Het TAM-IMRO omgevingsplan is, zoals het woord al zegt, een tijdelijke alternatieve maatregel. Het is onvermijdelijk dat het gebruik van TAM-IMRO een aantal consequenties heeft die afwijken van het beoogde spoor voor het omgevingsplan, namelijk het vastleggen en onderhouden van het omgevingsplan conform STOP. We zetten ze hier op een rij, waarbij we telkens duiden wat de consequentie is en welke nuanceringen relevant zijn. Ook vindt u enkele tips om het effect te beperken.
De impact van TAM-IMRO op de dienstverlening en de bedrijfsvoering kan meewegen in uw keuze om deze TAM wel of niet in te zetten als onderdeel van uw transitiestrategie (zie ook de Keuzehulp instrumentarium wijzigen omgevingsplan). Kiest u voor het gebruik van TAM-IMRO, verwerk deze keuze dan ook zorgvuldig in uw transitieplan. Besteed daarbij ook aandacht aan de maatregelen die u wilt nemen om het effect op dienstverlening en bedrijfsvoering te beperken.
Het werken met TAM-IMRO maakt dat in de eerste periode na inwerkingtreding een tijdelijke alternatieve systematiek wordt toegevoegd aan de opbouw van het Omgevingsplan. Het overgangsrecht betekende al dat sprake was van een deel in STOP en een deel in IMRO. Daar komt nu een nieuwe vorm bij: een plan in de ‘oude’ technische structuur dat valt onder het nieuwe deel van het omgevingsplan. Daarbij is ook relevant dat een TAM-IMRO omgevingsplan niet (zoals bij een Wro-plan het geval is) geheel zelfstandig kan worden gelezen. Dit is een gevolg van de systematiek van wijzigingsbesluiten. De gebruiker moet dus meerdere regelteksten in samenhang lezen om het geheel aan omgevingsplanregels te doorgronden.
Het TAM-IMRO besluit is (vanwege de andere techniek) in het Omgevingsloket op een gekozen locatie zichtbaar als een afzonderlijk plan, naast het integrale omgevingsplan. Op Lokaleregelgeving.overheid.nl is het niet als onderdeel van de geconsolideerde regeling te raadplegen. In zijn geheel is een TAM-IMRO plan niet op Lokaleregelgeving.overheid.nl te zien (vergelijkbaar met de oude bestemmingsplannen die dat ook niet zijn). Tenslotte is relevant dat in geval van een STOP-besluit het elektronisch gemeenteblad de integrale besluittekst presenteert, terwijl bij een TAM-IMRO besluit enkel een verwijzing wordt opgenomen om het besluit op een andere plek te raadplegen, namelijk op Ruimtelijkeplannen.nl.
Voorgaande punten verminderen in de tijdelijke situatie de overzichtelijkheid in het Omgevingsloket en op Lokaleregelgeving.overheid.nl. Dit geldt niet alleen voor de (externe) initiatiefnemers en belanghebbenden, maar ook voor de (gemeentelijke) plantoetsers, vergunningverleners en toezichthouders.
Enige nuanceringen kunnen daarbij wel worden gegeven:
- Wie in het Omgevingsloket op een locatie klikt, zal naar verwachting niet meer dan één of twee TAM-IMRO plannen vinden.
- Plannen die met TAM-IMRO worden opgesteld om initiatieven mogelijk te maken, kunnen in de regel vrij goed zelfstandig gelezen worden.
- Ook in de oude situatie moest de gebruiker mogelijk meerdere plannen en informatiebronnen binnen het Omgevingsloket raadplegen voor een compleet beeld. Datzelfde geldt voor de transitiefase (zonder TAM-IMRO).
De VNG ontwikkelt een handreiking om gebruikers te helpen met het raadplegen van het omgevingsplan.
Tips
1. Neem de preambule op
Door het opnemen van de preambule (zie kernvereiste 1) kunt u de lezer van het TAM-IMRO plan wijzen op de samenhang tussen de onderdelen van het omgevingsplan.
2. Vermeld in de kennisgeving dat het om een TAM-IMRO omgevingsplan gaat
Neem in de kennisgeving van het ontwerpbesluit een toelichting op dat het om een TAM-IMRO omgevingsplan gaat. Dit betekent dat er verwijzingen zullen zijn naar onderdelen van het integrale omgevingsplan en dat het plan in samenhang daarmee gelezen moet worden.
Annoteren van regels uit een TAM-IMRO plan is niet mogelijk. Daardoor kunnen geen nieuwe (aanvraag)formulieren en vergunningchecks gekoppeld worden aan een TAM-IMRO plan. Dit is een ‘hard’ gegeven.
Wat betreft (aanvraag)formulieren constateren we dat de formulieren die beschikbaar zijn in het DSO-LV naar verwachting bruikbaar zijn bij een TAM-IMRO plan. In een TAM-IMRO plan zullen namelijk meestal geen nieuwe activiteiten of nieuwe typen meldings- of vergunningplichten worden geïntroduceerd. Mocht dit anders zijn, dan kan dit wel gevolgen hebben voor de bruikbaarheid van de formulieren.
Wat betreft de Vergunningcheck in het Omgevingsloket betekent het niet kunnen annoteren dat geen nieuwe vergunningchecks kunnen worden ontwikkeld bij een TAM-IMRO plan. Dit is feitelijk vergelijkbaar met de gang van zaken bij bestemmingsplannen, die evenmin zijn gekoppeld aan vergunningchecks en waarbij volstaan wordt met de vergunningchecks uit de bruidsschat.
Tips
1. Verwijs de lezer naar de juiste (aanvraag)formulieren
In de toelichting van het TAM-IMRO plan kunt u de raadplegers van het plan verwijzen naar de juiste formulieren in het Omgevingsloket.
2. Verbeter bestaande vergunningchecks
U kunt geen nieuwe vergunningchecks maken, maar u kunt wel de checks die zijn aangeleverd bij de bruidsschat verbeteren (binnen de kaders van de juridische regels).
3. Benut bestaande haakjes in de bruidsschat
Eventueel kunt u ook nieuwe vergunningchecks maken indien de bruidsschat de daarvoor bruikbare, bestaande ‘haakjes’ biedt. NB: Deze vergunningchecks gelden dan gebiedsbreed en kunnen dus geen rekening houden met de ‘werkingsgebieden’ van de regels in het TAM-IMRO plan.
Het kunnen werken met TAM-IMRO betekent dat de organisatie het werken met deze TAM moet beheersen. Ook moeten de randvoorwaarden voor het gebruik zijn ingevuld, bijvoorbeeld IMRO-software beschikbaar hebben. Dit komt naast het leren werken met de nieuwe STOP-standaard en het invullen van de randvoorwaarden voor het kunnen aanleveren aan de LVBB en naast het ‘openhouden van de winkel’. Deze aanvullende implementatie-activiteiten werken door op de veelal beperkte capaciteit bij gemeenten en belasten de organisatie extra.
Als de gemeente gebruikmaakt van de inzet van stedenbouwkundig adviesbureaus, dan zal zij zelf geen diepgaande kennis van TAM-IMRO hoeven op te bouwen. Wel zal de gemeente voldoende kennis moeten hebben om als goed opdrachtgever te kunnen acteren.
Tips
1. Maak een strategische keuze over de wijze van invullen van uw TAM-IMRO plannen
Bij de inzet van TAM-IMRO kunt u, binnen de grenzen van de Omgevingswet, tot een invulling komen die qua opzet dicht bij de huidige bestemmingsplannen blijft. Hierdoor worden de baten snel geïncasseerd en lasten in de tijd vooruitgeschoven. Het converteren naar het integrale omgevingsplan vergt met deze aanpak immers meer werk.
Daarnaast is een invulling mogelijk waar zowel de lasten als de baten naar voren gehaald worden. Als TAM-IMRO plannen meer in de geest en structuur van het integrale omgevingsplan worden opgesteld, kunnen ze in een later stadium makkelijker in STOP worden verwerkt. De stap naar het integreren in het integrale omgevingsplan is dan kleiner en eenvoudiger.
2. Hanteer een format voor uw TAM-IMRO omgevingsplannen
Het is aan te bevelen om een format TAM-IMRO omgevingsplan te hebben, zodat de verschillende TAM-IMRO omgevingsplannen qua structuur en formuleringen op elkaar afgestemd zijn. Dit vereenvoudigt op termijn de verwerking van de TAM-IMRO plannen in het integrale omgevingsplan.
Afgezien van het initiële maakproces moeten gemeenten na verloop van tijd de besluiten die zijn genomen in een TAM-IMRO omgevingsplan omzetten in een STOP-formaat. Het ligt voor de hand dat de gemeente dit combineert met het integreren van de inhoud van deze besluiten in de beoogde (eind)structuur van het omgevingsplan
Het ministerie van BZK heeft de intentie uitgesproken om in de wet- en regelgeving vast te leggen dat regels in het STOP omgevingsplan die inhoudelijk gelijk zijn aan het TAM-IMRO plan niet opnieuw appellabel worden bij het overbrengen. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder dit mogelijk is worden momenteel uitgewerkt. Lees meer over de mogelijkheid tot rechtsgevolgen
Tips
1. Kies een goed moment voor het verwerken TAM-IMRO plannen
Het ‘opruimen’ van de IMRO plannen hoeft niet op korte termijn. U kunt ervoor kiezen om hiermee te wachten tot een logisch moment en om werkzaamheden te combineren. Dat kan een moment zijn waarbij u het verwerken in kunt passen in andere planwijzigingen. Bijvoorbeeld tegelijk met het verwerken van (bepaalde) bestemmingsplannen die onderdeel uitmaken van het omgevingsplan van rechtswege.
2. Maak een strategische keuze over de wijze van invullen van uw TAM-IMRO plannen
De exacte omvang en impact van deze transitieslag zal afhangen van de hoeveelheid TAM-IMRO plannen die de gemeente produceert. Het zal ook afhangen van de wijze waarop de gemeente de inhoud van het TAM-IMRO besluit vormgeeft. De gemeente heeft bij het maken van TAM-IMRO plannen een strategische keuze te maken, waarvan de consequenties doorwerken richting het moment waarop de plannen in lijn worden gebracht met het integrale omgevingsplan, conform STOP. Zie ook de tips onder de kop Belasting van de organisatie bij implementatie van TAM-IMRO.
De consequenties op het gebied van dienstverlening en belasting van de organisatie betekenen dat TAM-IMRO ook financiële consequenties zal hebben voor gemeenten. De extra benodigde inspanning kost immers geld. Ook is het aannemelijk dat langer licenties voor IMRO-software nodig zijn. Dit brengt aanvullende kosten met zich mee (ervan uitgaande dat dit geen onderdeel uitmaakt van de contracten met Omgevingswet-planleveranciers).
Over de omvang van deze kosten kunnen moeilijk generieke uitspraken worden gedaan. Deze zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie (omvang van de gemeente) en keuzen, waaronder de mate waarin TAM-IMRO wordt ingezet.
Wat betreft de kosten voor licenties geldt dat gemeenten om lopende Wro-procedures af te ronden (inclusief beroepsprocedures) sowieso nog enige tijd dienen te beschikken over IMRO-software (direct dan wel via een bureau). Wat dit aangaat verwachten we dat de meerkosten op dit punt in de periode direct na inwerkingtreding beperkt zijn. Dit wordt anders als de ‘oude’ Wro-procedures zijn afgerond (formeel onherroepelijk) en er daarom geen reden meer is om de IMRO-software aan te houden.