VNG Magazine nummer 2, 5 februari 2021

Missing media-item.

Onlangs trok het kabinet opnieuw miljarden uit voor ondernemers. Het was een antwoord op hun noodoproep: geef geld, anders halen we de volgende maand niet. Dat de overheid die noodoproep beantwoordt, is een goede zaak. De economische gevolgen van de lockdown zijn zo groot dat de overheid zich met recht opwerpt als laatste reddingsboei. Geen mooie praatjes, maar doen wat nodig is. 

Toch wekt het bij het aanzien van al die miljarden verbazing dat de verkiezingsprogramma’s van landelijke politieke partijen weinig concreet zijn over het extra geld voor gemeenten. Terwijl iedereen inmiddels wel weet hoe penibel de gemeentelijke financiën zijn. En, dat die problemen in belangrijke mate veroorzaakt zijn door de door het Rijk met onvoldoende financiële middelen gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. Ik lees adhesiebetuigingen voor de rol die gemeenten spelen, maar concrete financiële voorstellen zijn er amper. 

Wel zijn er veel vrijblijvende tips. Partijen schrijven quasislimme dingen over hoe gemeenten uitgaven kunnen besparen. Bijvoorbeeld door de dingen ‘doelmatig’ aan te pakken. Of om ‘meer gericht te werken’. Ook ‘behulpzaam’ is de suggestie om ondersteuning minder financieel en meer in natura te verstrekken. Tja. En dat zijn de programma’s waarin partijen een oneindig aantal beloften kunnen doen. Wie gaat zich in de formatie écht hard maken voor het realiseren voor de financiële ruimte die gemeenten nodig hebben?    

Landelijke politieke partijen houden gemeenten financieel in de tang. Ruimhartig in het toedelen van taken, onduidelijk in het verbinden van financiële ruimte. Zo houden financiële problemen voor gemeenten aan, terwijl corona de begroting onder enorme druk zal zetten. Met spilzucht of inefficiënte besteding heeft dat niets te maken. Er ligt te veel op het bord, met te weinig beschikbaar geld. 

Opvallend is dat de meeste partijen de route van een groter eigen belastinggebied voor gemeenten gesloten houden. Dat zou een oplossing kunnen zijn. Gemeenten proberen angstvallig om via de ozb, toeristenbelasting en parkeerheffingen gaten in hun sociaal domein te dichten. Die ruimte is zo goed als benut. Maar het is ook een oneigenlijke manier van werken. Parkeerheffing is een beleidsinstrument voor gemeentelijk vervoersbeleid. De hardnekkigheid waarmee landelijke politieke partijen terughoudend zijn in het beschikbaar stellen van financiële middelen voor gemeenten begint te lijken op onwil en eigenwijsheid. Je zou bijna geloven dat landelijke partijen denken electoraal niet te kunnen ‘scoren’ met ruimte voor gemeenten.

Gemeenten zijn op hun beurt veel te keurig en omfloerst in het stellen van hun eisen. Soms kan het maar beter simpel: geef geld. Het zal tijd worden.

Martijn van der Steen is co-decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en bijzonder hoogleraar bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, steen@nsob.nl, @martijnvdsteen