VNG Magazine nummer 10, 12 juni 2020

Auteur: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Shutterstock

Net als digitaal vergaderen, neemt digitaal participeren vanwege het coronavirus een grote vlucht. In Capelle aan den IJssel staat het in de kinderschoenen, Alphen aan den Rijn heeft meer ervaring.

 

Online participatie

De Florabuurt in Capelle aan den IJssel wordt herontwikkeld. De wijk, met zo’n 850 woningen uit de jaren zestig en zeventig, is toe aan een opknapbuurt en wordt tegelijkertijd verduurzaamd. Het college had omwonenden al betrokken bij de plannen. De gemeenteraad wilde ook graag de mening van de inwoners horen voordat er een besluit wordt genomen over de eerste aanzet voor de vernieuwing.

Voorheen, zegt plaatsvervangend griffier Ariëtte Goslings van de Capelse raad, zou er dan een bewonersbijeenkomst worden belegd in het buurthuis. Maar de beperkende maatregelen die zijn uitgevaardigd vanwege het coronavirus, maakten dat onmogelijk. En dus week de raad uit naar een bijeenkomst op internet. ‘Zo kon de raad alsnog in dialoog treden met de bewoners,’ zegt Goslings, die de bijeenkomst samen met de fracties organiseerde. ‘We willen niet alleen maar zenden. En de inwoners hebben daadwerkelijk zorgpunten meegegeven en antwoord gegeven op vragen die de fracties hadden.’

Capelle aan den IJssel is niet de enige gemeente die vanwege de coronamaatregelen voor de participatietrajecten is uitgeweken naar het internet, zegt Jeroen Bruijns. Hij is projectleider Lokale Digitale Democratie bij de VNG en betrokken bij het platform Democratie in Actie, waarin BZK, de VNG en de beroeps- en belangenverenigingen nieuwe initiatieven helpen ontwikkelen om de lokale democratie te vernieuwen en te verbeteren. ‘Zo’n kwart van de Nederlandse gemeenten heeft al iets als het gaat om digitale participatie,’ zegt hij. ‘Dat gaat van ad-hoc-initiatieven tot multifunctionele platforms. En meer dan 50 procent van de gemeenten is zich nog aan het oriënteren hierop.’ Bruijns baseert zijn ervaringen op een nulmeting van Tilburg University, net voor de corona-uitbraak, op webinars die Democratie in Actie in mei uitzond om vraagstukken rondom digitale participatie te bespreken. 

Duidelijke spelregels
De eerste ervaring in Capelle aan den IJssel, waar inmiddels meer onlinesessies zijn geweest, leerde dat er wel duidelijke spelregels nodig zijn. Want hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat alle inwoners aan bod komen?

‘We hebben van tevoren gevraagd wie er wilde spreken en welke vragen en thema’s er aan bod zouden komen,’ zegt Goslings. ‘Daar hebben we een agenda mee gemaakt. En we hebben ook mensen die dezelfde vraag hadden, geclusterd. Bij de vergadering zelf hebben we eerst gecheckt of iedereen aanwezig was. Na afloop hebben we een uitgebreid verslag gedaan in de lokale krant, zodat iedereen kennis kon nemen van wat er is besproken.’

Democratie in Actie bracht onlangs een handreiking uit waarin al dit soort vragen aan bod komen. Wat kan en mag er allemaal? De belangrijkste tip: begin niet zomaar, maar werk het eerst goed uit. De democratische legitimiteit moet geborgd zijn, de privacy en veiligheid gegarandeerd. En het moet duidelijk zijn wie je wilt bereiken, en of het instrument dat je daarvoor inzet, het juiste is.

Blijvertje
Alphen aan den Rijn heeft al meer ervaring met digitale participatie. Het maakt gebruik van het open source platform OpenStad, ontwikkeld door de gemeente Amsterdam. En dat bevalt, zegt wethouder Gert-Jan Schotanus (Nieuw Elan). Ook als straks de coronacrisis voorbij is, is dit een blijvertje. ‘Dit is altijd bereikbaar, en mensen kunnen het terugzien.’

Momenteel lopen er twee trajecten waarbij OpenStad wordt gebruikt. Voor het project Alphen Centrum Begroot heeft de gemeente 30.000 euro beschikbaar gesteld. Bewoners van het centrum worden uitgedaagd met concrete plannen te komen om hun wijk ‘leuker, fijner en groener’ te maken. Het leverde ruim veertig voorstellen op. Daarvan zijn er twaalf door naar de tweede ronde die momenteel loopt. Daarin kunnen centrumbewoners stemmen op de voorstellen. Ook in het dorp Zwammerdam loopt een traject.

Veel mag, zegt wethouder Schotanus. ‘We hanteren het principe “ja, tenzij”. We hebben drie eisen: de voorstellen mogen niet in strijd zijn met de wet, ze moeten passen in het beleid van de gemeente en ze moeten ten gunste komen van de inwoners. De twaalf die overgebleven zijn, zijn allemaal uitvoerbaar.’

Dwarsdoorsnede
De groep mensen die reageert, is zeer uiteenlopend, zegt Schotanus. Er zitten ondernemers tussen, inwoners en maatschappelijke organisaties. ‘Een brede dwarsdoorsnede van de samenleving heeft een bijdrage geleverd.’ En het fijne van een digitaal traject is, dat het bereik veel groter is. ‘Op een gemiddelde bewonersavond komen vooral de direct betrokkenen. Hier reageren ook de inwoners van een paar straten verderop. Juist voor de inrichting van het centrum  is de betrokkenheid van de gemeenschap echt belangrijk.’

Gaat het digitale overleg de bijeenkomsten in dorps- en buurthuizen vervangen? Nee, zegt Goslings. ‘Het is én-én. Want het is ook heel prettig om elkaar te blijven zien.’ Schotanus: ‘Straks komt de postcoronatijd, waarin we weer naar buurthuizen kunnen. Dat gaan we ook weer doen. Maar het werken met dit soort software blijft, daar ben ik echt van overtuigd.’

Handreikingen en tips

Het platform Lokale-democratie.nl, waar ook Democratie in Actie is ondergebracht, bevat diverse handreikingen en praktische tips over digitale participatie. Lees meer