnen gemeenten controleren of een kind inderdaad recht heeft op brede ondersteuning?  

Dat kan via het Serviceteam Gemeenten van UHT via 0800-2358358 + gemeentecode + unieke code van jouw gemeente. De unieke code van jouw gemeente wijzigt elk half jaar. De collega die toegang heeft tot het portaal van de Belastingdienst beschikt over de actuele code.  

 

Communicatie doelgroep kindregeling 

Voor de kindregeling wordt bij de communicatie uitgegaan van drie leeftijdssegmenten: 0 tot 12 jaar, 12 tot 16 jaar en jongeren/volwassenen van 16 jaar en ouder. De toon, stijl en adressering wordt specifiek voor ieder leeftijdssegment aangepast. Meer informatie, formats en communicatiemogelijkheden kunt u vinden in de toolkit communicatie hersteloperatie toeslagen

Op welke wijze communiceert UHT naar de kinderen over het uit te keren bedrag? 

Kinderen, jongeren en volwassenen die onder de kindregeling vallen, behoren tot een heterogene groep. In de communicatie worden er drie leeftijdssegmenten gedefinieerd: 

  • 0 tot 12 jaar 
  • 12 tot 16 jaar 
  • jongeren/volwassenen van 16 jaar en ouder. 

De toon, stijl en adressering wordt specifiek voor ieder leeftijdssegment aangepast. 

UHT stuurt steeds 2 brieven aan de kinderen/jongeren/volwassen: een aankondiging van de betaling met informatie over de regeling en een definitieve beschikking. Alle informatie over de interactiemomenten en de brieven staat op kindregelingvoorjou.nl.    

Krijgen de ouders bericht over de brieven die aan kinderen wordt gestuurd? 

Dit hangt af van de leeftijd van het kind. Ouders ontvangen een aparte brief als het kind dat de kindregeling ontvangt jonger is dan 16 jaar. Daarin wordt aangekondigd dat er brieven aan het kind wordt verstuurd met betrekking tot de kindregeling. Voor kinderen vanaf 16 jaar geldt dat zij juridisch (al dan niet gedeeltelijk) zelfbeschikking genieten. Ouders ontvangen geen bericht als naar deze groep kinderen (16+) een brief wordt verzonden. 

Hoe komt mijn gemeente in contact met kinderen die een ondersteuningsvraag hebben? 

Gemeenten ontvangen geen gegevens van de doelgroep kindregeling. Dit betekent dat er niet gericht contact gezocht kan worden met individuele kinderen, maar wel via algemene communicatie. Als een kind van gedupeerde ouders bij verzoekt om brede ondersteuning kan het recht op brede ondersteuning worden geverifieerd via het serviceteam van UHT (0800-2358358 + gemeentecode + unieke code van jouw gemeente). Het is mogelijk om via UHT een gericht flyer naar de kinderen van gedupeerde ouders in een specifieke gemeente te laten versturen. Hierin wordt informatie opgenomen over waar de doelgroep zich kan melden in uw gemeente. 

Meer informatie, formats en communicatiemogelijkheden kunt u vinden in de toolkit communicatie hersteloperatie toeslagen

Wat kan mijn gemeente nog meer doen? 

Gemeenten kunnen op verschillende manieren de kindregeling en de mogelijkheid tot brede ondersteuning onder de aandacht brengen bij de doelgroep. Denk hierbij onder andere aan: een pagina op de website van gemeente, een aankondiging in de plaatselijke media/krant, het bieden van informatiefolders op logische vindplaatsen van jongeren. Servicepunten van gemeenten dienen goed op de hoogte zijn van de kindregeling zodat er direct doorverwezen kan worden naar de juiste contactpersoon zodra er contact wordt opgenomen door een gedupeerd kind. 

Belangrijke links: 

Gedupeerde ouders en uithuisgeplaatste kinderen 

Uithuisplaatsingen Algemeen  

Sinds april 2022 is de landelijke aanpak die tot doel heeft gedupeerde ouders, van wie kinderen uit huis zijn geplaatst te ondersteunen gestart. De aanpak sluit aan bij en is aanvullend op de bestaande brede ondersteuning op de vijf leefgebieden die gemeenten bieden vanuit steunpunten of contactpersonen kinderopvangtoeslag.  

Het onafhankelijke Ondersteuningsteam uithuisplaatsingen (OT) kan direct door gedupeerde ouders en/of hun kinderen en vanuit de brede ondersteuning worden benaderd om de ouder specifiek in dit proces van gezinsherstel te ondersteunen. Het Ondersteuningsteam (OT) is er voor gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners en hun kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing, zowel in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel als zonder (vrijwillig). De ondersteuning via het OT is kosteloos voor ouders en/of uithuisgeplaatste kinderen.  

Kunnen kinderen door inzet van het Ondersteuningsteam zo snel mogelijk weer terug naar huis? 

De aanpak is samen met ouders en kinderen uit de doelgroep ontwikkeld en richt zich op contact herstel en op inzicht realiseren in de aanleiding van de uithuisplaatsing en het begeleiden van ouders en kinderen richting de jeugdzorgketen. Het Ondersteuningsteam neemt de wensen en behoeften van de ouder en/of het kind als vertrekpunt. Dit kan terugplaatsing zijn maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Bij een uithuisplaatsing is het primaire streven altijd het contact tussen ouders en kinderen te behouden of herstellen. Het is enorm verdrietig als de problemen met de kinderopvangtoeslag op welke manier dan ook hebben bijgedragen aan uithuisplaatsingen en verlies van contact tussen ouders en kinderen. Deze situaties zijn niet zomaar hersteld, dat vraagt om tijd, maatwerk en zorgvuldigheid. De stem van het kind is daarbij belangrijk. Het Ondersteuningsteam onderzoekt samen met de ouders en de jeugdbeschermingsketen de wensen en mogelijkheden. Herstel van contact kan daarin een eerste stap zijn. Als terugplaatsing (nog) niet mogelijk is, is de inzet van het Ondersteuningsteam en alle andere partijen erop gericht dat de ouders weer een betekenisvolle rol kunnen spelen in het leven van hun kind.   

De toeslagenproblematiek op zichzelf is nooit de volledige aanleiding (geweest) voor een uithuisplaatsing. De problematiek kan wel hebben bijgedragen een het ontstaan van een situatie die tot een uithuisplaatsing heeft geleid. 

Zijn er al uitspraken van de rechtbank waardoor ouders weer het gezag terug hebben over hun kinderen of kinderen weer thuis wonen?   

De resultaten van de aanpak van het OT zijn terug te vinden hetondersteuningsteam.nl.  

Wat is de werkwijze en aanpak van het Ondersteuningsteam?  

Iedere ouder of kind dat in contact treedt met het OT en (kind van een) gedupeerde blijkt te zijn, krijgt een persoonlijke procesbegeleider. De procesbegeleider kan indien nodig bij gesprekken aanwezig zijn en regelt de praktische ondersteuning als die nodig is. Hiervoor kan de procesbegeleider namens de gedupeerde ouder of het kind ook contact opnemen met de gemeente. Op www.hetondersteuningsteam.nl is aanvullende informatie te vinden.  

Ik heb contact met een gedupeerde ouder en/of kind dat behoefte heeft aan extra ondersteuning van het Ondersteuningsteam, waar kan ik deze aanmelden?  

Aanmelden van een ouder en/of kind aanmelden kan direct bij het OT door een e-mail te sturen naar contact@hetondersteuningsteam.nl met daarin informatie over de situatie en het telefoonnummer en e-mailadres van de ouders of kinderen. Er is vooraf toestemming nodig van de ouders om deze gegevens te delen. Gedupeerde ouders kunnen ook zichzelf aanmelden door een e-mail met naam en telefoonnummer te sturen naar contact@hetondersteuningsteam.nl.   

Is de ondersteuning van het ondersteuningsteam beschikbaar voor alle ouders en kinderen?  

De ondersteuning is alleen beschikbaar voor erkend gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners en hun kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing.  

Een procesbegeleider van het ondersteuningsteam heeft met mij contact opgenomen. Welke vragen kan ik verwachten?  

In gesprek tussen gemeente, gedupeerde ouder en procesbegeleider moet duidelijk worden of en welke doelen er zijn voor het gezin en welke inzet vanuit de brede ondersteuning hiervoor nodig is. Mochten er onduidelijkheden bestaan neem dan contact op met hersteloperatie@vng.nl.  

Ik heb al contact met een gedupeerde ouder en ook al hulp vanuit de brede ondersteuning ingezet. Nu vraagt de procesbegeleider van het ondersteuningsteam om aanvullende diensten. Hoe ga ik hiermee om?  

Vanuit de extra inzet van het Ondersteuningsteam kan het zijn dat er meer nodig is voor een gedupeerde voor het kunnen maken van een nieuwe start dan aanvankelijk ingeschat bij het opstellen van het plan van aanpak door uw gemeente en de ouder. In gesprek tussen gemeente, gedupeerde ouder en procesbegeleider moet duidelijk worden welke nieuwe en aanvullende doelen er zijn voor het gezin en wat hiervoor nodig is. Uit de eerste inventarisatie zijn de vragen en wensen van de ouders heel divers maar vaak wel gericht op het ondersteunen van deze specifieke groep ouders en kinderen en het realiseren van een prettige leefomgeving voor het gezin. Voorbeelden zijn; nieuwe bedden voor de kinderen als ze komen logeren, taxikosten vergoeding om de kinderen te kunnen bezoeken, ondersteuning voor een aanvraag voor urgentie voor een passende woning omdat de ouder geen geschikte woonruimte heeft, vergoeding voor een sport abonnement, ondersteuning bij de private schulden, etc.  

We willen graag ouders actief benaderen om hun kinderen zo snel mogelijk weer thuis te krijgen en ouders en kinderen op de hoogte stellen van de extra steun die het Ondersteuningsteam biedt. Wat zijn de mogelijkheden?  

De gedupeerde ouders moeten zelf bij het Ondersteuningsteam, het steunpunt of de contactpersoon voor de lokale hersteloperatie of in de jeugdzorgketen aangeven dat zij in dit gevoelige proces willen worden geholpen. Gemeenten krijgen geen informatie over welke gedupeerde ouders in de gemeente te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsingen. Sommige ouders en hun kinderen die te maken hebben gehad met een uithuisplaatsingen willen geen extra ondersteuning, niet worden benaderd vanuit deze achtergrond en dit stukje uit hun verleden laten rusten. De aanpak respecteert dat en is vanuit die gedachte vrijblijvend ingericht en legt regie bij ouders en kinderen. Gedupeerde ouders en hun kinderen waarbij een juridische uithuisplaatsingen heeft gespeeld ontvangen via het Ministerie van Justitie een brief waarin zowel de brede ondersteuning als de hulp van het Ondersteuningsteam worden aangeboden. Het is aan henzelf om de keuze te maken om van het aanbod gebruik te maken. 

De kern van de aanpak draait primair om contactherstel. Als gemeente kan je wel het lokale netwerk informeren over de beschikbaarheid van het Ondersteuningsteam. Hierbij kan je denken aan de lokale jeugdbeschermers, medewerkers van wijk- en jeugdteams en huisartsen. Dit helpt om de beschikbaarheid van het team bij zoveel mogelijk ouders onder de aandacht te brengen. Ook kunt u een verwijzing naar de website van het Ondersteuningsteam opnemen op uw eigen website.  

De ondersteuning van de procesbegeleiders van het Ondersteuningsteam lijkt hetzelfde als wat wij als gemeente vanuit de hersteloperatie aanbieden aan gedupeerde, klopt mijn aanname?  

Nee dat klopt niet. De procesbegeleiders ondersteunen alleen gedupeerde ouders en kinderen die te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing. Ze bieden specifieke ondersteuning richting de jeugdbeschermingsketen en gemeenten, maar nemen geen taken en verantwoordelijkheden van hen over. Ze geven niet de brede ondersteuning die gemeenten aanbieden. Procesbegeleiders nemen contact op met gemeenten voor overleg als er zaken nodig zijn zoals bijvoorbeeld taxikosten vergoeding of woning(urgentie). De inzet hangt wel samen met het kunnen maken van de nieuwe start, maar is vanuit de procesbegeleiders in eerste aanleg gericht op herstel van contact of het herstellen van de gezinssituatie. 

Uit welke professionals bestaat het ondersteuningsteam?  

De kern van het Ondersteuningsteam bestaat momenteel uit ongeveer 60 procesbegeleiders die verspreid over Nederlands wonen en werken.   

De procesbegeleiders uit het ondersteuningsteam hebben kennis van en ervaring in de jeugd- en volwassenenhulp en kennen de wegen en mogelijkheden op dit gebied. De personen in het team zijn gewend om creatieve oplossingen te bedenken en ook uit te voeren als hulpvragen vastlopen of zeer lastig zijn. In het team van procesbegeleiders werken ook enkele procesbegeleiders, die zelf gedupeerde zijn. De procesbegeleiders worden actief opgeleid voor en begeleid tijdens hun werkzaamheden door een projectteam.  

Aan welke organisatie is het ondersteuningsteam verbonden?  

Het ondersteuningsteam is onafhankelijk en neutraal maar werkt intensief samen met jeugdbeschermers, gemeente, ministeries, Raad voor de Kinderbescherming, rechtbank en andere partijen. Dat betekent dus dat het OT niet verbonden is aan een (overheids)instantie zoals bijvoorbeeld een ministerie of de jeugdzorgketen en ook hun rol/werkzaamheden nooit overneemt. De medewerkers zijn speciaal ingehuurd voor dit team. De procesbegeleiders oordelen niet over wie of welke organisatie verantwoordelijk voor of schuldig is aan de situatie van de ouders en kinderen. 

Wat zijn de kosten om een procesbegeleider van het Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen in te zetten?  

De ondersteuning door het Ondersteuningsteam is kosteloos voor gedupeerde ouders en kinderen.  

Komen ouders van uithuisgeplaatste kinderen in aanmerking voor kosteloze rechtsbijstand van een gespecialiseerde advocaat als zij zich willen verweren tegen een uithuisplaatsing?  

Ja, ouders komen hiervoor in aanmerking en kunnen een verzoek indienen bij de Raad voor rechtsbijstand. Ouders kunnen dit aanvragen voor uithuisplaatsingen en gezag beëindigingen. Ook is deze gratis rechtsbijstand beschikbaar voor procedures rondom vrijwillige uithuisplaatsing. Zoals bij procedures rondom het blokkaderecht van pleegouders.  

Wij ontvangen van raadsleden de vraag: Hoeveel kinderen zijn er uit huis geplaatst als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag? Mogen wij hiervoor de lijst met gedupeerde van de belastingdienst vergelijken met de lijst van uithuisplaatsingen van de afgelopen 5-6 jaar? En op deze manier een antwoord krijgen op de vraag? 

Nee deze lijsten mogen nooit voor dit doeleinde gebruikt worden. Hiervoor bestaat geen wettelijke grondslag en het combineren van de lijsten voor dit doel is daarmee strafbaar. Overigens levert het combineren van dergelijke lijsten ook geen resultaat op waarmee een feitelijk antwoord op de vraag gegeven kan worden. Er is ook geen nadere specificatie van de cijfers mogelijk.  

Zijn deze ouders bij ons bekend en gaan wij deze ouders actief benaderen om hun kinderen zo snel mogelijk weer thuis te krijgen? Kunnen we de gegevens van de ouders krijgen om deze ouders actief te benaderen?  

Deze ouders en kinderen zijn niet persoonlijk bekend bij de gemeente en er is geen wettelijke grondslag om deze informatie te verkrijgen. Ook niet voor het doen van een ondersteuningsaanbod. Regie over het verkrijgen van hulp ligt bij de ouders en kinderen. Niet iedere ouder of ieder kind wil hulp van de gemeente. 

Om de aanpak actief bij getroffen ouders onder de aandacht te brengen ontvangen alle betrokken (gedupeerde) ouders en (nu) volwassen kinderen een brief vanuit het Rijk waarin de ondersteuning wordt uitgelegd en wat men kan doen om in contact te treden met het Ondersteuningsteam of de gemeente als er een hulpvraag leeft.  

Hoeveel gedupeerde ouders en kinderen hebben te maken (gehad) met een uithuisplaatsing? 

  • In totaal zijn 3.532 unieke kinderen en 2.159 unieke gedupeerde ouders naar voren gekomen die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire én te maken hebben (gehad) met een machtiging uithuisplaatsing;

  • Voor 1.754 kinderen van gedupeerde ouders is aanvullend onderzoek nodig om te bepalen of zij te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing. Voor deze groep moet worden onderzocht of de door de GI verzochte machtiging uithuisplaatsing ook daadwerkelijk is afgegeven door een rechter; 
  • De conclusie dat er 3.532 kinderen te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing kan niet worden getrokken. Niet in alle gevallen heeft de rechter het verzoek toegewezen; 
  • Uitvoering Herstel Toeslagen (UHT) voert nog altijd integrale beoordelingen uit. Het aantal gedupeerde ouders (en erkend ex-toeslagpartners) neemt daardoor nog toe. Op basis van deze positieve beoordelingen kan ook het aantal kinderen van gedupeerde ouders dat te maken heeft (gehad) met een uithuisplaatsing nog toenemen. Waarbij wel kan worden gesteld dat die toename relatief beperkt gaat zijn. 

Cijfers van vrijwillige uithuisplaatsingen zijn niet opgenomen in bovenstaand overzicht. Deze uithuisplaatsingen worden niet geregistreerd.  

Financiële problemen als gevolg van de problemen met de kinderopvangtoeslag zijn nooit op zichzelf de reden geweest voor een uithuisplaatsing. Wel kan de financiële situatie waarin ouders zijn beland bestaande problematiek versterken of veroorzaken, die uiteindelijk tot een uithuisplaatsing heeft geleid. De conclusie dat al deze uithuisplaatsingen zijn veroorzaakt door de problemen met de kinderopvangtoeslag is niet correct.

Ex-toeslagpartnerregeling 

Kinderopvangtoeslag wordt aangevraagd door één ouder voor het gehele gezin. Deze ouder is de hoofdaanvrager. Die kon tot 1 januari 2024 bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) een herbeoordeling kinderopvangtoeslag aanvragen. De hersteloperatie is in beginsel gericht op door UHT als gedupeerd beoordeelde aanvragers. De gedupeerde aanvrager ontvangt het compensatiebedrag en de gedupeerde aanvrager en diens huidige toeslagpartner komen in aanmerking voor de schuldenaanpak. Niet alle gedupeerde aanvragers zijn nog samen de toeslagpartner waarmee zij een huishouden deelden ten tijde van de problematiek. Dit voelt in veel gevallen wrang. Doorgaans hadden de partners gelijke betrokkenheid bij de kinderen en deelden op dagelijkse basis mee in de (financiële) schade als gezinslid. 

Het leed hield voor een deel van de ex- toeslagpartners niet op nadat het partnerschap ophield. Zo bleven ze betrokken bij de afhandeling van terugvorderingen, ontvingen ex- toeslagpartners door de problematiek niet altijd de alimentatie waar zij recht op hadden en ervaarden zij mentale klachten en stress. Bij het toekennen van het compensatiebedrag wordt aan de gedupeerde aanvrager een oproep gedaan om het bedrag naar rato te verdelen met een betrokken ex- toeslagpartner. Daarnaast maakt de ex-toeslagpartner geen aanspraak op de schuldenaanpak van de aanvrager, waardoor een verdeling in gevallen enkel leidt tot het aflossen van schulden. Dit leidt in de praktijk tot de situatie dat de ex-toeslagpartner niet altijd (evenredig) deelt in het herstel. Ook is een gebrek aan erkenning als gedupeerde een pijnpunt bij ex-toeslagpartners. 

Kunnen ouders die van mening zijn dat ze ex-toeslagpartners zijn zich aanmelden voor de regeling?   

Ja dit is mogelijk via de website van UHT. Mogelijk ex-toeslagpartners kunnen zich tot en met 3 juni 2025 aanmelden

Als de aanvrager van de kinderopvangtoeslag nog niet als gedupeerde is erkend, kan de ex-toeslagpartner zich nog niet aanmelden. Dit kan pas als de aanvrager als gedupeerde ouder is erkend. In dat geval geldt een termijn van zes maanden vanaf het moment dat de aanvrager als gedupeerde is erkend, waarbinnen een ex-toeslagpartner een aanvraag tot herstel kan indienen.

Waar bestaat de ex-toeslagpartnerregeling uit? 

  • Eenmalige financiële compensatie van €10.000,- 
  • Toegang tot een vergoeding voor werkelijke schade als de ex-partner aantoonbaar meer schade heeft geleden 
  • Een schuldenaanpak 
  • Brede ondersteuning door gemeenten 

Zie herstel.toeslagen.nl voor meer informatie. 

Voor wie geldt de ex-toeslagpartner regeling? Wanneer ben je een ex-toeslagpartner? 

De ex-toeslagpartnerregeling is gericht op de voormalig toeslagpartner waarvan het aannemelijk is dat zij merkbare gevolgen hebben ondervonden van de problemen rondom de kinderopvangtoeslag bij hun voormalige partner. Een ex-toeslagpartner is geen toeslagpartner meer op moment van ontvangen van het compensatiebedrag van de aanvrager herbeoordeling kinderopvangtoeslag. Daarnaast moet die voldoen aan het duurcriterium of het kindcriterium.  

Het duurcriterium houdt in dat de ex- toeslagpartner ten minste 1 jaar toeslagpartner is geweest van een gedupeerde ouder (aanvrager) na ontvangst beschikking die leidde tot de status gedupeerdheid. 

Het kindcriterium houdt in dat het eigen (pleeg) kind van de ex-toeslagpartner op de aanvraag kinderopvangtoeslag stond en de ex- toeslagpartner en de aanvrager nog elkaars toeslagpartner waren in het jaar van de beschikking waardoor deze gedupeerd is.  

UHT bepaalt wie erkend wordt als ex-toeslagpartner. 

Wanneer komt een ex-toeslagpartner in aanmerking voor brede ondersteuning? 

De brede ondersteuning voor de ex- toeslagpartner en diens gezin wordt aangeboden nadat de ex-toeslagpartner als gedupeerde is erkend door UHT. Dit wijkt af van het moment waarop de brede ondersteuning van de (mogelijk) gedupeerde aanvrager van een kinderopvangtoeslag en diens gezin wordt aangeboden. Voor hen geldt dat zij recht hebben op brede ondersteuning vanaf het moment van aanmelden bij UHT.  

Hoe ziet de schuldenaanpak eruit voor erkende ex-toeslagpartners? 

Als een ex-toeslagpartner als gedupeerde wordt erkend, komt deze in aanmerking voor de schuldenaanpak. De schuldenaanpak is alleen van toepassing op de erkend ex-toeslagpartner – en niet op zijn/haar toeslagpartner. Er is geen wettelijk moratorium voor erkend ex-toeslagpartners.  

De reikwijdte en de peildata van de schuldenaanpak is identiek aan die van gedupeerde aanvragers van de kinderopvangtoeslag. Meer informatie is te vinden in de handreiking ‘Hulp bij schulden’. 

De regeling voor ex-partners is pas in 2024 in uitvoering gebracht. De kans is daardoor groot dat schulden niet meer binnen de reikwijdte van de regeling vallen. Gemeenten kunnen deze schulden niet overnemen of kwijtschelden, maar wel vanuit de brede ondersteuning voorzieningen inzetten rond bijvoorbeeld budgetbeheer of toeleiding naar een schuldregeling. 

Wat kan een gemeente betekenen voor een ex-toeslagpartner met schulden die niet worden opgelost? 

Door de beperkte reikwijdte van de schuldenaanpak (tot 2021) is het voorstelbaar dat erkend ex-toeslagpartners met schulden overblijven. Zeker ook omdat de uitvoering van de ex-partnerregeling lang op zich liet wachten. Vanuit de brede ondersteuning kunnen gemeenten geen schulden overnemen. Gemeenten kunnen wel vanuit de brede ondersteuning voorzieningen inzetten die bijdragen aan het kunnen maken van een nieuwe start. Te denken valt hierbij aan reguliere hulp bij schulden zoals het maken van betaalafspraken met schuldeisers, budgetbeheer of de toeleiding naar een schuldregeling. Inzet van voorzieningen op het gebied van schuldhulpverlening is dan onderdeel van het leefgebied financiën in het plan van aanpak. 

Verhuizende ouders 

Op welke wijze wordt lopende dienstverlening van de brede ondersteuning overgedragen in geval van een verhuizing? 

De overdracht vindt bij voorkeur warm plaats. Gezamenlijk (ouder, huidige brede ondersteuner en brede ondersteuner in nieuwe woongemeente) wordt bepaald welke lopende dienstverlening gecontinueerd wordt op grond van het lopende plan van aanpak en welke dienstverlening overgedragen wordt naar de nieuwe woongemeente.  

Een (mogelijk) gedupeerde ouder (of een kind vallend onder de kindregeling) gaat verhuizen naar een andere gemeente en wenst de begeleiding over te dragen naar de nieuwe woongemeente. Hoe kom ik aan contactgegevens van de nieuwe gemeente? 

Voor het verkrijgen van deze informatie neemt u contact op met het landelijk programma hersteloperatie kinderopvangtoeslag gemeenten van de VNG via hersteloperatie@vng.nl of neem contact op via het VNG Forum hersteloperatie. 

Een gedupeerde ouder wenst voortzetting van begeleiding in de nieuwe woongemeente. Kan deze begeleiding ingezet en verantwoord worden? 

Dat kan. Voor de verantwoording is het belangrijk dat de nieuwe woongemeente de ouder opneemt in de jaarlijst van zelfmelders (hieronder vallen ook tussentijdse verhuizingen). Deze lijst wordt elk jaar in januari in het gegevensportaal geplaatst. In de handreiking verhuizende ouders vindt u meer over het proces van overdracht.   

Een ouder is net in onze gemeente komen wonen. Wij willen graag weten of de nieuwe start door de vorige gemeente is geboden/is afgerond of dat er nog lopende ondersteuning is. Kunnen wij dat opvragen?  

Op grond van de wettelijke taak voor het bieden van brede ondersteuning, mogen gemeenten gegevens verwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de wettelijke taak. Vanuit die grondslag kunt u de statusinformatie uitwisselen met de vorige woongemeente. Voor het verkrijgen van een contactpersoon in de vorige woongemeente kunt u contact opnemen via hersteloperatie@vng.nl of neem contact op via het VNG-forum hersteloperatie.  

Kan de nieuwe woongemeente van een verhuisde (aangemelde of gedupeerde) ouder de vergoeding voor dienstverlening opvoeren in de jaarverantwoording in het geval dat de vorige woongemeente ook vergoeding voor dienstverlening aan deze ouder/gezin heeft opgevoerd?   

Ja dit is mogelijk. De nieuwe woongemeente kan alle componenten in de Spuk opvoeren voor de ondersteuning van de gedupeerde ouder. 

Urgentie 

Kunnen ouders om urgentie vragen bij UHT, zodat zij eerder worden beoordeeld? 

Ja. Bij een verzoek om urgentie verzoekt de ouder, of de gemeente namens de ouder om met voorrang behandeld te worden voor de integrale beoordeling (IB) bij UHT.  

Wanneer kan urgentie worden aangevraagd? 

Urgentie wordt toegekend wanneer het langer laten wachten van de ouder op een integrale beoordeling zou betekenen dat de ouder te maken krijgt met gevolgen die onomkeerbaar zijn. Deze ouders verkeren in een zeer acute en/of schrijnende situatie waarbij de status gedupeerd, een uitgekeerd compensatiebedrag of de schuldenaanpak het verschil maken om de schrijnende situatie voor ouders op te lossen of zodat toegewerkt kan worden naar een oplossing. 

Hoe kan urgentie worden aangevraagd?  

Ouders kunnen zelf of samen met de gemeenten contact opnemen met het Serviceteam UHT en urgentie aanvragen. Beoordeelt u vanuit de gemeente de situatie van de ouder als zeer acuut en/of schrijnend? Bijvoorbeeld wanneer sprake is van meervoudige, ernstige problematiek die zonder interventie ernstige gevolgen heeft voor de ouder/het gezin? Dan kan de gemeente urgentie toe (laten) kennen. 

De status gedupeerd en/of de uit te keren compensatie biedt in dat geval een oplossing voor schulden of de schrijnende situatie. Toets altijd op de volgende situatie(s) voor het aanvragen van urgentie voor de IB: 

  • Ouder heeft veel problemen op verschillende leefgebieden. Meerdere instanties zijn betrokken. Wanneer die niet kunnen helpen of als voor een structurele oplossing uitsluitsel van de IB nodig is kan urgentie voor toetsing worden verzocht. 
  • Ouder(s) bevinden zich aan het einde van hun Msnp- of Wsnp-traject. Het traject kan door omstandigheden pas worden afgerond als er duidelijkheid is over de uitslag van de Integrale Beoordeling. 
  • Ouders hebben een schuldregeling nodig i.v.m. problematische schulden maar die niet worden toegelaten.  
  • Bij Ouders/een gezin speelt een actieve of dreigende uithuisplaatsing van 1 of meer kinderen.  
  • De ouder heeft geen eigen woning en woont bij familie of op straat. 
  • Er speelt een dreigend faillissement bij de onderneming van de ouder.  

In deze situaties komt een ouder in aanmerking voor voorrang op het beoordelingsproces. Gemeenten gebruiken hiervoor het landelijke formulier toekennen urgentie.  Dit formulier heeft iedere gemeente ontvangen en is op te vragen bij hersteloperatie@vng.nl 

Kunnen gemeenten ouders direct bij UHT kunnen aandragen voor versnelde beoordeling (urgentie)? 

Ja. Gemeenten kunnen ouders aandragen voor urgentie. Dit verzoek wordt overgenomen door UHT zonder beoordeling of toets, waardoor er binnen een week een PZB-er contact op neemt met de ouder en de Integrale Boordeling direct start. Tussen gemeenten en UHT zijn afspraken gemaakt in welke situaties gemeente een ouder kan voordragen voor urgentie. Gemeenten gebruiken voor deze urgentie het landelijk formulier toekennen urgentie Integrale Beoordeling. Dit formulier heeft iedere gemeente ontvangen en is op te vragen bij hersteloperatie@vng.nl

Gemeenten kunnen om urgentie toe te kennen toetsen op de volgende situaties: 

  • Ouder heeft veel problemen op de verschillende leefgebieden. Hierbij zijn vaak meerdere instanties betrokken. Wanneer die niet kunnen helpen of voor een structurele oplossing uitsluitsel van de IB nodig is dan kan versneld een IB worden ingezet.  
  • Bijvoorbeeld: Ouder heeft een huurachterstand, schulden of heeft psychische problemen. De huisarts is ingeschakeld en kinderen hebben ondersteuning op school. Wijkzorg en wijkteam gemeente is betrokken. Om te kunnen bepalen welke hulp er ingezet moet worden maakt het verschil als de gemeente weet of ouder gedupeerd is. Het aanvragen van urgentie, en de voorrang die daarbij komt draagt bij aan het herstellen/verbeteren van de gezinssituatie.  
  • Ouders die aan het einde van hun Msnp of Wsnp traject zijn en het traject pas afgerond kan worden als er duidelijkheid is over de uitslag van de Integrale Beoordeling.  
  • Ouders die schuldhulpverlening nodig hebben i.v.m. problematische schulden maar die niet worden toegelaten (of het is niet wenselijk) tot een traject voordat ze weten of ze gedupeerd zijn.  
  • Ouder met uithuisgeplaatste kinderen. Vaststellen van gedupeerdheid helpt voor aanvullende ondersteuning door het landelijk Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen.  
  • Ouder heeft geen eigen woning en woont bij familie of op straat.   
  • Dreigend faillissement onderneming van ouder. 

Als het antwoord op een van de bovenstaande vragen ‘Ja’ is dan komt een ouder in aanmerking om met voorrang op het reguliere proces beoordeeld te worden. 

Indien een ouder niet aan bovenstaande criteria voldoet maar wel een versnelde Integrale Beoordeling nodig is om uit een schrijnende situatie te komen kan de gemeente samen met de ouder ook een urgentie verzoek indienen. UHT gaat in gesprek met de gemeente over de situatie van de ouder en beoordeelt of aan deze ouder, ook al valt de situatie buiten de criteria, toch voorrang wordt verleend voor de Integrale Beoordeling.  

Zijn we als gemeente verplicht een urgentieverklaring woningzoekende af te geven als ouders aangeven door de problemen met de kinderopvangtoeslag hun woning te hebben verloren? 

Nee. Dat bent u als gemeente niet. Verlenen van urgentie woningzoekende is een lastige situatie in de huidige woningmarkt. Er geldt juridisch gezien geen 100% verplichting voor gemeenten om woonruimte te regelen. Biedt aan getroffen ouders en kinderen maatwerk aan, kijk als gemeente niet alleen puur juridisch naar het woonvraagstuk en verleen in een schijnende situatie passende urgentie.  Gedupeerde ouders en hun kinderen hebben vaak problemen ervaren rondom hun oorspronkelijke woonruimte als gevolg van de (door de overheid veroorzaakte) problemen met de kinderopvangtoeslag. Sta hen actief bij in de zoektocht naar geschikte(re) woonruimte. Vaak maakt het vinden van geschikte woonruimte onderdeel uit van hun maatschappelijk herstel. 

Driegesprek 

Wat is een driegesprek? 

Een driegesprek is een gesprek tussen een gedupeerde ouder, een PZB-er en een medewerker van de gemeente (brede ondersteuner). Het gesprek vindt plaats rond de integrale beoordeling. Tijdens het driegesprek kan de ouder vragen stellen over het financieel herstel door UHT en de brede ondersteuning die vanuit de gemeente geboden wordt. Ook is er ruimte voor het verhaal van de ouder waarin deze aangeeft wat hij/zij heeft meegemaakt en om vragen te beantwoorden die de ouder heeft over wat er is gebeurd.   

Hoe kan de gemeente een ouder aanmelden voor een driegesprek?   

De gemeente kan een ouder aanmelden voor een driegesprek via het Serviceteam gemeenten (0800 – 2358358 + gemeentecode). Op het moment dat de integrale beoordeling van start gaat neemt UHT contact op met de ouder en gemeente voor het plannen van het driegesprek. Wanneer een gedupeerde ouder na de integrale beoordeling een driegesprek wenst, wordt dit gesprek namens UHT gevoerd met een medewerker van het team nazorg. De PZB’er is dan niet langer gekoppeld aan de casus van de ouder.   

Hoe weet UHT wie zij bij ons in de gemeente kunnen benaderen voor het organiseren van een driegesprek?    

De VNG beheert een lijst met contactpersonen bij gemeenten voor alle gemeenten. Deze lijst is gedeeld met het ondersteunend loket van UHT. De medewerkers die hier werkzaam zijn nemen contact op om de driegesprekken te organiseren. Wilt u de bestaande gegevens voor de contactpersonen Inwoners voor uw gemeente wijzigen? Neem dan contact op met het landelijk projectteam hersteloperatie via hersteloperatie@vng.nl

Naar boven ↑

2. Financiële verantwoording brede ondersteuning

Hoe worden gemeenten financieel gecompenseerd voor de werkzaamheden binnen de hersteloperatie? 

De afspraken over de compensatie door het rijk van de kosten die gemeenten in het kader van de hersteloperatie maken, zijn opgenomen in drie specifieke uitkeringen (Spuk’s) voor de hersteloperatie: 

Voor de schuldenafhandeling zijn de volgende Spuk's en gelijknamige SiSa-tabellen van toepassing: 

  1. G12 (sociaal domein): Staatscourant 2023, 28876 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) 
  2. C62 (belastingdomein): stcrt-2023-32351.pdf (officielebekendmakingen.nl) 

Voor de brede ondersteuning: 

  1. B2 (brede ondersteuning): Staatscourant 2023, 30181 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) 

Een Spuk is een ministeriële regeling om taken en activiteiten die gemeenten beleidsmatig namens het rijk uitvoeren, te financieren vanuit het rijk.

Gemeenten declareren hun kosten voor de hersteloperatie achteraf bij het rijk met de SiSa-verantwoording. De accountant controleert of de uitgaven zijn gedaan volgens de regels van de Specifieke Uitkering (Spuk). Hiermee wordt in de hersteloperatie kinderopvangtoeslag het financieel comfort dat gemeenten nodig hebben om hun taken in de hersteloperatie uit te kunnen voeren gewaarborgd. De Spuk speelt geen rol bij het bepalen van de hulp die ouders/kinderen nodig hebben. Ouders/kinderen kunnen geen rechten aan de Spuk’s ontlenen.  

Welke gegevens zijn van belang voor de verantwoording van de kosten van de schuldenafhandeling? 

Voor de schuldenafhandeling (pauzering en kwijtschelding) in het sociaal domein en belastingdomein declareert u alleen de gederfde baten. Dit zijn de kosten van de kwijtscheldingen die u in het betreffende verantwoordingsjaar heeft verleend. De uitvoeringskosten worden ambtshalve vastgesteld en uitgekeerd op basis van aantallen gedupeerden en toeslagpartners in uw gemeente. Hiervoor hoeft u zelf geen aantallen in te voeren in de SiSa-tabellen. 

Waar vind ik alle informatie over de Spuk's en de financiële verantwoording/SiSa-verantwoording? 

Alle informatie met betrekking tot de financiële verantwoording voor de uitvoering van brede ondersteuning en het pauzeren en kwijtschelden van schulden vindt u op de webpagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag | VNG 

Kun je psychologische hulp financieren vanuit de Spuk?   

Het is aan de gemeentelijke professional om te bepalen wat passende ondersteuning is voor een ouder/kind op basis van de doelen die gezamenlijk zijn bepaald en vastgelegd in het plan van aanpak. Het doel is gekoppeld aan het kunnen maken van een nieuwe start. Als de doelen van een plan van aanpak (mede) worden bereikt door het faciliteren van psychologische hulp, dan kan dit als voorziening worden verstrekt via het plan van aanpak. Dit wordt naderhand vanuit het Rijk vergoedt aan gemeenten via component C (trajectzorg) via de Spuk brede ondersteuning.  

Moet je per se bedragen noemen in je besluit? (Een tandenrenovatie gaat bijvoorbeeld relatief snel, maar ondersteuning aan het gezin duurt langer). Maak je dan steeds een nieuw plan en een beschikking op?  

In de beschikking (het plan van aanpak) kent de gemeente de voorziening toe. Daar hoeft geen bedrag bij. Als u als gemeente ervoor kiest tot een maximum iets te vergoeden: bijvoorbeeld een vervangend bed ter waarde van 400 euro, dan neemt u het maximumbedrag wel op. 

Op welke wijze kan nazorg opgevoerd worden in de jaarverantwoording?  
 
Nazorg (component B) is gekoppeld aan het plan van aanpak (component D) als u heeft gekozen voor normbedragen. Dit betekent dat u voor elk plan van aanpak waarvoor u nog niet eerder nazorg heeft gedeclareerd, een forfaitair bedrag kan declareren. Voor de verantwoording is het van belang dat u kunt aantonen dat er een plan van aanpak is en dat er voor het BSN niet eerder nazorg in rekening is gebracht.  

Wij hebben nog nooit nazorg gedeclareerd. Mogen wij dit nog doen voor plannen van aanpak uit 2021? 

Ja. Als er voor plannen van aanpak nog geen nazorg is gedeclareerd, mag het forfaitaire bedrag van jaar ‘T’ worden gedeclareerd onder component D, als voor dat BSN ook component B (nazorg) is gedeclareerd. 

Wij hebben voor een deel al wel nazorg gedeclareerd en voor een deel nog niet. Hoe vullen we dat in de SiSa-tabel in? 

Indien nazorg nog niet eerder is gedeclareerd voor een plan van aanpak, kan dit alsnog worden gedaan voor het normbedrag jaar ‘T’ per in rekening gebracht plan van aanpak.  

Moet de gemeente de jaarlijst met BSN’s anonimiseren?   

Nee. De accountant moet zich houden aan de VGBA dus is het niet nodig om informatie te anonimiseren voor de accountant. Anonimiseren heeft tot gevolg dat de accountant het lijstwerk niet meer kan gebruiken. Immers, de accountant moet de juistheid/ echtheid en de herkomst van het lijstwerk vaststellen   

Jaarlijsten Spuk’s 

Waar vinden we de jaarlijsten? 

De jaarlijsten voor de financiële verantwoording worden altijd in januari klaargezet in het gegevensportaal en blijven dan vier weken beschikbaar. U vindt in januari in het portaal zowel de jaarlijst voor de schuldafhandeling als voor de brede ondersteuning. Mist u BSN's op één van deze lijsten, maar wilt u daarvoor wel kosten declareren? Dan gebruikt u het vraagbestand voor een aanvulling op de jaarlijst. Deze vraagbestanden staan ook in het gegevensportaal. Voor kinderen die vallen onder de kindregeling, maakt u altijd gebruik van het vraagbestand. In hoofdstuk 5 van het toelichtingsdocument gegevenslevering vindt u meer informatie over de verschillende jaarlijsten en het gebruik hiervan.   

Waar worden de jaarlijsten voor gebruikt?   

De jaarlijsten zijn controlelijsten, ter ondersteuning van de verantwoording over de uitgaven, die binnen de reikwijdte van de Specifieke uitkeringen vallen.   

Er zijn in totaal drie Specifieke uitkeringen van belang in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag:   

  • Spuk kwijtschelden vorderingen SZW-domein   
  • Spuk kwijtschelden vorderingen belastingdomein   
  • Spuk (brede) ondersteuning   

Voor alle drie de Spuk ‘s vormen de jaarlijsten de basis. Alleen de kosten die zijn gemaakt voor burgerservicenummers die op de jaarlijst of aanvulling (addendum) op de jaarlijst voorkomen, kunnen worden gedeclareerd bij het rijk.   

De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie over de jaarverantwoording raadplegen. 

Zijn de jaarlijsten voor de kwijtschelding hetzelfde als de jaarlijsten voor de ondersteuning?   

Nee de jaarlijsten zijn verschillend van aard.   

De jaarlijst voor de ondersteuning bevat alle zelfmelders uit het afgelopen jaar met daarbij de datum waarop de zelfmelder is doorgegeven aan de gemeente. Daarnaast is er een indicatie of de zelfmelder in eerste instantie ook is doorgegeven aan het portaal Hulpverlening. Dit zijn ouders die hebben aangegeven een hulpaanbod van hun gemeente te willen ontvangen. In dat geval is de indicatie "J”. Als gedurende het afgelopen jaar de integrale beoordeling is afgerond en de zelfmelder daarbij is aangemerkt als niet-gedupeerde, wordt dit ook aangegeven.   

Bij de jaarlijst voor de schuldenafhandeling (kwijtschelding) zijn de gedupeerden woonachtig in de gemeente geleverd. Daarnaast is er een separate lijst geleverd met gedupeerden die de afgelopen 5 jaar in de gemeente woonachtig zijn geweest (de verhuizers). Op beide lijsten komen ook de partners voor van de gedupeerden.   

U mag (jaarlijsten met) gegevens alleen gebruiken voor het doel waarvoor ze bedoeld zijn. Jaarlijsten mogen niet gecombineerd worden en het is niet toegestaan contact op te nemen voor het doen van een aanbod brede ondersteuning op basis van de jaarlijst schuldenafhandeling.  

Hoe gebruikt de gemeente de jaarlijsten?   

De gemeente gebruikt de jaarlijsten zowel voor de interne als de externe verantwoording.   

Gemeenten verantwoorden zich via de jaarrekening aan het ministerie. Deze verantwoording vindt plaats via de SiSa-systematiek. De jaarlijst ten behoeve van de Spuk brede ondersteuning dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:   

Alle zelfmelders en gedupeerden aan wie de gemeente ondersteuning heeft geboden en geleverd. Voor de kindregeling is een aparte jaarlijst die als antwoordbestand in het portaal wordt geleverd.   

Waar vind ik meer informatie over de jaarlijsten en het gebruik ervan?  

De VNG heeft een aparte pagina gemaakt over de jaarverantwoording. Op de pagina Jaarverantwoording Spuk hersteloperatie kinderopvangtoeslag kunt u alle handreikingen en relevantie documentatie raadplegen.  

Daarnaast is in het Gegevensportaal van UHT, achter de inlog, een gebruiksinstructie te raadplegen.  

In mijn gemeente werken we met Wijkteams, wie levert de Burgerservicenummers aan in het portaal van de Belastingdienst tbv de verantwoording? 

Het advies is om de gegevens (BSN) te verzamelen in één systeem (bijvoorbeeld het zaaksysteem) en deze door een geautoriseerd medewerker te laten verwerken in het portaal. De teruglevering van gegevens gebeurt dan via dezelfde geautoriseerde medewerker. 

Naar boven ↑

3. Hulp bij schulden

Pauzeknop en moratorium 

Wat is de publieke pauzeknop? 

Gemeenten en andere publieke uitvoeringsorganisaties pauzeren de dwangincasso van sommige openstaande vorderingen voor aangemelde ouders en hun toeslagpartner totdat zij duidelijkheid hebben over de beoordeling door UHT. Dit wordt ook wel de publieke pauzeknop genoemd. Deze pauzering is een vrijwillige verruiming van het wettelijk moratorium en geldt vanaf de aanmelddatum totdat de uitslag van de integrale beoordeling bekend is.  

Voor wie geldt de publieke pauzeknop?  

De publieke pauzeknop geldt voor aangemelde ouders en de toeslagpartners. Gemeenten ontvangen via het Gegevensportaal de persoonsgegevens van de ouders en toeslagpartners die zich hebben aangemeld bij UHT. Er is geen publieke pauzeknop voor erkend ex-toeslagpartners. 

Welke vorderingen binnen de gemeente vallen onder de publieke pauzeknop? 

Gemeenten hanteren de lijn dat alleen vorderingen worden gepauzeerd die voor kwijtschelding in aanmerking komen als de ouder als gedupeerde wordt beoordeeld. De achterliggende gedachte hierbij is dat alleen voor deze vorderingen een oplossing wordt geboden. Het langdurig pauzeren van vorderingen die niet voor kwijtschelding in aanmerking gaan komen, wordt niet wenselijk geacht en is vaak nadelig voor de ouder. De gemeente kan wel vanuit het leefdomein financiën ondersteuning bieden mocht dat passend zijn binnen de brede ondersteuning. 

Kan de aangemelde ouder ook zelf besluiten de gepauzeerde vordering toch te betalen? 

Zeker. Dat kan zonder nadelige gevolgen voor de ouder. Indien de ouder door UHT als gedupeerde ouder wordt erkend, verleent de gemeente kwijtschelding voor de vorderingen die onder de publieke pauzeknop zouden vallen. De kwijtschelding geschiedt met terugwerkende kracht tot aan 31 december 2020. Dit betekent dat alle (deel)betalingen die zijn gedaan voor die betreffende vordering worden gerestitueerd. Als de ouder de vordering dus toch wenst te betalen, ontvangt deze hetgeen is afbetaald na 31 december 2020 terug op zijn of haar rekening. 

Tot wanneer geldt de publieke pauzeknop?  

Voor aangemelde ouders geldt de publieke pauzeknop in ieder geval totdat de uitslag van de integrale beoordeling bekend is. UHT voert na aanmelding een eerste toets uit om te beoordelen of de aangemelde ouder in aanmerking komt voor compensatie. Wanneer uit de eerste toets blijkt dat er geen recht is op compensatie, geeft dit nog geen definitief uitsluitsel. Daarvoor is een integrale beoordeling nodig. Voor ouders (en hun toeslagpartners) die op basis van de eerste toets al in aanmerking komen voor de forfaitaire tegemoetkoming geldt aanvullend het wettelijk moratorium. Deze gaat van rechtswege in voor de duur van één jaar vanaf het moment van uitbetalen van forfaitaire bedrag van € 30.000. De ouder ontvangt in dat geval een beschikking.  

Wanneer uit de integrale beoordeling blijkt dat de ouder niet als gedupeerde ouder wordt beoordeeld, eindigt de publieke pauzeknop. De incasso kan weer worden opgestart. In de Handreiking hulp bij schuldenHandreiking hulp bij schulden vindt u het proces en praktische handvatten om te invordering weer te hervatten. 

Wat is het wettelijk moratorium? 

Wanneer de Belastingdienst bepaalt dat de ouder gedupeerd is, geldt vanaf de dag van uitbetaling van het compensatiebedrag het wettelijk moratorium voor de periode van één jaar. Dat betekent dat er geen dwangincasso mag plaatsvinden voor vorderingen die vóór het uitbetalen van het compensatiebedrag opeisbaar waren. Schuldeisers kunnen voor deze vorderingen dus geen beslag of dwangverrekening toepassen. Het moratorium geldt voor zowel publieke als private schulden.   

Geldt het wettelijk moratorium ook voor vrijwillige deelbetalingen of betalingsregelingen? 

Nee. Vrijwillige deelbetalingen en/of nagekomen betaalregelingen vallen buiten de reikwijdte van het moratorium. 

Hoe weten gemeenten en andere publieke schuldeisers voor wie het wettelijk moratorium geldt? 

Gemeenten en andere publieke schuldeisers ontvangen de gegevens van gedupeerde ouders en hun huidige toeslagpartners die in aanmerking komen vanuit UHT, via het Gegevensportaal. De contactpersoon invordering van de gemeente heeft toegang tot het Gegevensportaal. In het bestand 'Kwijtschelden_gedupeerd' is de datum van het uitbetalen van het compensatiebedrag opgenomen en daarmee ook de dag waarop het wettelijk moratorium in werking treedt. 

Moeten we de vordering sluiten om te voorkomen dat deze verjaart? 

Nee, het moratorium sluit verjaring uit. 

Hoe weten private schuldeisers dat het wettelijk moratorium voor ouders geldt? 

UHT deelt de gegevens van gedupeerde ouders en toeslagpartners met gerechtsdeurwaarders. Deurwaarders kunnen aan de hand van deze gegevens voorkomen dat executie van de schulden plaatsvindt voor deze personen. Daarnaast ontvangen gedupeerde ouders een code die zij kunnen doorgeven aan private schuldeisers. Private schuldeisers kunnen met deze code verifiëren of voor de ouder inderdaad het wettelijk moratorium geldt. 

Kan het zijn dat er vorderingen niet onder de publieke pauzeknop vallen, maar wel onder het wettelijk moratorium?  

Ja. De publieke pauzeknop geldt enkel voor vorderingen die voor kwijtschelding in aanmerking komen indien de ouder als gedupeerde ouder wordt beoordeeld. Het wettelijk moratorium kijkt naar de opeisbaarheid van de vordering in combinatie met de datum van het uitbetalen van het compensatiebedrag. Vorderingen over het belastingjaar 2021 vallen dus niet onder de publieke pauzeknop, maar kunnen wel onder het wettelijk moratorium vallen indien de betaaltermijn is verstreken op het moment dat de ouder het compensatiebedrag heeft ontvangen. 

Waarom wordt er voor de publieke pauzeknop een andere reikwijdte gehanteerd?  

Dit heeft te maken met het kwijtschelden van de schulden wanneer de inwoner als gedupeerd wordt beoordeeld door UHT. Enkel de publieke schulden die materieel betrekking hebben op de periode van voor 31/12/2020 komen voor kwijtschelding in aanmerking. Daarnaast kan het lang duren voordat UHT de beoordeling heeft afgerond. Het is niet wenselijk om vorderingen te pauzeren die niet voor kwijtschelding in aanmerking komen. Deze vorderingen moeten immers sowieso betaald worden. 

Wat betekent het wettelijk moratorium voor de lopende beslagen op deze ouders?  

Lopende beslagen moeten worden opgeschort. Beslagen kunnen gedurende het moratorium niet worden uitgewonnen.  

Kunnen bestaande overeenkomsten ontbonden worden gedurende het moratorium? 

Nee, overeenkomsten en verbintenissen kunnen niet worden gewijzigd, opgeschort of ontbonden gedurende het moratorium. Gedupeerde ouder(s) waarvoor het moratorium geldt kunnen dus niet ontsloten worden van de levering van gas, water of licht. Ook kan de huurovereenkomst van een woning niet worden ontbonden. 

Geldt het wettelijk moratorium ook voor schulden die worden gemaakt tijdens het moratorium? 

Nee, als er gedurende de afkoelingsperiode nieuwe schulden worden gemaakt kunnen schuldeisers ten behoeve van die nieuwe schulden wel verhaal nemen. Het wettelijk moratorium geldt niet, omdat de schuld niet opeisbaar was voor de datum van het uitbetalen van het compensatiebedrag, maar daarna. 

Mag de gemeente een opeisbare vordering nu ook niet meer verrekenen? 

Nee. Elke vorm van verhaal is uitgesloten, dus ook verrekening. 

Hoe kan de gemeente als schuldeiser/invorderaar uitvoering geven aan het moratorium? 

De informatie wie als gedupeerde is erkend en wanneer er is uitbetaald, worden verstrekt via het Gegevensportaal voor dit doeleinde. Ze mogen niet worden gebruikt om een ondersteuningsaanbod te doen.   

Wat betekent het indien er toch beslag wordt gelegd gedurende het wettelijk moratorium? 

Indien er tijdens het wettelijk moratorium beslag wordt gelegd voor een vordering die opeisbaar was voor uitbetalen van het compensatiebedrag, is deze beslaglegging in strijd met de wet. Het beslag is nietig. 

Het wettelijk moratorium loopt af. Kunnen we onze dwangincasso weer opstarten? 

Een jaar na uitbetalen van het compensatiebedrag is de ouder niet meer beschermd met een wettelijk moratorium. Dit betekent dat er weer rechtsgeldig loonbeslag, loonvordering of dwangverrekening kan worden toegepast. De opstart van de incasso dient volgens de normen van maatschappelijk verantwoorde incasso te geschieden. In de vindt u het proces en praktische handvatten om te invordering weer te hervatten. 

BKR 

Wat gebeurt er met BKR-registraties van ouders? 

In artikel 6.14 van de Wet hersteloperatie toeslagen is opgenomen dat een voormalig schuldeiser alle registraties die samenhangen met die kwijtgescholden betalingsachterstanden en achterstanden die een ouder zelf heeft ingelost, zal verwijderen uit het stelsel van kredietregistratie. 

Waarom komt de registratie in het BKR te vervallen? 

Het is de bedoeling dat ouders bij het afsluiten van toekomstige overeenkomsten geen hinder meer ondervinden van de registratie van voormalige achterstanden die inmiddels zijn kwijtgescholden of anderszins zijn komen te vervallen. 

Vervalt ook de registratie in het BKR voor leningen die niet vervallen? 

Nee, het is niet de bedoeling dat de registratie van een lopende overeenkomst wordt verwijderd. Bij het aangaan van nieuwe overeenkomsten is het belangrijk dat het bestaan van deze lopende overeenkomst wordt meegewogen, zodat overkreditering wordt voorkomen. 

Publieke schulden 

Wat zijn publieke schulden? 

Publieke schulden zijn schulden die iemand kan hebben bij een overheidsorganisatie. Dit kunnen schulden zijn bij de Belastingdienst of UHT zelf, maar ook bijvoorbeeld bij gemeenten, het UWV, het CAK, het LBIO, de SVB, DUO, CJIB en Waterschappen. 

Wiens publieke schulden worden kwijtgescholden? 

Het verlenen van kwijtschelding voor publieke schulden die vallen binnen de reikwijdte van de schuldenregeling zoals die is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen is onderdeel van de schuldenaanpak voor gedupeerde ouders, hun toeslagpartners en erkend ex-toeslagpartners. 

Waarom worden enkel de vorderingen die op 31 december 2020 openstonden kwijtgescholden? 

De gekozen datum hangt samen met de aankondiging van de schuldenaanpak. Eind december 2020 werd in een Catshuissessie onder andere besloten over het kwijtschelden van de publieke schulden. Om anticiperend gedrag te voorkomen, is gekozen om de datum van de publieke schuldenaanpak samen te laten hangen met de bekendmaking. 

Wordt er een beschikking gestuurd als er kwijtschelding wordt verleend? 

Ja. Het verlenen van kwijtschelding is een besluit in de zin van de Awb. 

Dit geldt – in afwijking van het reguliere proces – ook voor het verlenen van kwijtschelding voor het belastingdomein. Dit is opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen.  

Wordt er een beschikking gestuurd als er geen kwijtschelding wordt verleend? 

Dit ligt eraan. Indien overwogen is c.q. het besluit is genomen dat er geen kwijtschelding wordt verleend, wordt er een beschikking gestuurd. Dit is het bijvoorbeeld het geval bij schulden die materieel wel binnen de reikwijdte van kwijtschelding vallen, maar de aard van de schuld zich tegen kwijtschelding verzet (opzet/grove schuld). 

Kan de ouder bezwaar maken tegen een kwijtscheldingsbeschikking? 

Kwijtschelding verlenen aan gedupeerde ouders en toeslagpartners is voor bezwaar vatbaar. Dit geldt ook voor het belastingdomein. Hiermee wijkt de kwijtschelding voor deze groep ouders af van het reguliere proces van administratief beroep. 

Moeten oninbaar verklaarde vorderingen ook worden kwijtgescholden? 

Ook vorderingen die binnen de materiële reikwijdte vallen, maar oninbaar zijn geleden, komen in aanmerking voor kwijtschelding. Het door het college oninbaar verklaren van vorderingen ontheft de invorderingsambtenaar immers wel van het doen van verdere pogingen tot invordering, maar puur juridisch heeft het geen gevolgen. Zolang de oninbaar verklaarde schuld niet is verjaard, kan de invorderingsambtenaar - als blijkt dat zich (nieuwe) verhaalsmogelijkheden voordoen - hiervoor invorderingsmaatregelen blijven treffen. De vordering blijft dus deels ‘open staan’. Dit is niet wenselijk. Oninbare vorderingen moeten dus worden kwijtgescholden. 

Een gedupeerde ouder heeft een gezamenlijke schuld met de partner. Schelden wij de hele som kwijt of de helft? 

Ieder is hoofdelijk aansprakelijk. Schuldeisers kunnen dus één van de twee ouders (partners) aanspreken voor het geheel. Indien de één het geheel betaald, heeft hij een vordering (regres) op de ander. Als de één de helft betaald en de ander de andere helft is het natuurlijk prima. Maar voor de schuldeiser zijn beide personen voor het geheel aan te spreken. De hele schuld wordt kwijtgescholden. 

 

Gemeentelijke belastingen 

Op welke grond wordt kwijtschelding verleend door gemeenten? 

Artikel 26a Invorderingswet 1990 is de grondslag voor het verlenen van kwijtschelding. 

Hoe weet de gemeente wie in aanmerking komt voor het verlenen van kwijtschelding? 

Gemeenten ontvangen via het Gegevensportaal van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) de persoonsgegevens van degene voor wie kwijtschelding kan worden verleend. Deze gegevens mogen alleen voor dat betreffende doel worden gebruikt. 

Worden meer recente publieke schulden, zoals belastingaanslagen voor het jaar 2021 of 2022, ook kwijtgescholden?  

Nee, de vordering(en) moeten materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020. Schulden die betrekking hebben op de periode na 1 januari 2021 vallen buiten de reikwijdte en worden niet kwijtgescholden. Vorderingen die op een later moment worden geformaliseerd, maar wel materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020 komen wel voor kwijtschelding in aanmerking - mits de aard van de vordering zich niet tegen kwijtschelding verzet. 

Een gedupeerde ouder in onze gemeente heeft via een betaalregeling na 1 januari 2021 afgelost op een vordering die materieel betrekking heeft op het jaar 2020. Wij gaan de vordering nu kwijtschelden met als peildatum 31 december 2020. Wat gebeurt er met het deel dat na 1 januari 2021 is afgelost?  

Het kan voorkomen dat een publieke schuld die op 31 december 2020 bestond, in de periode daarna is verminderd door aflossing of door verrekening. In dit geval wordt het bedrag wat na 1 januari 2021 is afbetaald op de schuld, teruggestort aan de ouder. Doordat publieke schuldeisers met terugwerkende kracht tot en met 31 december 2020 kwijtschelding verlenen wordt hetgeen is afbetaald na 31 december 2020 aangemerkt als onverschuldigde betaling. Publieke schuldeisers verlenen restitutie. 

Vanuit de invordering pauzeren we de openstaande vorderingen van voor 31 december 2020 van aangemelde ouders – de zogenaamde publieke pauzeknop. Moeten we deze vorderingen stuiten om te voorkomen dat ze verjaren? 

De gemeente verleent via de publieke pauzeknop uitstel van betaling – in afwachting van het oordeel van UHT. Artikel 4:111 Awb bepaalt dat de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot betaling aan een bestuursorgaan wordt verlengd met de tijd waarbinnen de schuldenaar na de aanvang van termijn uitstel van betaling heeft. Bij de verlenging van de verjaring wordt de verjaringstermijn niet afgebroken, zoals het geval is bij stuiting. Als de ouder niet als gedupeerde wordt erkend, wordt de invordering weer gestart – en begint dus ook de termijn weer te lopen. 

Kan via de gemeenteraad worden afgeweken van de reikwijdte voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen? 

Nee. In de Wet hersteloperatie toeslagen worden de Gemeentewet en de Waterschapswet gewijzigd. Er wordt een verwijzing naar het nieuwe artikel 26a Invorderingswet 1990 opgenomen. Artikel 26a geeft de grondslag voor gemeenten en waterschappen om belastingschulden kwijt te schelden voor deze doelgroep. Het nieuwe artikel 26a heeft een bindend karakter. Er is geen ruimte om geen of slechts gedeeltelijke kwijtschelding te verlenen wanneer artikel 26a van toepassing is. 

Wordt bij het vaststellen van het vermogen voor reguliere kwijtschelding het compensatiebedrag vrijgelaten?   

Nee, het compensatiebedrag dat de gedupeerde ouder heeft gekregen, wordt bij het vaststellen van vermogen niet vrijgelaten. Het compensatiebedrag telt dus mee bij het vaststellen van het vermogen, en daarmee bij het bepalen of iemand in aanmerking komt voor reguliere kwijtschelding. Er is geen vrijlating van het compensatiebedrag opgenomen in de wet. Dat is besloten door de Ministeriële Commissie Herstel Toeslagen (MCTH). Overwogen is dat belastingen er zijn om mee te betalen voor het gebruik van overheidsvoorzieningen’. Iedereen die dat kan, moet hier ook aan meebetalen. 

Als een gedupeerde ouder € 30.000,- of meer heeft gekregen, dan kunnen belastingen opgelegd door de gemeente en het waterschap over 2021 en daarna niet worden kwijtgescholden. Ze moeten dus worden betaald. 

 

Sociale zekerheid 

Een gedupeerde ouder is al lang niet meer woonachtig in onze gemeente. De ouder heeft wel nog een openstaande vordering (geen o/gs) vanuit de Participatiewet. We hebben de gegevens van deze ouder niet via de lijst ontvangen. Hoe kunnen we verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft waardoor wij kwijtschelding kunnen verlenen? 

De gemeente kan via het serviceteam gemeenten van UHT (0800-3738232 + gemeentecode) verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft. Goed om deze ouder direct toe te voegen aan het addendum voor de jaarlijst in het kader van de financiële verantwoording. 

Onze gemeente heeft aan een gedupeerde ouder bijstand verleend onder de vestiging van een hypotheekrecht, de zogenaamde krediethypotheek. Hoe wordt deze kwijtgescholden? Is dit het gehele plafondbedrag?  

Vorderingen die materieel betrekking hebben op 31 december 2020 of betrekking hebben op de periode daarvoor komen voor kwijtschelding in aanmerking. Bij een krediethypotheek gaat het om bijstand als geldlening, ter zekerheidsstelling wordt een recht van hypotheek gevestigd. Het plafondbedrag bepaalt de potentiële maximale omvang van deze zekerheidsstelling, maar ziet niet op het opgebouwde bedrag dat eventueel uitgewonnen kan worden. Dit betekent voor de kwijtschelding dat het bedrag wat is opgebouwd aan lening per 31 december 2020 relevant is en niet de potentiële omvang (het plafondbedrag). 

 

Kwijtschelding vanuit participatiewet / IOAW / IOAZ / Wet inburgering  

Welke vorderingen worden kwijtgescholden voor de Participatiewet, IOAZ, IOAW en de wet Inburgering? 

Vanuit de sociale zekerheid komen enkel de vorderingen in aanmerking die materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020. De bijkomende kosten, zoals rente of incassokosten, worden ook kwijtgescholden. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein

Kwijtschelding wordt in beginsel niet verleend wanneer de vordering is opgelegd als gevolg van ernstig misbruik. Dit betreft situaties waarin sprake is van schenden van de inlichtingenplicht en er bovendien sprake is van grove schuld of opzet, zoals neergelegd in het Boetebesluit socialezekerheidswetten. In de sociale zekerheid wordt over het algemeen in het kader van grove schuld een boete van 75% opgelegd en in het kader van opzet een boete van 100%. Kwijtschelding blijft in deze gevallen achterwege ten aanzien van de bestuurlijke boete, alsmede het bedrag aan onterecht verkregen uitkering als gevolg van de overtreding van de inlichtingenplicht, het benadelingsbedrag. Ook vorderingen die zijn ontstaan vanuit werkgeverschap zijn uitgesloten. 

Een gedupeerde ouder is niet meer woonachtig in onze gemeente. De ouder heeft wel nog een openstaande vordering (geen o/gs) vanuit de Participatiewet. We hebben de gegevens van deze ouder niet via de lijst ontvangen. Hoe kunnen we verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft waardoor wij kwijtschelding kunnen verlenen? 

De gemeente kan bij UHT verifiëren of het inderdaad een gedupeerde ouder betreft. Goed om deze ouder direct toe te voegen aan het addendum voor de jaarlijst in het kader van de financiële verantwoording. 

Onze gemeente heeft aan een gedupeerde ouder bijstand verleend onder de vestiging van een hypotheekrecht, de zogenaamde krediethypotheek. Hoe wordt deze kwijtgescholden? Is dit het gehele plafondbedrag?  

Vorderingen die materieel betrekking hebben op 31 december 2020 of betrekking hebben op de periode daarvoor komen voor kwijtschelding in aanmerking. Bij een krediethypotheek gaat het om bijstand als geldlening, ter zekerheidsstelling wordt een recht van hypotheek gevestigd. Het plafondbedrag bepaalt de potentiële maximale omvang van deze zekerheidsstelling, maar ziet niet op het opgebouwde bedrag dat eventueel uitgewonnen kan worden. Dit betekent voor de kwijtschelding dat het bedrag wat is opgebouwd aan lening per 31 december 2020 relevant is en niet de potentiële omvang (het plafondbedrag).

Het Boetebesluit is in 2017 in werking getreden. Hoe kwalificeer ik boetes die voor inwerkingtreding van het boetebesluit zijn opgelegd?  

Voor 2017 was de mate waarin de inlichtingenplicht te wijten was aan de belanghebbende niet gekoppeld aan de hoogte van de boete. De zogenaamde verwijtbaarheids-categorieën zoals we die nu kennen bestonden niet. Voor oudere vorderingen dient u te beoordelen of deze in aanmerking komen voor kwijtschelding door te kijken naar de hoogte en de motivatie van de destijds opgelegde boete. Hierbij geldt dat opzet 100% boete is ten aanzien van het benadelingsbedrag en grove schuld 75% van dit bedrag. 

Worden schulden van de Tozo-levensonderhoud kwijtgescholden? 

De verleende Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) bijstand voor levensonderhoud is gelijk aan de reguliere verlening van algemene bijstand. Tozo voor levensonderhoud wordt niet als lening, maar om niet verstrekt. Schulden bij Tozo levensonderhoud kunnen zich eigenlijk alleen voordoen bij een onterecht uitgekeerd voorschot of te veel dan wel onterecht uitgekeerde bijstand. Bijvoorbeeld omdat iemand meer verdiend blijkt te hebben en dus uitgesloten was. Deze schulden worden in deze uitzonderlijke gevallen kwijtgescholden. Ook dan geldt dat de vordering materieel betrekking moet hebben op de periode van voor 31 december 2020 en niet het gevolg mag zijn van fraude of misbruik. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein

Worden schulden van de Tozo-bedrijfskapitaal kwijtgescholden?  

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) voorziet (naast bijstand voor levensonderhoud) ook in de mogelijkheid voor het lenen van bedrijfskapitaal. De lening moet worden terugbetaald. De achterstand op de periodieke afbetaling valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen. Het ministerie van SZW heeft dit in oktober 2021 bekendgemaakt. De vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. De hoogte van de kwijtschelding mag de grens van staatssteun niet overschrijden. Deze grens is € 200.000,- over een periode van 3 jaar. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein

Wordt een schuld als gevolg van algemene bijstand in de vorm van een lening op grond van het BBZ wel kwijtgescholden?  

Ja, deze bijstand is verstrekt ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan en heeft geen zakelijk karakter. Deze vorderingen worden kwijtgescholden voor zover zij niet zijn teruggevorderd wegens overtreding van de inlichtingenplicht op grond van opzet/grove schuld. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein

Wordt een schuld in de vorm van BBZ-bedrijfskapitaal kwijtgescholden?  

BBZ-bedrijfskapitaal wordt aan zelfstandigen verstrekt in de vorm van een gift of een lening. De achterstand op de periodieke afbetaling van de lening valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen indien deze materieel betrekking heeft op 2020 of eerder én de vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteunregels moet plaatsvinden. U kunt meer informatie vinden in de handreiking Spuk kwijtschelding vanuit het sociaal domein

Welke publieke schulden worden niet kwijtgescholden? 

De volgende publieke schulden komen niet voor kwijtschelding in aanmerking: 

  1. Vorderingen die materieel zien op de periode na 1 januari 2021; 
  2. Vorderingen en boetes die het gevolg zijn van ernstig misbruik (opzet/grove schuld); 
  3. Vorderingen die zijn ontstaan vanuit de positie van de ouder of de toeslagpartner als werkgever. 

Voor publieke zakelijke schulden geldt de volgende reikwijdte: 

  1. Achterstallige betalingen op de maandelijkse aflossing van een Bbz of Tozo lening bedrijfskapitaal die betrekking hebben op de periode van voor 1 januari 2021 én op 31 december 2020 openstonden, komen voor kwijtschelding in aanmerking; 
  2. Hoofdsommen worden enkel kwijtgescholden indien de hoofdsom op 1 januari 2021 opeisbaar was. 

Wanneer kan een ouder een beroep doen op de hardheidsclausule na het doorlopen van de schuldenaanpak? 

In de Wet hersteloperatie toeslagen is een hardheidsclausule opgenomen voor (o.a.) de schuldenaanpak. Een hardheidsclausule maakt het voor het college in uitzonderlijke gevallen mogelijk om van wetgeving af te wijken als ‘het gevolg van toepassing van die wet tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg zou leiden'. In dit geval voor de betreffende ouder. Inzet van de hardheidsclausule dient per individueel geval gewogen worden. 

Als u vermoedt dat een ouder in aanmerking komt voor de hardheidsclausule, dan is het relevant dat u kijkt naar de Memorie van Toelichting bij de wet. De vraag die daarbij belangrijk is: heeft de wetgever de situatie van de ouder meegewogen? Ofwel: heeft de wetgever de situatie van de ouder voorzíen?  

Uit de memorie van toelichting van de Wet hersteloperatietoeslagen volgt dat de regeling voor het overnemen van private schulden bedoeld is om gedupeerde ouders zo veel mogelijk kans te bieden op een nieuwe start. Doordat alleen opeisbare betalingsachterstanden en hoofdsommen worden overgenomen, wordt beoogd te voorkomen dat een gedupeerde in de problemen komt door incassomaatregelen. Daarnaast is in de toelichting opgenomen dat het niet uitmaakt of een schuld is te herleiden tot een terugvordering van kinderopvangtoeslag. 

Moeten wij de ontvangst van deze dwangsom ook buiten het vermogen houden? 

Een dwangsom is een middel om een bestuursorgaan tot sneller beslissen aan te zetten. Het is dus een financiële prikkel – geen schadevergoeding voor de inwoner. Een dwangsom is niet opgenomen in de lijst met inkomens- en vermogensbestanddelen die niet onder het middelenbegrip vallen, zoals genoemd in artikel 31 lid 2 en 34 lid 2 van de Participatiewet. Het is aan de gemeente om te bepalen wat gezien wordt als ‘middel’ en een afweging te maken of de ontvangst van de dwangsom (on)aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van bijstandsverlening. Mogelijk heeft uw gemeente hier staand beleid over dat u kunt volgen. Als dat niet zo is kunt een beleidsafweging (alten) maken.  

Beëindigen schuldenregelingen 

Een ouder heeft zich aangemeld bij de Belastingdienst, maar is nog niet erkend als gedupeerde ouder. Kunnen we een aanvraag voor schuldhulpregeling in behandeling nemen?   

Absoluut. Streven is om de aanmelding bij UHT als mogelijk gedupeerde ouder, een mogelijke schuldregeling niet te beletten. Bij voorkeur wordt ingezet op een schuldbemiddeling als vorderingen in het schuldenpakket vallen binnen de reikwijdte de brede schuldenaanpak, omdat dit voor zowel de schuldeisers als de inwoner het meest gunstig is indien de aangemelde ouder als gedupeerde ouder wordt beoordeeld. De inwoner krijgt een vrij te laten bedrag (VTLB) en start met aflossen. Een problematische schuldsituatie kan aanleiding zijn om de inwoner met voorrang (urgentie) te beoordelen. Parallel kan er door de mogelijk gedupeerde ouder maandelijks worden afgelost. Als de ouder gedupeerd blijkt te zijn, wordt het gereserveerde bedrag teruggestort aan de ouder en komt de ouder in aanmerking voor de schuldenaanpak. 

Wie komen in aanmerking voor versnelde beëindiging van een Msnp- of Wsnp-traject? 

Zowel gedupeerde ouders als huidige toeslagpartners van gedupeerde ouders die zich in een buitengerechtelijke of wettelijke schuldregeling bevinden, worden versneld uit het traject gehaald zodra bekend is dat de hoofdaanvrager erkend is als gedupeerde ouder. Zie de Handreiking hulp bij schulden voor een uitwerking van het proces. 

Wat gebeurt er met de publieke schulden die onderdeel zijn van het Msnp- of Wsnp-traject?    

Publieke schulden (schulden aan de overheid) die materieel betrekking hebben op de periode vóór 31 december 2020 worden volledig kwijtgescholden. Zie de Handreiking hulp bij schulden voor meer informatie.  

Wat gebeurt er met de publieke schulden in een schuldregeling die niet worden kwijtgescholden, bijvoorbeeld saneerbare vorderingen die na 1-1-2021 zijn ontstaan?   

Bij resterende vorderingen uit een schuldregeling kan contact opgenomen worden met de publieke schuldeiser voor aanvullende afspraken over betaling van de (rest)schuld na afronding van de schuldregeling. Zie de Handreiking hulp bij schulden voor meer informatie.  

Wat gebeurt er met de private schulden die onderdeel zijn van het Msnp- of Wsnp-traject?   

De private schulden (schulden bij bijvoorbeeld verhuurders of energiebedrijven, zijnde niet overheid) die binnen de reikwijdte van de private schuldenaanpak vallen kunnen worden ingediend bij SBN voor betaling aan de schuldeisers.  

Hoe kunnen wij controleren of andere publieke dienstverleners de schulden uit de schuldregeling die in aanmerking komen hebben kwijtgescholden?   

Publieke schuldeisers starten met het kwijtschelden van vorderingen op gedupeerde ouders en toeslagpartners zodra deze als gedupeerde zijn beoordeeld. Wanneer kwijtschelding is verleend aan een publieke schuld, wordt dit bevestigd met een beschikking. De ouder in een schuldbemiddeling krijgt van alle publieke schuldeisers een aparte beschikking zodra de schuld uit de regeling is kwijtgescholden. Er is afgesproken met de publieke schuldeisers dat zij schuldhulpverleners zoveel mogelijk meenemen in deze communicatie. Het wordt aangeraden om bij het indienen van de aanvraag contact te leggen met de publieke schuldeisers die onderdeel zijn van het akkoord en die nog geen (volledige) kwijtscheldingsbeschikking hebben afgegeven. 

Hoe weten wij welke gedupeerde ouders een Msnp-regeling hebben getroffen?   

Ouders ontvangen bericht van UHT dat zij als gedupeerde ouder zijn beoordeeld en in aanmerking komen voor compensatie en de schuldenaanpak. Aan de hand van deze informatie, kan de schuldhulpverlener de Msnp beëindigen.  

Wat gebeurt er bij beëindiging van een schuldbemiddeling met het gereserveerde bedrag dat nog niet is uitbetaald aan de schuldeisers?    

Het gereserveerde bedrag wordt teruggestort naar de gedupeerde ouder.  

Worden eerdere afbetalingen aan schuldeisers ook teruggestort naar de ouder?   

Nee. Eerdere tussentijdse afbetalingen worden niet gecompenseerd.  

Wij hebben de schuldregeling in het BKR geregistreerd. Wordt deze verwijderd?   

Negatieve BKR-registraties dienen te worden verwijderd uit het CKI-systeem van BKR. Het BKR kan geen rapport tonen waarop de ‘voor’ en ‘na’ situatie te zien is. U dient bij het BKR aan te geven dat de registratie verwijderd dient te worden. Wilt u inzicht in de mutaties, dan is het raadzaam voorafgaand en na afsluiting van het schuldentraject een overzicht aan te vragen. De gedupeerde ouder kan dit overzicht ook online aanvragen bij BKR. Niet alle registraties worden verwijderd, alleen de negatieve. Er blijft dus wel een historisch overzicht staan van de verleende kredieten (of nog lopende kredietverstrekkingen), maar de negatieve registraties die het gevolg zijn geweest van achterstanden worden verwijderd. Voor schuldbemiddelingen en saneringskredieten geldt dat de gehele overeenkomst wordt verwijderd.   

Kan de bewindvoerder de aanvraag indienen voor zowel de ouder onder bewind als de toeslagpartner die niet onder bewind staat? 

Nee, het besluit geldt alleen voor ouders die zich in een Wsnp- of een Msnp-traject bevinden. Wanneer de toeslagpartner (degene die zich niet in een Wsnp- of Msnp-traject bevindt) ook schulden heeft, worden deze schulden zoveel mogelijk via de brede schuldenaanpak afbetaald. Het moratorium – de zogenaamde pauzeknop – geldt wél voor zowel de gedupeerde ouder als de huidige toeslagpartner. Er kan dus ook niet via de toeslagpartner beslag worden gelegd op het ontvangen compensatiebedrag. 

Kan de rechter het Wsnp-traject heropenen, wanneer er toekomstige baten ten gunste van de boedel ontstaan?   

Juridisch gezien is dit mogelijk, maar hier is voor gedupeerde ouders en hun toeslagpartner geen sprake van als de Wsnp van toepassing was voor inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen. De schuldeisers worden namelijk gecompenseerd voor de oorspronkelijke vordering van de schuld. Er is geen sprake van een restschuld voor de schulden die gecompenseerd worden - en dus is er geen reden om het Wsnp-traject te heropenen. Zie ook de handreiking hulp bij schulden. 

Kan de Wsnp wel worden afgesloten als niet alle schulden worden gecompenseerd? Bijvoorbeeld als er schulden zijn die voortvloeien uit boetes.   

Ja, dat kan. In het reguliere Wsnp-traject gaan deze aangewezen vorderingen immers ook niet mee in de schone lei. Het Wsnp-traject kan dus worden beëindigd. Zie ook de handreiking hulp bij schulden. 

Het Wsnp-traject van een ouder is afgesloten. Nu is het wettelijk traject heropend nadat de ouder 30.000 euro heeft ontvangen. Wat kan de ouder doen?   

Ouders die zich (opnieuw) in een wettelijk schuldentraject bevinden, omdat dit is heropend door het (mogelijk) ontvangen van het forfaitaire bedrag, komen ook voor deze beëindigingsregeling in aanmerking als de Wsnp van toepassing was voor inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen. De bewindvoerder doet een aanvraag voor compensatie. Na uitbetaling aan de schuldeisers is de oorspronkelijke vordering betaald door de Belastingdienst. De gedupeerde ouder krijgt het gespaarde in de boedel van de bewindvoerder uitbetaald. Daarmee kan de gedupeerde ouder (weer) over de forfaitaire uitbetaling beschikken. Zie ook de handreiking hulp bij schulden 

Is er verschil in de afsluiting van het Wsnp-traject en de uitkering van de Catshuisregeling, als de gedupeerde ouder onder beschermingsbewind of onder schuldenbewind staat?  

Het Besluit om ouders versneld uit de schuldtrajecten te halen geldt enkel voor gedupeerde ouders die zich in een wettelijk en buitengerechtelijk schuldsaneringstraject bevinden (Wsnp/Msnp). Gedupeerde ouders met schulden die onder bewind zijn gesteld wegens het hebben van problematische schulden (schuldenbewind) vallen niet onder dit besluit. De schulden voor deze groep ouders worden zoveel als mogelijk afbetaald via de brede schuldenaanpak. In afstemming met de betrokken branches is deze memo opgesteld voor ouders die onder schuldenbewind staan. 

Waarom krijgen gedupeerde ouders die door UHT versneld uit de Wsnp worden gehaald geen schone lei? 

De beëindigingsgrond van de Wsnp is artikel 350, derde lid, sub b Faillissementswet. De Wsnp wordt tussentijds beëindigd omdat de schulden die onderdeel zijn van het traject geheel worden afbetaald. Dit betekent dat de ouder geen schone lei ontvangt. Dat is niet nodig. Immers, een schone lei houdt in dat het restant van de gemaakte schulden niet meer op te eisen is door de schuldeisers. In dit geval betaalt de Belastingdienst/toeslagen de volledige oorspronkelijke vorderingen – er is dus geen restant waarover een schone lei afgegeven kan worden. 

De (tussentijdse) beëindiging op deze grond houdt in dat de ouder – mocht dit in de toekomst nodig zijn – een tweede keer toegelaten kan worden tot de Wsnp. Zie ook de handreiking hulp bij schulden. 

BEEINDIGING SCHULDREGELING VAN NA 5 NOVEMBER 2022 

De Wet hersteloperatie toeslagen is formeel op 5 november 2022 in werking getreden. Bij onderstaande vragen kunt u dus 5 november als datum aanhouden van inwerkingtreding. 

Klopt het dat voor iedere mogelijk gedupeerde ouder met schulden van voor juni 2021 die vanaf inwerkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen een verzoek doet tot schuldhulpverlening en later gedupeerd blijkt te zijn, de Msnp niet versneld kan worden beëindigd? Hoe verloopt dit proces dan?  

Als de schuldregelingsovereenkomst wordt gesloten nadat de Wet hersteloperatie toeslagen in werking is getreden en de ouder blijkt gedupeerde te zijn, dan:  

  1. Worden enkel de publieke schulden binnen de reikwijdte van de brede schuldenaanpak publieke schulden kwijtgescholden;   
  2. Worden enkel de private schulden binnen de reikwijdte van de brede schuldenaanpak private schulden afbetaald door SBN;  
  3. Valt het compensatiebedrag in eerste instantie in de boedel;   
  4. Door de kwijtschelding en afbetaling door SBN valt een aantal schuldeisers af. De schuldenlast is lager en de overige schuldeisers ontvangen een hoger bedrag dan is voorgesteld (bij de keuze voor een saneringskrediet zouden schuldeisers benadeeld zijn).  
  5. Kan mogelijk de schuldregeling worden beëindigd:   
  • Als de schulden niet meer problematisch zijn, kunnen betalingsregelingen voor het resterende worden getroffen en kan de ouder beschikken over het compensatiebedrag;   
  • Kan het compensatiebedrag worden gebruikt om de restschuld af te lossen.   

Als de verwachting is dat de integrale beoordeling een oplossing is voor de problematische schulden (door het hogere bedrag aan compensatie) of de erkenning als gedupeerde ouder, kan dat een reden zijn voor aanvraag urgentie. Toekennen van urgentie zorgt voor wegnemen van de wachttijd van de integrale beoordeling waardoor voor de ouder direct de IB start. 

Moeten gedupeerde ouders in een schuldregeling daterend van na inwerkingtreding Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) schulden betalen van hun compensatie? 
Schulden of betaalachterstanden die buiten de reikwijdte van de Wht vallen moeten worden betaald. Dat geldt voor alle gedupeerde ouders. Mogelijk betalen ouders dit vanuit de ontvangen compensatie.  

Welke oplossing wordt geboden voor de schulden die niet kwijtgescholden worden? 
Schulden die buiten de reikwijdte van de brede schuldenaanpak vallen, komen niet voor kwijtschelding of overname in aanmerking. Uiteraard kan de (mogelijk) gedupeerde ouder wel geholpen worden met een regulier schuldhulpverleningstraject en de brede ondersteuning op de vijf leefgebieden. Kwijtschelding van schulden via de Spuk brede ondersteuning is niet mogelijk.  

Private schulden 

Als onderdeel van de Hersteloperatie Kinderopvangtoeslag heeft het kabinet besloten om naast het kwijtschelden van publieke schulden ook private achterstanden op betalingen van gedupeerde ouders / toeslagpartners op te lossen. UHT neemt de opeisbare vorderingen binnen de reikwijdte van de regeling over en betaalt de private schulden. Stichting Sociale Banken Nederland (SBN) voert de regeling uit namens de Belastingdienst/Toeslagen. Gedupeerde ouders hebben vanaf het moment dat ze een positieve beschikking van UHT ontvangen zes maanden de tijd om hun schuldenlijst(en) bij SBN in te dienen. 

Wat zijn private schulden?   

Private schulden zijn schulden bij organisaties die geen overheidsorganisatie zijn. Bijvoorbeeld banken, zorgverzekeraars, incassobureaus, woningbouwverenigingen, sportscholen, energiebedrijven en webshops.  

Wie komen in aanmerking voor het kwijtschelden van private schulden?  

Schulden kunnen worden betaald van:  

  • De gedupeerde ouder, dat wil zeggen degene die recht heeft op het forfaitaire bedrag van € 30.000 (Catshuisregeling);  
  • De toeslagpartner van de gedupeerde ouder;  
  • De erkend ex-toeslagpartner van de gedupeerde ouder. 

Welke private schulden worden betaald? 

De private schuld moet een betalingsachterstand of openstaande opeisbare schuld (vordering) zijn die betrekking heeft op de periode tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. In het geval dat private schulden voor 1 juni 2021 zijn ontstaan, maar de aanmaning na 1 juni 2021 is ontvangen, komen de desbetreffende private schulden ook voor overname of betaling in aanmerking. Daarnaast moet de vordering op het moment van indienen nog open staan. Hoofdsommen van (informele) leningen worden niet gecompenseerd.  

Worden afbetaalde schulden die zijn betaald met het compensatiebedrag van 30.000 euro vergoed?  

De schuldenaanpak voorziet in een oplossing voor openstaande vorderingen. Een deel van de gedupeerde ouders heeft ontvangen compensatie(s) gebruikt voor het aflossen van schulden. Omdat voor veel gedupeerde ouders de schuldenaanpak pas na het uitkeren van de compensatie is vormgegeven, is besloten om schulden die zijn afbetaald met het compensatiebedrag wel te vergoeden (voor zover ze binnen de reikwijdte van de schuldenaanpak zouden vallen). 

Dit proces loopt via Sociale Banken Nederland (SBN); de gedupeerde ouder moet zowel het bewijs van de schuld als de betaling ervan indienen. Vervolgens beoordeelt de SBN de aanvraag. Meer informatie is te vinden op https://albetaaldeschulden.sbn.nl

Worden informele schulden van gedupeerde ouders en de toeslagpartner afbetaald?  

Informele schulden bij familie of vrienden die zijn vastgelegd met een notariële akte worden overgenomen of betaald. Zodra er een notariële akte is opgesteld, is er sprake van een formele schuld (de informele schuld is dan formeel geworden). Bijvoorbeeld een lening die een gedupeerde ouder en/of een toeslagpartner heeft afgesloten met een familielid of vriend. Een lening bij vrienden die niet is vastgelegd in een notariële akte wordt niet overgenomen en betaald.  

Wat als de ouder schulden heeft bij het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)?  

In het Beleidsbesluit wordt goedkeuring gegeven aan het voldoen van opeisbare schulden die voortvloeien uit alimentatieverplichtingen (partner- en kinderalimentatie) van de gedupeerde ouder of toeslagpartner. Voorwaarde is dat het LBIO voor deze schulden gemachtigde invorderaar is. Op initiatief van LBIO kunnen ook zonder aanvraag van de gedupeerde ouder of toeslagpartner de opeisbare schulden worden voldaan.  

Voor dossiers bij het LBIO (dit zijn de dossiers waarin LBIO als gemachtigd invorderaar is betrokken) geldt in eerste instantie dat de gedupeerde ouder wordt gevraagd om de alimentatieschulden in te dienen bij het loket private schulden. Mocht het LBIO in de tussentijd haar eigen bevoegdheid al in hebben gezet, dan wordt dit bij het controleren van de schuld geconstateerd.  

Wat is de rol van gemeenten bij de aanpak private schulden?  

Indien door de ouder gewenst, ondersteunen gemeenten de ouder bij het opstellen en indienen van de schuldenlijst bij SBN voor het overnemen en afbetalen van de private schulden aan schuldeisers.  

Kan een ouder uitstel aanvragen voor het indienen van private schulden bij SBN? 

Het advies aan ouders is om schulden altijd binnen zes maanden na een positieve beschikking door UHT door te geven aan SBN. Uitstel aanvragen kan alleen als er bijzondere omstandigheden zijn waarom het de ouder nu niet lukt om schulden op tijd in te dienen bij SBN. Bijvoorbeeld door ziekte of omdat het overzicht van de schulden te complex is. De ouder die uitstel wil aanvragen dient contact op te nemen met het Serviceteam van Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) op 0800 - 2 358 358. Een medewerker van UHT belt de ouder dan terug en vraagt naar de persoonlijke situatie. De ouder hoort binnen 4 tot 6 weken of uitstel mogelijk. 

Wat gebeurt er als de ouder private schulden te laat doorgeeft aan SBN? 

Wanneer de ouder schulden na de 6 maanden termijn indient, kan SBN deze schulden niet in behandeling nemen. Als er sprake is van een uitzonderlijke situatie waardoor de ouder de schuld niet op tijd kon indienen dan kan de ouder dit toelichten in een reactie op de brief die SBN naar de ouder stuurt over het verstrijken van de zes maanden termijn.  

Welke informatie moet er in het loket private schulden worden aangeleverd?  

In het schuldenportal kan de gedupeerde ouder zijn of haar schuldenlijst indienen. Het helpt de medewerkers van SBN om de private schuldenlijst af te handelen als er zoveel mogelijk informatie doorgegeven wordt. Zoals klantnummers, factuurnummers, kopieën, pdf’s of foto ‘s van de facturen of aanmaningen met de schuldenlijst meegestuurd worden. Maar als niet alle informatie voorhanden is, is dat geen probleem. De ouder (of de gemeente) hoeft voor het indienen van de aanvraag geen uitgebreid voorwerk te verrichten. Aan de hand van de wel bekende gegevens, neemt SBN contact op met de schuldeisers. Ook als een ouder later nog een schuld wil toevoegen, kan dit in de portal. De ouder heeft hiervoor zes maanden de tijd vanaf het moment van ontvangst van een positieve beschikking. 

Hoe lang duurt de afhandeling bij het loket private schulden van SBN?  

SBN neemt binnen zes maanden na aanvraag een besluit. Deze termijn kan éénmaal verlengd worden met zes maanden.  

Mag een gedupeerde ouder/toeslagpartner meerdere keren private schulden indienen?  

Tijdens de indienperiodes mogen meerdere schuldlijsten ingediend worden. 

Aan wie worden de schulden van gedupeerde ouders/toeslagpartners betaald?  

De schulden worden direct, zonder tussenkomst van de gedupeerde ouder/toeslagpartner, door SBN uitbetaald aan de schuldeisers. Heeft een gedupeerde ouder/toeslagpartner bijvoorbeeld een schuld bij een energieleverancier, dan wordt de schuld uitbetaald aan deze leverancier  

Is er een hardheidsclausule van toepassing?  

Ja, In uitzonderlijke situaties kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule, zoals opgenomen in de Wet hersteloperatie toeslagen. Het afwijken van beleidsregels leidt in de regel immers tot schending van het gelijkheidsbeginsel. Er moet dus sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan onverkorte toepassing van de wet onevenredig nadeel voor de betrokkene zou opleveren.  

Zakelijke schulden 

Raadpleeg in aanvulling op onderstaande informatie ook de handreiking hulp bij schulden voor procesinformatie rond het omgaan met zakelijke schulden. 

Komen zakelijke schulden ook in aanmerking voor vergoeding?  

Als de gedupeerde ouder/toeslagpartner ZZP’er is of eigenaar van een eenmanszaak, maatschap, VOF, CV of een rederij is deze ouder persoonlijk aansprakelijk voor zakelijke schulden van deze ondernemingsvormen. Daarom komen deze schulden mogelijk ook in aanmerking voor vergoeding.  

Hoe wordt omgegaan met het oplossen van zakelijke schulden voor gedupeerde ouders? 

In beginsel worden achterstallige betalingen die binnen de reikwijdte van de schuldenaanpak vallen én waarvoor de ondernemer hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld, kwijtgescholden of gecompenseerd. Ondernemers zijn in ieder geval aansprakelijk als de bedrijfsvorm geen rechtspersoonlijkheid heeft. Bedrijfsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn ZZP, maatschap, commanditaire vennootschap (CV’s) en de Vennootschap onder Firma (VOF). 

Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteunregels plaats moet vinden. De de-minimisverordening maakt het mogelijk om zakelijke publieke schulden kwijt te schelden tot maximaal 200.000 euro per drie belastingjaren zonder dat er sprake is van staatssteun. 

Er is een team vanuit UHT beschikbaar om ouders met zakelijke schulden te begeleiden. Dit team is te bereiken via zakelijkeschulden@minfin.nl

Wij kunnen als gemeente ook een vordering hebben op een ZZP-er. Bijvoorbeeld voor de achterstand op de betaling WOZ van zijn/haar bedrijf. Schelden wij die schuld ook kwijt? 

Ja, de schuld die op 31 december 2020 openstaat wordt kwijtgescholden binnen de geldende voorwaarden. Zo mag de norm voor Europese staatsteun (de-minimis) niet overschreden worden. 

Wordt een schuld in de vorm van BBZ-bedrijfskapitaal kwijtgescholden?  

BBZ-bedrijfskapitaal wordt aan zelfstandigen verstrekt in de vorm van een gift of een lening. De achterstand op de periodieke afbetaling van de lening valt onder de reikwijdte van de Wet hersteloperatie toeslagen indien deze materieel betrekking heeft op 2020 of eerder én de vordering wordt kwijtgescholden wanneer deze materieel betrekking heeft op de periode voor 31 december 2020 en niet het gevolg is van fraude of misbruik. Voor zowel kwijtschelding van de hoofdsom als het kwijtschelden van achterstallige betalingen geldt wel dat dit binnen de kaders van de staatssteun regels moet plaatsvinden. 

Wordt een schuld als gevolg van algemene bijstand in de vorm van een lening op grond van het BBZ wel kwijtgescholden?  

Ja, deze bijstand is verstrekt ter voorziening in de noodzakelijke kosten van het bestaan en heeft geen zakelijk karakter. Deze vorderingen worden kwijtgescholden voor zover zij niet zijn teruggevorderd wegens overtreding van de inlichtingenplicht op grond van opzet/grove schuld.  

Waarom worden achterstanden BBZ ook voor ondernemers met een BV kwijtgescholden? Een BV heeft toch rechtspersoonlijkheid? 

Dit heeft te maken met de eisen die worden gesteld aan een lening bedrijfskapitaal BBZ. Vennoten en bestuurders tekenen bij verstrekking door de gemeente voor hoofdelijke aansprakelijkheid. 

Al betaalde schulden 

Wat houdt de regeling ‘al betaalde schulden’ in? 
Met de regeling ‘al betaalde schulden’ kan een erkend gedupeerde ouder of een erkend ex-toeslagpartner schulden indienen die (deels) al zelf betaald zijn met de compensatie die eerder van de Belastingdienst ontvangen is. 
SBN beoordeelt of de betaalde schulden in aanmerking komen voor een vergoeding. 

Wanneer komt een gedupeerde ouder in aanmerking voor een vergoeding van al zelf betaalde schulden?   
Er zijn twee situaties waarin een gedupeerde ouder of een erkende ex-toeslagpartner aanspraak kan maken op de regeling al betaalde schulden: 

  • Wanneer schulden betaald zijn met het compensatiebedrag dat is ontvangen en die schulden anders door de schuldenregelingen binnen de hersteloperatie toeslagen betaald of opgelost zouden zijn opgelost.   
  • De gedupeerde ouder heeft schulden betaald tussen het moment van de eerste toets en de integrale beoordeling van UHT. En het betreft schulden die anders door de regelingen binnen de hersteloperatie toeslagen betaald of opgelost zouden zijn.  

Aan welke eisen moet een aanvraag voor het loket al betaalde schulden voldoen?   
De aanvraag moet aan de volgende voorwaarden voldoen:   

  • De gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner heeft schulden die binnen het besluit betalen private schulden vallen zelf betaald met het compensatiebedrag dat is ontvangen van de Belastingdienst.    
  • De gedupeerde ouder heeft schulden betaald tussen het moment van de eerste toets en de integrale beoordeling. Die schulden zouden anders door de hersteloperatie toeslagen betaald worden. 
  • De gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner kan aantonen dat de schuld bestond en opeisbaar was na 1 januari 2006 en voor 1 juni 2021. 
  • De gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner kan aantonen dat de schuld betaald is na ontvangst van het compensatiebedrag.  
  • Het terug te vragen bedrag kan nooit hoger zijn dan de door de gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner ontvangen compensatie.    
  • De ouder of erkende ex-toeslagpartner heeft zes maanden de tijd vanaf het moment van de positieve beschikking door UHT (“u bent gedupeerd) om een aanvraag in te dienen. 

Over de schulden  

Wat betekent opeisbaar? Wanneer is een schuld opeisbaar?   
Dit houdt in dat de eerste betalingstermijn van de betreffende rekening/schuld is verlopen. De betrokkene is te laat geweest met betalen of heeft niet betaald. 

De gedupeerde ouder heeft een krediet afbetaald mag dat ook ingediend worden?  
Als de gedupeerde ouder terugbetalingsverplichtingen van een krediet niet is nagekomen, kan de kredietverstrekker het gehele krediet ineens opeisen. De gedupeerde ouder krijgt dan een brief, waarin verzocht wordt het gehele bedrag van het krediet ineens te voldoen. Dan is de gehele lening opeisbaar geworden en kan de gedupeerde ouder deze indienen. Anders kan de gedupeerde ouder alleen betalingen die te laat zijn gedaan indienen.  
 
De gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner heeft schulden bij familie / vrienden afbetaald. Kan de gedupeerde ouder die ook indienen bij deze regeling?  
Nee, informele schulden (zoals een lening bij familie of vrienden) worden niet afbetaald. Bij deze schulden is niet vast te stellen wat de achterstanden zijn op de afbetaling en zijn deze niet opeisbaar. Behalve als ze zijn vastgelegd in een notariële akte of gerechtelijk vonnis. Dit moet zijn opgesteld op het moment van het aangaan van de schuld. Dan is het een formele schuld. In die gevallen worden betalingsachterstanden (rente en aflossingen) op deze leningen afbetaald wanneer deze opeisbaar zijn tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021. De hoofdsom van een lening betaald de overheid alleen af, als deze al afgelost had moeten zijn. De lening is dan in zijn geheel opeisbaar geworden.  

De gedupeerde ouder of erkende ex-toeslagpartner heeft de achterstand op de partner- of kinderalimentatie betaald. Kan de gedupeerde ouder de betaalde alimentatie achterstand ook indienen?  
Ja, dat kan als deze achterstallig was en deze achterstand is ontstaan voor 1 juni 2021. Alimentatie is geld dat de gedupeerde ouder betaalt aan een ex-partner. Het is een bijdrage in de kosten voor levensonderhoud van een ex-partner en/of kinderen. Loopt de gedupeerde ouder achter met het betalen van de partner- of kinderalimentatie? Dan is dat een alimentatie achterstand.

Kan een gedupeerde ouder de betaalde hypotheektermijnen, huur of afbetaling aan een auto ook indienen?   
Dat kan als de gedupeerde ouder achterliep met betalingen die opeisbaar waren voor 1 juni 2021 en de ouder deze achterstanden zelf voldaan heeft met het ontvangen compensatiebedrag. Voor de termijnen vanaf 1 juni 2021 blijft de gedupeerde ouder zelf verantwoordelijk.  
 
Welke bewijsstukken moet een gedupeerde ouder indienen bij zijn aanvraag?  
Om de aanvraag goed te kunnen beoordelen, heeft SBN de volgende informatie nodig:  

  • Informatie over de schuld   
  • Om wat voor een schuld gaat het?   
  • Op wiens naam stond de schuld?  
  • Dat de betalingstermijn voor 1 juni 2021 verlopen is (dus dat er sprake was van een achterstand)  
  • Dit kan door het insturen van een rekening (met vervaldatum), herinnering of aanmaning 
  • Informatie over de betaling 
  • Gegevens wanneer een gedupeerde ouder de schuld heeft betaald. Dit kan door het insturen van een bankafschrift: Dit moet na het ontvangen van de compensatie zijn geweest   

Is de gedupeerde ouder bij de eerste beoordeling niet erkend, maar later bij de integrale beoordeling wél. Dan is voor de gedupeerde ouder het volgende van toepassing. Zowel de betalingen op achterstanden die de gedupeerde ouder heeft gedaan vanaf het moment van de eerste beoordeling plus de bedragen die de gedupeerde ouder na ontvangst van de compensatie aan schulden heeft betaald.

Naar boven ↑

Niet-gemeentelijke ondersteuning

 

IPW 

Wat is de rol van het IPW in de Hersteloperatie Toeslagen Kinderopvang? 

Het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) heeft de opdracht vanuit het Ministerie van Financiën om ‘ernstig gedupeerden’ die vaak kampen met multi-problematiek te helpen hun leven op de rit te krijgen. Deze hulp is aanvullend op de brede ondersteuning vanuit gemeenten en financieel herstel vanuit UHT. Dit doet het IPW voor een relatief zeer kleine, niet van tevoren bepaalde groep aangemelde en erkend gedupeerde ouders, hun kinderen, nabestaanden van gedupeerde ouders en erkend ex-toeslagpartners. 

In welke situatie kan het voor ouders en gemeenten handig zijn om IPW te betrekken?  

De Inzet van het IPW heeft alleen meerwaarde in een combinatie van situaties waarin:  

  • Er sprake is van hardnekkige knelpunten die om uitzonderingen of een creatieve oplossing vragen die de gemeente of UHT niet kan of mag realiseren vanuit wet- en regelgeving;  
  • Ernstige multi-problematiek een bepalende rol speelt;  
  • Ouders zeer weinig tot geen enkel vertrouwen hebben in de overheid in zijn algemeen en onafhankelijkheid gewenst is om tot oplossingen te komen;  
  • Ouders ogenschijnlijk steeds opnieuw in de problemen raken en professionals het gevoel hebben dat problemen van ouders niet op te lossen zijn. 

Ouders in het buitenland (OTB) 

Waarom is er een aparte regeling voor gedupeerde ouders die in het buitenland wonen? 

Gedupeerde ouders en hun gezin en erkend ex-toeslagpartners en hun gezin die in het buitenland wonen hebben, net als gedupeerden in Nederland, recht op ondersteuning bij hun herstel. In Nederland biedt de gemeente brede ondersteuning op vijf leefgebieden (gezin, gezondheid, financiën, werk en wonen). Voor gedupeerde ouders/kinderen die niet staan ingeschreven bij een Nederlandse gemeente, is er geen gemeente die deze taken op zich kan nemen. Daarom zijn deze taken in de regeling voor gedupeerde ouders in het buitenland belegd bij een apart Ondersteuningsteam Buitenland (OTB) dat zich voor gedupeerde ouders en de gezinsleden in het buitenland richt op ondersteuning binnen de vijf leefgebieden, ondersteunen bij het indienen van de schuldenlijst bij SNB en op ondersteuning bij terugkeer naar Nederland als die behoefte er is. Meer informatie over de regeling is te vinden op de website van OTB

Voor welke ouders is ondersteuning in het buitenland beschikbaar? 

Brede ondersteuning in het buitenland wordt geboden aan door de kinderopvangtoeslag gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners die onderdeel uitmaken van de doelgroep, bedoelt in artikel 2.15 van de Wet hersteloperatie toeslagen, diens partner of een kind of pleegkind van één van hen. Voorwaarde om voor de hulp in aanmerking te komen is ook dat de ouder of erkend ex-toeslagpartner vóór 31 december  2021 naar het buitenland is verhuisd en op het moment van ambtshalve toetsing door UHT niet in Nederland woonde of woont.    

Kunnen ouders zichzelf aanmelden bij het OTB of BCN? 

Nee, dit kan niet. Aanmelden voor een ondersteuningstraject bij het OTB en BCN gebeurt altijd via UHT. UHT heeft een overzicht van ouders die in aanmerking komen voor de ondersteuning in het buitenland. Zij benaderen deze ouders met de vraag of zij extra ondersteuning van het OTB of BCN willen en akkoord gaan met het delen van de gegevens die nodig zijn voor de aanmelding. Het gaat hierbij sec om contactgegevens. Er wordt nooit dossierinformatie gedeeld. 

Indien een ouder nog niet door UHT gebeld is, maar zich wel graag aan wil melden voor deze ondersteuning kan deze contact opnemen met het servicepunt van UHT. 

Is er voor gedupeerde ouders die terug willen keren een voorrangsregeling voor woonruimte? 

Nee deze is er niet. Het lokale woonbeleid is van kracht. Indien een ouder een wens heeft om terug te keren neemt het OTB contact op met de gemeente van voorkeur om de mogelijkheden voor terugkeer met deze gemeente te bespreken. Zie voor meer informatie de handreiking Ouders in het buitenland.  

Door de woningkrapte in Nederland is het moeilijk om snel aan een woning in Nederland te komen. Het is daarom belangrijk dat een terugkeer goed wordt voorbereid en ouders pas terug naar Nederland komen als er in samenwerking tussen het OTB en de gemeente passende woonruimte is gevonden. Dit is een woonruimte waar een ouder en het gezinin potentie voor een langere periode kan wonen zonder enige vorm van externe financiële ondersteuning, op basis van een regulier eigen inkomen. 

Juridische bijstand  

Wat houdt de regeling in voor gratis rechtsbijstand?  

Er is gratis rechtsbijstand beschikbaar via de Raad voor Rechtsbijstand voor rechthebbenden.  Deze rechtsbijstand is beschikbaar wanneer de ouder zelf géén rechtsbijstandverzekering heeft die de volledige kosten van rechtsbijstand in het kader van de herstelregeling dekt. Via de website van de Raad voor de Rechtsbijstand vindt u meer informatie over deze regeling. Hier vindt u ook het aanvraagformulier.  

Wij ondersteunen een aantal gezinnen die kennis hebben genomen van de civiele uitspraken waarin de rechter heeft uitgesproken dat de Staat in het verleden onrechtmatig heeft gehandeld. Is het voor ouders gunstig om deze civiele aansprakelijkheidsroute te bewandelen? En zo ja, kunnen advocaatkosten in dat geval via de brede ondersteuning gefinancierd worden? 

Ouders kunnen altijd naar de civiele rechter stappen. Het verschil tussen de civiele en de bestuurlijke schadevergoedingsroute is dat er via de bestuurlijke route minder bewijslast op de ouder rust dan in het reguliere civiele schadevergoedingsrecht het geval is. Het uitgangspunt van de hersteloperatie is om ouders ruimhartig en volledig te vergoeden. De bestuursrechtelijke weg vraagt van ouders om aannemelijk te maken – en niet stellig te bewijzen – dat er sprake is van schade door de toeslagenproblematiek.  

Kunnen advocaatkosten voor een civiele procedure tegen de Belastingdienst via de Spuk worden vergoed? 

Advocaatkosten die gemaakt worden in het kader van financieel herstel vallen niet onder de brede ondersteuning en worden niet vanuit de Spuk vergoed.  

Daarbij maakt het niet uit of het financieel herstel via het civiele of het bestuurlijke recht wordt behaald. Mogelijk kan de ouder wel gebruik maken van juridische ondersteuning bij andere zaken via de verzekering of reguliere toevoeging via de Raad voor de Rechtsbijstand. 

Een ouder heeft UHT met behulp van een advocaat in gebreke gesteld. De advocaat heeft de ouder een factuur gestuurd. Hoe kan dit? Juridische bijstand was toch kosteloos?’ 

De kosteloze rechtsbijstand geldt voor alle ingezette werkzaamheden rondom het herstel bij de Belastingdienst. Denk aan de integrale herbeoordeling en de Commissie Werkelijk Schade. Ook alle bezwaar- en beroepsprocedures die daaruit voortvloeien, vallen onder de regeling. Bijvoorbeeld een bezwaarprocedure naar aanleiding van een afwijzing van de lichte toets of een bezwaarprocedure naar aanleiding van de definitieve beschikking compensatie. 

De procedure bij de rechtbank voor niet tijdig beslissen, is niet opgenomen in de regeling en valt dus ook niet onder de kosteloze rechtsbijstand. Voor deze procedure bestaat wel de mogelijkheid om een reguliere toevoeging aan te vragen. Die wordt op basis van draagkracht van de ouder berekend. 

Overigens kan de ouder (of een gemachtigde) UHT zelf ook in gebreke stellen. Inzet van een advocaat is daarbij geen vereiste. UHT heeft een standaardformulier voor ingebrekestellingen ter beschikking gesteld. UHT dient na een ingebrekestelling binnen twee weken te beslissen óf een boete te betalen. Als het laatste het geval is, gebeurt dit automatisch. De ouder hoeft hiervoor niet opnieuw contact op te nemen met UHT. De dwangsom loopt tot maximaal 42 dagen en bedraagt maximaal € 1442,-. 

Naar boven ↑