Interview met Miranda Verburg (Jantje Beton), Rutger de Graaf (IVN) en Lenie de Vries (wijkmanager bij de gemeente Zaanstad).

Een Gezonde Buurt draagt bij aan gezonde bewoners en een gezonde gemeenschap. Vanuit deze gedachte zetten IVN natuureducatie en Jantje Beton zich in om samen met gemeenten een gezonde buurt te realiseren. Zij streven ernaar om samen met kinderen, omwonenden, buurtinstanties en gemeenten een duurzame aanpak in te zetten voor een actieve buurtgemeenschap, een speelse- en een natuurlijke buurt. Spelen, natuur en ontmoeten zijn de centrale pijlers in dit project.

Dit project is een mooi voorbeeld van hoe gemeenten samen met bewoners zorgen voor een leefbare en gezonde omgeving. Een van de gemeenten die aan het project meedoen, is Zaanstad. Zaanstad heeft de wijk Saendelft uitgekozen als pilotwijk.

Het idee van Gezonde Buurten

Verburg en De Graaf leggen uit hoe het idee van gezonde buurten is ontstaan. Ze vertellen: ‘’Gezonde Buurten is ontstaan vanuit de eerdere ervaring rondom het project Gezonde Schoolpleinen. Mede op basis van deze kennis is het project Gezonde Buurten ontwikkeld. Gezonde Buurten is een echt doe-project. Het ontwerp en de realisatie doen buurtbewoners zelf, in samenwerking met de gemeente. Ze worden daarbij geholpen door de experts en procesbegeleiders van Jantje Beton en IVN natuureducatie. Kinderen hebben en speciale plek dit het proces, zij zijn onze hoofdontwerpers. Maar in een Gezonde Buurt wordt er meer gedaan dan alleen het opnieuw inrichten van de fysieke ruimte, er wordt ook gekeken naar hoe er blijvende activiteiten in en met de buurt kunnen worden georganiseerd.’

Bewonersparticipatie

De Graaf benadrukt dat meer natuur realiseren in een wijk doorgaans een van de makkelijkere opgaven is in het project. De lastige vragen zijn: Hoe betrek je de hele buurt? Hoe zorg je voor co-creatie? ‘Hoe krijg je kinderen en bewoners blijvend betrokken? Hoe zorgen we ervoor dat bewoners zelf activiteiten organiseren? Dat is een uitdaging die we binnen de buurten aangaan. Wat we zien is dat je de lokale professionals nodig hebt om binding te creëren. Zij zijn de dragende pijlers. De bewoners hebben vaak moeite het hoofd financieel boven water te houden of zijn juist drukke tweeverdieners. Het is lastig om mensen te motiveren. Door de sociale cohesie zijn ze sneller geneigd om betrokken te blijven bij de activiteiten. Buurten waar we successen boeken, zijn buurten waar bewoners verandering willen. We zetten daarom in op verbindende en speelse activiteiten zoals de buurtsafari. Kinderen verkennen hun buurt en geven aan welke plekken ze prettig vinden en welke niet. Zo kunnen kinderen zelf meebepalen wat we in de buurt kunnen veranderen. We betrekken bewoners met verschillende achtergronden. Kinderen nemen een speciale plek in dit project. Er wordt gewerkt vanuit de veronderstelling dat een buurt die ingericht is naar de behoefte van kinderen, leefbaarder is dan buurten waar kinderen geen inspraak hebben. Maar een Gezonde Buurt is er voor de hele buurt. Ook voor volwassenen en kwetsbare groepen zoals mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en ouderen. Zij worden actief betrokken bij het project. Soms heb je doelgroepen op wie je extra moet inzetten.’

Betrokken partijen

Bij het project worden verschillende soorten stakeholders betrokken om de initiatieven in werking te zetten. Verburg: ‘We werken met scholen, bestaande verenigingen, opbouwwerkers, gemeenten en andere professionals. We weten bijvoorbeeld van een wijkmanager dat deze zicht heeft op wat er in de wijk gebeurt. Zij helpen ervoor te zorgen dat iedereen betrokken raakt met het initiatief. Met die volwassenen en kinderen organiseren we een buurtsafari. We vragen dan: Laat ons de plekken zien waar je vaak komt, speelt en elkaar ontmoet. Wat kan hier beter, wat gaat hier goed?  Zo halen we dingen op.’

Saendelft een gezonde buurt

Wijkmanager Lenie de Vries van de gemeente Zaanstad vertelt hoe zij dit project heeft uitgewerkt in de wijk Saendelft. In de wijk Saendelft wonen veel gezinnen die vanuit Amsterdam zijn verhuisd. De wijkmanager geeft aan dat de inwoners best veel tijd nodig hebben om  goed te kunnen landen in de wijk. Hun netwerk zit in Amsterdam, voor vrijetijdsactiviteiten moeten ze of naar het centrum van Zaandam gaan of naar andere wijken.

De Vries ging op pad met de vraag: Hoe zorg je er als wijkmanager voor dat de sociale cohesie in de wijk ontstaat? Ze vertelt: ‘In de wijk hoorde ik veel bewoners over jongerenoverlast. Bewoners vertelden dat er weinig te  doen is in de wijk, geen café, geen bios. Ik heb bedacht om te onderzoeken wat er wel is. Ik ben door de wijk gaan fietsen. De wijk is zelf vrij steens met een karige inrichting. Ik zag dat er veel gras met groene bomen zijn en op sommige plekken is er veel water en groen. Eigenlijk een klein Venetië. Ik ben gaan bedenken hoe ik de wijk aantrekkelijker kon maken met wat wat er wel is. Er was ook ruimte om iets toe te voegen aan de wijk.’

De wijkmanager wilde graag samen met de bewoners aan de slag gaan om verbondenheid met de omgeving te creëren. Ze heeft geïnventariseerd welke subsidies er waren die ze kon aanvragen zonder dat het een project werd van de gemeente.  De subsidie voor gezonde buurten was een uitkomst. Gemeenten konden hun plannen aandragen om in aanmerking te komen voor deze subsidie. Het sprak de wijkmanager aan dat het vooral een bottum-up benadering is en het iets is voor en van bewoners.

De wijkmanager vertelt: ‘Ik heb bewoners aangesproken. Ik kwam twee mannen tegen en vroeg ze of ze hier leuk wonen. De mannen vertelden dat ze in Amsterdam een buurtcommissie hadden waar bewoners hun ideeën presenteerden en dan gingen ze kijken of het realiseerbaar was met de bewoners en de gemeente. Ik zei: Laten we een buurtcommissie starten. We stuurden alle wijkbewoners een uitnodiging voor de bewonersavond. Tijdens de eerste bewonersavond kwamen 100 bewoners. We hebben toen hun ideeën geïnventariseerd. Intussen had ik de subsidieaanvraag voor de gezonde buurten al de deur uitgedaan. In de tweede bijeenkomst wisten we dat het Rijk de subsidie aan ons toegewezen had. We konden nu onze ideeën realiseren. Het initiatief heb ik met name bij de bewoners gelaten. Natuurlijk moet je als gemeente kijken of het in onderhoud te doen is maar als gemeente hebben we wel gezegd dat bewonersparticipatie een voorwaarde is.’

Participatie scholen en kinderen

Een van de onderdelen van de gezonde buurten is natuureducatie op scholen. Er werd ook door de naastgelegen scholen een Tiny Forest gerealiseerd. Verburg geeft aan: ‘Voor de school is het makkelijk om aan te haken als het gaat om het planten van bomen. Kinderen leren over de natuur en (speel)natuur zorgt ook voor een uitdagende en avontuurlijke speelomgeving. Er hangen ook natuurprogramma’s hieraan vast. Hoe werkt de natuur en hoe pak je verantwoordelijkheid op je eigen leefgebied? Je leert als kind dat je invloed hebt op je eigen wijk. Kinderen zijn minder geneigd om het te vernielen want het is van jou. Je hebt geholpen met het planten. Ik denk dat je dat ziet in al die wijken. Zodra je zowel de jongeren als de volwassenen erbij betrekt dan zijn die plekken veel duurzamer. Maar dan moet je ze betrekken van het begin tot het einde. Als gemeente ben je hierdoor op termijn minder kosten kwijt aan onderhoud.’

Het begin van een gezondere buurt in Saendelft

Nadat de subsidie binnen was, konden de ideeën worden uitgewerkt. De Vries vertelt: ‘We zijn begonnen met de wijksafari met jongeren, kinderen en gezinnen in de wijk. Met rode en groene vlaggen konden de deelnemers aangeven wat ze vonden van de wijk. Vanuit die safari’s hebben we gekozen welke projecten we willen uitvoeren. We hebben het zoveel mogelijk bij de wijk gelaten. De safari heeft opgeleverd dat de bewoners socialer met elkaar omgaan en elkaar ontmoeten. We hebben een hondenspeelplek aangelegd en zij hebben een buurtbarbecue verzorgd op burendag. Die is goed bezocht door jong en oud ondanks het slechte weer. Het is gelukt om aan te sluiten bij de wens van de bewoners.’

Verburg voegt toe: “Het is goed dat je aansluit bij de wensen van de bewoners en kijkt naar wat haalbaar is. Deze schakeling is in Saendelft goed gemaakt. Bewoners willen graag meedenken en helpen realiseren maar je moet het behapbaar maken.’

Het project biedt kinderen perspectief

Voor het onderhouden van de Tiny Forest krijgen kinderen verschillende rollen. Kinderen ervaren op die manier waar hun talenten liggen en voelen zich betrokken en gewaardeerd. Een project als Tiny Forest zorgt ervoor dat de kinderen hun waarde inzien. Samenwerken, communiceren, onderhouden, verzorgen en onderzoeken zijn een aantal dingen die kinderen leren, het is een mooie lesvorm.

De rol van de gemeente

De gemeente heeft een initiërende rol volgens de wijkmanager. Ze geeft een voorbeeld: ‘Ik heb wilgtakken besteld via marktplaats. Ik heb ze in de buurt laten plaatsen. Twee uur later gingen de ouders samen met hun kinderen hutten bouwen met de takken. Dit heeft ervoor gezorgd dat ouders met elkaar in contact kwamen. Hierdoor willen we meer inzetten op natuurlijke ontmoetingsplekken. Dat we een centrale plek creëren om te ontmoeten maar dat anderzijds de activiteiten door de bewoners zelf worden opgepakt. Je hoeft niet allemaal opbouwwerkers in te zetten, je kunt bewoners zelf verantwoordelijkheid geven in de wijk.’

Succes Gezonde buurten

Saendelft is een van de deelnemers aan Gezonde Buurten waarbij het project goed aanslaat.  De wijkmanager: ‘Het succes in Saendelft is dat we mee zijn gegaan met de energie van de bewoners. We hebben niet de regie gegeven aan andere partijen. We kijken naar het grotere plaatje. Welke partijen kan je naast bewoners betrekken om voor een gezondere buurt te zorgen. De bewoners hebben een wens die past bij een grotere filosofie. We gaan praten over spelen en bewegen en vergroenen. De verbindende blik en kracht van bijvoorbeeld de sportverenigingen kan een grote bijdrage leveren aan cohesie en gezondheid van de inwoners. Sport en spel wordt dan als verbindende rol ingezet.

Wat we ook als succes zien is dat we hebben getracht om jongeren blijvend aan het project te binden. Dit doen we door het inzetten van het programma Young Leaders. We zijn bezig om twee docenten te certificeren. Young Leaders is een pedagogisch activeringsprogramma voor buurtjeugd. Doel is jongeren te stimuleren in hun ontwikkeling tot zelfbewuste personen die verantwoordelijkheid willen nemen in hun buurt. Jongeren die meedoen, bouwen nieuwe competenties op, leren op zichzelf en hun toekomst te reflecteren en worden geactiveerd om hun eigen kwaliteiten in te zetten als positief rolmodel voor andere buurtjeugd. Leerlingen van Trias vmbo hebben dit programma doorlopen. Deze training maakt nu deel uit van het programma binnen dit vmbo: zo blijft er continuïteit.’’

Tips aan gemeenten

Lenie de Vries geeft een aantal tips aan gemeenten:

  • Laat het initiatief vooral bij de bewoners. Laat ze verantwoordelijkheid pakken voor hun eigen leefomgeving door zich maatschappelijk in te zetten.
  • Benadruk de voorbeeldfunctie van volwassenen naar jongeren toe. Buurtparticipatie zorgt voor ontspanning en sociale cohesie.  
  • Werk als gemeente integraal.
  • Durf als gemeente dingen uit te proberen en te doen samen met bewoners en kinderen.
  • Sluit aan bij het ritme van de stad.
  • Zorg dat het bestendig en duurzaam is.

Demografische gegevens Saendelft

Soort wijk: Vinexwijk

Aantal inwoners: Er wonen 16.000 inwoners. 37,5% is jonger dan 35 jaar. Het merendeel van de inwoners is hoogopgeleid.

Hulpvraag: Er is nog weinig binding met de omgeving. Er zijn veel echtscheidingen en veel vraag naar GGZ.

Meer informatie