VNG Magazine nummer 17, 8 november 2024
Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller
Het wethouderschap is en blijft een interessante baan waarin je je kunt blijven ontwikkelen, zegt voorzitter Axel Boomgaars van de Wethoudersvereniging. Maar er moet wel meer ruimte komen om het werk behapbaar te houden.
Deze maand viert de Wethoudersvereniging haar twintigjarig bestaan, met een tweedaagse conferentie over Nederland Wethoudersland. Het rapport Wethouders van waarde, dat is opgesteld in opdracht van de vereniging, schetst de grote druk waar wethouders mee te maken hebben: een zwaarder takenpakket, politieke versplintering, regionalisering, maatschappelijke verruwing en een financieel ravijn op komst. En dan wil het kabinet ook nog de spreidingswet intrekken. Onbetrouwbaar beleid, vindt Boomgaars. ‘Wethouders worden voor de bus gegooid.’
Het wethouderschap lijkt zo minder aantrekkelijk. Steeds vaker halen bestuurders het einde van hun vierjarige termijn niet. Let wel, zegt voorzitter Axel Boomgaars van de Wethoudersvereniging: het wethouderschap is nog steeds een mooie baan, eentje waarin je van waarde kunt zijn.
Boomgaars ziet het in Hoorn, waar hij zelf bestuurder is. ‘Als politicus heb je ideeën over hoe je de lokale samenleving beter kunt maken. In Hoorn hebben we nu voor het eerst inclusiebeleid doorgevoerd en daar ook geld voor beschikbaar gesteld. Daardoor hebben we nu Keti Koti, de afschaffing van de slavernij, goed kunnen herdenken. Het was bomvol in de stad. Dan zie je wat voor energie er loskomt. Daar maak je mij gelukkig mee.’
De afgelopen twintig jaar heeft de Wethoudersvereniging zich ingezet om via scholing de positie van wethouders te verbeteren, zegt Boomgaars. ‘Maar we proberen steeds meer een rol te spelen in de belangenbehartiging van wethouders richting het rijk. Steeds meer wethouders treden af vanwege een burn-out. Hoe zorgen we er nou voor dat wethouders een normale werkdruk ervaren? Of dat wethouders een serieuze verlofregeling krijgen? We moeten het belang daarvan blijven benadrukken. Net als we moeten blijven benadrukken dat het wethouderschap een ontzettend aantrekkelijk ambt is, waarin je iets voor de samenleving kunt betekenen en waarin je je als mens kunt verbreden. Ja, er zijn uitdagingen, maar het is ook een hartstikke toffe baan.’
De ontwikkelingen die in het rapport worden geschetst gaan ten koste van de inclusiviteit van het ambt, constateren de auteurs. Niet iedereen kan zomaar meer wethouder worden, terwijl dat vanuit democratisch oogpunt wel gewenst is.
‘Ga eens met mijn collega praten die jeugdzorg in portefeuille heeft. Dat is echt heel ingewikkelde materie. Je wilt niet dat straks alleen advocaten en notarissen nog wethouder kunnen worden. Democratie houdt in dat de kiezers ook de gekozenen kunnen worden. Dat betekent dat we de drempels zo laag mogelijk moeten proberen te houden. Er valt met ons altijd te praten over decentralisaties. Gemeenten kennen hun inwoners vaak ook beter dan andere overheden. Maar dan moet je wel zorgen dat het werk behapbaar blijft, dat iedereen wethouder kan worden en dat je niet met een burn-out geconfronteerd wordt.’
Hoe doe je dat?
‘Een voorbeeld: de taken zijn zwaarder geworden, maar het aantal wethouders is wettelijk nog steeds gemaximeerd. Alleen door geforceerd parttimers aan te stellen kun je daar wat aan doen, maar zij werken dan minstens net zo hard voor een lager salaris. Dat is niet uit te leggen. Wij zeggen: laat de raad dan zelf bepalen hoeveel wethouders ze willen hebben. Zo zorg je dat het ambt toegankelijk blijft. Het is niet zo dat taakverzwaring er automatisch voor zorgt dat de democratie in gevaar komt. Als er goede argumenten zijn, kun je het doen. Maar plaats daar dan ook iets tegenover dat ademruimte geeft. Het loslaten van de maximumeis is dan een oplossing, net als scholing en een goede verlofregeling. En neem als wethouder ook ruimte voor jezelf. Voor je het weet, ren je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat van het ene naar de andere overleg. De beste ideeën ontstaan als je ook even tijd voor jezelf neemt. Het zou in het college normaal moeten zijn dat die ruimte er is.’
Ja, er zijn uitdagingen, maar het is ook een hartstikke toffe baan
De volgende gemeenteraadsverkiezingen zijn in 2026, het ravijnjaar. Het vooruitzicht dat je alleen maar moet bezuinigen lijkt me niet aantrekkelijk voor een beginnend wethouder.
‘Geld uitgeven is altijd makkelijker dan geld besparen. Juist in het moeten schrappen van uitgaven zitten politieke keuzes. Wat ga je wel redden, en wat niet? Dat kan bestuurlijk ook een interessant vraagstuk zijn. Politiek is niet voor bange mensen. Er kan ook veel veranderen in vier jaar. Toen ik in Hoorn begon, dachten we dat we nog een hoop geld te verdelen hadden.’
De regionalisering leidt er ook toe dat wethouders zo een dag per week in de regio bezig zijn. Het bestuurlijk circuit lonkt dan, zien de auteurs van het rapport. Is dat aantrekkelijk?
‘Als je door de regionalisering min of meer opgesloten zit in de regio, omdat je veel met de regionale energiestrategie bezig bent of met het sociaal domein, heb je geen tijd om met inwoners of ondernemers te spreken. En dan is er nog het democratisch tekort, want je moet in de regio compromissen sluiten en die weer voorleggen aan de raad. Dat heeft wel onze aandacht. We moeten ons niet alleen richten op de managementskills, maar ook aandacht hebben voor de vraag hoe je als wethouder de verbondenheid met de lokale samenleving in stand houdt. Dat punt uit het rapport heeft bij mij wel weerklank gevonden.’
De beste ideeën ontstaan als je ook even tijd voor jezelf neemt
‘Wethouders lijken anno 2024 meer met uitvoering dan met politieke visie geassocieerd te worden’, schreven Tops, Boogers en anderen eerder dit jaar in hun bundel ‘De wethouder’. Herkent u dat?
‘Vroeger had je wethouders als Wibaut en De Miranda. Grote namen, zij wisten belangrijke wijzigingen door te voeren. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat elke wethouder met ambitie en visie aan tafel zit. Maar in de tijd van Wibaut en De Miranda was je zo twintig jaar wethouder, had je partij een absolute meerderheid in de raad en namen de inwoners nog de hoed af voor meneer de wethouder. De samenleving is veranderd. We hoeven niet terug te gaan in de tijd, maar de ontwikkelingen die we in ons rapport beschrijven helpen niet om lange lijnen uit te kunnen zetten. Wij willen daar iets positiefs tegenover zetten: wethouders minder als uitvoerders van rijksbeleid, maar meer als sparringpartners, met meer focus op de lokale samenleving en ondersteuning in hun ontwikkeling.’
Een wethouder zit nu veel korter dan twintig jaar geleden. Dan wil je ook sneller resultaten zien.
‘Dat is zo. Maar de realiteit is anders. We willen allemaal woningen bouwen. Ik ken geen project dat aan het begin van een periode start en waar de mensen vier jaar later de sleutels ontvangen. Dus in dit werk ben je ook gedwongen met de lange termijn bezig te zijn. Maar de spanning is zichtbaar: naarmate mensen er korter zitten, en de politieke situatie instabieler is, ligt de focus meer op het hier en nu. Die hijgerigheid willen we eruit. Als Wethoudersvereniging proberen we onze leden zo te equiperen dat ze langer kunnen blijven zitten, en daardoor een meer betrouwbaar, bekwaam en betrokken bestuur tot stand te brengen.’
Hoe ziet het ambt er over twintig jaar uit?
‘Ik hoop dat we dan met elkaar breed ervaren dat Nederland een wethoudersland is. Daarmee bedoel ik dat mensen zien wat de toegevoegde waarde van hun wethouder is. Als wetgeving wordt aangepast, dan zouden de ervaringen van wethouders daarin moeten worden meegenomen. Het is belangrijk dat wethouders door het rijk serieus genomen worden. Dat sluit aan bij de verenigingsstrategie van de VNG. De aantrekkelijkheid van het ambt zit ’m er ook in dat het een baan is waarin je jezelf kunt ontwikkelen. De functie is per definitie tijdelijk; dan is het van belang dat je daarna in ander werk ook weer iets moois kunt neerzetten met wat je geleerd hebt als wethouder. En we moeten van de daken blijven schreeuwen hoe mooi het wethouderschap is.’
Wie is...
Axel Boomgaars is sinds november 2023 voorzitter van de Wethoudersvereniging. Hij is sinds 2022 wethouder van Hoorn. Daarvoor was hij vier jaar wethouder van Ouder-Amstel. Hij is lid van GroenLinks.