In deze processtap geeft u kennis van het voornemen om het omgevingsplan te wijzigen. Vervolgens voert u afstemming en participatie uit. Onder afstemming verstaan we hier de afstemming met andere bestuursorganen (ketenpartners). Onder participatie verstaan we het betrekken van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding en de besluitvorming. Aan het einde stelt u een rapportage op.
Kennisgeven voornemen om omgevingsplan te wijzigen
De gemeenteraad moet in het officiële publicatieblad een kennisgeving plaatsen dat zij voornemens is om (een wijziging van) het omgevingsplan vast te stellen (art. 16.29 Ow). Bij de kennisgeving moet de raad aangeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding worden betrokken (zie hieronder bij Vormgeven participatie en Afstemmen met andere bestuursorganen).
Doel van deze kennisgeving is dat belanghebbenden en belangstellenden van dit voornemen op de hoogte zijn en actief kunnen participeren in het totstandkomingsproces. De manier waarop en de mate waarin dit kan, zal afhangen van gemeentelijke keuzes over participatie en inspraak (zie voor inspraak ook stap 5).
Lees meer over het opstellen van participatiebeleid (iplo.nl)
Vormgeven participatie
Om belanghebbenden en belangstellenden te betrekken bij wijziging van het omgevingsplan is het belangrijk vroegtijdig in het traject afstemming en participatie te organiseren. Door het vroegtijdig ophalen van inbreng uit de omgeving doet u recht aan het uitgangspunt van betrokkenheid en het meenemen van meerdere belangen in de besluitvorming.
De precieze invulling van de participatie moet u bepalen aan de hand van het gemeentelijk participatiebeleid (zie hieronder bij Technische en organisatorische randvoorwaarden) en de inhoud en omvang van de voorgenomen wijziging van het omgevingsplan. Voor effectieve afstemming en participatie is het van belang dat u de juiste doelgroep betrekt. Aan de hand van locatie, gebied, beleidsthema en andere aspecten bepaalt u welke inwoners, bedrijven, instellingen en ketenpartners belanghebbende zijn. De doelgroep bestaat primair uit deze belanghebbenden. Secundair kunnen belangstellenden deelnemen. Ook kan het zijn dat als gevolg van de kennisgeving nieuwe belanghebbenden en belangstellenden zich melden voor participatie. Zij kunnen meeliften op de reeds beoogde acties voor afstemming en participatie.
Aankondigen en uitnodigen deelnemers participatie
Vaak is aan te raden om de primaire doelgroep direct te benaderen, uit te nodigen en aan te moedigen om deel te nemen in het participatietraject.
In de aankondiging kunt u het volgende vermelden:
- doelstelling
- afbakening en typering van het onderwerp
- contactpersonen
- de wijze waarop u de participatie organiseert
Voor verschillende doelgroepen kan een eigen benadering vereist zijn; met name leeftijdsverschillen en achtergrond van de doelgroep spelen hierin een rol.
Verzamelen input participatie
U kunt de input op verschillende manieren verzamelen, afhankelijk van de situatie. Denk aan:
- bijeenkomsten
- schriftelijke consultaties
- internetenquêtes ('polls')
- webinars
- discussieplatforms op internet
Om een zo breed mogelijk publiek te bereiken, ligt het voor de hand om verschillende werkvormen toe te passen. De afwegingen hierover moet de gemeente al maken bij het opstellen van het participatiebeleid.
Afstemmen met andere bestuursorganen
Naast het participatieproces moet u nagaan of afstemming nodig is met andere bestuursorganen (ketenpartners) en deze afstemming uitvoeren.
Opstellen rapportage
Doel van deze activiteit is om de resultaten van de afstemming en participatie vast te leggen, zodat deze resultaten later in het proces gebruikt kunnen worden. Naast de inhoudelijke verwerking in het wijzigingsbesluit is het namelijk verplicht om bij de vaststelling van het wijzigingsbesluit (o.g.v. art. 10.2 Omgevingsbesluit) aan te geven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn. Daarbij moet worden aangegeven op welke wijze invulling is gegeven aan het participatiebeleid.
Dit kan er als volgt uitzien:
U verwerkt de input in een rapportage. U verzendt de rapportage aan alle deelnemers en maakt hem zo mogelijk openbaar. We adviseren een conceptversie van de rapportage eerst terug te leggen bij de deelnemers. Dit geeft hen de kans te beoordelen of de tekst een goede weergave is van het proces, resultaten en gemaakte afspraken.
Het is van belang in het vervolg van het wijzigingsproces de deelnemers op de hoogte te houden en weer te betrekken wanneer dit relevant is. Deze stap eindigt daarom niet sec bij de start van de volgende stap, maar zal vaak doorlopen bij de volgende stappen in het stappenschema. Hoe en wanneer precies hangt af van het participatiebeleid en het specifieke geval.
Kennisgeving
U moet de kennisgeving publiceren in het publicatieblad van de gemeente. Daartoe moet u de kennisgeving aanleveren via DROP (mogelijk kan dit later ook direct worden aangeleverd bij de LVBB). Dit is vergelijkbaar met de wijze waarop de kennisgeving op grond van artikel 1.3.1. van het Besluit ruimtelijke ordening werd gepubliceerd. Mogelijk kan dit later ook via de plansoftware verlopen.
Participatiebeleid
Gemeenten kunnen al vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet hun participatiebeleid opstellen. Stelt uw gemeente een omgevingsplan, omgevingsvisie of programma vast? Dan moet u daarbij aangeven hoe u invulling heeft gegeven aan participatie/het gemeentelijk participatiebeleid.
Lees meer over het opstellen van participatiebeleid (iplo.nl)