VNG Magazine nummer 8, 20 mei 2022

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Robin Utrecht/MIND Us

De mentale gezondheid van jongeren staat onder druk. Eén op de zeven heeft depressieve klachten, één op de drie ervaart prestatiedruk. Zelf praten jongeren er niet graag over, uit angst voor stigmatisering. Dat moet veranderen, vinden koningin Máxima en burgemeester Sharon Dijksma.
 

Koningin Maxima

Corona heeft de kwetsbaarheden in de mentale weerbaarheid van jongeren nog eens extra aan de oppervlakte gebracht. Ruim een op de vijf jongeren had de afgelopen winter op enig moment serieuze suïcidale gedachten, bleek deze maand uit een enquête in opdracht van het RIVM en andere gezondheidsorganisaties, die de gevolgen van de coronapandemie hebben onderzocht. 
Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht is bestuurslid van MIND Us, de organisatie die zich inzet voor een mentaal gezonde jeugd. Zij wil graag een boodschap meegeven aan al die gemeenten die nog bezig zijn coalitie- of collegeakkoorden te sluiten waarin zeker ook een paragraaf over de jeugdzorg zal staan. ‘Haal het taboe van het onderwerp af, maak er ruimte voor om dit bespreekbaar te maken en kijk naar de mogelijkheden om hiermee aan de slag te gaan.’ 
Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het zichtbaar maken van wat nu nog een verborgen probleem is. ‘Je ziet aan de buitenkant niet hoe het vanbinnen met iemand gaat’, zegt Dijksma. ‘Corona heeft zeker als katalysator gewerkt. Door lang in lockdown te zitten had iedereen het zwaar, maar voor deze groep is het misschien nog veel heftiger geweest en daardoor is er meer aandacht voor gekomen. Ik hoop dat het ook bespreekbaar wordt in het onderwijs en bijvoorbeeld bij de sportverenigingen, en op al die andere plekken waar jongeren komen. Zodat iemand gemakkelijker kan zeggen: hé, het gaat niet goed met je, weet dat je hulp kunt krijgen en wacht daar niet te lang mee.’

Je ziet aan de buitenkant niet hoe het van binnen met iemand gaat

Vindplaatsen

Gemeenten zijn volgens haar de vindplaatsen voor al die jongeren die aandacht nodig hebben. Zij moeten makkelijker toegang tot hulp kunnen krijgen. ‘Dat kunnen wij als gemeenten organiseren. Het is ook een van de redenen waarom het lokaal bestuur een plek heeft in het bestuur van MIND Us, niet alleen omdat wij een wettelijke plicht hebben om de Jeugdwet uit te voeren. Wij staan veel dichter bij de jongeren dan de centrale overheid, dus het is heel logisch om in het bestuur van deze nieuwe stichting de link met de gemeenten te leggen.’
Dijksma’s eigen Utrecht zit niet stil. In G4-verband lopen veel gesprekken met onderzoeksinstellingen om het onderwerp goed in kaart te brengen, en lokaal probeert de gemeente met het project WachtVerzachter al binnen 24 uur contact op te nemen met de jongeren die zich melden. Door ze ondersteuning van een ervaringsdeskundige aan te bieden bijvoorbeeld, en door het organiseren van ontmoetingen met andere deelnemers aan het project. Onder het motto: ‘We willen dat je je gezien en gehoord voelt en dat je echt tot onze club gaat horen’. Ondertussen komen de jongeren ‘gewoon’ op de wachtlijst voor professionele hulp, maar WachtVerzachter voorkomt dat mensen tot die tijd dat de hulp beschikbaar is afhaken of weer uit beeld raken.

Preventie

MIND Us noemt zichzelf een ‘preventief programma’. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut bleek dat preventie van psychische stoornissen niet alleen mogelijk is, maar ook effectief en op de langere termijn zelfs kostenbesparend. Daarom wil MIND Us zich richten op drie onderdelen van preventie, die met elkaar verbonden zijn: de omgeving waarin jongeren opgroeien die de mentale weerbaarheid juist vergroot of verkleint, het aanleren van vaardigheden die medebepalend zijn voor de ontwikkeling van mentale veerkracht, en een laagdrempelige toegang voor ondersteuning en passende hulp voor jongeren met beginnende klachten. ‘Een netwerk van inlooppunten bijvoorbeeld, waar mensen laagdrempelig naar toe kunnen om te melden dat ze psychische problemen ondervinden’, geeft Dijksma als voorbeeld waarmee een gemeente concreet aan de slag kan.
MIND Us wil aansluiten bij de drie belangrijkste jongerendomeinen (het onderwijs, de wijk en vrije tijd, en de online leefwereld), maar is bij het grote publiek nog niet bekend. Dat gaat, belooft Dijksma, de komende jaren veranderen. Zij wil daar zelf als boegbeeld van het lokaal bestuur graag haar ervaring en netwerk voor inzetten, ook al is ze geen portefeuillehouder jeugdzorg. ‘Ik ben natuurlijk wel een burgermoeder en daarmee verantwoordelijk voor het welzijn van alle jonge mensen in de stad.’

Veel jongeren hebben het gevoel in een pressurecooker te zitten

Koningin Máxima

De beste promotor is echter koningin Máxima, erevoorzitter van MIND Us. Toen de stichting eind maart werd opgericht, sprak zij openlijk over haar persoonlijke motivatie om mee te doen. ‘Het heeft te maken met de dood van mijn zusje Inéz. Toen zij overleed, was zij 33 jaar. Dan word je overspoeld door veel gevoelens, van verdriet, verlies, machteloosheid. Ik merkte dat ik daar niet alleen in was. Ik ben me er toen verder in gaan verdiepen: hoe kun je iemand met mentale problemen echt helpen?’
Desgevraagd zegt koningin Máxima dat het erevoorzitterschap in de basis wellicht een symbolische functie is, maar dat dat niet betekent dat zij niets van zich zal laten horen. ‘Als erevoorzitter wil ik mensen verbinden. Ik wil wetenschappers, beleidsmakers en jongeren samenbrengen.’ MIND Us is er echt vóór jongeren, benadrukt ze. ‘We willen hun aandacht, energie en een stem geven.’

Pressurecooker

De koningin was intensief betrokken bij de kwartiermakerfase van het MIND Us-programma. In zes maanden tijd hebben diverse werkbezoeken plaatsgevonden, er was een designdag waarop jongeren konden meedenken over de doelstellingen en er was een interactieve sessie over verschillende gezichten van sociale media. MIND Us wil niet het wiel opnieuw uitvinden, maar  vooral versterken wat er al is en aansluiten bij de behoefte van jongeren zelf. Uit gesprekken met jongeren, wetenschappers, psychologen en artsen heeft koningin Máxima in die periode veel geleerd. ‘Veel jongeren hebben het gevoel in een pressurecooker te zitten. Alles moet leuk zijn, alles moet succesvol zijn. Uit angst om iets te missen rennen ze zichzelf soms voorbij. Daarom moeten we psychische problemen uit de taboesfeer halen, om snel in actie te kunnen komen als ze de kop opsteken. Gevoelens delen met leeftijdgenoten of andere mensen die jongeren vertrouwen kan daarbij helpen.’

Tips voor een mentaal gezonde jeugd

Tips van MIND Us voor gemeenten voor een mentaal gezonde jeugd:

  • Geef de jongeren een stem in de gemeente en ga met hen in gesprek.
  • Zorg voor een vertrouwde en veilige inloopvoorziening waar jongeren binnen kunnen lopen om laagdrempelig en anoniem over hun mentale gezondheid te praten (liefst met ervaringsdeskundigen).
  • Ga in gesprek met (alle lagen van) het onderwijs over hun bijdrage aan de mentale gezondheid van jongeren.

Meer informatie: mindus.nl