VNG Magazine nummer 10, 14 juni 2024

Tekst: Annemieke Diekman

De Edelstenenbuurt in Alphen aan den Rijn kampt met tal van sociaal-maatschappelijke problemen, vergelijkbaar met die van wijken in grote steden. Een lokaal Plan van Aanpak moet soelaas bieden en zorgen voor meer interactie en saamhorigheid in de buurt.

Edelstenenbuurt Alphen aan den Rijn

Op deze zonnige donderdagmorgen ligt de Edelstenenbuurt in Alphen aan den Rijn er verlaten bij. Op straat is niemand te bekennen. Geen spelende kinderen, ­niemand op weg met een boodschappentas, nergens wat pratende mensen op een bankje. Terwijl dit een van de dichtstbevolkte buurten van Nederland is. De buurt wordt gedomineerd door een handvol lange hoge flats op een klein oppervlak, met aan de randen wat laagbouw. Een bastion, zo voelt het als je tussen de flats door loopt. Saamhorigheid lijkt er ver te zoeken, ieder leeft z’n leven achter de eigen voordeur. Alleen bij het gloednieuwe Buurthuis Mozaïek is er enige reuring.  
In de Edelstenenbuurt wonen ruim zeventig nationaliteiten naast elkaar. In totaal gaat het om 2.715 mensen verdeeld over 1.265 huishoudens. De mensen hebben hier gemiddeld een laag jaarinkomen, er woont een relatief hoog percentage laagopgeleiden en de levensstijl is vrij ongezond, met onder meer veelvoorkomend overgewicht tot gevolg. Ook voelt bijvoorbeeld meer dan de helft van de inwoners van 18 tot 65 jaar zich eenzaam. 
‘Het is een buurt met heel veel diversiteit en complexiteit’, beaamt wethouder Gert-Jan Schotanus (Nieuw Elan) van Alphen aan den Rijn, onder meer verantwoordelijk voor wijken en kernen. Vanwege de sociale problematiek, die wordt verergerd door de concentratie van hoogbouw, ligt de buurt onder een vergrootglas bij de media en politiek, zo schrijft de gemeente ook in de informatie voor het VNG Jaarcongres. Tijdens het congres later deze maand in het Groene Hart wordt een bezoek aan de Alphense wijk gebracht.

Vergrootglas

Maar wat zie je nu als je anno 2024 door een vergrootglas naar de Edelstenenbuurt kijkt? ‘Ik denk dat sinds 2021 het zicht door het vergrootglas langzaam gunstiger wordt als je het hebt over leefomgeving, veiligheid en het samenleven in de buurt’, zegt de wethouder. ‘In dat jaar hebben we in een breed samenwerkingsverband een plan van aanpak voor de Edelstenenbuurt opgesteld. Samen met maatschappelijke partijen, jeugd- en jongerenwerk, woningcorporaties, politie en bewonersgroepen zijn we aan de slag gegaan. Zo zijn er onder meer al verschillende buurttafels georganiseerd.’  
De betrokken partijen hebben pijlers geformuleerd om de veiligheid te vergroten en de zorg en preventie in de buurt te verbeteren, zegt Schotanus. ‘Ook richten we onze pijlen op de eigenaren van koopwoningen en op meedenken en meedoen. Dat laatste is belangrijk. Dan bouw je aan een samenleving, waarbij je iedereen betrekt. Je laat ze vertellen wat hun uitdagingen zijn en kunt vertellen wat voor kansen er voor hen liggen.’

 Zo zijn er onder meer al verschillende buurttafels georganiseerd

Buurthuis Mozaïek

Concreet is er ook al het nodige gebeurd. Behalve in de komst van een fysiek buurtcentrum heeft de gemeente de afgelopen tijd ook geïnvesteerd in de openbare ruimte, en bijvoorbeeld extra vuilcontainers geplaatst en een trapveldje, hangplek en voetbalkooi aangelegd. Net als een speeltuin voor de kleintjes. ‘Dat leidt allemaal tot het versterken van de samenleving.’ 
Het paradepaardje van het Alphense plan van aanpak is Buurthuis Mozaïek, dat een jaar geleden officieel is geopend. Het staat – symbolisch – midden in de wijk en moet zorgen voor de broodnodige verbinding in de buurt. Bezoekers worden er bij binnenkomst in maar liefst 21 talen welkom geheten. Vandaag lopen de mensen in en uit, maar binnen blijkt dat het de wekelijkse uitgiftedag van de Voedselbank is, dus niet iedereen komt voor een creatieve activiteit of een bakkie koffie.
‘De gemeente zocht een andere plek voor de Voedselbank’, legt Schotanus uit. ‘We hebben nog even getwijfeld of het wel een goed idee was om de voedseluitgifte in hetzelfde pand als het nieuwe buurtcentrum te vestigen. Mensen die naar de Voedselbank komen, doen dat immers niet zelden met een gevoel van schaamte. Toch hebben we voor deze combinatie gekozen, mede omdat we hopen dat bezoekers van de Voedselbank zo op een laagdrempelige manier in aanraking komen met de vele activiteiten in het buurthuis.’ 
Dat dit inderdaad werkt, blijkt als een vrouw met een tas boodschappen naar buiten komt en enthousiast wijst op het bord met daarop de tekst "Vul je soepkom voor anderhalve euro". ‘Ik breng eerst mijn boodschappen naar huis, maar straks kom ik soep eten. En het schijnt dat je ook je nagels kunt laten lakken of je haar kunt laten verven voor weinig geld.’

Tamtam

Buurtverbinder Leticia Macnack van welzijnsorganisatie Participe beaamt dat zichtbaarheid en laagdrempeligheid het beste werken, ‘de tamtam is de beste flyer’. ‘Ondanks de smeltkroes aan culturen, met ieder hun eigen taal en gewoontes, weten buurtgenoten elkaar in “het huis van de wijk” steeds beter te vinden. Ze komen hier op mensniveau samen.’ Terwijl ze vertelt over haar werk laat Macnack trots de jongerenkamer zien, compleet met bankstel en tafeltennistafel. Drie keer per week kunnen jongeren hier chillen, maar ook met hun vragen en verhalen terecht bij de jongerenwerkers, van wie er altijd minstens een aanwezig is. We lopen door naar de creatieve hoek, waar vandaag mooie tassen met Afrikaanse print worden gemaakt door vrouwen van verschillende afkomst. Het basismateriaal bestaat uit katoen, afkomstig van boodschappentassen die door de bekendste grootgrutter van het land ter beschikking zijn gesteld. Andere vrouwen zitten te haken of breien. Een enkeling knoopt een gesprekje aan met de wijkagent die even zijn gezicht komt laten zien. De Afghaanse groentesoep pruttelt. De sfeer is gemoedelijk.

Ondanks de smeltkroes aan culturen weten buurtgenoten elkaar steeds beter te vinden

Brede aanpak

In haar werk in het buurtcentrum probeert Macnack buurtgenoten met elkaar te verbinden en ze enthousiast te maken om activiteiten met elkaar te ondernemen. ‘Soms moet ik ze bij de hand nemen, maar als ik ze eenmaal binnen heb, blijven ze.’
Daarnaast zoekt ze verbinding met andere organisaties en de politie. ‘Laatst nog is er uitgebreid gekookt door een aantal vrouwen en dat eten hebben ze samen naar het politiebureau gebracht. Zo ontstaat meer wederzijds begrip.’ 
Intussen klimt Piet uit zijn scootmobiel die hij gewoon naar binnen heeft gereden. Hij woont al 35 jaar in een van de hoogbouwflats en komt ‘een bakkie doen’. ‘Moeders zit daar bij de creabea’, wijst hij. 
Wethouder Schotanus is blij dat het goed begint te lopen in het buurthuis. ‘De waarde van het centrum voor de wijk is groot. Naast verschillende groepen en culturen uit de flats, zie je nu ook mensen komen die aan de randen van de buurt wonen bij het meer.’
Natuurlijk gaat nog niet alles goed. ‘Afgelopen oud en nieuw is het hier in de Edelstenenbuurt flink uit de hand gelopen. Wij knopen dan het gesprek aan met de jongeren en hun ouders. Zo’n gesprek is in ieders belang, ook in dat van de wijk en de samenleving.’

Bestuurlijk ongeduld

Ondanks het succes van het buurthuis en de vooruitgang op andere vlakken, toont Schotanus zich niet nog tevreden. ‘Het gaat me niet snel genoeg. Je moet steeds nieuwe dingen ondernemen om weer andere groepen te bereiken, andere netwerken op te zetten. Er is een heel lange adem nodig om kleine dingen voor elkaar te krijgen, die uiteindelijk leiden tot grotere resultaten. De komende tijd werken wij het plan van aanpak verder uit en betrekken daarbij ook de bredere gebiedsagenda’, aldus de Alphense wethouder.

Samenwerking

Schotanus benadrukt nogmaals dat samenwerking van de gemeente met alle andere partijen daarbij onontbeerlijk is. ‘Daarnaast is het van groot belang dat ambtenaren die zich met de problematiek in de buurt bezighouden, zichtbaar en vindbaar zijn,’ zegt de wethouder. ‘Maar dat geldt ook voor mijzelf. Als er op zaterdagmorgen een straatvoetbaltoernooitje wordt georganiseerd door de sportbuurtcoaches, ga ik even een halfuurtje kijken. En dan komt er vaak wel iemand naar me toe die informeel wat wil vertellen of vragen. Het hoeft niet en gebeurt ook niet altijd, maar zo weten ze wel dat hun buurt en zijzelf belangrijk zijn voor de gemeente.’