VNG Magazine nummer 2, 14 februari 2025
Auteur: Leonard Geluk
Géssica Gomes (12) overleed door huiselijk geweld. Het gezin was bekend bij jeugdzorg en tal van andere instanties. De dood van Géssica, het Maasmeisje, was in 2006 in Rotterdam aanleiding voor het versterken van de samenwerking tussen het onderwijs, jeugd(gezondheids)zorg, jeugd-GGZ en welzijn. Dit mocht nooit meer gebeuren. Bijna twintig jaar later is er de tragische zaak van het pleegmeisje in Vlaardingen. Met al het goede werk blijkt het systeem nog even kwetsbaar.
De deskundigencommissie Toekomst & Financiën van de Hervormingsagenda Jeugd, de commissie-Van Ark, benadrukt in haar rapport de sterke toename van het aantal individuele hulptrajecten. De problemen zijn door die trajecten niet verminderd. Fundamentele veranderingen zijn nodig. Gemeenten strijden al bijna tien jaar met het rijk over de kosten van de jeugdzorg, een wettelijke taak waarbij gemeenten nauwelijks invloed hebben op de instroom. Wat zijn de grenzen aan wat de overheid redelijkerwijs kan bieden? Het stelsel van ongelimiteerde individuele trajecten is financieel onhoudbaar en geeft te weinig soelaas. Veel problematiek komt voort uit de zorgen van ouders over geld of wonen. Met deze maatschappelijke oorzaken moeten we aan de slag.
Met al het goede werk blijkt het systeem nog even kwetsbaar
Voor kinderen met ernstige problemen zullen individuele vormen van zorg altijd nodig blijven. Maar een deel is te ondervangen met het versterken van de pedagogische basis. Een rijke schoolomgeving waarin onderwijs en zorg samenwerken, kan groot verschil maken. Het is mijn overtuiging dat het meer collectieve school- en zorgsysteem in Scandinavië beter werkt dan onze individualistische aanpak. In Zweden zijn bijvoorbeeld voorschoolse educatie, kinderopvang, buitenschoolse activiteiten, opvoedondersteuning en jeugdzorg onderdeel van de school. Het is er voor ouders normaal om problemen te bespreken met leerkrachten, pedagogen of de maatschappelijk werker. Dat geeft ook docenten meer lucht; belangrijk omdat de onderwijsresultaten in Nederland verslechteren. In een rijke (voor)schoolse omgeving met doorlopende leerlijnen en brede teams met vakkrachten uit meer disciplines, zijn kinderen beter in beeld. In ons stelsel van afgeperkte domeinen en individuele rechten en voorzieningen vallen uitgerekend de kwetsbaarste kinderen tussen wal en schip.
Het bestaande stelsel werkt niet helemaal zoals het zou moeten. Laten we het rapport van Van Ark aangrijpen voor een agenda van vernieuwing voor een sterke pedagogische basis. Met collectieve voorzieningen als uitgangspunt, en individuele hulp in uitzonderlijke situaties waar het nodig is. Tegelijk zeg ik richting rijk: daar hangt een prijskaartje aan. Een goed pedagogisch klimaat, kwetsbare kinderen beschermen. Geen onderwerp ligt zo dicht bij mijn hart. Laten we met de jeugdzorg, het onderwijs, rijk en gemeenten samen een beter systeem maken. Gemeenten kunnen en moeten nu een stap naar voren zetten.
Leonard Geluk is algemeen directeur van de VNG, leonard.geluk@vng.nl, linkedin.com/in/leonardgeluk