VNG Magazine nummer 10, 12 juni 2020

Auteur: Rineke van Houten | Beeld: Shutterstock

Gemeenteraden zoeken naar wegen om grip te krijgen op gemeenschappelijke regelingen. De modellen verschillen. Twente boekt de eerste resultaten, Rivierenland is net gestart.
 

Buren

Al snel na haar wittebroodsweken in de gemeenteraad van Buren, bijna twee jaar geleden, bekroop Nanda van Doremalen het gevoel dat de raad ‘overal een beetje achteraan liep’ als het om bovenlokale dossiers ging. ‘Ik kwam van buiten en zag tot mijn verbazing dat de raad pas in een vergevorderd stadium wordt geraadpleegd. Dan mag je ja zeggen op een voorstel of startnotitie of iets opmerken in de kantlijn. Dat vond ik vreemd en niet democratisch.’

In een democratie, redeneert ze, moeten de besluiten navolgbaar zijn en overeenstemmen met wensen en behoeften van de bevolking. ‘Maar juist bij de gemeenschappelijke regelingen komen die niet goed uit de verf. Omdat raden niet vertegenwoordigd zijn in de regio.’ Bovendien mist Van Doremalen, fractievoorzitter van de VVD in Buren, ‘de regionale bril’. ‘Het is vreemd dat we een wethouder op pad sturen met een lokale opdracht en hij terugkomt met een regionaal antwoord. Raadsleden kunnen alleen goede besluiten nemen als ze ook kennis hebben van wat er speelt bij de buurgemeenteraden. Welke ideeën en knelpunten leven daar? Doordat we nu alleen kijken met de lokale bril, moeten we veel achteraf repareren.’

Meer grip

Om te onderzoeken hoe raadsleden meer grip kunnen krijgen op gemeenschappelijke regelingen, initieerden de raden van Regio Rivierenland op initiatief van Van Doremalen en twee andere raadsleden de Raadskring Regio Rivierenland. Een orgaan waarin de deelnemende raden van Regio Rivierenland (en de griffiers) zijn afgevaardigd. Nee, wordt Van Doremalen niet moe te onderstrepen, het is géén extra bestuurslaag. ‘We laten de besluitvorming waar ze thuishoort, in de raden, en dus dicht bij de inwoners.’

Het eerste samenwerkingsverband waarmee de raadskring aan de slag ging, is afvalverwerker Avri, waarmee elke inwoner van de regio dagelijks te maken heeft. Het is een actueel onderwerp, omdat burgers meer afval moeten scheiden. Als pilot heeft de raadskring alle 176 raadsleden gevraagd wat volgens hen over de afvalverwerker leeft in de achterban. Wat zijn de belangrijkste ergernissen en pluspunten? ‘Een ruwe uitvraag die een regionaal perspectief over afvalverwerking opleverde’.

Er komen nog grote kwesties op ons af over windmolens en zonneparken, maar raadsleden zijn zich goed bewust van wat er op het spel staat

Als er geen coronacrisis was uitgebroken, was het idealiter zo verder gegaan: de raadskring had Avri gevraagd een verbeterplan te maken met de keus tussen een paar alternatieven, met voor elk alternatief de consequentie en invloedmogelijkheid voor de raad. Dat plan wordt besproken in de raadskring en de punten waarover consensus is, kunnen worden verwerkt in een motie die alle raden afzonderlijk in stemming brengen. Van Doremalen: ‘Zo proberen we het aandeel van maatschappelijke waarden in beleid te vergroten.’

Tandeloos

Marcel Boogers, hoogleraar regionaal bestuur aan de Universiteit Twente (UT), ziet dat in veel regio’s gemeenteraden naar wegen zoeken om meer grip te krijgen op gemeenschappelijke regelingen. Op verschillende manieren, maar met hetzelfde doel: het versterken van een regionaal politiek debat over regionale aangelegenheden. ‘Daar is volgens de wet niks op tegen’, zegt hij. ‘Je moet het zien als voorbereiding op de besluitvorming. Hoe je dat doet, daarin laat de wetgever je vrij.’

De initiatieven verrassen hem niet, nu steeds meer taken op regionaal niveau komen te liggen, terwijl besluitvorming op lokaal niveau ligt. ‘Dat wringt’, zegt Boogers. Hij vindt het positief dat de gemeenteraden in gemeenschappelijkheid nadenken over beleid en met een regionale bril naar een regionaal vraagstuk kijken. ‘Het is een model om ervoor te zorgen dat raadsleden eerder betrokken zijn. Maar het is ook een beetje tandeloos. Er worden geen gezamenlijke besluiten genomen. Uiteindelijk zijn het toch de afzonderlijke gemeenteraden die beslissen.’

Het ministerie van BZK werkt aan een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen om de positie van raadsleden te versterken. Een van de voorstellen is dat gemeenteraden een aparte commissie in het leven kunnen roepen voor een gemeenschappelijke regeling, om een gezamenlijk standpunt te bespreken. De pilot in Rivierenland loopt parallel aan deze plannen. BZK heeft volgens Van Doremalen aangegeven de raadskring te willen bijwonen en te willen helpen bij het ontwerp van een digitaal instrument voor de uitvraag.

Twenteraad

Waar in Rivierenland de raadsleden de informatie zelf vergaren, komen de raadsleden in Twente in een gespreid bedje. Zij kunnen een paar keer per jaar naar een themabijeenkomst: de Twenteraad. Een platform voor uitwisseling van informatie en meningsvorming, aldus de officiële uitleg aan de inwoners van wat vroeger een Wgr-plusregio was. Met het verlies van die status werd Regio Twente een collegeregeling en verdween de vertegenwoordiging van de raadsleden. De Twenteraad moet die leemte sinds 1 januari 2016 vullen. De bijeenkomsten van de Twenteraad worden voorbereid door een presidium, met de burgemeester van Enschede als voorzitter en uit elke raad een lid plus de griffier.

De huidige vorm en werkwijze ontstonden met vallen en opstaan. Tijdens de eerste bijeenkomsten viel de opkomst nogal tegen, zegt vicevoorzitter Annette Zwiep, zelf raadslid in Dinkelland namens Lokaal Dinkelland. ‘Dat kwam omdat we alle raadsleden uitnodigden. Maar niet iedereen is geïnteresseerd in elk thema. Sindsdien organiseren we ook bijeenkomsten speciaal voor fractiespecialisten. Aan de hand van sprekers, excursies naar bedrijven en gesprekken met burgers verdiepen ze hun kennis en wisselen meningen en ervaringen uit. Er moet echt iets te halen zijn. De agenda’s zijn zo vol. Als het alleen zenden is, haken ze gauw af.’

 
Uiteindelijk zijn het toch de afzonderlijke gemeenteraden die beslissen

Vlekkeloos

Een dossier dat volgens Zwiep in haar eigen gemeenteraad dankzij de Twenteraad ‘bijna vlekkeloos’ is afgehandeld, is het beleidsplan voor de regionale energiestrategie. ‘Er komen nog grote kwesties op ons af over windmolens en zonneparken, maar raadsleden zijn zich goed bewust van wat er op het spel staat en wat de opties zijn.’

Is de Twenteraad een smeermiddel om beleidsstukken zo snel mogelijk af te hameren? Nee, lacht Zwiep. ‘Wel om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.’ Dat het politieke debat door het gepolder op de achtergrond raakt, bestrijdt ze. ‘Door de raad vroegtijdig bij voorstellen te betrekken, komt er beleid dat gedragen is. Het uiteindelijke resultaat is in het voortraject besproken en bediscussieerd.’ Overigens, merkt ze fijntjes op, ‘is het voortraject vaak boeiender dan het vliegen afvangen in een raadsvergadering’.

Bestuurskundige Boogers ziet in de regionale afstemming tussen raadsleden ook kansen voor ‘meer gelijkwaardigheid in het regionale gesprek’. De wethouders steken de grenzen vanzelf al over, zij doen al zaken met elkaar. ‘Het zou ze wat meer comfort kunnen bieden als raadsleden op gelijk niveau het debat zouden voeren.’

Zwiep, zelf voormalig wethouder, herkent de ‘informatiekloof’ tussen raad en wethouders. ‘De wethouders kennen de ins en outs van het dossier en elkaars standpunten. Met de Twenteraad hebben raadsleden die wisselwerking ook. Zo is het niet meer de raad tegen de wethouders. Dat is ook de bedoeling van de Twenteraad: de raadsleden zo faciliteren dat ze meer kennis van zaken hebben.’

Dat vehikels als de Twenteraad of een raadskring de toch al drukke raadsleden nog meer tijd kosten, bestrijdt Van Doremalen. Integendeel, denkt ze. ‘Nu lopen we overal achteraan en moeten we achteraf over details debatteren. Als acht raden goed geïnformeerd aan tafel zitten, kun je op regionaal niveau zaken op grote lijnen afstemmen. En als raadsleden hun inbreng terugzien in de collegestukken, geeft dat rust en vertrouwen en worden details minder belangrijk.’

Door de coronacrisis gebeurt er nu weinig met de eerste ervaringen van de Raadskring, maar de initiatiefnemers zijn vast van plan er een vervolg aan te geven. Van Doremalen: ‘We proberen raadsleden bewust te maken van het feit dat je zelf de regie moet pakken en je niet alleen te laten voeren in een vergevorderd stadium. De geest is uit de fles, die gaat niet terug.’