VNG Magazine nummer 2, 14 februari 2025

Tekst: Marten Muskee | Beeld: provincie Fryslân

Eindelijk is duidelijk wie op welke plek verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de 1.700 kilometer aan oevers langs de Friese vaarwegen. Aan dat monnikenwerk werd sinds 2016 gewerkt.

Oeverbeheer provincie Fryslân

Wie draait er op voor de schade aan oevers wanneer een groot vrachtschip voorbijvaart en de boeggolf de wal kapotslaat? Over deze en andere vragen hebben Friese gemeenten nu met het waterschap en de provincie afspraken gemaakt. ‘We hebben heel veel moeten uitdenken en doorleven om tot een bestendige oplossing te komen,’ zegt wethouder Tytsy Willemsma (FNP) van Tytsjerksteradiel. ‘De breedte van een vaarweg, het type schepen en de vaarintensiteit bepalen de schade die aan oevers kan optreden wanneer een schip voorbijvaart.’ 

Beslisboom
Willemsma spreekt namens alle Friese gemeenten die samen met Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân de afgelopen jaren werkten aan die bestendige oplossing rond het oeverbeheer. Het resultaat: een beslisboom en een beheer- en onderhoudskaart met wie waarvoor verantwoordelijk is. De Friese overheden beheren 1.300 kilometer aan oevers, tegen vierhonderd kilometer voor particulieren of instanties als Staatsbosbeheer, It Fryske Gea, de Marrekrite en Natuurmonumenten.
De provincie is verantwoordelijk voor de oevers langs de beroepsvaarwegen. Die zorgt er ook voor dat die vaarroutes vanwege het grote economische belang op diepte blijven. Het waterschap is aan zet bij de oevers van waterwegen van belang voor de waterkwaliteit en afwatering. Ligt een oever langs openbaar terrein in de bebouwde kom, dan komt de gemeente in beeld. 

Waterwet
In 2009 werd de Waterwet van kracht en moest de provincie vaarwegbeheerders aanwijzen en het vaarwegbeheer doelmatig regelen. Daarbij zijn in eerste instantie alleen het beheer en onderhoud van het vaarprofiel van de aangewezen vaarwegen, zoals bijvoorbeeld het uitbaggeren, geregeld. Het beheer en onderhoud van de oevers werden vanwege de grote vaak financiële belangen uitgesteld.

We hebben heel veel moeten uitdenken en doorleven

Opgaven
Friesland is een waterprovincie en vormt daarmee een grote toeristische attractie, vertelt Willemsma. ‘Vaartuigen worden steeds breder. Daardoor worden vaarwegen te smal. Daaromheen spelen allerlei opgaven en belangen als natuurvriendelijke oevers, waterberging en waterkwaliteit, toerisme, de beroepsvaart en het onderhoud aan bruggen en waterkeringen. Als een grote boot door een smalle vaart gaat, ontstaat meer schade aan de oevers.’
In de oude situatie namen de betrokken partijen ad-hoc beslissingen bij achterstallig onderhoud of als er schade ontstond. Daar werden dan telkens opnieuw afspraken met elkaar over gemaakt, elke keer incidenteel en niet structureel. ‘Voor diverse partijen, zoals particulieren, natuurorganisaties en de landbouwsector, was niet duidelijk wie nou precies waarvan was. We vonden er altijd wel een weg in, maar het was elke keer opnieuw een gevecht om het geld te regelen. Dat moest dan weer incidenteel in de begroting worden opgenomen. De ene keer kwamen we er op een bepaalde manier uit, de volgende keer werkte het niet zo. Er was altijd discussie, dat kost veel tijd. We waren continu pleisters aan het plakken. Je stuurt eigenlijk permanent in een grijs gebied met elkaar.’ 

Waterkering
Willemsma noemt het voorbeeld van een gemeente die een fietspad over een waterkering aanlegt. De vraag is wie dan verantwoordelijk is voor de oever langs die waterkering. ‘Een waterkering kan puur dienen voor het veilig houden van het achterland, een recreatieve fietsverbinding bieden of in de bebouwde kom mogelijk nog andere functies dienen.’
Een ander voorbeeld is een brug in provinciaal eigendom. Dat kunstwerk loopt over op de oever, want er zit vaak een talud bij. ‘Wie is dan verantwoordelijk voor het talud? Is dat dan de vaarwegbeheerder of is dat de wegbeheerder? Dat kan dezelfde zijn, maar dat hoeft niet altijd. Die verschillende functies leveren allerlei vraagstukken op. Dat realiseerde ik me pas echt toen ik in deze materie dook.’ 

Het was niet altijd duidelijk wie precies waarvan was

Het Nationaal Park De Alde Feanen ligt binnen de gemeentegrenzen van Tytsjerksteradiel. Dat natuurgebied geniet een hoge mate van bescherming. Tegelijkertijd loopt daar de beroepsvaarweg tussen het Prinses Margrietkanaal en Drachten doorheen, waar de provincie verantwoordelijk voor is. Om die oevers te beschermen, zijn vanwege het vrachtverkeer extra zware damwanden nodig, zegt Willemsma. ‘Een particulier met grond langs het kanaal heeft zonder stalen damwand een grotere opgave om zijn oever veilig te houden zodat die niet afkalft. Het provinciale belang – de beroepsvaart – veroorzaakt schade aan die oever omdat de vaarweg niet breed genoeg is. Is het dan rechtvaardig die schade helemaal bij de particuliere eigenaar neer te leggen?’
Ook rond vaarwegen wreekt zich het gebrek aan ruimte in Nederland, merkt Willemsma. ‘Het is eventueel wel mogelijk om land van een boer te kopen, maar dat gaat direct ten koste van zijn areaal en zijn bedrijfsvoering. Dat levert complexe vraagstukken op, waar veel geld mee is gemoeid.’ 

Duidelijkheid
Het vereiste veel inzet om die 1.700 kilometer aan oevers in kaart te brengen en letterlijk toe te bedelen. Wie heeft het primaire belang bij een oever en wie draait op voor de schade die ontstaat door andere belangen? ‘We hebben samen geprobeerd criteria op te stellen om die vragen af te wegen’, zegt Willemsma. ‘Dat is gelukt. We hebben een beslisboom gemaakt om daar duidelijkheid over te geven. Het werk is overigens hiermee niet klaar. De kaarten moeten jaarlijks geactualiseerd worden omdat functies veranderen. Maar deze nieuwe werkwijze maakt de zaken een stuk gemakkelijker. Het scheelt heel veel verloren tijd.’
Hoewel Tytsjerksteradiel de nieuwe werkwijze nog niet nodig heeft gehad, is wethouder Willemsma blij dat het instrument er ligt. Door de duidelijke verdeling is er geen discussie meer over wie opdraait voor de kosten van (achterstallig) onderhoud. ‘Dit helpt ons enorm. Het is met name ook voor de particulier nu duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is als het om de oevers gaat. Dat ligt helder vast in de beslisboom.’
Ook de vraag of iemand recht heeft op een vergoeding, is nu transparant te beantwoorden. Particulieren komen in bepaalde situaties voor subsidie uit het oeverfonds in aanmerking om onderhoud aan hun oevers te plegen. ‘Zeker voor inwoners die langs een grote vaarweg wonen is dat belangrijk. Die werden voorheen van het kastje naar de muur gestuurd als hun oever afkalfde. Het oeverfonds wordt door de provincie en gemeenten gevuld. Er is een staffel in aangebracht waar iemand aanspraak op kan maken bij het opknappen van zijn oever.’ In het eerste jaar hebben particulieren dit fonds al goed weten te vinden.