VNG Magazine, 20 juni 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Verwaaij Media

Alphen aan den Rijn is het Groene Hart in het klein: een grote stad mét een groot en groen buitengebied. Het is een opgave om dat goed te bedienen, zegt burgemeester Liesbeth Spies. Samen met haar collega’s uit Woerden en Gouda is ze gastvrouw van het VNG Jaarcongres volgende week.

Liesbeth Spies

Op de grens van Hazerswoude-Dorp en Boskoop ligt, zegt Liesbeth Spies, ‘de wereldberoemde Greenport Boskoop’. Hier ontvangt Spies, burgemeester van het overkoepelende Alphen aan den Rijn, met haar collega’s uit Gouda en Woerden volgende week op het VNG Jaarcongres meer dan drieduizend burgemeesters, wethouders, raadsleden en ambtenaren.
In de kas van Hoogeveen Plants maken de rozen, agapanthussen en diverse grassoorten even plaats voor de grootste jaarvergadering van de gemeenten. ‘Volgens mij wordt het een prachtig schouwspel’, zegt Spies. ‘We gaan het congres zo inrichten dat je soms het gevoel hebt dat je midden tussen alle planten staat die daar gekweekt worden. Die aankleding doen we met heel veel ondernemers uit de Greenport.’ 

Hoe krijg je een ondernemer met een internationale afzetmarkt zover dat hij zijn producten twee weken aan de kant schuift voor een vergadering van gemeenten? Eigenaar en oprichter Siem Hoogeveen is de moeilijkste niet, zegt Spies. ‘Hij schrikt niet zo snel ergens voor terug. We waren voor corona al bezig met het gastheerschap voor dit congres. Bij het verkennen van geschikte locaties heb ik een keer gekscherend aan hem gevraagd of we het niet bij hem mochten hosten. Ik denk dat hij in de veronderstelling was dat dit nooit werkelijkheid zou worden. Maar dat heeft hij toch een beetje verkeerd ingeschat.’

Wat dat betreft, zegt Spies, komt het congres eind juni ook op het juiste moment van het jaar. Tot half juni worden de planten nog uitgeleverd, nu is het plantseizoen even voorbij en breekt in de kas een rustige periode aan.

Verbeelding
Er is wat verbeelding nodig om in een kas vol groeiende planten een geschikte congreslocatie te zien. Niet voor niets is verbeelding het thema van de bijeenkomst, zegt Spies. Maar wat de gastgemeenten ook willen laten zien, zegt ze, ‘is dat stad en platteland niet zonder elkaar kunnen.’ Alphen geldt in die zin als het Groene Hart én Randstad in het klein: er is de stad Alphen aan den Rijn, met grootstedelijke problematiek zoals in de Edelstenenbuurt, bestemming van een excursie op het jaarcongres. En er is het buitengebied, waar in dorpen als Koudekerk, Benthuizen en Aarlanderveen volop gemeenschapszin aanwezig is.

‘We hebben de stad met al haar voorzieningen hard nodig’, zegt Spies, ‘net zoals we het platteland heel hard nodig hebben. Niet alleen om dienstbaar te zijn aan de stedeling, die er voor recreatie en ontspanning komt, want dat kan hier heel goed. Maar het gebied heeft ook een eigen intrinsieke waarde. Er zijn heel veel boeren die er hun boterham verdienen, en moeten kunnen blijven verdienen. We moeten het Groene Hart niet zien als het park van de Randstad.’

Stad en platteland kunnen niet zonder elkaar

De kracht van het Groene Hart zit ’m in de verscheidenheid van het gebied en de eigenheid van de gemeenschappen. Het gebied is niet ‘één en ondeelbaar’, zegt Spies. In Boskoop wordt fanatiek carnaval gevierd, verderop in Benthuizen is de openstelling van winkels op zondag taboe. Het is er mooi fietsen, in de Hollandse en Utrechtse polders. Op de Open Kwekerijdag eerder deze maand in Boskoop kwamen duizenden mensen af. En in het Rietveld, net buiten de stad Alphen, staan nog enkele woningen die alleen per boot te bereiken zijn. Tegelijkertijd zijn er prachtige, innovatieve ondernemingen, zegt Spies. De grote steden zijn vlakbij. En toch is het een gebied dat makkelijk over het hoofd wordt gezien: ‘Heel veel collega-bestuurders hebben tegen mij gezegd dat ze nog nooit in het Groene Hart zijn geweest.’

Kennismaking
Het jaarcongres moet volgens Spies daarom ook een eerste kennismaking zijn met het gebied, en met de vraagstukken die er spelen. Want de druk op het Groene Hart is hoog. Bodemdaling en verzilting maken de ontwikkeling van het gebied moeilijk en belemmeren de landbouw. De Randstad kent een grote woningopgave, waarbij ook naar uitbreiding in het Groene Hart wordt gekeken.

In Alphen aan den Rijn komt de problematiek samen in de Gnephoek, een polder net ten noorden van de Rijn waar op de kleigrond de bouw van 5.500 woningen gepland staat. Een van de excursies tijdens het jaarcongres gaat naar Gnephoek. ‘Het is een heel verschraald gebied met heel weinig natuurkwaliteit,’ zegt Spies. ‘Juist door daar te bouwen komt het gebied in ontwikkeling en kunnen we de kwaliteit van de natuur en het water verbeteren, en daarmee de biodiversiteit. Als we hier niet bouwen, ontstaat er ook geen ruimte om te investeren.’

De Gnephoek staat daarmee centraal voor de ontwikkeling die het Groene Hart doormaakt, waar natuurbehoud, innovatieve boerenbedrijven stedenbouw hand in hand kunnen gaan, als dat op een juiste manier gebeurt en er continu aandacht is voor onderhoud en ontwikkeling. Spies:  ‘Als we er met z’n allen een grote stolp overheen gaan zetten, en denken dat het over vijftig jaar een gebied is waar mensen nog steeds graag komen wonen en werken, dan vergissen we ons schromelijk. We moeten nu investeren in de toekomst.’

Gastgemeenten

Lees ook de interviews met burgemeesters Pieter Verhoeve van Gouda en Victor Molkenboer van Woerden.