VNG Magazine nummer 17, 5 november 2021
Auteur: Marten Muskee | Beeld: Erald van der Aa
De Zeeuwse gemeenten hebben het ‘eilanddenken’ doorbroken. Ze werken gezamenlijk ‘met inbreng naar vermogen’ aan de asielopvang in Zeeland. Gemeentesecretaris Hans Schild van Goes is trots dat het lukt.
De opvang van asielzoekers is een hoofdpijndossier. Trekt u dit vlot?
‘Alle dertien Zeeuwse gemeenten hebben een gezamenlijk aanbod gedaan aan het rijk om de opvang en inburgering van vluchtelingen en asielzoekers te gaan begeleiden. Die aanpak is redelijk uniek. Voorheen was het op dit vraagstuk ieder voor zich. Wij benaderen de vluchtelingen als potentiële nieuwe Zeeuwen. Die hebben we gezien de demografische ontwikkelingen hard nodig. Dat betekent dat we ze zo snel mogelijk willen laten landen en inburgeren. Er komen drie duurzame asielzoekerscentra: in Goes, Middelburg en Terneuzen. Alle andere gemeenten daaromheen leveren ook een bijdrage, bijvoorbeeld in de vorm van opvang van extra statushouders, extra investeringen of het beschikbaar stellen van hulp bij de inburgering. De commissaris van de Koning werd heel blij toen hij ons bottom-up-aanbod binnenkreeg.’
Hoe verlopen de inspanningen tot nu toe?
‘We hebben nog geen locaties. De gemeenten waar de azc’s komen, zijn bezig met studies. Die zullen uiteindelijk in samenspraak met de inwoners worden aangewezen. Dan komt het dichterbij en wordt het wellicht wat spannender. De raden en colleges hebben hier allemaal mee ingestemd, dus bestuurlijk draagvlak is er. We sluiten de ogen niet voor de dilemma’s bij inwoners. Er zal nog wel gediscussieerd worden. Terneuzen, Middelburg en Goes hebben ervaring met de opvang, voor de inwoners is het niet nieuw. We merken dat de gemeenten nu een beetje naar deze drie kijken. Op de flankerende zaken loopt het nog niet helemaal als vanzelf, daar zit de ambtelijke werkgroep bovenop. Iedereen gaat leveren, de vorm waarin slijpen we nog fijn. Ik vind dit initiatief absoluut kansrijk en vernieuwend.’
Wat adviseert u andere regio’s?
‘Wat bij ons heeft geholpen, is dat we de afspraak gemaakt hebben als regio die taak op te pakken. We hoeven niet allemaal noodopvang te realiseren. Als de één dat doet, kan de ander wat anders doen. Op het moment dat je het totale pakket samen organiseert, wordt het ineens een stuk gemakkelijker. Bij ons lukt dat met dertien gemeenten in de regio misschien net iets gemakkelijk, maar dit kan echt overal regionaal aangepakt worden. Op het moment dat je de afspraak maakt dat iedereen meedoet in welke vorm dan ook, is eigenlijk ook dat bestuurlijk commitment aanwezig. De ene gemeente is wat enthousiaster dan de andere. Dat is altijd zo geweest en zal ik niet ontkennen. Maar het maakt het een stuk gemakkelijker als je samen de schouders eronder zet. Dit proces valt op, we krijgen vragen uit het hele land.’