VNG Magazine nummer 20, 20 december 2024
Een ‘motie vreemd aan de orde van de dag’ gaat niet over een onderwerp dat op de agenda van de raadsvergadering staat. Zo’n motie eindigt steevast met de woorden ‘en gaat over tot de orde van de dag’. Vaak worden de moties aan het einde van de vergadering behandeld, waarna die wordt gesloten. Moeten we daarom niet stoppen met die nietszeggende slotwoorden?
Olaf Schuwer, liefhebber van gemeenterecht
Geachte heer Schuwer
De ‘orde van de dag’ slaat vanouds op de vergaderagenda. Die is niet alleen bedoeld om de vergadering te structureren, maar ook om vooraf duidelijk te maken over welke onderwerpen de raad zal spreken. Daarom zijn er ook voorschriften over het vooraf mededelen van de agenda. Zo bezien is het van waarde om goed te blijven markeren welke onderwerpen de raad vooraf heeft aangekondigd en welke daar aan het begin of tijdens de vergadering aan worden toegevoegd: de moties of interpellaties die vreemd aan de orde van de dag zijn.
Of het zinnig is om laat op de avond een motie af te handelen die concludeert dat we weer overgaan naar ‘de orde van de dag’ terwijl het enige punt op de agenda nog de sluiting is, valt inderdaad te bezien. Anderzijds: het politieke staatsrecht hangt van tradities aan elkaar.
Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard? Stuur een mail naar: thorbeckehoogleraar@vngmagazine.nl.