VNG Magazine nummer 10, 12 juni 2020
Auteur: Leo Mudde | Beeld: Robin van Lonkhuijsen/ANP
Apeldoorn ontving vorige week koning Willem-Alexander. Hij kwam in het stadhuis kijken hoe de corona-uitbraak uitwerkt op de gemeentelijke organisatie en op de dienstverlening.
Op 27 mei was koning Willem-Alexander voor een werkbezoek in Groningen, waar hij met aardbevingsgedupeerden sprak over de impact die de coronacrisis op hun leven had. Twee dagen later liep hij rond op Utrecht Centraal en sprak daar met betrokkenen, van hoog tot laag, over het openbaar vervoer in coronatijd.
De koning en koningin Máxima reizen wat af, deze dagen. Kappers en nagelverzorgers in Limburg, vrijwilligers van amateurvoetbalclubs in Eindhoven, de voedselbank in Delft, allemaal kregen ze koninklijke aandacht.
Vorige week was de gemeentelijke crisisorganisatie aan de beurt en daarvoor was de keuze gevallen op Apeldoorn. Een week van tevoren was de gemeente geïnformeerd over het werkbezoek van de koning. Vijf werkdagen om een programma in elkaar te draaien. Heeft gemeentesecretaris Theo Berben daar wakker van gelegen?
Route uitgestippeld
‘Nee hoor’, zegt hij. ‘We hebben uitstekende mensen die dit, samen met de Rijksvoorlichtingsdienst, in korte tijd konden organiseren.’
Iets aan het toeval overlaten, dat kon natuurlijk niet. Daarom werden alle geschikte plekken in het stadhuis bekeken, werd een route uitgestippeld en werden ambtenaren voorbereid op een gesprek met de koning. Want die had nadrukkelijk aangegeven dat hij vooral met de uitvoerders wilde praten, zoals hij dat ook bij andere bezoeken doet. De helden die tijdens de pandemie het land draaiende houden.
Berben: ‘Het is zoals onze premier zegt: we moeten samen, met 17 miljoen Nederlanders, uit deze crisis komen. Wij doen het ook samen, dat hebben we in het programma van het bezoek laten doorklinken.’
Hij wilde vooral met de uitvoerders praten
Toch waren het niet de uitvoerende medewerkers maar burgemeester Ton Heerts en de secretaris die, comform het protocol, de koning als eersten mochten bijpraten. Heerts over de plek van de gemeente in de landelijke crisisorganisatie, Berben over de gemeentelijke structuur. Maar snel daarna liep de koning door naar achtereenvolgens de medewerkers van het Klant Contact Centrum en het multidisciplinaire team Acute Bevolkingszorg. Willem-Alexander wilde precies weten hoe dat nou in z’n werk gaat, telefonische dienstverlening. Is er bijvoorbeeld altijd iemand op het stadhuis aanwezig om mensen te ontvangen (antwoord: ja)? En aangifte doen van een geboorte, kan dat ook online (antwoord: nee)? Het aanbieden van noodopvang voor kwetsbare kinderen, hoe organiseer je dat in een uitgestrekte gemeente als Apeldoorn? Hoe bereik je de kwetsbare gezinnen die nu niet in beeld zijn bij de instanties?
Slagkracht
De koning had zich goed ingelezen in de dagelijkse gemeentelijke praktijk. En, zei hij, daarmee impliciet een compliment uitdelend, hij had de afgelopen weken al heel wat voorbeelden van slagkracht bij gemeenten gezien.
Op het programma stond verder een gesprek met raadsgriffier Arjan Oudbier en twee raadsleden, vicevoorzitter van de raad Jenny Elbertsen (VVD) en SGP-fractievoorzitter Henk van den Berge, over de ervaringen met digitaal vergaderen en of je als raadslid in deze tijden de politiek nog wel goed kunt combineren met je werk. De virtuele vergaderingen zijn lastig, vertelden zij. ‘Een belangrijk deel van het debat is toch dat je mensen in de ogen kunt kijken’, zei Oudbier. Elbertsen miste de ‘wandelgangen’ die volgens haar een belangrijk onderdeel zijn van het politieke proces. De koning knikte instemmend toen hij hoorde dat de griffier werkt aan een locatie waar de raad weer voltallig kan vergaderen.
Ook het ‘democratisch gat’ kwam aan de orde: hoe voorkom je dat de raad te ver op afstand komt te staan van besluitvorming in de veiligheidsregio. Daar is in Apeldoorn in ieder geval aandacht voor. Burgemeester Heerts, voorzitter van de gemeenteraad én van de veiligheidsregio: ‘Als de veiligheidsregio iets heeft besloten, bel ik direct vanuit de auto met de leden van het presidium van de raad. Via hen gaat de informatie naar de fracties. Raad en college worden zo in ieder geval gelijkwaardig behandeld.’
Eenrichtingsverkeer
Het laatste onderdeel van het bezoek was een gesprek met de manager openbare ruimte en een horecaondernemer, over de inrichting van de terrassen en de maatregelen in de binnenstad om aan de anderhalvemeterregel te voldoen. Hoe dat laatste in de praktijk werkt, zag de koning tijdens een korte wandeling door het centrum. De gemeente heeft daar ook voor voetgangers eenrichtingsverkeer ingevoerd – met wisselend succes overigens, want voetgangers zijn niet gewend op verkeersborden te letten als ze in een stad lopen.
Dat de koning zo intensief het gesprek met de uitvoerende medewerkers van de gemeente aanging, was opvallend. Burgemeester Ton Heerts is trots op zijn organisatie en hij noemt de koninklijke aandacht ‘een compliment voor alle gemeenteambtenaren van Nederland’.
Waarom koos de koning Apeldoorn voor zijn bezoek? Heerts: ‘Dit is eigenlijk een vraag voor het Koninklijk Huis. Dat wilde een gemeente bezoeken waarvan de burgemeester ook de voorzitter is van de veiligheidsregio. Apeldoorn past in dat plaatje. Daarnaast zijn wij van oudsher een koninklijke stad, misschien speelde dat ook mee.’
Er zijn burgemeesters die jaren moeten wachten op een bezoek van de Oranjes, Heerts overkwam het al een klein halfjaar na zijn benoeming. Zit Apeldoorn nu de komende tien jaar in de koninklijke wachtkamer? ‘Dat zullen we zien’, lacht de burgemeester. ‘Ik voel me vereerd met de aandacht van het Koninklijk Huis. Afgelopen januari mochten wij ook al de koningin ontvangen.’