VNG Magazine nummer 10, 12 juni 2020

Auteur: Daphne van de Bongardt

Veel coronamaatregelen van gemeenten treffen jeugdsectoren. Het is belangrijk dat zij daarbij oog hebben voor de belangrijke rol van relaties met leeftijdgenoten voor jeugdwelzijn. Dat stelt pedagoog en socioloog Daphne van de Bongardt.
 

Daphne van de Bongardt

Naarmate kinderen ouder worden, brengen ze meer tijd door met leeftijdgenoten: broers en zussen, klasgenoten, vrienden, hun verkering. Deze peers worden steeds belangrijker voor identiteitsvorming, emotionele steun en psychosociaal welzijn. Veranderingen in de fysieke en sociale afstand tot leeftijdgenoten drukken daarom mogelijk extra zwaar op jongeren.

Effecten op jeugdwelzijn

Ten eerste brengen jongeren door de crisis meer tijd thuis door. Hierdoor kunnen gezinsdynamieken en relaties tussen broers/zussen onder (extra) druk komen. Ten tweede zijn veel ontmoetingsplaatsen met leeftijdgenoten weggevallen door de gedeeltelijke sluiting van scholen, sportclubs, winkels en uitgaansgelegenheden. Hierdoor missen ze belangrijke ‘rites de passage’, zoals het gezamenlijk afronden van een schooljaar, en zien we mogelijk meer ‘onbestemd’ rondhangen van jongeren in de publieke ruimte. Ten derde zijn sociale media nog belangrijker geworden in het contact met leeftijdgenoten, voor school en vrije tijd.

Jongeren missen belangrijke rites de passage

Enerzijds kunnen jongeren door online contact op de hoogte blijven van wat er speelt onder leeftijdgenoten, hun vriendschappen onderhouden en zich verbonden voelen. Anderzijds kan er nieuwe druk ontstaan om continu online te zijn, en kan gevoeligheid voor sociale evaluatie of groepsdruk door leeftijdgenoten toenemen, wat kan leiden tot ongewenst of risicovol gedrag.

Ook kan het niet (goed) kunnen meegaan in het gebruik van sociale media bijdragen aan gevoelens van onzekerheid en eenzaamheid. Meer algemeen kunnen frustraties over de vergrote afstand tot leeftijdgenoten, en nieuwe offline en online omgangsvormen en gedragsregels leiden tot ‘internaliserend’ (angst, somberheid) of ‘externaliserend’ (agressie, middelengebruik) probleemgedrag en verminderd fysiek, mentaal en sociaal welzijn. Wetenschappelijk onderzoek laat ook zien dat jeugd met verminderd welzijn meer problemen ervaart in peer-relaties. Deze cirkel doorbreken is cruciaal.

Zet in op leeftijdgenoten

Gezien het grote belang van peers, doen gemeentelijke beleidsmakers er goed aan om bij coronamaatregelen in jeugdsectoren in te zetten op leeftijdgenoten. Hiervoor vijf tips:

  • Monitor het welzijn van jongeren, en vraag specifiek naar hun peer-relaties: hoe ervaren zij het contact met broers/zussen, klasgenoten, vrienden, of hun verkering? Let op belangrijke signalen van problemen en verminderd welzijn. 
  • Bied heldere richtlijnen en haalbare mogelijkheden om leeftijdgenoten te ontmoeten (conform de anderhalvemeterrichtlijnen), via gezamenlijke onderwijsprojecten of sporten. Evalueer gangbare ‘hangplekken’ van jeugd in de openbare ruimte: kunnen meerpersoonsbankjes worden vervangen door creatieve eenpersoonsziteenheden?
  • Stimuleer online contact met leeftijdgenoten, door jongeren te voorzien van hardware (computer of smartphone) en software (veilige applicaties). Bied hiervoor ruimte in hun dagplanning, privacy, en versoepel schermtijdregels (leeftijdsadequaat). Monitor wat jongeren online meemaken en hoe ze online contacten met peers ervaren. 
  • Betrek leeftijdgenoten bij de implementatie van maatregelen. Het tonen van de hoge percentages leeftijdgenoten die zich verantwoordelijk voelen en de regels volgen, versterkt de sociale norm om dit ook te doen. 
  • Let op kwetsbare jeugd met bijvoorbeeld een migrantenachtergrond, lagere sociaal-economische status, onstabiele thuissituatie of ontwikkelingsstoornis. Voor hen kunnen veranderingen in contact met leeftijdgenoten extra problematisch zijn. 

Bovenstaande aandachtspunten zijn gebaseerd op eerder wetenschappelijk onderzoek. Om nieuwe inzichten te genereren in de precieze effecten van 
veranderingen in offline en online peer-relaties op jeugdwelzijn door corona, en deze tijdig toe te passen in beleid, is samenwerking tussen beleidsmakers en wetenschappelijke onderzoekers ontzettend belangrijk.

Dr. Daphne van de Bongardt is universitair docent en onderzoeker bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, en verbonden aan het interdisciplinaire netwerk van Peer Relations Researchers (PRR-EUR).

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl