VNG Magazine nummer 10, 12 juni 2020

Er vertrekken weer vliegtuigen met toeristen naar vakantiebestemmingen. In krappe drukcabines verzamelen zich honderden personen, die zich urenlang blootstellen aan het risico van besmetting met corona. 

Het leek mij goed om het bovenstaande te markeren, voorafgaand aan een bespreking van de spanning tussen het coronacrisismanagement en de waarden van democratie en rechtsstaat. Deze spanning kwam vorige week hard op tafel, toen in Amsterdam burgers gebruikmaakten van hun grondrecht om te demonstreren. 

Al snel ontstond discussie over de afweging die de burgemeester van Amsterdam had gemaakt. Hoe verhoudt het grondrecht van de vrijheid van vergadering en betoging zich tegenover het risico daarvan voor openbare orde en gezondheid? De burgemeester koos ervoor om de vrijheid van vergadering en betoging voorop te stellen. Met een gezondheidsrisico als inherent gevolg. Dat kwam haar op veel kritiek te staan. 

Maar dergelijke afwegingen zijn een dilemma. Het gaat om een keuze uit twee opties, waarbij het één altijd schade aan het ander veroorzaakt. Als je het één doet, komt het ander in de verdrukking. Beide opties vertegenwoordigen waarde, maar ze gaan nooit goed samen. Gezondheid is goed, maar het grondrecht van vrijheid van vergadering en betoging is dat ook. 

Bij dilemma’s is er geen ultieme keuze. Het beste wat we kunnen is bij de keuze voor het één ook investeren in het ander. Een keuze voor het grondrecht én de beste inspanning voor gezondheid. Over de praktische invulling van die keuze door de burgemeester van Amsterdam valt te twisten, maar met haar principiële keuze vind ik niets mis. Sterker, het is hoog tijd dat we de balans tussen gezondheid en grondrechten herstellen. Niet omdat ik tegen gezondheid ben, maar omdat grondrechten de basis van onze democratie en rechtsstaat zijn.

Als je het één doet, komt het ander in de verdrukking

Onder druk van de uitbraak van COVID-19 was gezondheid terecht even het belangrijkst en werd ze boven alle andere waarden geplaatst. Van daaruit hebben bestuurders en ambtenaren hun best gedaan om ‘het andere’ zo goed mogelijk te borgen. Democratie en rechtsstaat kwamen op de achtergrond, in ruil voor een sterk rondom de uitvoerende macht gecentreerde crisisorganisatie. 

Maar nu is het tijd om de waarden van democratie en rechtsstaat terug op de voorgrond te plaatsen. Dat betekent óók dat we de inrichting van de decentrale eenheidsstaat respecteren. Een afweging over het toestaan van een betoging laten we aan de burgemeester, die daarover in de gemeenteraad verantwoording aflegt. De Tweede Kamer houdt zich daarbuiten. En de afwegingen over het nut en de risico’s van het vliegen naar vakantiebestemmingen? Dat lijkt me nu typisch een afweging voor de Tweede Kamer. Sommige dingen laten we juist in het nieuwe normaal lekker bij het oude.

Martijn van der Steen, co-decaan NSOB en bijzonder hoogleraar EUR, steen@nsob.nl, @martijnvdsteen