VNG Magazine nummer 2, 14 februari 2025
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller
Bijna vijfenhalf jaar is hij nu burgemeester van Leeuwarden en hij is er nog lang niet op uitgekeken. Sterker, Sybrand Buma heeft ambitieuze plannen met de stad: ‘Als we hier bomen kunnen laten bewegen, kunnen we alles.’
Ondanks de gure politieke wind die uit Den Haag waait, en ondanks de internationale crises die zich ook in Nederland doen voelen, wil Sybrand Buma Leeuwarden op de kaart zetten. Het optimisme, nu al zichtbaar, zal in 2030 nog sterker zijn, voorspelt hij. ‘Dan zegt de Randstad niet meer: we moeten het noorden helpen. Nee, het noorden zegt dan: kunnen wij de Randstad misschien helpen?’ Die zonnige toekomst moet vooral worden gedragen door de Watercampus, een conglomeraat van kennis- en onderzoeksinstellingen waar baanbrekend werk wordt verricht op het gebied van water, land en bodem. ‘We laten hier zien dat Delft niet de enige plek is waar aan water wordt gewerkt.’
Anders dan veel van uw collega’s, die in hun nieuwjaarstoespraken somberden over de grote landelijke en internationale vraagstukken, hield u een hoopvol en vooral lokaal verhaal.
‘Ik geloof daar ook echt in. Mensen zijn niet alleen maar boos op Den Haag, ze willen ook verder met hun leven. Het is mijn taak als burgemeester om te laten zien wat we samen voor elkaar kunnen krijgen, in plaats van te zeggen dat de wereld zo ingewikkeld is. Daar wordt de wereld echt niet beter van en ik ben onder de indruk van wat de gemeente kan.’
In 2018 was Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa. Wat heeft dat losgemaakt?
‘Leeuwarden was altijd een stad waarvan men zei: het was niks, het is niks en het zal nooit wat worden. Ook de Leeuwarders zelf zeiden dat, over hun eigen stad. Toen ik als kind met mijn moeder meeging vanuit Sneek om in Leeuwarden boodschappen te doen, gingen we zo snel mogelijk weer terug. Het idee dat je hier zou blijven om iets leuks te doen, was er gewoon niet. Vooral in de jaren ’90 ging het slecht, de gemeente had geen geld en de dood van Meindert Tjoelker [die overleed tijdens een vechtpartij na een avondje stappen en zo symbool werd van zinloos geweld, red.] in 1997 was het dieptepunt. Erger kon het niet worden. De stad heeft zich vervolgens aan de eigen haren uit de modder omhoog getrokken. Er is veel bezuinigd, maar de financiën kwam op orde. Vervolgens kwam de Culturele Hoofdstad en sindsdien overheerst het gevoel: wij kunnen de wereld aan.
‘Toen ik hier in 2019 terugkwam, herkende ik de stad niet meer terug. Overal terrassen, heel veel studenten, de musea deden het goed, er waren hotels bij gekomen. De energie van de Culturele Hoofdstad is nog altijd voelbaar. In 2022 hadden we een kunstproject met de naam Bosk: Leeuwarders duwden gedurende honderd dagen duizend bomen door het centrum van de stad. Er kwam een park bij het station, dat verplaatste zich naar de grachten, het heeft gestaan bij de Oldehove, onze iconische kerktoren. Er was een gevoel van: als we bomen kunnen laten bewegen, dan kunnen we alles. Op de vleugels van Bosk zijn we nu de binnenstad aan het vergroenen, want mensen hebben gezien hoe mooi dat is. En dit jaar gaan we met z’n allen bij de Oldehove, op de plek van de oude kathedraal, een nieuw, duurzaam gemeenschapshuis bouwen. Dat zou tien jaar geleden ondenkbaar zijn geweest. Kortom: het enige recept tegen het gevoel van zorg over de toestand van de wereld is een lokaal antwoord: wij gaan het ánders doen.’
Het enige recept tegen het gevoel van zorg over de toestand van de wereld is een lokaal antwoord
Dat is een mooie boodschap, ook voor uw collega-burgemeesters, maar ook Leeuwarden ontkomt niet aan hoofdpijn in het financiële ravijnjaar 2026 en de jaren daarna…
‘Dat poets ik niet weg, het gaat ongelooflijk veel pijn doen. Leeuwarden zal niet door de bodem zakken, maar hier in het Noorden zal dat voor veel gemeenten wel het geval zijn. Daar moeten we samen het hoofd aan bieden. Maar ook met weinig geld is nog veel mogelijk, als je goed zoekt naar de initiatieven die er in je gemeente zijn.
‘De discussie gaat vaak over geld, maar ook over hoe je bestuurlijk met elkaar omgaat. Is er vanuit Den Haag wel serieuze interesse in wat gemeenten doen? Ik ken de Haagse werkelijkheid heel goed en weet dat het gemeentefonds vooral als een kostenpost wordt gezien in plaats van als een oplossing voor dingen. Den Haag merkt het niet als op het gemeentefonds wordt bezuinigd, maar hier voelen we het wel. Terecht dat de VNG op sommige dossiers zegt: hier trekken we een grens, we zijn er klaar mee. Dat heeft ermee te maken dat Den Haag, meer nog dan in het verleden, opgesloten zit in een eigen systeem. De coalitie houdt zichzelf heel erg vast en krijgt dan minder zicht op wat er buiten gebeurt.’
Vorige maand zei Marianne van der Sloot, voorzitter van de VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie, in VNG Magazine dat het lijkt alsof Den Haag een heel ander beeld heeft van de werkelijkheid dan gemeenten. Herkent u dat, als ervaren Kamerlid?
‘De dynamiek is in Den Haag heel anders. Alles staat in het teken van politieke strategie. Maar als Kamerlid kun je veel het land in, er wordt drie dagen vergaderd dus je kunt twee dagen reizen. Ik vind het wel bijzonder dat de partijen die zeggen naar het volk te luisteren, veel meer in Den Haag zitten dan de oude middenpartijen deden. Het was in mijn tijd veel gebruikelijker om op pad te gaan. Dat kun je Den Haag niet verwijten, de wereld werkt anders, die werkt nu met sociale media. Je kunt moeizame besluiten nemen en hopen dat Nederland het volgt, maar één tweet waarin je de ander beschuldigt, is tien keer zo zichtbaar. Dat maakt het werk ook moeilijker.’
Onze democratie is wel het beste systeem dat er is, maar daarom past het nog niet bij de snelheid van de tijd
U was zeventien jaar Kamerlid. Het politieke klimaat is nu, vijf jaar later, snel veranderd. De groei van de PVV, nieuwe partijen als BBB en NSC, uw eigen CDA is gedecimeerd, verruwing en populisme gedijen. Ziet u om in verwondering?
‘Verwacht u nu dat ik zeg dat het wel meevalt? Of dat ik het zag aankomen? De snelheid van de gebeurtenissen is enorm. Maar ik heb ook de opkomst van Pim Fortuyn meegemaakt, en de val van het CDA in 1994. Dus die enorme bewegingen waren er al. Met het wegvallen van de verzuiling is de maatschappij totaal veranderd. Toen ik in de politiek begon zeiden mensen nog: ik stém geen CDA, ik bén CDA. Maar wie zegt nu nog dat hij PvdA’er ís, of VVD’er? Politieke partijen worden nu onderling vergeleken op basis van een TikTok-filmpje, dat maakt de democratie totaal anders.
‘In de hele wereld hebben democratieën een legitimatievraag. Het negentiende-eeuwse systeem is gebouwd op het tempo van paard en wagen. Voor een wereld waarin boodschappen in een flits van Silicon Valley hiernaartoe gaan, hebben we nog geen systeem op gebouwd. Onze democratie is wel het beste systeem dat er is, maar daarom past het nog niet bij de snelheid van de tijd.’
Staat de democratie onder druk door de opkomst van radicaal-rechts, niet alleen in Nederland maar ook elders in Europa?
‘Radicaal-rechts is geen op zichzelf staand fenomeen, het komt ergens uit voort. Waardoor denken mensen oprecht dat een betere toekomst bij die partijen vandaan komt? We moeten ons niet beperken tot afgeven op radicaal-rechts, maar zelf iets doen. Dat is het probleem in Den Haag, ze komen daar eerder in de problemen door wat er níet wordt besloten in plaats van dat er besluiten worden genomen, ook als die omstreden zijn. Er zit nu een kabinet dat besloten heeft het anders te doen op het gebied van stikstof, maar we weten allemaal hoe het eindigt: met stikstofmaatregelen. Alleen later in de tijd, waardoor ze nog harder uitpakken. Dus neem besluiten, durf te laten zien waar je voor staat. Uiteindelijk vermoed ik dat het besef hier groot genoeg is dat we de democratie nodig hebben. Het is aan ons, bestuurders, om te laten zien wat we kunnen bereiken. Ik begrijp dat het ingewikkeld is, maar we doen het.’
Wat is nou belangrijker, dat we achteraf de goede stempels hebben gezet of dat we eens een keer een besluit durven nemen?
Wat is daarvoor nodig?
‘De overheid is er om mensen te helpen, dat is het primaire proces. Maar na vijf jaar burgemeesterschap merk ik dat we bestuurlijk en politiek heel veel tijd kwijt zijn aan het secundaire proces, de bureaucratie. We hebben een systeem gebouwd waarin je, als je iemand wilt helpen, moet motiveren waarom je informatie uitwisselt met andere organisaties. Ik zou het heel graag omdraaien. In plaats van een overheid die bang is om op z’n kop te krijgen omdat ze informatie heeft uitgewisseld, zou ik een wereld willen die op z’n kop staat omdat er níet is uitgewisseld waardoor iemand niet is geholpen. Angst voor het schenden van privacy zorgt voor een verkrampte overheid. Ik ben zeer voor openbaarheid, maar het uitzoeken na een zoveelste Woo-verzoek van WhatsApp-verkeer en duizenden stukken kost zó veel mensen en tijd. Ik kreeg zelfs van iemand een Woo-verzoek om stukken openbaar te maken over de afwikkeling van zijn vorige Woo-verzoek. Wat is nou belangrijker, dat we achteraf de goede stempels hebben gezet of dat we eens een keer een besluit durven nemen?
‘Ik wil af van de handelingsverlegenheid van een overheid in een systeem waarin het meer lijkt te lonen om géén besluit te nemen, dan wél. Dat is een lang traject, het ligt gevoelig. Iedereen zegt: ja, maar privacy en openbaarheid zijn belangrijk. Ik denk dat er geen land is dat zo ver gaat als wij. België is ook een democratie, Denemarken ook. Je zou best eens kunnen kijken hoe landen om ons heen het doen op een manier waaruit blijkt dat “wij zijn er voor de burger” ook echt de basis is van het bestuur. En niet om vinkjes bij procedures te zetten. ’
Wie is...
Sybrand van Haersma Buma is sinds 26 augustus 2019 burgemeester van Leeuwarden. Daarvoor zat hij 17 jaar in de Tweede Kamer, van 2010 tot 2019 was hij fractievoorzitter van het CDA. Hij was ook kort gemeenteraadslid in Leidschendam-Voorburg (2002).