VNG Magazine nummer 17, 8 november 2024

Tekst: Leo Mudde

In bijna de helft van de gemeenten drukt het onderhoud van een of meerdere monumentale kerktorens op de begroting. Met dank aan een stokoude wet van Napoleon. Pogingen om ze af te stoten zijn vrijwel kansloos, beter is het om na te denken over andere functies.

Martinitoren Groningen

In de jaren negentig van de vorige eeuw sleepten vijf Nederlands Hervormde gemeenten de burgerlijke gemeenten Boarnsterhim en Leeuwarden voor de rechter. Die beide laatste waren, zo betoogden de kerkbesturen, eigenaar van hun kerktorens en moesten daarom opdraaien voor de kosten van het beheer en onderhoud. Onzin, vonden de gemeenten, want de afgelopen tweehonderd jaar gedroegen de kerkbesturen zich alsof ze de kerktorens in eigendom hadden, dan moesten ze nu niet aankomen met het afschuiven van een financiële last.
De kerkbesturen vingen bot bij zowel de rechtbank als het gerechtshof, maar in september 2000 kon de champagne open. De Hoge Raad oordeelde, zich daarbij baserend op de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk uit 1798, dat in dat jaar de eigendom van kerktorens is overgegaan op de burgerlijke gemeenten. Dat kerkbesturen eeuwenlang onderhoud hadden gepleegd aan de torens, als waren zij eigenaar, deed daar niets aan af. Dat deden ze alleen maar omdat de afbrokkelende torens anders schade zouden toebrengen aan de bezoekers van de kerk of de daarbij gelegen kerkhoven, constateerde de hoogste rechter.

Erfenis

En dus staan alle kerktorens van vóór 1798 nog in de vastgoedportefeuille van 168 gemeenten; samen bezitten zij 316 rijksmonumentale torens. Die erfenis danken ze aan Napoleon, die vond dat alle bestaande kerktorens onder het gezag van de lokale overheid moesten vallen. Om te dienen als uitkijk- en observatiepost om naderende vijanden in de gaten te houden, en omdat ze belangrijk waren voor de communicatie bij brand en andere rampen – om de alarmklok te kunnen luiden.
Soms laait in een gemeenteraadsvergadering de discussie weer even op: waarom moet een kerktoren met publiek geld onderhouden worden? Zo diende de Partij voor de Dieren in Buren in 2013 een motie in om te onderzoeken of eigendom en onderhoud kunnen worden overgedragen aan een andere partij, maar dat voorstel kreeg geen steun. Overigens probeerde datzelfde Buren zeven jaar eerder al van zijn negen torens af te komen. De gemeente meende dat de wet van Napoleon in 1830 was teruggedraaid, maar kon dat niet onderbouwen. Het Kadaster zei daar destijds over in Trouw: ‘Deze redenering komt de gemeente goed uit, maar is niet te controleren.’

Emotie

Kerktorens zijn emotie. Ze bepalen het beeld van een stad of dorp, ook wie niets heeft met religie ontwikkelt er een liefdevolle band mee. De brand die in 2019 de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk van Hoogmade verwoestte, zorgde ervoor dat ineens het hele dorp zich betrokken voelde en aan de slag ging om de financiering van de herbouw rond te krijgen. En toen de Utrechtse Domtoren weer openging na de restauratie, lieten honderden Utrechters een afbeelding van de toren op een arm, been of voet tatoeëren.
Die Domtoren is een van de in totaal zeven monumentale klokkentorens van de gemeente Utrecht en veruit de grootste kostenpost. De Dom slokt 47 procent van het gemeentelijk onderhoudsbudget voor de klokkentorens op. Onlangs werd, met het verwijderen van de steigers, een grote renovatie van de hoogste kerktoren van Nederland afgerond. Kosten van het project: 37,2 miljoen euro, geld dat onder meer werd gebruikt voor de vervanging van 10.000 stenen. De Domtoren staat er voor de komende vijftig jaar weer netjes bij.
Den Haag viert dit jaar het zeshonderdjarig bestaan van zijn trots, de toren van de Grote Kerk: de ‘Haagse Toren’. Het is een van de oudste gebouwen van de stad en, volgens de lokale cabaretier Sjaak Bral, ‘de enige spits in Den Haag die altijd scoort’.

Toekomst

Het iconische gebouw was onlangs het decor van een symposium over de toekomst van de Nederlandse kerktorens. Die toekomst is een ‘gezamenlijke opgave’, zei Joost Schelling, directeur van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer. Hij noemde kerktorens ‘bakens van betekenis’ omdat iedereen er wel een gedachte bij heeft, of je nou religieus bent of niet. Ze hebben een intrinsieke waarde, als erfgoed met een waardevol verhaal, als markeringspunt en als ijkpunt in een lokale samenleving, het plein voor de toren waar de markten en braderieën worden gehouden.
Maar omdat de torens blijven drukken op de gemeentelijke begroting, zal de discussie over het eigendom nooit helemaal verdwijnen – al was het maar omdat de uitspraak van de Hoge Raad alweer van een tijdje geleden is en niet bij iedereen op het netvlies staat. De focus kan beter liggen op het nadenken over nieuwe gebruiksvormen van kerktorens dan op de vraag of ze moeten worden afgestoten, meent Chris Schaapman. Hij is directeur van Kerk & Co dat gebouweigenaren adviseert over de toekomst van hun vastgoed. ‘Denk aan een woonfunctie, de vestiging van een hotel of een B&B, een culturele of educatieve bestemming.’
Vooralsnog zal het gebruik van de meeste monumentale kerktorens beperkt blijven tot een beklimming of verhuur van sfeervolle ruimte voor exposities, vergaderingen en symposia, zoals dat gebeurt in de Domtoren of de Haagse Toren. En de Martinitoren in Groningen, die op het symposium in Den Haag werd uitgeroepen tot mooiste kerktoren van het land.