VNG Magazine nummer 2, 5 februari 2021
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller
Het decor voor het jaarlijkse interview met voorzitter Jan van Zanen van de VNG, aan het begin van een nieuw jaar, is nu heel anders dan al die keren hiervoor. Het is crisis, en niet zo’n beetje.
De eerste maanden van de coronacrisis stond Jan van Zanen nog aan het roer in Utrecht, sinds 1 juli is hij burgemeester van Den Haag. Het is een rare tijd. Van Zanen kan niet naar de mensen toe, wat toch de kern van zijn werk is. Na een halfjaar heeft hij nog niet één keer met zijn voltallige college vergaderd in de collegekamer. De gemeenteraad heeft hij ook nog niet fysiek kunnen voorzitten. En toen kwamen die avondklokrellen daar nog eens bovenop. Het leven van een burgemeester is weleens eenvoudiger geweest.
Tegen die achtergrond bereidt Van Zanen zich voor op de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de VNG, 12 februari, waar een resolutie voorligt met de inzet van de VNG voor de kabinetsformatie. Daarover straks meer. Maar eerst: corona en de grimmige samenleving.
Veel van uw collega’s hadden de handen vol aan de rellen. Had u dit zien aankomen?
‘Niet in deze mate. We zijn hier in Den Haag wel wat gewend met demonstraties. Daarvan gaat 99 procent goed, maar de felheid die je nu ziet, is ongekend. Politici en journalisten die op straat worden geïntimideerd, ziekenhuispersoneel dat wordt bedreigd, plundering van winkels. Raddraaiers die helemaal door het dolle zijn en zich niet houden aan de anderhalve meter. Die avondklok komt er vervolgens bij. Die rellen… Het is ook een beetje copycatgedrag en de beelden doen het erger lijken dan het in werkelijkheid was. Ik bagatelliseer het niet, wat in Eindhoven is gebeurd was natuurlijk echt om te huilen. Maar 99 procent van de mensen zit gewoon om negen uur ’s avonds thuis, het is hier in Den Haag dan echt stil op straat. Heel veel mensen staan nog steeds achter de maatregelen, soms met pijn in het hart en zuchtend en steunend, maar toch. Mag ik voor die grote steun ook eens aandacht vragen?’
Mag ik voor die grote steun ook eens aandacht vragen?
Begrijpt u dat mensen zich tegen de overheid keren? Die heeft het coronavirus niet gemaakt.
‘Tegen wie anders? De kerk, de vakbonden, de werkgevers? Natuurlijk is het tegen de overheid, want die moet nu de nodige maatregelen nemen. Dat is ook goed, in een crisis moet je durven optreden. Maar deze crisis duurt nu zo lang, dat het draagvlak aan het verschuiven is. Ik begrijp het verdriet en de onzekerheid wel. Je zult maar je baan verliezen, of net geïnvesteerd hebben om dat café te beginnen.’
Naar mensen toegaan is de kern van uw werk, zegt u zelf. Hoe doe je dat in een lockdown?
‘Ik heb in mijn Utrechtse zolderkamertje de telefoon gepakt en ben gaan bellen, eerst driehonderd mensen die ziek waren, daarna honderd mensen die een naaste hadden verloren. Ik heb veel leed gehoord, veel ontroerende maar ook leuke verhalen. Veel creativiteit ook. Ik haalde vaak een broodje bij de broodjeszaak van Martin en Ria, in Wijk C. Zou die ook dicht gaan, dacht ik. Maar nee, ze hadden hun zaak anders ingericht en waren gewoon open voor de afhaal. Er kon heel veel, heel snel geregeld worden. Er ontstonden lange rijen voor de coffeeshops, daar mocht je van de ene op de andere dag ook bestellingen plaatsen en afhalen.’
Ineens kon er blijkbaar maatwerk geleverd worden. Weg van de bureaucratie, dat is ook een van de sporen waarop de VNG inzet bij een nieuw kabinet. Hoe gaat u, na de toeslagenaffaire en de bijstandszaak in Wijdemeren, het vertrouwen in de overheid terugwinnen?
‘Het is niet groots en meeslepend om op de uitvoering te zitten. Maar het is zo belangrijk om gewoon netjes te doen wat je als overheid moet doen, op een beetje menselijke manier. In de politiek begint het met oog en oor voor de behoeften van mensen. Daarna moeten de medewerkers van departementen en gemeenten beoordelen of wat de politiek roept, ook echt kan. Als een ambtenaar z’n vinger opsteekt en zegt: ik snap het beleid, ik voer het ook uit, máár… Dat moet je belonen, die vrouw of man moet in de prijzenkast. Is bijvoorbeeld acht keer controleren niet duurder dan het bedrag waar het over gaat? Als bestuurder moet je daar je mensen ook de ruimte voor geven. Dat is ook mijn boodschap aan een nieuw kabinet en een nieuwe Tweede Kamer: we hebben dit land zo dichtgeorganiseerd en misschien wel zo amorf gemaakt, kunnen we alsjeblieft weer een beetje terug naar de maatvoering, naar het gewone saaie, degelijke, uitvoerende werk? Geef ons de ruimte om gewoon ons werk te kunnen doen.’
Terug naar de situatie waarin de wethouder op de achterkant van een bierviltje een vergunning regelt?
‘Tussen even iets onder de tafel regelen met een paar sigaren en een heel formele opstelling waarin eigenlijk niets kan, zijn veel varianten mogelijk. Overigens is er helemaal niets mis mee als een wethouder eens af en toe z’n oor te luisteren legt bij een ondernemer, of bij een artiest die een voorstelling had willen geven, en zich flexibel opstelt: als we het nou eens zo doen? Ik heb heel veel ondernemers aan de lijn gehad met enorm creatieve oplossingen. Dan moet je niet star zijn. Ik heb in die tijd mijn ambtenaren de opdracht gegeven: nu moet even de knop om, ons uitgangspunt is nu even: ja, tenzij.’
De ledenvergadering spreekt volgende week over een resolutie met de inzet van de VNG bij de kabinetsformatie. De verhouding tussen Rijk en gemeenten moet anders.
‘We willen voorkomen dat de verhoudingen scheefgroeien. Dat is niet in het belang van het Rijk en niet van de gemeenten, en dus ook niet van de mensen voor wie we het allemaal doen. Maar voorop staat dat de structurele financiering van gemeenten op orde moet zijn. Die eis is diamanthard, als we straks geen benen hebben om op te lopen, kunnen we als gemeenten wel ophouden. Het zal nog een hele strijd worden, maar dat geeft niet. We hebben veel steun en we hebben een goed verhaal. Als overheden hebben we elkaar hard nodig, zeker nu. Het kabinet is nu demissionair. Maar onze inwoners zijn niet demissionair en alle gemeenten werken gewoon door, ik ga ervan uit dat het kabinet dat ook doet.’
Hou vol, zou ik willen zeggen
Corona is niet de enige crisis. Polarisatie, de energietransitie, klimaatadaptatie, het woningtekort, er komt nogal wat op de gemeenten af.
‘Als er één overheid in staat is om op maat oplossingen te bieden, dan zijn wij het. Ik zou niet weten hoe je de klimaatadaptatie en de energietransitie vorm moet geven als je dat niet lokaal doet. Wij kunnen dat, wij hebben daar ook zin in. Zijn we optimistisch? Ja. Naïef? Daar moeten we voor waken. We hebben leergeld betaald met het sociaal domein: eerst boter bij de vis. Daar moeten we keihard aan vasthouden. Iedere bestuurder wil dingen oplossen, ik ook. Maar het mag niet uit het lood lopen. Ik ben vol vertrouwen dat we ook dit jaar het Rijk weer zullen verrassen met wat we als gezamenlijke overheden allemaal kunnen, mits we daar voldoende middelen voor krijgen.’
En dan loopt de lokale politiek zich dit jaar ook nog warm voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022. Het worden drukke tijden.
‘Ik hoop dat mensen zich lokaal voor de publieke zaak willen blijven inzetten, ondanks dat het niet altijd leuk is om vervelende maatregelen te nemen. Als je ziet hoeveel raadsleden en wethouders dit jaar zijn omgevallen, mijn hemel. Hou vol, zou ik willen zeggen. We moeten al die vrouwen en mannen die nog bereid zijn dit te doen, een beetje steunen. Er is veel te doen.’
Wie is...
Jan van Zanen is voorzitter van de VNG en sinds 1 juli 2020 burgemeester van Den Haag. Daarvoor was hij burgemeester van Utrecht en Amstelveen en wethouder in Utrecht.