VNG Magazine nummer 3, 28 februari 2025

Tekst: Marijn Molema

Het chaotische beeld rond regionale samenwerking kan vrij snel verholpen worden. Met een paar ingrepen kan meer samenhang en overzicht worden gecreëerd, betoogt hoogleraar Marijn Molema.

Vergaderende mensen

Laatst mocht ik spreken voor een gezelschap van gemeentesecretarissen, over samenwerking in de regio. Sommige deelnemers aan het gesprek waren teleurgesteld, iemand kreeg zelfs weerzin en een ander was apathisch tegenover regionale samenwerking geworden.
Deze gevoelens zijn wel begrijpelijk. Je probeert als ambtenaar, raadslid of bestuurder de controle te houden over je gemeente. En dan maken de vele samenwerkingsverbanden het er niet makkelijker op. Een gemeente is deelgenoot van tientallen stichtingen en verenigingen, pacten en allianties, gemeenschappelijke regelingen en convenanten. Zie in deze wirwar maar eens het overzicht te bewaren.

Flip-over
Toch kan zo’n overzicht, op basis van eigen herinnering en wat collectief geheugen, vrij eenvoudig ontstaan. Neem bijvoorbeeld een leeg blad op een flip-over, of desnoods een opengescheurde enveloppe op de keukentafel. Teken een cirkel en verdeel deze in twaalf segmenten. Schrijf in ieder segment een thema van de brede welvaart. U kent dat begrip wel: ‘brede welvaart is alles wat het leven de moeite waard maakt’. Het gaat over alledaagse behoeften van burgers, zoals werk en inkomen (1) en opleiding (2) in het economische domein. En over gezondheid (3), welzijn (4), het verenigingsleven (5), veiligheid (6), taal en cultuur (7) in het sociale domein. Ruimtelijk zijn er ook vijf thema’s: wonen (8), klimaat en milieu (9), klimaat (10), mobiliteit (11) en natuur en landschap (12). Zo ontstaat een ‘pizza’ in twaalf stukken. In een eenvoudig schema staat nu alles waar uw gemeente zich mee bezighoudt. 


Zie in deze wirwar maar eens het overzicht te bewaren

Vervolgens somt u per segment de samenwerkings­verbanden op waarin uw gemeente participeert. 
Gezondheid? Schrijf op: GGD. Klimaat & Milieu? Omgevingsdienst. Veiligheid? Veiligheidsregio. Enzovoort. Op een eenvoudige manier ontstaat zo een weergave van alle verbanden waar uw gemeente in deelneemt. Bovendien wordt duidelijk in welk segment twee of meer samenwerkingsverbanden actief zijn. Misschien kunnen deze wel fuseren. Of misschien blijven er segmenten leeg en dan is het de vraag of de lokale samenleving toch nog niet gebaat zou zijn bij een samenwerking op dat brede welvaartsthema. Oftewel: snoeien waar het kan, zaaien waar het moet. 
Hoewel simpel in haar eenvoud, heeft deze methode wel een probleem. Immers, waar horen samenwerkingsverbanden waar een integrale aanpak gehanteerd wordt? Waarin niet één thema of sector geïsoleerd kan worden, maar waarin het juist draait om de onderlinge verwevenheid van economische, sociale en/of ruimtelijke onderwerpen?

Fris gemoed
Deze samenwerkingsverbanden vragen om hun eigen beschrijving. Neem opnieuw een leeg vel (of de ommezijde van de enveloppe). Weer kan het bredewelvaartsmodel behulpzaam zijn. Want als u alle integrale samenwerkingsverbanden op een rijtje heeft gezet, dan kan iedere samenwerking verbonden worden met de thema’s van brede welvaart. Een wijkprogramma gaat wellicht over de gecombineerde opgave van werk en inkomen (a), veiligheid (b) en wonen (c). Een samenwerking gericht op de vitaliteit van een gebied gaat wellicht over zowel nieuwe opleidingen (a) als over het welzijn van de inwoners (b) en natuur & landschap (c). 
Op deze manier kunt u zelf het heldere beeld rond regionale samenwerking scheppen. Verwacht overigens geen extreme sensaties van uw eigen overzichten. Wel geeft het u een fris gemoed bij het bepalen of herzien van uw eigen mening.

Marijn Molema is bijzonder hoogleraar Regionale Vitaliteit & Dynamiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.