Interview met Lea den Broeder, bijzonder lector Gezondheid en Omgeving HvA en senior onderzoeker RIVM
Wat kunnen hogescholen betekenen voor gemeenten die met het preventieakkoord aan de slag willen? Heel veel, zo vertelt Lea den Broeder, bijzonder lector Gezondheid en Omgeving aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en senior onderzoeker bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In dit artikel deelt zij tips om de samenwerking te versterken.
Onderwijsinstellingen zijn bij uitstek handige partners als gemeenten een lokaal preventieakkoord willen opstellen. Met name een hogeschool kan hierin een heel belangrijke rol spelen, zegt lector Lea den Broeder, die de invloed van omgeving op gezondheid van bewoners onderzoekt. bij HvA. (Het bijzonder lectoraat Gezondheid en Omgeving wordt mogelijk gemaakt door het RIVM.)
De lector noemt het allereerst een goede ontwikkeling dat gemeenten lokaal beleid voeren als het gaat om maatregelen rond gezondheidskwesties en het preventieakkoord. “Het is zelfs noodzakelijk”, aldus de lector. “Je kunt op nationaal niveau wel de grote maatregelen treffen, maar iedere gemeente heeft weer een andere context en accenten. Denk bijvoorbeeld aan verschillen tussen een grote gemeente zoals Amsterdam en een kleine, of verschillen tussen grootsteeds en plattelandsgemeente. Dat betekent maatwerk en je kunt er dan ook niet omheen om lokale partijen te betrekken.” Ook bij het RIVM is hiervoor aandacht; zo biedt de website loketgezondleven veel informatie over integraal werken op lokaal niveau.
“Verder kan ik me goed voorstellen dat lokaal beleid verder strekt dan de drie thema’s: roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Andere gezondheidskwesties spelen ook in gemeenten, zoals eenzaamheid en middelengebruik.’’
Gemeente en hogeschool versterken elkaar
De lector ziet een belangrijke rol weggelegd voor onderwijsinstellingen, als gemeenten gezondheids- en leefstijlproblemen willen aanpakken. “Hogescholen doen praktijkgericht onderzoek, met een wetenschappelijke basis. Ze werken nauw samen met onder meer sociale instanties, ondernemers en bewoners zelf; hun onderzoek gaat altijd uit van de lokale behoeften en hogescholen hebben daardoor goed zicht op de problemen die in de wijken spelen en de kansen voor preventie. De gemeente kan mooi van deze expertise gebruikmaken.”
Convenant: een win-winsituatie
Op dit moment zijn er al veel hogescholen die nauw samenwerken met de gemeenten in hun regio. Als gemeente en hogeschool kun je elkaar verder versterken, door bijvoorbeeld een convenant te sluiten voor vijf of acht jaar, rond beleidsthema’s waar bewoners baat bij hebben.
Den Broeder: “Studenten en onderzoekers gaan vanuit zo’n samenwerking aan de slag met een aantal onderwerpen die de gemeente op de agenda heeft staan. Voor een hogeschool biedt zo’n convenant weer een mooie kans om aan te sluiten bij een lokaal preventieakkoord.”
Amsterdams voorbeeld
De Hogeschool van Amsterdam heeft bijvoorbeeld een convenant gesloten met de gemeente Amsterdam vertelt de lector. “De gemeente en de HvA werkten al langer samen op sport- en voedingsgebied; zo kennen we hier de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, waar de hogeschool al jaren een grote bijdrage aan levert. Daarop is een groter convenant gesloten rond het thema ‘Urban Vitality’. Daarin werken gemeente en hogeschool samen op de thema’s vitaliteit, sport, bewegen en gezondheid. Met als een van de belangrijkste vragen: hoe werken we toe naar gezonde voeding en leefstijl voor kwetsbare groepen inwoners, zoals jeugd, ouderen en mensen met een beperking?”
Goed bespreken
Het is belangrijk dat gemeenten en hogescholen goed bespreken hoe zij elkaar kunnen ondersteunen bij het implementeren van een preventieakkoord.
Lea den Broeder geeft wat voorbeelden: ‘Studenten kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan lokaal beleid door stages te doen bij gemeenten. Daarnaast kunnen hogescholen kiezen om actuele vraagstukken vanuit de gemeente op te nemen in het curriculum van een studie.”
Ook kunst en media
Niet iedere gemeente heeft een hogeschool in zijn stad. Den Broeder: “Het is daarom ook belangrijk om als gemeente te kijken naar de onderwijsinstellingen die er verderop in de regio zijn, en welke studierichtingen daarvan lokaal iets kunnen bijdragen aan gezondheidspreventie. Studierichtingen in de gezondheid zijn voor de hand liggend, maar je kunt óók veel doen met kunst, digitale technologieën, media en techniek.’’
Tips voor kleinere gemeenten
Grote gemeenten hebben vaak meer capaciteit om lokaal beleid te vormen op innovatieve manieren. Bij kleine gemeenten is dat niet altijd mogelijk. De lector geeft een aantal tips mee: ‘’Het mooiste is als kleinere gemeenten de krachten kunnen bundelen om een preventieakkoord te sluiten. Ik zou dan ook zeker onderwijsinstellingen en bewonersgroepen betrekken bij een lokaal preventieakkoord. Ik raad aan om lokaal beleid op wijkniveau toe te spitsen. Wijken zijn verschillend en hebben andere startposities. Verder zou ik als kleine gemeente ook de initiatieven van burgers oppakken en zo kleine stapjes vooruitzetten.’’
Moeilijk bereikbare doelgroepen betrekken
Veel gemeenten stuiten er bij hun gezondheidsinterventies op dat juist de moeilijk bereikbare groepen niet vaak genoeg betrokken worden. De lector herkent dit fenomeen. Hoe kunnen gemeenten deze doelgroepen beter bereiken? Den Broeder: ‘’Het is belangrijk om aan te sluiten bij de prioriteiten van mensen. Ga vanuit daar verder kijken naar welke andere thema’s ook besproken kunnen worden. In Amsterdam Nieuw-West hebben inwoners bijvoorbeeld het signaal afgegeven dat zij veel schimmel in hun woning hebben. Ze maken zich zorgen over de gezondheidseffecten daarvan. Een gemeente kan daarop inspelen door het onderwerp schimmel en vocht op te pakken, en in het verlengde daarvan ook andere thema’s zoals roken te bespreken.’’
Lea den Broeder merkt ook op dat het belangrijk is om te investeren in samenwerking met de kwetsbare burgers die moeilijk te bereiken zijn. De lector: ’’ Er is vaak een grote kloof tussen gemeenten en kwetsbare groepen. Juist mensen die je wilt bereiken vanuit preventie hebben weinig vertrouwen in gemeenten. Het is daarom nodig om vanuit de wijk een netwerk op te bouwen, door inzet van bijvoorbeeld verbindingsofficieren. Als een buurtbewoner door een andere vertrouwde buurtbewoner wordt gevraagd om naar een bijeenkomst te gaan, dan is ze sneller bereid om te participeren, omdat het gezellig is. Een ander voorbeeld: in Amsterdam zijn buurtbewoners getraind tot gezondheidsambassadeurs. Zij krijgen les over gezondheid en leren denken vanuit positieve gezondheid en het ‘’gezond leven’’. Deze ambassadeurs zijn bewoners die bezorgd zijn over hun leefomgeving, en zij hebben heel verschillende achtergronden. Zo zijn er laaggeletterden, maar ook hoogopgeleiden bij. En iedere keer melden zich nieuwe mensen aan waardoor het project wordt gecontinueerd. Door burgers te betrekken en ze de mogelijkheid te geven om zich in te zetten voor hun omgeving, ontstaat er een positief effect op de gezondheid en leefbaarheid van de inwoners en buurt.’’
Tips bij het opstellen van een lokaal preventieakkoord
De lector Gezondheid en Omgeving benadrukt het belang van interdisciplinair werken. Ze geeft aan dat het belangrijk is om de fysieke leefomgeving en de sociale leefomgeving met elkaar te verbinden. Lea Den Broeder: ‘Het ligt voor de hand om bij gezondheidspreventie in eerste instantie naar de GGD te kijken. Probeer als gemeente ook andere partijen mee te nemen, zoals jongerenwerk, buurtwerk en andere professionals uit de sociaal-culturele hoek. Zij bezitten namelijk de expertise om kwetsbare bewoners te vinden en te verbinden. De gezondheidszorg is sterk gericht op evidence-based interventies. Maar de sociaal-culturele sector redeneert meer vanuit beleving van bewoners. Door interdisciplinair te werken leer je elkaars taal spreken en kan er meer bereikt worden.’’
Ten slotte geeft de lector als tip: ’’Vergeet de lokale middenstand niet. Als er heel veel gesproken wordt over ander eetgedrag en alcoholbeleid, zonder de mensen die dat verkopen te betrekken in de discussie, wordt het lastig. Neem daarom de middenstand ook mee bij de gesprekken over een lokaal preventieakkoord. Bekijk bijvoorbeeld samen hoe het assortiment gezonder gemaakt kan worden. Dat kan bijvoorbeeld met hulp van de afdeling voeding en diëtiek en productontwikkeling van een hogeschool. Zij kunnen helpen om gezonde alternatieven te ontwikkelen die ook voor ondernemers interessant zijn.’’