VNG Magazine nummer 20, 18 december 2020

Tekst: Pieter van den Brand | Beeld: gemeente Nijmegen

Duurzaam aanbesteden van infrastructuur kan gemeenten veel klimaatwinst opleveren. De eerste successen zijn er. Belangrijke les: duurzaam hoeft niet duurder te zijn. ‘Als je je ambities deelt met wat een aannemer kan bieden, kun je veel mooie dingen doen.’
 

Malderburchtstraat Nijmegen

De herinrichting van de Malderburchtstraat in Nijmegen geldt als lichtend voorbeeld: door de inzet van herbruikbare, circulaire materialen, werd de straat duurzamer én goedkoper vernieuwd en werd er bij de werkzaamheden minder CO2 uitgestoten. Bij meer projecten in de grond-, weg- en waterbouw kan dat, zegt wethouder Bert Velthuis (SP) van Nijmegen. Aan de vorig jaar vernieuwde ontsluitingsweg van de volkswijk Hatert zelf valt weinig te zien. Maar bij het reconstructiewerk is bijna de helft minder CO2 uitgestoten, is voor meer dan de helft herbruikbaar bouwmateriaal toegepast, werden klinkers en tegels direct hergebruikt en kon meer dan de helft van de bestaande wegfundering worden behouden. Door de toepassing van verzwaringsmatten was minder grondverzet nodig, dat scheelde aanzienlijk in de kosten.

Hiervoor ontwikkelde Nijmegen een eigen duurzame werkmethode, gevoed door deskundigen en gebaseerd op wat in vaktaal Rapid Circular Contracting heet. ‘We kozen niet voor de traditionele uitvraag op basis van een vooraf uitgewerkt plan, maar gaven de aannemer en zijn partners de ruimte’, licht Velthuis toe. ‘Zo zijn gaandeweg mooie nieuwe ideeën ontstaan. Anders denken is van wezenlijk belang. Niet in risico’s maar in oplossingen, en vooral niet alles op de automatische piloot van de wegwerpmaatschappij doen. Als we de straat volledig met nieuwe materialen hadden vervangen, waren we niets opgeschoten. Maar niemand had verwacht dat deze nieuwe aanpak zoveel op zou leveren.’

Als grote aanbesteder met een jaarlijkse inkoopkracht van 25 miljard euro spelen gemeenten een sleutelrol in het verduurzamen van de sector. De herinrichting van de Nijmeegse Malderburchtstraat geldt als een modern staaltje. Het project wordt door rijksinkoop- en aanbestedingsorganisatie PIANOo als blauwdruk gepresenteerd en werd in januari ook gelauwerd als ‘Parel’, de prijs van kennisorganisatie CROW.

Kansen
Bij CO2-reductie gaat de gedachte al snel uit naar duurzame energieopwekking met windmolens en zonnepanelen en het aardgasvrij verwarmen van gebouwen. Maar ook bij infrastructuurprojecten liggen kansen voor gemeenten om werk te maken van het klimaatdoel van 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030. De grond-, weg- en waterbouw zorgt in Nederland voor veertig procent van de totale uitstoot.

In Nijmegen hielp het dat de wijkbewoners direct enthousiast waren. Velthuis: ‘Vaak ontmoet je argwaan bij dit soort ingrepen, maar hier was de betrokkenheid groot. Een groot aantal bewoners dacht vanaf het begin mee. Tijdens een waardekijksessie reikten zij het idee aan om de groenstrook tussen voetpad en rijbaan, vooral een plek waar honden hun behoefte deden, weg te halen. In overleg met de bewoners werd ook besloten de bestaande lantaarnpalen opnieuw te gebruiken. Participatie is een groot goed. Dat geldt zeker in de openbare ruimte, want die is van de burger.’ Het resterende budget was goed voor het groenontwerp, de aanleg van elektrische laadpalen, nieuwe abri’s voor de bus en een verlichte oversteekplaats.

De CO2-emissies bij de aanleg van weginfra zijn fors

Ook bij volgende projecten wil de gemeente de methode gaan toepassen. Velthuis: ‘Dit was een kleinschalig project. Bij grotere projecten verwachten we nog meer duurzaamheidswinst te behalen. We staan in ons land op een kantelpunt. We willen toe naar een circulaire en schone stad. Daar heb je dit soort methoden bij nodig. En duurzaam hoeft niet duurder te zijn.’

Regenwateropvang
Ook ’s-Hertogenbosch weet van wanten. Daar lopen inmiddels zo’n honderdvijftig projecten om de duurzame prestaties te verbeteren en te versnellen, onder meer gericht op CO2-reductie. Ook bij infrastructuur wil de gemeente zo veel mogelijk uit de kast halen.

Op het omslag van de recente duurzaamsheidsnota prijkt het in maart opgeleverde transferium aan de Deutersestraat. Het markante gebouw herbergt tal van ‘groene’ oplossingen, van regenwateropvang in wadi’s en een boomrijke omgeving tot bijenhotels en vijftienhonderd zonnepanelen, die het transferium zelfs energieleverend maken. De opgewekte elektriciteit wordt via een batterij met een intelligente ICT-besturing, afhankelijk van de dagelijkse pieken, verdeeld onder de negentien elektrische stadsbussen, de elektrische ov-fietsen en de geparkeerde voertuigen. ‘We hebben niet alleen een zeer duurzaam maar ook een uitzonderlijk slim transferium’, zegt wethouder Mike van der Geld (D66) trots.

De bestuurlijke besluitvorming voor het transferium liep al voordat het nieuwe duurzaamheidsbeleid was vastgesteld. De aanvankelijke wens van de raad was een klimaatneutraal transferium, ‘maar allemaal wilden we meer. Het probleem was dat we daar de middelen niet voor hadden. Daarom zijn we weer met de aannemer om de tafel gegaan en dat heeft ons veel gebracht. Zo ontstond het idee van een ander constructieprincipe, net zo robuust maar met een aanzienlijke besparing op het benodigde staal. Dat had een enorme CO2-impact.’

Ook aan circulariteit is gedacht. De verbindingen in de constructie zijn niet gelast, maar met bouten en moeren gelegd. Het gebouw is vergaand uit elkaar te halen en ergens anders neer te zetten, mocht dat nodig zijn. ‘Zaak is dat je als gemeente dit soort gesprekken wilt voeren. Daar moet je wel alert op zijn. Als je je ambities deelt met wat een aannemer kan bieden, kun je veel mooie dingen doen, hebben we geleerd’, zegt Van der Geld. ‘Het is bovendien een dynamisch proces. Onlangs hebben we een tweede batterij geplaatst. We blijven daar doorleren.’

INDUSA
Via het regionale samenwerkingsverband Brabantstad neemt ’s-Hertogenbosch samen met de andere grote gemeenten en de provincie deel aan het programma INDUSA (INnovatie, DUurzaamheid en SAmenwerking). Ook Bouwend Nederland doet mee. Dit twee jaar geleden gestarte programma zet in op verduurzaming van de Brabantse weginfrastructuur.

We hebben niet alleen een zeer duurzaam maar ook een uitzonderlijk slim transferium

De CO2-voetafdruk van Noord-Brabant gaat voor twee derde naar infrastructuur en het beheer en onderhoud van wegen. De overheden willen in uitvoeringscontracten gaan sturen op vermindering van de CO2-uitstoot bij de aanleg en onderhoud van wegen door onder meer slim en efficiënt bouwtransport, elektrificatie van bouwmaterieel waar mogelijk en CO2-arme verwerkings- en onderhoudsmethoden. Ook moet het gebruik van duurzaam geproduceerde CO2-arme materialen gestimuleerd worden.

Het is de bedoeling dat meer Brabantse gemeenten bij het programma aanhaken. ‘De CO2-emissies bij de aanleg van weginfra zijn fors. Dit programma biedt prima kansen om de uitstoot omlaag te brengen en het mikt op innovatie. Dat spreekt ons erg aan’, zegt Van der Geld. ‘Van belang is ook dat gemeenten niet in hun eentje het wiel hoeven uit te vinden en kennis kunnen delen. Ik heb hoge verwachtingen van dit programma. Wel ben ik realistisch, want het zal zeker tijd nodig hebben. Zaak is dan ook dit initiatief een kans te gunnen.’

De kernboodschap van INDUSA is dat overheden met regionale samenwerking veel kunnen bereiken en vooral ontwikkelingen kunnen versnellen, zegt projectleider Carla Vosmaer van de provincie Noord-Brabant. ‘Met ruimte in contracten willen we de markt prikkelen te verduurzamen. Ik zie dat de markt beslist mee wil, maar bedrijven moeten ook de risico’s kunnen dragen.’

Vosmaer pleit er daarom voor dat overheden niet voor de laagste prijs gaan, maar voor kwaliteit. ‘Dat maakt het voor marktpartijen mogelijk om in duurzaamheid te investeren. Soms is dat wat duurder, maar je krijgt er als samenleving veel voor terug. In wegencontracten hebben wij de afgelopen jaren tussen de 50 en 75 procent CO2-reductie behaald en zijn innovatieve asfaltsoorten gebruikt die ook goed van kwaliteit zijn. Binnen INDUSA zie je dit soort voorbeelden ook bij gemeenten. We hebben ze nu op een rij gezet om elkaar te inspireren. De voorbeelden zijn een middel om iedereen binnen de organisaties mee te krijgen. En ja, dat zal nog zeker even tijd kosten.’

VNG-Programma ‘CO2-reductie door gemeenten’

Met het vorig jaar opgezette Programma ‘CO2-reductie door gemeenten’ wil de VNG gemeenten inspiratie, handvatten en tools bieden, om concrete stappen met CO2-reductie te zetten. Een onderdeel is het programma ‘CO2-reductie in de GWW’ met onder meer een handreiking voor CO2-reductie door het aanpassen van wegontwerpen, een rekentool voor het verduurzamen van buitenverlichting en een digitale materialenmarktplaats. Op een forum kunnen kennis en ervaringen worden gedeeld. Meer weten? Kijk op vng.nl/CO2.