VNG Magazine nummer 1, 20 januari 2023

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

Het gezag van de gemeenteraad staat onder druk. Raadsleden zijn zelf aan zet om daar wat aan te doen, zegt voorzitter Hanneke Willemstein van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden: ‘De raad is op zijn sterkst als de leden complementair zijn.’

Hanneke Willemstein

In haar derde termijn als raadslid in Alphen-Chaam start Hanneke Willemstein als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR), de eerste voorzitter die afkomstig is van een lokale partij. Willemstein heeft naar eigen zeggen een ‘enorme passie’ voor het ‘gewone’ raadslid’. ‘Iedereen moet raadslid kunnen zijn’, zegt ze. ‘Maar als je om je heen kijkt, is dat niet zo. We gaan steeds meer op elkaar lijken. Er zijn nog te veel raden waar het gemiddelde raadslid een meneer is van een bepaalde leeftijd en met een bepaalde haarkleur. Gelukkig gaat het langzaam beter.’
Vorige maand stelde de NVvR de speerpunten vast voor de komende vijf jaar. Een sterke raad doet ertoe, zegt de vereniging. Het gezag van de raad is daarom het thema van de Dag voor de Raad in maart. Formeel is de gemeenteraad het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Maar uit recent onderzoek van de NVvR bleek dat slechts de helft van de raadsleden vindt dat dat meestal of bijna altijd goed gaat. In de andere gevallen bepaalt het college vaak de koers van de gemeente.

‘Dat laten we als raad zelf gebeuren,’ zegt Willemstein. ‘Als het de raad lukt om als eenheid op te treden, dan ben je wel degelijk de baas en kun je de gevoelens die in de samenleving leven vertalen naar het gemeentelijk beleid.’

Dat begint bij representatie. In de ideale situatie is de gemeenteraad een getrouwe afspiegeling van de lokale samenleving, zowel qua kennis en ervaring als qua achtergrond. Maar in de praktijk voelen groepen inwoners zich niet vertegenwoordigd, ziet Willemstein. ‘Het is aan de raad om ervoor te zorgen dat alle inwoners zich wel vertegenwoordigd voelen. Dat kan als partijen ervoor zorgen dat er meer jongeren, vrouwen en raadsleden met een migrantenachtergrond in de raad komen. Maar de kern is: we moeten er als raad voor zorgen dat iedereen het gevoel heeft dat ze serieus genomen worden en voluit kunnen meedoen. De raad is op zijn sterkst als de leden complementair zijn. We hoeven niet allemaal expert sociaal domein te zijn, of alles te weten van financiën. Ongeacht van welke partij je bent: je hebt het beste voor met je gemeente.’ 

We hoeven niet allemaal expert sociaal domein te zijn

U bent de eerste NVvR-voorzitter afkomstig van een lokale partij. Heeft u het glazen plafond doorbroken?
‘Dat is misschien iets te veel eer, haha. Maar het is wel belangrijk. De lokale partijen zijn bij de afgelopen verkiezingen samen weer de grootste geworden, en nog wat groter geworden. We willen als vereniging een afspiegeling zijn van alle raadsleden, en ook de lokale partijen serieus nemen. Nou, je kunt ze niet serieuzer nemen dan op deze manier. Er wordt vanuit landelijke partijen nog steeds vaak naar lokale partijen gekeken als one-issuepartijen, of als partijen die alleen maar overal tegen zijn. Dat is bijna nergens meer zo.’

In december ging de Wet op de politieke partijen in consultatie. Die bevat een subsidieregeling voor lokale partijen, van in beginsel 250 euro per jaar per zetel. Goed nieuws?
‘Het is een interessant voorstel, maar zeker nog geen reden om te juichen. Het voorstel lijkt aantrekkelijk, want elk raadslid krijgt 250 euro. Het is echter geen structureel geld, het voorstel geldt voor drie jaar. Maar dat is niet het belangrijkste punt. Er moet een gelijkwaardig speelveld komen voor raadsleden van lokale en van landelijke partijen. Dat gebeurt niet met dit voorstel. Ook raadsleden van landelijke partijen krijgen deze subsidie. Voor hen komt er dus een tweede subsidie bij. Daarmee is het verschil tussen lokale en landelijke partijen niet weggewerkt.’

De NVvR wil het gezag van de raad verbeteren. De Raad voor het Openbaar Bestuur bracht onlangs een rapport uit over hoe de overheid het gezag kan herwinnen, dat ook door de NVvR werd omarmd. Drie factoren zijn daarvoor van belang: bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid. Zijn die op orde bij gemeenteraden?
‘Als raadslid ben je nooit klaar met leren, alles verandert constant. Aan alle drie factoren moet steeds worden gewerkt. Bekwaamheid lijkt in eerste instantie vooral relevant voor onze dagelijks bestuurders: de burgemeester en wethouders. Het raadslidmaatschap is immers lekenbestuur, dat moet ook zo blijven. Maar je maakt het raadsleden onnodig ingewikkeld door niet in te zetten op bekwaamheid. We zien gelukkig dat na de verkiezingen steeds meer inwerkprogramma’s zijn gedaan, dat zou nog veel breder georganiseerd kunnen worden zodat iedereen een bepaald basisniveau heeft, zowel inhoudelijk als qua praktische vaardigheden. Dat komt ook de betrouwbaarheid van de raad ten goede.
‘Daar ligt een belangrijke rol voor de griffies. Voor de lokale partijen is er nu ook het Kennispunt Lokale Politieke Partijen, dat het goed doet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft een competentiescan. Een raadslid krijgt hiermee inzicht in eigen sterktes en zwaktes en een advies over welke scholing daarbij past.’

Als raadslid ben je nooit klaar met leren, alles verandert constant

Tegelijk stelt de NVvR dat eigenlijk alle griffies onderbemenst zijn. Is dat zorgelijk?
‘Ja, en dat ligt aan onszelf. Raden moeten daar echt andere keuzes in maken. We zijn het hoogste bestuursorgaan, maar bezuinigen vaak eerst op onszelf. De raad is werkgever van de griffie. Als we onszelf serieus nemen, zorgen we dat we goed ondersteund worden door een goed toegeruste griffie, zonder uiteraard geld over de balk te gooien.’

Wordt het raadswerk met al die grote dossiers niet te ingewikkeld voor lekenbestuur?
‘Nee, dat geloof ik niet. Uiteindelijk heb je als raadslid niet meer nodig dan je mening. Je hebt geen opleidingsniveau nodig. Je moet wel in staat zijn om je mening bij te stellen als er nieuwe informatie is, of als inwoners iets anders willen. Gemeenteraadsleden hoeven ook niet alles precies te weten. Ze zijn geen ambtenaar. Ze moeten vooral duidelijk maken wat zij belangrijk vinden. Het is aan het college en ambtenaren om dat vervolgens zo goed mogelijk uit te voeren.’

Er wordt overal geëxperimenteerd met modellen om de inwoners meer bij de besluitvorming te betrekken. Hoe zit het met de betrokkenheid?
‘Die proeven zijn er niet voor niets. We hebben kennelijk het ei van Columbus nog niet gevonden. Uiteindelijk gaat het erom dat je wat doet met de uitkomsten. Je kunt honderd referenda organiseren, maar als je als gemeentebestuur uiteindelijk alsnog je eigen plan trekt, maak je de afstand tot de inwoners alleen maar groter. Leg uit wat je aan het doen bent. De meeste mensen begrijpen echt wel dat het niet altijd is zoals zij zouden willen, en ze zijn best wel bereid om naar je te luisteren. Maar je moet wel duidelijk maken wat de het doel is van een bewonersbijeenkomst of een vragenlijst.’

Het gebrek aan vertrouwen leidt ook tot intimidatie en bedreigingen. Het aantal raadsleden dat melding heeft gedaan van bedreiging is de afgelopen jaren verdrievoudigd. 
‘Daar maak ik me zorgen over. Het is daarom belangrijk dat raadsleden onderling het gesprek hierover voeren. Als Nederlandse Vereniging voor Raadsleden helpen we daarbij. We zitten samen met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Wethoudersvereniging in het Ondersteuningsteam Netwerk Weerbaar Bestuur. Dat biedt ondersteuning. We gaan op tour om raadsleden te helpen met het voeren van dit soort gesprekken. Je moet als raadslid onbedreigd het woord kunnen voeren.’

Wie is...

Hanneke Willemstein is sinds juni 2022 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. In 2014 werd ze lid van de gemeenteraad van Alphen-Chaam. Ze is lid van de lokale partij GBSV Chaam.