VNG Magazine nummer 17, 8 november 2024
Tekst: Saskia Klaassen | Beeld: gemeente Rijswijk
De aandacht voor femicide, de moord op vrouwen door een (ex-)partner of familielid, groeit. Toch worstelen veel gemeenten met de juiste aanpak van dit probleem. Er is een andere mindset nodig om patronen te herkennen, zeggen deskundigen.

Rijswijk is een middelgrote gemeente. Maar als het gaat om de problemen waarmee de stad aan de rand van Den Haag kampt, zijn deze grootstedelijk, zegt burgemeester Huri Sahin. In korte tijd kreeg ze drie keer te maken met vrouwenmoord. Bij de eerste twee incidenten was de pleger de partner van het slachtoffer. De meest recente zaak is nog in onderzoek bij de politie, maar heeft ze zelf omschreven als een vrouwenmoord.
Wat het met haar doet als burgemeester? ‘Ik wil dat iedereen in onze gemeente zich veilig voelt, zowel buiten als binnen. Helaas is dat bij deze vrouwen niet gelukt.’ Ze vindt het heel tragisch voor deze vrouwen, zegt ze, hun kinderen en nabestaanden. Het zijn gebeurtenissen met grote maatschappelijke impact, ‘die ook de omgeving raken van de slachtoffers, de buurt waarin deze vrouwen woonden, de scholen van de kinderen, de sportclubs – de hele stad.’
Als je ervan weet, mag je niet meer wegkijken
Bij haar aantreden twee jaar geleden wist Sahin dat het aantal meldingen bij Veilig Thuis hoog was. Ook was ze op de hoogte van de beperkte politiecapaciteit binnen haar gemeente. Na de eerste moord kreeg ze een mail van een vrouwelijke inwoner, die was vastgelopen in het systeem en zich niet veilig voelde. Sahin riep alle betrokken partijen aan tafel en zocht naar een oplossing. Uiteindelijk gaf deze inwoner later aan dat ze zich weer veilig voelde.
Zestig mails
Zo ontstond het idee om een oproep te plaatsen voor alle vrouwen in Rijswijk. Om zich te melden via mail als ze door huiselijk geweld in de knel kwamen. Eerst had de burgemeester aarzelingen bij het plaatsen van zo’n uitnodiging, bracht ze daarmee vrouwen mogelijk in een kwetsbare situatie? Of zou haar oproep gezien worden als kritiek op het huidige systeem? Ze deed het toch en ontving tussen de vijftig en zestig mails. Ongeveer de helft mailde als deskundige, was rechter of had onderzoek gedaan. Zo’n twintig reacties kwamen van vrouwen in een urgente situatie, bij tien was dit zelfs ‘heel urgent’.
De burgemeester benaderde deze acute situaties zoals ze andere crises zou aanpakken. Over de vraag of zij aan zet was, twijfelde ze geen moment. ‘Natuurlijk is dit ook mijn taak, burgemeesters gaan immers over veiligheid.’ Ze trommelde alle betrokkenen op – waaronder vrouwenopvang, politie, Openbaar Ministerie, haar eigen medewerkers – en zocht naar een oplossing.
Naast alle medewerkers die binnen het veiligheids- en sociaal domein aan dit vraagstuk werken, beschikt Rijswijk inmiddels ook over twee coördinatoren zorg en veiligheid. Regelmatig zocht Sahin ook de vrouwen die in een acute situatie zaten zelf op, thuis of in een hotelkamer waar ze noodgedwongen waren ondergedoken. De drie vrouwen die werden vermoord, hadden zich niet bij haar gemeld.
‘Het probleem van femicide en het patroon dat eraan voorafgaat is te lang onbesproken gebleven’, stelt ze. ‘Het gedrag van plegers verergert sluipenderwijs, waardoor vrouwen zelf pas laat doorhebben dat ze in gevaar zijn.’ Ze denkt dat er nog veel kan worden verbeterd in ‘houding en gedrag’, de reactie van hulpverleners en Justitie op huiselijk geweld. ‘Niet kijken naar wat een ander kan doen, maar zelf handelen. Dat geldt voor iedereen. Als je ervan weet, mag je niet meer wegkijken.’
We denken in Nederland dat we heel geëmancipeerd zijn, maar dat valt vies tegen
Afdruk
‘De buren, de postbode, de media, iederéén moet zijn steentje bijdragen om femicide aan te pakken’, zegt gemeenteraadslid Marije Mostert (D66) van Den Haag. Ze maakt zich hard voor een betere bescherming van slachtoffers en stelde een Actieplan ‘Stop femicide’ op. De aanleiding was de beleidsnotitie Gendergerelateerd geweld van het college, die volgens haar niet ver genoeg gaat.
Mostert maakte als jongerencoach verschillende zaken van bijna-femicide mee. ‘Bij een meisje stond de afdruk van de handen van haar ex nog op haar keel.’ Het valt haar op dat de samenwerking tussen politie en hulpverleners regelmatig tekortschiet. ‘Een wijkagent die niet op de hoogte is slaat ook geen alarm als er op een bepaald adres iets speelt.’
Ze wijst op een succesvolle pilot in België, waarbij politiemensen risicovolle signalen registreren die kunnen leiden tot femicide. Hoog-risicostalking is zo’n signaal, maar ook niet-fatale verwurging. ‘Zo’n proef zouden we ook in Den Haag kunnen starten.’
Een andere wens uit het actieplan is een centrum voor huiselijk geweld waar alle expertise aanwezig is. ‘Nu is de hulpverlening verspreid over de stad.’ Voorbeeld is voor haar Rotterdam, waar bij centrum Filomena alles onder één dak wordt aangeboden: forensische behandeling, politie, officier van justitie en therapeuten. Ook een speciale officier van justitie staat op het wensenlijstje van het raadslid.
Traditionele gendernormen liggen ten grondslag aan huiselijk geweld en femicide, zegt Mostert. ‘We denken in Nederland dat we heel geëmancipeerd zijn, maar dat valt vies tegen.’ Die vrouwonvriendelijke onderstroom staat in direct verband met straatintimidatie en ongewenste intimiteiten. ‘Deskundigen spreken van een piramide van geweld die uiteindelijk kan uitmonden in femicide.’
Glijdende schaal
Veerle Slegers, directeur van Feniks Emancipatie Expertise Centrum in Tilburg, is zo’n deskundige. ‘Femicide staat nooit op zichzelf’, zegt ook zij. ‘Het is het eindproduct van heel veel gebeurtenissen die eraan voorafgaan. Een glijdende schaal van escalatie op escalatie. Maar het begint heel klein, dat is ook een patroon.’ Deze patronen heeft de samenleving onvoldoende in beeld, denkt ze.
Bovendien is veel beleid onvoldoende gendersensitief. Neem het beleidsplan huiselijk geweld van Hart van Brabant, dat is volledig genderneutraal geschreven. ‘Daardoor mis je patronen. Vrouwenmoord wordt in 60 procent van de gevallen door de partner of ex-partner gepleegd. Een aanpak is alleen effectief als je dit weet en de patronen kunt herkennen.’
Nog een misvatting: femicide is niet iets van moslims. ‘Het komt overal voor. Zeker, er is eerwraak, maar er zijn méér vormen van vrouwenmoord. We zien het niet alleen in probleemwijken maar ook bij mensen met een hoge opleiding en goede economische omstandigheden.’
Ik hoor nog te vaak dat vrouwen worden ontmoedigd om aangifte te doen
Slegers zat tussen 2006 en 2021 in de Tilburgse gemeenteraad. Ze kan zich niet herinneren dat in die tijd het woord femicide ooit is gevallen. Wat ze wel in de raad heeft aangekaart, was de woningnood bij mensen die willen scheiden. ‘Die was toen al hoog en nu helemaal. Vrouwen hebben daardoor het gevoel dat ze niet weg kunnen.’
Een ander probleem is de gender pay gap: een groot deel van de Nederlandse vrouwen is niet financieel onafhankelijk. ‘Een extra barrière om weg te komen uit een destructieve situatie.’
Professionals die de rode vlaggen niet herkennen, onvoldoende politiecapaciteit – de directeur ziet nog voldoende mogelijkheden voor verbetering. Het ontbreekt volgens Slegers nog steeds aan professionele kennis in de keten. ‘Ik hoor nog te vaak dat vrouwen worden ontmoedigd om aangifte te doen door de politie.’ Daarnaast ziet haar expertisecentrum nog een zorgelijke trend: die van online haat tegen vrouwen, waartegen de platforms nauwelijks optreden. ‘Zolang op social media de haat tegen vrouwen alleen maar wordt aangewakkerd, zie ik de cijfers van femicide niet teruglopen.’
Nieuwe wetgeving
Ja, er is nieuwe wetgeving in de maak. Staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV) van Justitie en Veiligheid wil psychisch geweld strafbaar stellen en daar valt het patroon dat voorafgaat aan femicide ook onder. Toch is Slegers er niet gerust op. ‘Wetgeving alleen is niet genoeg. Bescherming is er pas als er ook voldoende middelen aan gekoppeld zijn.’
Huri Sahin sluit zich bij de deskundige aan. Natuurlijk is het een vooruitgang dat intieme terreur, het patroon van controle en dwang waar slachtoffers in terechtkomen, strafbaar wordt. ‘Nu wordt een zaak alleen in behandeling genomen als er bewijs is in de vorm van fysiek letsel.’ Maar het is niet genoeg. ‘Met alleen het strafrecht gaan we het probleem van femicide niet oplossen.’
De burgemeester noemt het wegnemen van schaamte en angst bij slachtoffers ook belangrijk, net als het landelijke plan van aanpak Stop femicide! dat alleen succesvol kan zijn als er ook geld wordt vrijgemaakt. ‘Het vorige kabinet heeft een mooi plan gemaakt. Wat nu nog ontbreekt, zijn een uitvoeringsagenda en de middelen.’