VNG Magazine nummer 20, 18 december 2020

Tekst: Marten Muskee | Beeld: gemeente West Maas en Waal

West Maas en Waal loopt voorop in de strijd tegen wateroverlast en hittestress. In 2035 zijn de dorpen, met natuurlijke badkuip Alphen voorop, geheel voorbereid op grotere klimaatpieken.
 

West Maas en Waal

Voor veel lokaal bestuurders is inmiddels wel duidelijk dat de bebouwde omgeving om een klimaatadaptieve herinrichting vraagt. Uitvoering is een tweede, daarom biedt de VNG hulp vanuit het Ondersteuningsprogramma klimaatadaptatie. Hoewel West Maas en Waal al een eind op weg is naar klimaatrobuuste gemeente, werd de hulp van de externe adviseurs van harte aanvaard.

Klimaatadaptatie is een onderwerp waar West Maas en Waal uit noodzaak al langer mee bezig is. Dat begon in 2010 met de aanleg van nieuwbouwwijk Leeuwse Veld, en kwam in 2015 in een stroomversnelling toen het dorp Alphen werd geconfronteerd met een enorme hoosbui. Wethouder Ans Mol (FD Wamel): ‘Onze gemeente ligt laag in het Land van Maas en Waal tussen twee rivieren. Het water stroomt van het hoge Nijmegen naar het diepste punt van de natuurlijke badkuip Alphen.’

De hoosbui bracht gemeenten in het rivierengebied tot het besef dat ze met klimaatadaptatie aan de slag moesten. Ze spraken af samen te werken. Mol: ‘Wij zijn gestart met het samenwerkingsverband regio Rijk van Maas en Waal. Toen de verplichting kwam om stresstesten uit te voeren, waren wij in de regio al een eind op weg.’

Hittestress
De gemeente heeft vervolgens een eigen lokale stresstest uitgevoerd voor haar dorpen. Doordat veel kwetsbare locaties al bekend waren, leverde dit weinig verrassingen op. Dat gold echter niet voor het onderdeel hittestress. ‘We zitten in een landelijke omgeving en dachten dat het met de hittestress wel meeviel. Niet dus. Er zijn behoorlijk wat locaties die aandacht vragen. Op sommige plekken liggen de woonwijken beschut achter de dijken, waardoor de afkoeling minimaal is. Daar moeten we rekening gaan houden met de luchtstroming en schaduwwerking creëren.’

We mochten zelfs sloten graven in tuinen van bewoners

De gemeenten stelden de verplichte Regionale Adaptatie Strategie (RAS) op, die vorig jaar ondertekend werd door alle besturen. Daarmee was de regio een van de eerste. West Maas en Waal baseerde daarop een lokale uitvoeringsagenda. Mol wilde gezwind doorgaan, maar merkte dat het hier en daar stagneerde bij andere gemeenten. ‘We hebben zelfs een tijdje gewacht met het vaststellen van onze uitvoeringsagenda, omdat de regio nog niet zo ver was en wij gelijkwaardig wilden optrekken. Op een gegeven moment hebben we op het gas getrapt. Onze gemeenteraad heeft recent groen licht gegeven voor het uitvoeringsprogramma.’

Geld vrijmaken
Volgens ambtelijk beleidstrekker Martijn Timmermans was West Maas en Waal een van de eerste gemeenten met een uitvoeringsdocument. ‘Je hoort op een gegeven moment dat met name grotere gemeenten zoals Arnhem en Rotterdam hun strategie en uitvoeringsprogramma vaststelden. Grote verschil daarin is het detailniveau. Wij hebben tot op straatniveau, bijna op stoeptegelniveau, gekeken waar de problemen en kansen zitten en welke maatregelen daar te nemen zijn. Daarbij is ook heel specifiek gekeken naar waar onze kwetsbare ouderen wonen. In die zin kun je stellen dat wij, als kleine landelijk gelegen gemeente, voorlopen op de rest.’

Mol noemt de samenwerking in de regio in principe goed, maar ziet dus wel grote verschillen in tempo. Gemeenten staan financieel onder druk en het moet wel mogelijk zijn om voor het klimaat geld vrij te maken. ‘Er zijn bestuurders die al lang blij zijn de jeugdzorg te kunnen betalen,’ zegt de wethouder. ‘Gelukkig hebben wij een betrokken en creatieve ambtenaar op deze opgave zitten. Omdat onze ambtenaren meedenken over de praktische invulling, zijn we op veel plekken al voorbereid op de toekomst. We proberen met onze aanpak de kosten zo veel mogelijk te beperken, zodat het niet gelijk in de miljoenen loopt. Het hoeft niet meteen gigantisch veel geld te kosten. Ons uitganspunt is werk met werk te maken. Bij ingrepen in de openbare ruimte worden klimaatmaatregelen integraal meegenomen. Straten krijgen meer groen, regenwater wordt afgekoppeld en we kijken naar mogelijkheden om water op te vangen.’

Het meest acute probleem ligt dus in Alphen, gelegen aan de Maas. De gemeente werkt daarom al jaren aan een groot klimaatadaptatieplan, met een voor de kleine gemeente gigantische investering van 2,1 miljoen euro. Inwoners helpen actief mee door het regenwater af te koppelen en hun tuinen groener te maken, zegt Mol. ‘We mochten zelfs sloten graven in tuinen van bewoners. Die geven een deel van hun eigen perceel op. Ook heeft de gemeente samen met scholieren een bestaande vijver vergroot. Bewoners zijn enthousiast. Ze ervaren dat water leuk kan zijn en dat hun omgeving mooier en groener wordt.’

Laatste straten
Gemeenten hebben tot 2050 de tijd om hun bebouwde omgeving klimaatbestendig te maken. West Maas en Waal wil dat in 2035 al geregeld hebben. Timmermans: ‘In Alphen zijn we met de laatste straten bezig, in 2022 is het hele dorp regenwaterbestendig. Maatregelen tegen hittestress nemen we direct mee. Het dorp is aangepast op de hoosbui die in 2015 viel, die was zwaarder dan de buien waarmee de stresstest rekent. In vier jaar tijd is het hele dorp in samenwerking met de bewoners ondersteboven gezet. We krijgen voornamelijk complimenten uit de buurten. Daar zijn we best trots op.’

Met name de kleine gemeenten worstelen met die grote opgaven

Vanuit het ondersteuningsprogramma van de VNG worden gemeenten geholpen door twaalf ervaren en gespecialiseerde adviseurs. Zij helpen in beeld te brengen hoe ver de gemeente is met de uitvoering van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie (DPRA) en welke ondersteuning vooral nodig is. In totaal 29 gemeenten zijn nu door de VNG geholpen, voor hen zijn ondersteuningsvoorstellen klaar en in uitvoering. Vervolgens kunnen de adviseurs ook tijdelijk bijspringen in de uitvoering. De kracht van het programma zit in het maatwerk per gemeente, zo blijkt uit de eerste bevindingen van het programma.

Uit de tussenrapportage (zie kader) blijkt verder dat de behoefte aan ondersteuning het grootst is bij kleinere gemeenten. Zij hebben vaak zelf te weinig mensen, middelen en kennis om integraal met klimaatadaptatie aan de slag te gaan. In het fysiek domein spelen verschillende grote opgaven die met elkaar samenhangen. Maar regelmatig ontbreken de tijd en het overzicht om deze opgaven gestructureerd en efficiënt aan te pakken.

Wethouder Mol herkent dit in haar gemeente. Er liggen diverse grote opgaven op de gemeente te wachten, het waterprobleem was echter urgent. Dat vraagt inzet van medewerkers en middelen waardoor West Maas en Waal op andere dossiers wat langzamer loopt. ‘Met name de kleine gemeenten worstelen met die grote opgaven als de Omgevingswet, klimaatadaptatie en de energietransitie. Het Rijk legt allerlei grote maatschappelijke opgaven bij de gemeenten. Prachtig, maar als we daar de middelen niet bij krijgen gaat het ons niet lukken. Het geld komt eerder terecht bij de grote gemeenten die dichter bij het vuur zitten en grote problemen claimen te hebben.’

Lappendeken
Volgens Timmermans komt dat doordat West Maas en Waal werkt met meerdere kleine maatregelen, als een soort lappendeken. Met de beperkte middelen kan dat ook niet anders, zegt ze, maar het doel wordt wel gehaald. ‘Je zult bij ons niet snel een geheel klimaatadaptieve straat zien die als voorbeeld dient voor anderen. Dat wil niet zeggen dat wij niet goed bezig zijn. Alleen zijn het projecten die minder opvallen en minder aansprekend zijn voor subsidies. Bij kleinere gemeenten draait het niet alleen om het financiële verhaal, ook de personele capaciteit speelt een rol. Onze gemeente telt 20.000 inwoners verdeeld over bijna 10.000 hectare aan gemeentegrond. Bij de afdeling openbare ruimte zitten slechts acht medewerkers die alles in de buitenruimte proberen te organiseren.’

Omdat de ondersteuning door de externe adviseurs goed blijkt te werken en de vraag daarnaar groter is dan wat het programma kan leveren, kijkt de VNG naar mogelijkheden om het programma uit te breiden of te verlengen. Het programma is mogelijk ook te verbreden door de adviseurs ook in te zetten bij het maken van governance-afspraken tussen gemeenten, werkregio’s, provincies en waterschappen. De samenwerking tussen die partijen blijkt overal anders georganiseerd.

Tussenrapportage

Waar is het bos achter de bomen?, rapport met de eerste bevindingen van het Ondersteuningsprogramma klimaatadaptatie van de VNG.