VNG Magazine nummer 19, 3 december 2021

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller

Een vechtscheiding was het niet. Maar toen Hardenberg in 2019 de stekker uit de gezamenlijke bestuursdienst trok, bleef het veel kleinere Ommen met een kater achter. Na zeven jaar moest het de organisatie opnieuw opbouwen. From scratch.
 

Hans Vroomen, burgemeester Ommen

Waar andere gemeenten na het klappen van een ambtelijke samenwerking zouden eindigen in een gemeentelijke herindeling, al dan niet met lichte drang van de provincie, koos Ommen na de breuk met Hardenberg voor de vlucht voorwaarts. De gemeente moest een kleine maar krachtige netwerk- en regieorganisatie worden, een Ommen 4.0. Met generalisten als ambtenaren, zonder ingewikkelde managementstructuren, zegt burgemeester Hans Vroomen.
De Radboud Universiteit, die de ontwikkelingen nauwgezet volgt, typeert de nieuwe organisatie zo: ‘Ommen wil als zelfstandige gemeente nabij zijn aan de burger. Ze wil innovatief zijn, en een kweekvijver voor ambtelijk talent.’ Er is voor gekozen uitvoerende activiteiten uit te besteden en activiteiten met betrekking tot regie en beleid zelf te doen. Nu dit organisatiemodel bijna drie jaar bestaat, is de vraag voor de universiteit in hoeverre dit een duurzaam model is voor de toekomst voor de gemeente Ommen – en voor andere kleine plattelandsgemeenten

Hoe duurzaam is uw model?
‘Ik heb er alle vertrouwen in, maar we zijn nog volop in ontwikkeling. Het is ook nog vers. In 2018 maakten we met Hardenberg afspraken over de ontvlechting, 2019 stond in het teken van het dozen openmaken, letterlijk. Al die dossiers die hiernaartoe kwamen. Ik vond het wel spannend of je hier op 2 januari 2019 een paspoort kon krijgen. Dat is gelukt. Ook zijn we erin geslaagd begrotingen te maken en onze taken uit te voeren. We geven gewoon vergunningen af.’

Vanzelfsprekend, toch? Als een gemeente dát al niet meer zou kunnen…
‘Het was toen niet vanzelfsprekend, we moesten echt from scratch beginnen een nieuwe gemeente neer te zetten. 2019 was een heel spannend jaar. 2020 wilden we gebruiken om onze organisatie echt op te bouwen, focus aan te brengen. Die focus kwam er ook, maar op een volstrekt andere manier dan we hadden gedacht.’

We waren niet bezig met integratie, maar met desintegratie

Want toen kwam corona…
‘Precies. In plaats van op de organisatie kwam de focus te liggen op andere vragen. Hoe houden we het hoofd van de gemeenschap Ommen boven water en hoe komen we door deze periode heen? Corona betekende ook dat medewerkers niet meer op het gemeentehuis werkten. Geen direct contact hebben met je collega’s, dat is een heel andere manier van werken. We waren niet bezig met integratie, maar met desintegratie. Terwijl wij juist dat integratieproces zo belangrijk vonden. Toch hebben we ook in 2020 geleverd wat we hebben afgesproken. De gemeente is wel dóórgegaan.’

Tot 2019 hadden Ommen (bijna 18.000 inwoners) en Hardenberg (meer dan 60.000) samen de beschikking over bijna zeshonderd ambtenaren. Ommen startte een organisatie met veertig fte. De kleine netwerk- en regieorganisatie, zoals Vroomen de gemeente consequent typeert, kan en wil niet alles zelf doen maar sluit waar mogelijk dienstverleningsovereenkomsten en zoekt actief de samenwerking met private partijen en de samenleving. 

Dan lever je wel iets in. Je kunt dan niet meer rechtstreeks sturen op de uitvoering.
‘Dat betekent dat je goed moet definiëren wat je wensen zijn en dat je met elkaar afspreekt wat er daadwerkelijk wordt geleverd. Aan de andere kant moet je aan de voorkant al bedenken wat nodig is. Als je halverwege de rit tot de conclusie komt dat het anders moet, dan is dat heel complex of helemaal niet te organiseren als je afhankelijk bent van anderen. Die notie moet je wel hebben als je voor dit model kiest. Het is de consequentie van de keuze om die kleine gemeente te willen zijn die toch haar dienstverlening op orde heeft, en vooral nabij de inwoners wil zijn. Want als gemeente zijn we ook een politieke gemeenschap.’

Onze medewerkers hebben geen functie, ze hebben een rol

Daarmee is Ommen wellicht ook interessant als werkgever, voor een bepaald type medewerker.
‘Bij de ontvlechting van de bestuursdienst konden de ambtenaren solliciteren naar een functie in Ommen. We moesten echt selecteren, velen wilden het avontuur aangaan. Hier kun je op het ene moment bezig zijn met het organiseren van beleid op het gebied van recreatie en toerisme, het jaar daarop met vraagstukken van openbare orde en veiligheid. Wij verwachten dat onze mensen daarin kunnen schakelen. Onze medewerkers hebben ook geen functie, ze hebben een rol. Zij moeten in staat zijn de zaken goed te overzien en daardoor ook goed opdrachten kunnen geven aan andere partijen. Dat vraagt heel veel energie. De werkdruk in deze fase van de ontwikkeling is groot. De uitdaging is om meer structuur aan te brengen en lange lijnen uit te zetten. We zijn nu nog erg ad hoc bezig. Dat onze mensen een brede blik op de samenleving hebben, is tijdens de coronacrisis nuttig. Maar corona liet ook zien hoe belangrijk samenwerking met andere gemeenten is, bijvoorbeeld in de veiligheidsregio. Als Ommen alleen hadden we ons nooit door de crisis heen kunnen slaan. De mindset was steeds: we moeten samen optrekken. Dat past precies bij dat model van die netwerk- en regiegemeente die we willen zijn.’

Het heeft wel iets moois, samen aan een nieuwe organisatie bouwen. 
‘Zeker, maar af en toe schuurt het ook. Het is een zoektocht voor de ambtenaren en het college, maar bijvoorbeeld ook voor de gemeenteraad. Ik denk dat de rol van de raadsleden ingewikkelder is geworden. Toen ik in 2002 begon als raadslid in Bodegraven, was de rol van de raad eenduidig: wat je daar besloot, raakte je hele gemeente. Nu, bijna twintig jaar later, moeten raadsleden zich veel meer oriënteren op samenwerking, op zakendoen binnen het Huis van Thorbecke met de provincie en het rijk, en met gemeenschappelijke regelingen. Het rijk doet zaken met de regio, hoe verhoudt zich dat tot de provincie, en hoe krijgen we als gemeente een goede positie aan de tafel, welke allianties zoeken we? Het is allemaal veel diffuser geworden, minder eenduidig en dat is een enorme zoektocht voor een raadslid, hoe ga je daarmee om? Daarom is ons organisatiemodel ook zo mooi: we willen daar als gemeente op ingericht zijn. Het zoeken naar de samenwerking sluit aan bij de ambitie van Ommen.’

Ik vind het stoer dat de provincie echt samen met ons optrekt

Er zijn provincies die zo’n situatie als waarin Ommen terechtkwam, aangrijpen om een herindeling te forceren. Stond Overijssel achter jullie keuze?
‘Ik begon hier in december 2017. Op mijn tweede dag zat ik bij de waarnemend commissaris van de Koning aan tafel. Hoe zit de provincie hierin, wilde ik weten. Ik kreeg het signaal dat Ommen zelfstandig zou blijven. Ik ervaar heel veel steun vanuit de provincie. Die vindt het wel interessant wat hier gebeurt, het model zou interessant kunnen zijn voor andere kleine plattelandsgemeenten. Ik vind het stoer dat de provincie echt samen met ons optrekt om te kijken of er, als het een beetje moeilijk wordt, ook andere oplossingen zijn dan de standaardreactie van samenvoegen. We willen laten zien dat er een oplossing is die ook kan werken. Ik heb daar vertrouwen in, maar maak me ook zorgen. De druk op onze medewerkers is groot. Na de zomer dachten we dat we weer samen konden optrekken, letterlijk. Maar het coronavirus is er nog, het is belangrijk dat we dat onder de knie krijgen. Dat is enorm ingewikkeld voor iedereen, maar we moeten daar doorheen. De kunst is om de energie vast te houden. Maar ik zie bij iedereen een commitment om dit avontuur, want dat is het, door te zetten.’

Wie is...

Hans Vroomen is sinds december 2017 burgemeester van Ommen. Daarvoor was hij raadslid (CDA) en wethouder in Bodegraven en, na een herindeling, wethouder in Bodegraven-Reeuwijk. Hij studeerde bestuurskunde in Tilburg en rechten in Leiden.