VNG Magazine nummer 2, 14 februari 2025
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Gemeente Amersfoort
De Amersfoortse wethouder Johnas van Lammeren (PvdD) krijgt vaak online bedreigingen. Een daarvan deelde hij op X, omdat voor hem de maat vol was. ‘Er is sprake van een trend. Dat is uitermate kwalijk.’
Veel lokaal bestuurders hebben te maken met intimidaties en bedreigingen, maar weinigen van hen zetten die online. U deed het wel, waarom?
‘Ik was er gewoon klaar mee en wilde hiermee de aandacht trekken. Niet voor mezelf, het gaat niet over mij, het is veel groter. Het gaat over de manier waarop we omgaan met bestuurders, met raadsleden, statenleden, met ambtenaren. Ik vind dit gewoon niet normaal, en hopelijk velen met mij. Ik kan me als wethouder nog verdedigen in het publieke debat, maar ambtenaren kunnen dat niet. Als je ziet hoe zij op inspraakavonden worden aangevallen... Dat is echt ver beneden de maat. Dit betekent iets voor het ambtelijk apparaat, voor het vertrouwen, voor de participatie. Iedereen mag voor een eigen belang opkomen, maar wel binnen de bandbreedte van fatsoen en daar horen scheldpartijen niet bij. Het is echt niet zo dat we nu ineens door een grens zijn gezakt, dat is al veel eerder gebeurd. Ik wilde aandacht vragen voor deze omgangsvormen. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar je hoeft niet álles te zeggen. Je kunt in ieder geval proberen je fatsoen te bewaren.’
Er zijn ook bestuurders die mensen uitnodigen voor een persoonlijk gesprek. En dan blijken ze het vaak niet zo bedoeld te hebben. Hoe doet u dat?
‘Ik nodig regelmatig mensen uit die het vurig met mij oneens zijn, of ik ga bij ze op bezoek. In dit specifieke geval heb ik dat niet gedaan, de mails van deze meneer werden steeds pittiger en uiteindelijk heb ik bij de politie aangifte gedaan van bedreiging. Als wordt gesuggereerd dat ik in een put kan vallen en mijn nek kan breken, is dat dan een bedreiging? Het is maar hoe je het wilt lezen. Nogmaals, het gaat niet om deze mail, maar het is een voorbeeld van wat er in Nederland aan de hand is, ik wil duidelijk maken wat sociale media met iemand doen. Er is sprake van een trend. Dat is uitermate kwalijk en, als je niet uitkijkt, gevaarlijk voor de democratie.’
Zouden andere wethouders uw voorbeeld moeten volgen?
‘Zij moeten helemaal niks, maar voor de maatschappelijke discussie zou het weleens goed kunnen zijn. Eigenlijk gaat het mij om het gesprek aan de keukentafel. Wat vinden we normaal, hoe benaderen we elkaar? Wat is nou de common sense, de gedeelde moraal? Als ik daar iets aan kan bijdragen door bijvoorbeeld dit soort interviews, heeft dat misschien effect. En als collega’s dat ook doen, zou ik dat toejuichen.’