VNG Magazine nummer 16, 22 oktober 2021

Auteur: Judith Bokhove | Beeld: Casper Rila/gemeente Rotterdam

Flitspalen helpen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Het kabinet zou het mogelijk moeten maken eenvoudiger en sneller een flitspaal in te zetten, schrijft wethouder Judith Bokhove van Rotterdam. Met Utrecht, Amsterdam en Den Haag pleit ze bij het rijk voor steun.
 

Judith Bokhove

Kent u het gezegde ‘Als het kalf verdronken is, dempt men de put’? Het cynische is dat wij als overheid dat nu letterlijk doen: we wachten tot er een kalfje verdrinkt. Of meerdere ‘kalfjes’ eigenlijk, want voordat een gemeente één flitspaal mag plaatsen, moeten er eerst meerdere ongevallen plaatsvinden op de locatie, mét letselschade, waarbij hoge snelheid aantoonbaar een ‘ongevalsoorzaak’ is. Pas daarna mag een gemeente van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) een flitspaal plaatsen. 

Een tweede probleem voor de verkeersveiligheid is dat er simpelweg te weinig flitspalen zijn. En er ook nog eens voornamelijk ‘oude’ flitspalen beschikbaar zijn. Daarvoor moeten er eerst aparte stroomkabels in de grond – met alle vertraging van dien. 

Flitspalen zijn een effectief middel om de verkeersveiligheid te verbeteren

Verkeersdoden

Waarom willen we meer flitspalen? Die vraag is eenvoudig te beantwoorden. In 2020 vielen er 610 doden in het verkeer, vaak fietsers. Jaarlijks raken gemiddeld meer dan 430.000 personen betrokken bij een verkeersongeluk. Flitspalen zijn een effectief middel om de verkeersveiligheid te verbeteren. Iedereen die een boete ontvangt, onthoudt nog lang waar die boete is opgedaan en past de snelheid aan. Daarom is het van groot belang dat het rijk inzet op de plaatsing van méér flitscamera’s in Nederland. En dan ook de nieuwere, ‘hangbare’ flitscamera’s of mobiele versies. Deze zijn veel praktischer, omdat zij eenvoudig kunnen worden aangesloten op de beschikbare stroom van een verkeerslicht of lantaarnpaal. 

Handhaving

De paradox wordt nog groter als je bedenkt dat het rijk en de Tweede Kamer juist nu vragen om meer grip op de verkeersveiligheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vraagt letterlijk om een ‘proactief verkeersveiligheidsbeleid’. Daar hoort handhaving bij. Maar JenV wil nog steeds alleen handhaven ná incidenten (de verplichte ‘kalfjes’). De Tweede Kamer wil tegelijk meer werk maken van een lagere snelheid in de bebouwde kom, namelijk 30 km per uur. 

De dreiging van een boete werkt preventief, automobilisten houden zich aan de snelheid

Preventief

We zijn groot voorstander van beide wensen: proactief verkeersveiligheidsbeleid en lagere snelheden. Maar onze handen zijn gebonden. 

Wij vragen het volgende aan de ministers:

  • De dreiging van een boete werkt preventief, automobilisten houden zich aan de snelheid. En dat is veilig. Laat een gevaarlijke verkeerssituatie dus een goede grond zijn voor plaatsing van nieuwe flitspalen. Wacht niet tot de eerste ongelukken zijn gebeurd.
  • Investeer in de nieuwe generatie flitspalen die flexibel in te zetten zijn (hangbaar of mobiel).
  • Vergroot de totale voorraad.

We voeren als overheden een semantische discussie, terwijl de verkeersveiligheid in ons land als ‘slecht’ te boek staat. Onze verzoeken worden nu regelmatig als ‘overlast’ gecategoriseerd, terwijl de verkeersveiligheid in het geding is. Overlast uit zich in het kort en snel optrekkende auto’s met veel lawaai, roekeloze stuurbewegingen en opdringerig rijgedrag. Maar het brengt natuurlijk ook risico’s voor de omgeving met zich mee, namelijk dat dergelijke ‘bestuurders’ de controle over hun voertuig verliezen.

Iedereen wil meer verkeersveiligheid, maar we hebben een tekort aan modern materiaal. Dat is treurig.

Judith Bokhove (GroenLinks) is wethouder van Rotterdam.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl