VNG Magazine nummer 3, 19 februari 2021

Tekst: Pieter van den Brand | Beeld: Shutterstock

Het kabinet wil de teugels aanhalen op grote opgaven als de energietransitie en de circulaire economie. Het vertrekpunt is het nieuwe Nationaal Milieubeleidskader (NMK). Bij gemeenten overheerst vooralsnog scepsis. ‘Hou nou eens op met telkens weer nieuw milieubeleid maken.’
 

Opslag bouwmaterialen

Het ontwerp van het milieubeleidskader werd afgelopen zomer gepubliceerd op internetconsultatie, maar leidt dus tot kritiek. Met de hoofdlijn van de milieubeleidsnota is op zich niks mis, zegt wethouder Jurgen van Houdt (ChristenUnie) in Enschede. ‘Het kader gaat in op milieuproblemen en geeft vergezichten hoe die op te lossen, al staan de ambities nogal abstract geformuleerd en kan ik er weinig vernieuwends in ontdekken.’

Nederland heeft een lange traditie van milieubeleidsnota’s. Eind jaren tachtig verscheen het eerste Nationaal Milieubeleidsplan (NMP). Dat NMP, dat zelfs in het Russisch en het Chinees werd vertaald, vormde de blauwdruk voor Europese beleidsplannen en stond bol van voorzienigheid. Het concept van de circulaire economie stond er al in en ook het klimaatbeleid werd geagendeerd. Met de NMP’s lukte het de overheid de milieubelasting sterk terug te dringen, maar hardnekkige knelpunten als de stikstofemissies en de mest- en ammoniakuitstoot bleven. Het vierde plan uit 2001 was het laatste NMP. De glans leek eraf. In de Wet milieubeheer staat nog altijd de verplichting voor bewindslieden op milieu om elke vier jaar een strategisch milieuplan op te stellen, maar daar had geen enkel kabinet meer een boodschap aan.

Schets
Met het Nationaal Milieubeleidskader (NMK) ligt er na lange tijd weer een schets van nationaal milieubeleid. De ontwerpnota is bedoeld als voorbode van een nieuw Nationaal Milieubeleidsprogramma (NMP) dat in 2022 verschijnt. Het NMK spreekt de urgentie van ambitieus milieubeleid uit. Met een opvallend accent: hernieuwde rijkssturing. De grote opgaven als de duurzame energievoorziening, de circulaire economie en de kringlooplandbouw vergen een lange adem. Een strakke regie vanuit het Rijk is nodig, zo stelt het nieuwe milieubeleidskader, om al deze opgaven een slinger te geven.
Dat laatste is een belangrijk kritiekpunt voor gemeenten. Van Houdt: ‘Je praat wel over beleid dat een grote impact heeft op gemeenten. Daar ligt immers een groot deel van de uitvoering en daar is in deze nota nog onvoldoende rekening mee gehouden. Waarom laat je gemeenten niet vanaf het vroegste begin meedenken? Maak gebruik van onze kennis en kunde, zou ik zeggen.’

 Je moet zo’n vraagstuk met z’n allen oppakken, maar dat gebeurt niet

In Borger-Odoorn mist wethouder Freek Buijtelaar (Gemeentebelangen) eveneens de nuttige inbreng van gemeenten. ‘Om de stikstofemissies aan te pakken, heeft het Rijk zichzelf nadrukkelijk in positie gebracht. Stikstofdepositie is inderdaad een groot probleem. Dan is het vreemd dat wij daar als gemeenten niet over gaan. Zo kunnen we geen invulling geven aan onze taak. Je moet zo’n vraagstuk met z’n allen oppakken, maar dat gebeurt niet. Ook laat je zo eventuele koppelkansen met andere thema’s liggen. De middelen om de stikstofproblematiek aan te pakken, worden te sectoraal ingezet. Het NMK verandert daar niets aan.’

Strakker
Het Rijk wil overduidelijk de regie naar zich toe trekken, proeft wethouder Pieter Neven (PCG) van Buren. ‘Terwijl gemeenten meer in netwerkverband zijn gaan werken en zich als partner opstellen om met hun stakeholders en andere overheden dingen voor elkaar te krijgen, maakt deze nota juist een tegengestelde beweging. Het Rijk wil er strenger en strakker op gaan zitten. Op een aantal gebieden is dat logisch, denk aan landelijke normen voor pfas. Maar dat is niet overal het geval, en je zult de samenleving op moeten zoeken. Neem kringlooplandbouw. Bij zo’n ingrijpende transitie heb je de boeren zelf hard nodig. Dus moet je draagvlak creëren. Dat doe je niet door de regie te nemen. Juist in de uitvoering moet je dingen loslaten. Dat mis ik in deze nota.’

Een van de kritiekpunten uit de internetconsultatie van het ontwerpkader is dat de nota weinig aandacht heeft voor steden en kernen. ‘Gemeenten komen er bekaaid vanaf’, zegt ook Neven. ‘We pakken juist steeds meer onze rol op de energietransitie, de circulaire economie en een belangrijk thema als klimaatadaptatie, wat nadrukkelijk op het bordje van gemeenten ligt. Ook zijn we allemaal druk met het maken van warmteplannen. Dat zit allemaal in de startfase en er moet nog veel gebeuren. Geef gemeenten de ruimte. We zijn van goede wil. Dan is het de vraag of zo’n NMK wel op het juiste moment komt. In elk geval is daar weinig waardering voor.’

Omgevingswet
Een sectorale rijksopdracht op milieugebied, stelt Van Houdt, doorkruist de uitgangspunten van de Omgevingswet, die veel verantwoordelijkheid bij gemeenten neerlegt om samen met inwoners en bedrijven van onderop ontwikkelingen vorm te geven. ‘Laat ons nou eerst op lokaal niveau in de geest van deze wet de integrale afwegingen maken, zonder sectorale directieven. In onze omgevingsvisie gaan we proberen de milieudoelen te integreren met de andere beleidsterreinen. Overigens hebben we in Enschede geen enkel probleem om de milieudoelen in de Omgevingswet te realiseren. We voldoen bijvoorbeeld al aan de normen voor lucht, bodem en geluid. We hebben nu geen behoefte aan nieuw beleid voor deze thema’s.’

In Rotterdam deelt wethouder Arno Bonte (GroenLinks) de kritiek dat het NMK nog te veel sectoraal is ingestoken en daarmee haaks staat op de integrale aanpak van de Omgevingswet. Een kritiekpunt dat ook de VNG in haar inbreng op het ontwerp-milieubeleidskader naar voren brengt (zie kader). Bonte: ‘Een van de hoofdsporen in onze omgevingsvisie is een “Gezonde Stad”. Die kun je alleen maar realiseren als je over beleidsvelden heen samenwerkt. Als wethouder milieu heb ik mijn collega’s van haven, mobiliteit en ruimtelijke ordening hard nodig om echt stappen te kunnen zetten. De afweging tussen deze belangen kunnen we bij uitstek lokaal maken.’

Het Rijk moet stimuleren dat milieu en klimaat prominent in de lessen terugkomen

Meedenken
Wethouder Peter Hoek (SGP) van Tholen constateert dat het NMK eveneens schuurt met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Daarin staan meewerken en -denken centraal. ‘Dat is een veel positievere insteek. Dat moet je niet aan komen zetten met sectoraal beleid. In Zeeland werken we aan een klimaatadaptatiestrategie. Zo’n strategie kun je niet realiseren zonder de integraliteit met andere beleidsdomeinen. We zien zoveel dwarsverbanden lopen met onder meer onze Regionale Energiestrategie. Water is ook een energiebron. Het is niet meer van deze tijd om te denken dat je de klimaatopgave alleen met het milieuspoor aan kunt vliegen.’

Onderwijs
Neven wijst erop dat de nota nog een belangrijk veld onbesproken laat: het onderwijs. ‘Daar staat precies één zin over in. Bewustwording bij kinderen is essentieel.’ De gemeente Buren faciliteerde onlangs een ‘klimaatdag’ van een basisschool. Uit de presentaties van schoolkinderen rolde maar één wens: wanneer komen de windmolens? ‘Waar volwassenen vaak nog twijfels hebben’, vertelt Neven, ‘blijken kinderen er toch heel anders in te staan. Het Rijk moet stimuleren dat milieu en klimaat prominent in de lessen terugkomen.’

Gemeenten zijn nu aan zet in de Omgevingswet, stelt Van Houdt. Zij hebben juist behoefte aan een steuntje in de rug. ‘De grote opgaven als de klimaatadaptatie en de energietransitie zijn ons bekend. Het probleem is niet dat er op die terreinen extra of scherpere normen moeten komen, maar dat er voldoende middelen moeten zijn om er daadwerkelijk mee aan de gang te gaan. Een rijksoverheid die het oplossen van deze opgaven serieus neemt, zorgt ook voor voldoende middelen voor het uitvoerend niveau. Leg ons dus niets op maar verleid ons en geef ons de mogelijkheden. En hou nou eens op met telkens weer nieuw beleid maken. Zorg dat je het bestaande beleid kans geeft om te werken door het te voorzien van adequate financiering. En dan helpt het weer als gemeenten zichzelf niet hoeven op te eten door de tekorten van tientallen miljoenen in het sociale domein.’

Op uitvoerbaarheid gaat het NMK niet in, constateert ook wethouder Buijtelaar in Borger-Odoorn: ‘Gemeenten zijn al met zoveel thema’s bezig. Wat komt hier straks weer extra bij kijken? Krijgen we daar het instrumentarium bij en hebben we daar de capaciteit en afdoende financiële middelen voor? We kunnen het wel over de doelen en de inhoud hebben, maar als dat soort randvoorwaarden niet zijn geregeld, zal het beleid zonder twijfel mislukken. Dan sterft het in goede bedoelingen.’

VNG: graag een impactanalyse

De VNG kan zich op hoofdlijnen vinden in de principes van het NMK, bleek afgelopen najaar. Wel zijn er zorgen, over de uitvoerbaarheid, de samenhang tussen de verschillende sectoren en de rol van gemeenten.
Reactie VNG op Nationaal Milieubeleidskader