VNG Magazine nummer 2, 5 februari 2021

Auteur: Lot van Hooijdonk | Beeld: Robert Oosterbroek

De maatregelen uit het Klimaatakkoord leiden tot drukte in de wereld onder onze voeten. Riool, leidingen en nieuwe systemen vechten er om ruimte. Zorg als gemeente voor een gecoördineerde aanpak, schrijft wethouder Lot van Hooijdonk.
 

Lot van Hooijdonk

Klimaatverandering: een ver-van-je-bed-show? Nee hoor, het begint al bij je voordeur. Wat zeg ik? Achter de voordeur! En onder het stoepje voor je voordeur. En over dat laatste ga ik het hier hebben. Als bewoners van onze gemeenten zien we vooral de wereld boven de grond en de veranderingen daar. We zijn ons nauwelijks bewust van de wereld onder onze voeten. Ook die is flink in beweging.

Wat is er aan de hand? Welnu, het is er steeds drukker geworden met kabels en leidingen. Na riool en waterleiding kwamen elektriciteit en gas en allerlei telecommunicatie. Nog recenter zijn er systemen voor warmte-koude-opslag aangelegd, Nederland is er koploper in. En natuurlijk wortelt er groen in de bodem, friemelen er beestjes en speelt de bodem een rol in funderingen en ons watersysteem.

Alleen al de energie-infrastructuur maakt het druk in de ondergrond

Mitigatie
In het klimaatbeleid onderscheiden we mitigatie (maatregelen om de opwarming van de aarde te beperken) en adaptatie (aanpassen aan het nieuwe klimaat). Het Nederlandse Klimaatakkoord uit 2019 gaat vooral over het eerste. Een duurzamer energiesysteem is een belangrijk onderdeel in het Klimaatakkoord, ook voor wat we de gebouwde omgeving noemen, in onze steden en dorpen dus.

In het akkoord zijn voor het eerst afspraken gemaakt om het gebruik van aardgas te beëindigen. Dertig jaar de tijd hebben we als gemeenten om alle adressen te voorzien van een alternatief voor aardgas. Dat is op allerlei mogelijke manieren heel veel werk (studies, besluitvorming, participatie), maar betekent ook dat buiten de straat opengaat: aardgasleiding eruit (tenzij die geschikt is voor een alternatief) en alternatief erin, bijvoorbeeld buizen voor de stadsverwarming. Daarnaast zullen elektriciteitskabels vaak ‘verzwaard’ moeten worden, omdat we meer elektrisch gaan rijden, koken en ons huis verwarmen. En die eerdergenoemde warmte-koude-opslag gaat ook een verdere vlucht nemen. Kortom, alleen al de energie-infrastructuur maakt het druk in de ondergrond.

Hoe zit het met het aanpassen aan het nieuwe klimaat? We moeten ons voorbereiden op zwaardere neerslag, hetere zomers en periodes van droogte. Ook daarbij kan de ondergrond ons helpen. Door bestrating en tegels weg te halen, zakt regenwater de bodem in. Bomen zorgen voor schaduw en verkoeling. Maar dan moeten ze wel de ruimte hebben voor hun wortels.

Bomen moeten ruimte hebben voor hun wortels

Snelheidslimieten
In veel gemeenten is op straat nog een andere verandering gaande. De auto moet de voorkeursplek inleveren ten gunste van de fietser, voetganger of het openbaar vervoer. Snelheidslimieten gaan van 50 naar 30 kilometer per uur; de Tweede Kamer nam er zelfs een motie over aan. En de openbare ruimte vinden we steeds belangrijker, bijvoorbeeld voor de broodnodige ommetjes in coronatijd. Nog een reden dus om de schop de grond in te steken.

Opgebroken straten
De energietransitie, het watersysteem, vergroening en de verbouwing van de openbare ruimte leiden tot opgebroken straten. De graafmachines gaan zelfs meerdere keren de grond in als we al deze kwesties niet op een slimme manier met elkaar verbinden. Er ligt een opdracht voor gemeenten om gecoördineerd aan de slag te gaan. Dat scheelt niet alleen enorm in de kosten, het zal ook het draagvlak bij inwoners bijzonder goed doen.

Lot van Hooijdonk (GroenLinks) is wethouder klimaat in Utrecht en voorzitter van de commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu van de VNG.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl