VNG Magazine nummer 3, 19 februari 2021

Auteur: Marten Muskee | Beeld: Jan Vonk

In het Betonakkoord zijn afspraken gemaakt over het verduurzamen van de betonsector. Jacqueline Cramer, oud-minister van VROM, is voorzitter van het akkoord. De hulp van gemeenten is nodig bij de uitvoering, zegt ze.
 

Jacqueline Cramer

Wat is het Betonakkoord?
‘Dat is een akkoord tussen marktpartijen, publieke en private opdrachtgevers en de overheid om in tien jaar tijd de betonsector geheel te verduurzamen. We streven per 2030 naar ten minste 49 procent CO2-reductie. Ook moeten alle betonresten uit sloop geheel worden hergebruikt of gerecycled. Verder willen we gebieden waar zand of grind wordt afgegraven, qua biodiversiteit beter achterlaten. Tot slot wordt circulair ontwerpen een leidend principe. Met name cementproductie heeft een hoge CO2-footprint. De cementindustrie is wereldwijd één van de topvervuilers. Het doel is om al het cement met een hoge CO2-voetafdruk te vervangen door duurzame bindmiddelen die steeds meer voorradig zijn. Een tweede vraagstuk is het bouwafval. Dat wordt nu grotendeels laagwaardig toegepast onder de wegen als wegverharding. Die prima materialen willen we in de bouw zelf terugbrengen.’

Waarom moeten gemeenten zich aansluiten bij dit initiatief?
‘Wij kunnen niet zonder de inzet van alle gemeenten. Zonder level playing field gaat het niet werken. Opdrachtgevers zijn de sleutel om dit proces tot een succes te maken. Die bepalen in hun aanbesteding wat er wordt ontwikkeld en gebouwd, de markt reageert daarop. Binnenkort zijn de aanbestedingsrichtlijnen en daarbij behorende bestekken voor CO2-arm en circulair beton gereed. Ze zijn gebruiksvriendelijk en sluiten goed aan bij bestaande methodieken. De aanpak biedt mogelijkheden om via gunningscriteria de markt nog verder uit te dagen dan de aanbestedingseisen in de bestekken. Een grote groep opdrachtgevers, waaronder de provincies en enkele grote gemeenten, heeft deze standaard voorbereid. Daarbij is nauw afgestemd met het netwerk BouwCirculair waarmee verschillende gemeenten al samenwerken.’  

Dus gemeenten kunnen bijdragen aan een substantiële verlaging van de milieudruk van beton?
‘Absoluut. Wij hebben de markt gevraagd een inventarisatie te maken van de CO2-reductiemogelijkheden. Met alles wat deels al op de plank ligt en wat binnen vijf jaar is ontwikkeld, kunnen we de uitstoot met zeker 50 procent verminderen. Om het circulair slopen goed te organiseren en tot optimale verduurzaming te komen, is het ook van belang dat gemeenten regionale hubs opzetten voor de tijdelijke opslag van de teruggewonnen reststromen, zand, grind en bindmiddelen. Via een digitale marktplaats kunnen die dan worden verhandeld.’