VNG Magazine nummer 11, 26 juni 2020

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Merlijn Doomernik/ANP 

De Regionale EnergieStrategie moet uiteindelijk door de gemeenteraden worden vastgesteld. Maar kunnen zij straks nog met goed fatsoen ‘nee’ zeggen tegen een RES die regionaal is voorgekookt?
 

Douwe Jan Elzinga

Douwe Jan Elzinga, hoogleraar staatsrecht en gespecialiseerd in lokaal bestuur, noemt de kans ‘levensgroot’ dat de RES gemeenteraden door de strot wordt geduwd. ‘De beslissingsbevoegdheid van de gemeenteraad heeft straks nauwelijks nog iets om het lijf en is het waarschijnlijk slikken of stikken’, schreef hij in een betoog op LinkedIn. Hij baseert zijn wantrouwen op de lessen uit het verleden: ‘Bij eerdere regionale operaties, zoals de omgevingsdiensten en de regionalisering van het sociaal domein, mochten ook aanvankelijk duizend bloemen bloeien, maar uiteindelijk was het toch de nationale overheid die de knopen doorhakte.’

Volgens Elzinga is het een algemeen probleem dat grote operaties in Den Haag, tussen de departementen onderling worden voorgekookt. ‘In die kokers ziet men de gemeente vooral als een soort uitvoeringsorganisatie. Dat geldt ook voor de RES. Die moet passen in het Klimaatakkoord en daarom worden ze zo georganiseerd, dat gemeenten alleen nog maar kunnen instemmen. Als het dan op besluitvorming in de raad aankomt, zijn de hazen al gelopen.’

Maar het is volgens Elzinga ‘volkomen evident’ dat de gemeenteraad, die de baas is van de gemeente, bij zoiets groots als de energietransitie zeggenschap over de RES moet hebben. ‘Veel gemeenteraden zeggen: wij willen gewoon beslissen over die RES-inbreng en dat gaan we ook doen. Ik denk dat ze een heel sterk punt hebben. Een Klimaatakkoord is geen reden om een gemeenteraad zijn bevoegdheden af te pakken.’

Autoriteit

Vóór vanuit departementen iets over provincies en gemeenten wordt uitgerold, zou er één sterke minister moeten zijn die de baas is, de minister van Binnenlandse Zaken. ‘Een autoriteit die zegt: ik maak uit welke taken passen bij een gemeente, provincie of waterschap of uitvoerende diensten. Dan kan meneer Wiebes of wie dan ook wel met een mooi plan komen, maar ik vind als minister van Binnenlandse Zaken dat dat niet past. Maar die autoriteit hebben wij niet meer. En dus worden taakstellingen in departementen voorbereid en vervolgens naar gemeenten en provincies weggezet.’

Elzinga vindt het een mooie opdracht voor de volgende kabinetsformatie: meer eenheid brengen in het decentraal bestuur. ‘Het is nu een beetje gooi-en-smijtwerk, wat de taakstellingen betreft. Daar moet meer ordening in komen. Daar is ook draagvlak voor. Ik zie allemaal brandbrieven van burgemeesters en commissarissen van de Koning dat het zo echt niet langer kan.’

Raadsleden: ‘Nee zeggen is geen optie’

Wat vinden raadsleden zelf, mogen zij straks alleen nog maar bij het kruisje tekenen voor een voorgekookte RES of hebben ze nog iets in te brengen? We vroegen het aan het VNG-lezerspanel.

Margriet Boersma (CDA Zwolle) denkt dat, als je als gemeenteraad niet oplet, het Rijk inderdaad veel bepaalt. ‘Maar ik merk dat als je er als partij veel energie in steekt, je ook daadwerkelijk input kunt leveren.’ Maar uiteindelijk heeft de raad altijd de ruimte om nee te zeggen. ‘Daar is de besluitvorming voor bedoeld.’
Tobias Holtman (ChristenUnie Aalten) vreest, mét Elzinga, dat de RES de gemeenteraad door de strot wordt geduwd. ‘De oorspronkelijke gedachte sprak mij wel aan. Het creëren van draagvlak en acceptatie in de regio was een belangrijke pijler. In mijn optiek zou de gemeenteraad daarin een belangrijke rol moeten spelen. Maar hoe het proces is ingevuld, vind ik verontrustend en het staat te ver op afstand van de gemeenteraad. De raden worden nauwelijks betrokken bij de totstandkoming van de RES.’
Hij vindt Marijke van der Meer (Zo! Zoetermeer) aan zijn kant. ‘De RES is ambtelijk voorbereid en we hebben daar als raadsleden superweinig van meegekregen. Een bijeenkomst voor raadsleden is vanwege corona geschrapt. Als raad mogen we wensen en bedenkingen meegeven, maar ik vrees dat invloed van de raad heel klein zal zijn.’ 
Vincent Prins (CDA Sliedrecht) voelt zich daarentegen niet voor het blok gezet: ‘Als de RES echt door de strot wordt geduwd, weet ik zeker dat bestuurders hun best doen om rekening te houden met de trillingen van de stembanden. Bij bestuurders in de regio Drechtsteden zie ik een oprechte wil om voldoende inbreng vanuit de zeven raden te krijgen.’
Ook Roel Eefting (D66 Overbetuwe) voelt zich niet onder druk gezet: ‘We hebben als raad ingestemd met de startnotitie RES. Daarin staat duidelijk dat de colleges het conceptbod indienen en dat het eindbod door de raden moet worden geaccordeerd.’ Maar ook hij verwacht weinig ruimte voor een eigen inbreng, straks. ‘Nee zeggen is geen optie. Het kan alleen gaan om een andere weg naar het einddoel toe. We zullen dan met regionaal afgestemde alternatieven moeten komen.’

Wilt u ook meepraten over het lokaal bestuur? Meld u dan aan voor het lezerspanel via redactie@vngmagazine.nl