VNG Magazine nummer 13, 11 september 2020

Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Ruben Schipper

Het aantal incidenten in asielzoekerscentra stijgt. Het kabinet scherpt daarom de maatregelen aan. Harderwijk loopt met een harde aanpak voor de troepen uit. 
 

AZC Harderwijk

De nieuw opgetrokken groene barakken op het voormalige kazerneterrein Kranenburg-Noord in Harderwijk strekken zich uit zover het oog reikt. Op deze zonnige dag doen de gebouwen op het eerste gezicht denken aan een klassiek motel in het midwesten van Amerika, met twee lagen waarvan de bovenste met een balustrade. Op het asielzoekerscentrum, dat hier sinds oktober 2016 is gevestigd, wonen achthonderd vreemdelingen in zeer sobere units met een beperkte mate van vrijheid. Per wooneenheid is er plek voor acht personen. Die delen samen een woonkamer met keukenblokje van 1,20 meter breed, waar verder net een tafel met acht stoelen in past. In de praktijk betekent dit dat er bij een volledige bezetting van het azc vaak twee gezinnen bij elkaar wonen in een ruimte die niet meer beslaat dan zo’n 35 vierkante meter. Daar wachten ze, op zoek naar de veiligheid die ze onderweg in hun leven zijn kwijtgeraakt, tot ze weten of ze in Nederland mogen blijven. 

Steekincidenten
Waar zoveel mensen dicht op elkaar leven, ontstaan snel spanningen. De afgelopen periode werd de bewegingsvrijheid van de bewoners in het azc daarbij nog eens extra ingeperkt door de coronamaatregelen. Of toegenomen spanningen mede ten grondslag liggen aan twee recente steekincidenten op het azc in Harderwijk in juni, wordt nog onderzocht. Ook in juni 2019 en mei 2018 vonden hier steekpartijen met gewonden tot gevolg plaats. Hoewel zeer ernstig, ziet burgemeester Harm-Jan van Schaik van Harderwijk deze misdrijven toch als incidenten, die net zo goed buiten de asielzoekerscentra voorkomen. Zijn grootste zorg – en die van het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) en andere ketenpartners als Openbaar Ministerie (OM) en politie – ligt vooral bij de forse stijging van kleine criminaliteit in en rond azc’s. Een landelijke trend, die zich in Harderwijk vooral manifesteert in winkeldiefstal.
Het aantal geregistreerde incidenten op COA-locaties in Nederland is in 2019 met 30 procent gestegen ten opzichte van 2018, naar in totaal 17.487. Dat blijkt uit het Incidentenoverzicht 2019 van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid.

Deze stijging deed zich het sterkst voor bij het overtreden van de huisregels en bij verbale agressie en geweld. In lijn met de stijging van de incidenten laten politiecijfers zien dat er in 2019 27 procent meer misdrijven zijn geregistreerd dan in 2018. Het gaat hierbij om 4.999 registraties van misdrijven, waarbij een vreemdeling woonachtig op een COA-locatie in de rol van verdachte voorkwam. Het aantal registraties van diefstallen zonder geweld steeg aanzienlijk. En 59 procent van de vreemdelingen die door de politie van een misdrijf werd verdacht, is afkomstig uit een veilig land. 
Het terugdringen van de overlast en criminaliteit onder asielzoekers is absolute prioriteit van Broekers. Harderwijk heeft, net als Boxmeer en Grave, intussen al meer grip op de overlast en de criminaliteit door asielzoekers, schrijft de staatssecretaris. ‘Een belangrijke succesfactor hierbij is de intensieve en effectieve lokale samenwerking tussen de gemeente en partijen uit de migratie- en strafrechtketen.’

Aanpak Harderwijk
Burgemeester Van Schaik en locatiemanager Thami Zabda van het azc in Harderwijk sluiten zich volledig bij Broekers aan. Van Schaik: ‘We hebben hier een groot azc, dan zijn strakke afspraken heel relevant. Het is belangrijk dat je elkaar weet te vinden, bij elkaar aan durft te kloppen, snel reageert als er iets gebeurt.’
Daarom is stevig geïnvesteerd in de relatie tussen COA, politie, OM, Veiligheidshuis, de Vreemdelingenpolitie (AVIM), IND, de landelijke ketenmarinier en de gemeente, zowel in de persoonlijke als bestuurlijke sfeer. ‘We gaan er strak in en nemen daarbij geen genoegen met een half antwoord bij het zoeken naar oplossingen.’  
Omdat het azc in Harderwijk onder het Veiligheidshuis valt, mogen persoonsgegevens uitgewisseld worden om criminaliteit te voorkomen. Daardoor kan de gemeente de aanpak op personen in plaats van groepen richten. Door wekelijks overleg krijgen de ketenpartners snel in beeld welke bewoners problemen geven. ‘We bespreken de lijst met overlastgevers en verdelen de taken, waarbij iedereen zijn verantwoordelijkheid pakt’, aldus locatiemanager Zabda. ‘Als iemand wat steelt, pakt het COA dat in principe als eerste op. Daarbij maken we direct duidelijk: we hebben je door, we weten wat je hebt gedaan. Vervolgens kijkt de wijkagent of diegene strafrechtelijk kan worden vervolgd en wordt zijn dossier erbij gehaald om te kijken waar hij in de asielprocedure zit.’
‘Soms worden mensen aangehouden en lopen ze twee dagen later weer vrij rond, omdat de informatie niet volledig was’, vervolgt hij. ‘Sinds het OM nauwer is betrokken bij de aanpak van criminaliteit in het azc gaat dat beter. Ik heb nu ook rechtstreeks contact met de officier van justitie.’
Van Schaik: ‘Daarbij mag de beperkte capaciteit bij de rechtbank geen reden zijn dat er vertraging optreedt. Ik krijg het niet uitgelegd als iemand die op verschillende plekken steelt, niet snel wordt opgepakt en veroordeeld.’

Wij willen gastvrij zijn voor mensen die daadwerkelijk vluchteling zijn

Afschrikeffect
Het doel van de aanpak in Harderwijk is te voorkomen dat bewoners van het azc zich schuldig maken aan een of andere vorm van criminaliteit. ‘Hoe maak je ze het zo moeilijk mogelijk om op pad te gaan?’ aldus Van Schaik. ‘Dat hoeft niet meteen formeel, het kan ook via een gesprek in het azc of met de wijkagent, maar wel altijd met als inzet: we weten wie jij bent en weten je te vinden als er iets gebeurt.’ 
Wordt dat niet als dreigend ervaren? ‘Dat is ook zo bedoeld. Wij willen gastvrij zijn voor mensen die daadwerkelijk vluchteling zijn, hun heil hier zoeken omdat ze in hun land van herkomst niet veilig zijn. Hun willen we een veilig thuis bieden en dat kan alleen als we ze ook in het azc die veiligheid kunnen bieden. Daar hebben we geen personen bij nodig die er een zooitje van maken. Als die ervoor zorgen dat die veiligheid in gevaar komt, moeten ze worden gestraft. En liefst met handboeien worden afgevoerd, zodat andere bewoners worden afgeschrikt. Daarnaast moet de veiligheid van mensen en winkeliers in de buurt worden gewaarborgd.’ 
Harderwijk heeft speciaal een wijkagent ingezet voor het azc en de directe omgeving, die makkelijk aanspreekbaar is voor iedereen. ‘Wij blijven daarbij allemaal alert’, voegt Zabda toe. ‘Daarbij proberen we ook in de gaten te houden bij bewoners wat er speelt. Zo kan bijvoorbeeld een bloedbad in Nigeria voor extra onrust zorgen onder de Nigeriaanse bewoners.’

Veiligelanders
Politiecijfers wijzen uit dat 59 procent van de vreemdelingen die van een misdrijf worden verdacht afkomstig zijn uit veilige landen, tegen 56 procent in 2018. Van Schaik: ‘Veiligelanders hebben niets te verliezen. Een aantal landen van herkomst werkt niet mee aan terugkeer, veiligelanders grijpen dat aan om dan maar te doen wat ze willen, want ze kunnen toch niet worden teruggestuurd.’ Een andere reden kan zijn dat ze weten dat ze terug moeten en daarom pakken wat ze nu pakken kunnen. In Harderwijk gaat het volgens hem om een klein groepje raddraaiers, die ‘het verpest voor de rest’. ‘Niet alle veiligelanders zijn crimineel, maar een percentage vertoont crimineel gedrag en daar weer binnen vind je een heel kleine groep die zich onaantastbaar waant. Die pakken we hard aan.’
De methode werkt, het aantal incidenten neemt af in Harderwijk. De gemeente zag na de zomervakantie van 2019 ineens een forse toename van het aantal winkeldiefstallen zonder geweld door mensen uit een veilig thuisland. Dat percentage lag zelfs flink boven het landelijk gemiddelde. Van Schaik: ‘We hebben toen onder meer een mobiele camera laten plaatsen. Dat leidde in het laatste kwartaal van vorig jaar al tot een substantiële daling van het aantal incidenten. De samenwerking tussen alle ketenpartners liep toen inmiddels ook goed, zodat er snel geschakeld en gehandeld kon worden. Die daling heeft zich dit jaar voortgezet.’ 
Weer buiten komt er een jochie van een jaar of tien aanfietsen op een te grote fiets. Na een groet, glijdt er een verlegen glimlach over zijn gezicht en verdwijnt hij snel door de deur van een groene barak.