VNG Magazine nummer 1, 20 januari 2023
Tekst: Leo Mudde | Beeld: Ermindo Armino
De vraag wanneer Nederland vol is, was jarenlang taboe in politiek correcte kringen. Dat moet veranderen, zegt burgemeester Monique de Boer van Roerdalen. Zij pleit voor een visie op de bevolkingsgroei.
Bijna een jaar geleden, in maart 2022, was burgemeester Monique de Boer van Roerdalen aanwezig bij een van de Lochemconferenties, een jaarlijks evenement van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Gastspreker was publicist en hoogleraar Paul Scheffer die daar de vraag opwierp wat de grens is van wat Nederland aan bevolking kan hebben. ‘Voer nou eens een nuchter debat over migratie, maak een visie over bevolkingsgroei en de betekenis daarvan voor de toekomst.’ Volgens Scheffer hebben we ‘geen idee’ hoeveel inwoners Nederland aankan.
Scheffer, die wel vaker stenen in vijvers gooide (bijvoorbeeld in 2000 met zijn essay Het multiculturele drama), wist natuurlijk dat hij daarmee een gevoelig thema aansneed. Wie vraagtekens zet bij de instroom van migranten, loopt het gevaar te worden weggezet in de meest rechtse hoek van het publieke debat. In de jaren ’90 van de vorige eeuw sprak fatsoenlijk Nederland schande van de uitspraak ‘Vol = Vol’ van Hans Janmaat, destijds voorman van de Centrumdemocraten. Op die leuze werd later gevarieerd door populistische politici als Pim Fortuyn en Geert Wilders.
Taboesfeer
De Boer kent de geschiedenis ook. Het weerhield haar er niet van om de handschoen die Scheffers in het burgemeesterspubliek had geworpen, op te pakken. In oktober gaf ze een interview aan de Limburgse regionale omroep L1. Ze stelde daar de vraag: ‘Wanneer is Nederland vol? Die discussie moeten we aangaan.’ De Boer gaf daarmee onbedoeld een voorschot op een serie artikelen die NRC kort daarna zou gaan publiceren onder de titel ‘Scheefbevolkt’, over de gevolgen van de almaar groeiende bevolking.
Ongeveer tegelijkertijd met het L1-interview schreef Financial Times-columnist Simon Kuper dat Nederland het eerste land kan zijn dat tegen de grenzen van de groei aanloopt. Hij citeerde toenmalig koningin Juliana die in 1979 al zei: ‘Ons land is vol, ten dele overvol’. Dat was in het jaar waarin Nederland de 14 miljoen inwoners aantikte. Inmiddels zijn dat er 17,8 miljoen. Ook in Kupers column klinkt de echo van Janmaat door: ‘Uiteindelijk moet het land misschien de arbeidsmigratie beperken om de omvang van de bevolking te stabiliseren.’
Het debat is, kortom, uit de taboesfeer gehaald en losgeweekt van politiek rechts. De vraag wanneer Nederland vol is, is salonfähig geworden.
Kerkdorpen
Roerdalen is niet de eerste gemeente waaraan je denkt als het gaat over een overbevolkt of op z’n minst druk deel van het land. De kerkdorpen die samen Roerdalen vormen, hebben mooie namen als Herkenbosch, Melick, Posterholt. Ze suggereren rust en ruimte. Een groot deel van de gemeente is Natura 2000-gebied. Maar vergis je niet, zegt De Boer, ook in Roerdalen speelt de discussie. ‘Wij hebben geen grote leegstaande gebouwen zoals rijksgebouwen, kazernes of kloosters waar we mensen kunnen opvangen. Die grote, gewichtige gebouwen stonden van oudsher in de steden. Wij hebben zes kleine dorpjes. Jarenlang kregen we te horen dat we moesten anticiperen op krimp, dus ging de woningbouw op slot. Dat zijn we nu aan het inhalen en vervolgens lopen we tegen de stikstofproblematiek aan, waardoor de reguliere woningbouw is vertraagd. Voor vluchtelingen willen we boven op de reguliere woningbouw extra flexwoningen plaatsen.’
Roerdalen heeft berekend dat de dorpen veertig nieuwe inwoners per kern aankunnen, verdeeld over drie groepen: Oekraïense vluchtelingen, statushouders en jongeren. Met die groei is volgens De Boer een menswaardig bestaan nog gegarandeerd, dus niet zoiets als crisisnoodopvang in tentenkampen. ‘Met die ambitie zijn we een jaar geleden enthousiast aan de slag gegaan, maar wat toen heel logisch en verstandig leek, lijkt nu een utopie. Nieuwe stromen asielzoekers staan in de rij voor opvang. Het gevoel van “samen zetten we hier de schouders onder” ebt langzaam weg. Het is dweilen met de kraan open en ik zie geen licht aan het einde van de tunnel.’
Het gevoel van 'samen zetten we hier de schouders onder' ebt langzaam weg
Niet polariseren
De Boer wilde met haar interview bij L1 niet bijdragen aan de polarisatie. Roerdalen, zegt ze, is een gastvrije gemeente, met een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie voor zeventig Oekraïense vluchtelingen. Ook voldoet het aan de huisvestingsopgave voor statushouders. Toch loopt de gemeente daar ook tegen grenzen aan. ‘We hebben hier bijvoorbeeld één statushouder met zes nareizende gezinsleden. Wij hebben nauwelijks sociale woningen die geschikt zijn voor zeven mensen, dus die zijn nog niet geplaatst. Als ik dan ook hoor dat er honderd tot honderdvijftig minderjarige asielzoekers per week naar Nederland komen, dan denk ik: met de ene hand bestrijden we mensenhandel, en met de andere faciliteren we mensenhandelaars. Dat stuit mij wel tegen de borst.’
Al die nieuwe Roerdalenaren drukken op de plaatselijke gezondheidszorg en het onderwijs. ‘De huisarts dreigt toch al een vergaarbak te worden van complexe zorgvragers die vanwege de lange wachtlijsten niet kunnen worden doorverwezen. En op onze basisscholen moeten complete klassen nu soms al een of meerdere dagen thuisblijven omdat er onvoldoende personeel is.’
Overbelast
De ‘Wanneer is Nederland vol-discussie’ strekt zich volgens De Boer ook uit tot het zorgstelsel. ‘Overal is sprake van personeelstekort. We zien bovendien dat de coronapandemie een enorm na-ijleffect kent. Steeds meer mensen kampen met sociaal-psychische problematiek, niet in de laatste plaats onze jongeren. Deze generatie van de toekomst heeft, naar men zegt, als gevolg van de coronapandemie een leerachterstand opgelopen. Dit na-ijleffect van corona en de actuele stress rondom armoede maken dat we juist nú extra zouden moeten investeren in zorg. Dit loopt echter spaak wanneer ons zorgstelsel voor nóg meer inwoners van ons land aan de lat komt te staan.’
En dan heeft ze het niet alleen over de aantallen inwoners, maar ook over hun fysieke en mentale gesteldheid. ‘Ik kan me voorstellen dat de psychische hulp die nodig is voor volwassenen en kinderen uit een oorlogsgebied ongekend groot is. Maar dat niet alleen. Onder de migranten bevinden zich ook ouderen. Die gaan op enig moment een beroep doen op onze Wmo- en zorgvoorzieningen. Dit geeft hoe dan ook structureel extra druk op ons zorgstelsel.’
Ze heeft er geen onderzoek naar gedaan, maar De Boer proeft wel een angst voor cultuur- en identiteitsverlies onder haar inwoners. ‘In Limburg hebben we een groot cultureel erfgoed dat jong en oud verbindt. Van oudsher het katholicisme en in het verlengde daarvan de traditie van vastelaovend, het carnaval, en een geweldige schutterijtraditie. In een vergrijzende gemeente is er zorg of dit allemaal in stand kan worden gehouden. Als de pastoor een weekmis organiseert in het plaatselijke verzorgingshuis, wordt die bezocht door veertig kerkgangers. Dat zijn meer mensen dan er gemiddeld in de kerk zitten. Wat als die groep wegvalt?’
Dan hoor ik de mensen zeggen: 'En wij dan?'
Die angst voor wegvallende autochtone bevolking en tradities verenigt plattelanders boven op een voedingsbodem van onmacht nu de ene crisis volgt op de andere, zegt De Boer. ‘Je zult maar jaren op de wachtlijst voor een woning staan, je zorgpremie niet kunnen betalen, worstelen met de energierekening en dan hoor je dat vluchtelingen “gratis huizen”, “gratis leefgeld”, “gratis zorg” krijgen. Dan hoor ik de mensen zeggen: en wij dan? Hoe meer dit wordt goedgepraat of genegeerd, hoe groter de weerstand wordt. Daarom is een visie op bevolkingsgroei belangrijk. Het rijk zou hierover de discussie moeten starten.’
Werkdruk
En dan heeft ze het nog niet eens gehad over de werkdruk in een kleine gemeente als Roerdalen. ‘Terwijl er een hoogconjunctuur kwam en veel inwoners op de afhandeling van hun bestemmingsplanwijziging wachten, moesten we van diezelfde afdeling iemand fulltime vrijmaken voor de vluchtelingenopvang. Dat knelt aan alle kanten.’
Af en toe vraagt De Boer zich weleens af of het naar Nederland halen van arbeidsmigranten eigenlijk geen symptoombestrijding is. ‘De komende vijftig jaar worden we in Nederland gemiddeld een stuk ouder en groeit de bevolking flink. Meer consumptie, meer uitputting van de landbouwgrond, meer auto’s, meer vliegreizen. Waarom doen we dit? Willen we dit?’
Het lijkt erop dat de oproep van Paul Scheffer is gehoord, zegt De Boer. ‘Het gaat allang niet meer over discriminatie of vreemdelingenhaat. Dat is de reden waarom de discussie nu ook breder gevoerd mag worden. Het taboe is eraf.’
2040
In een reeks artikelen blikt VNG Magazine dit jaar vooruit naar Nederland en gemeenten in 2040, naar aanleiding van het initiatief van de VNG en De Argumentenfabriek om te werken aan een nieuw verhaal voor Nederland (toekomstnederland2040.nl). Dit is deel 1.