Laatst bijgewerkt: 26 juni 2025

Het leertraject DSO professional Omgevingswet – waarbij deelnemers in 14 maanden bijgespijkerd worden over de werking van het Digitale Stelsel en de Omgevingswet en bovendien een nuttig product ontwikkelen – is inmiddels voor de tweede keer van start gegaan. En de eerste groep deelnemers heeft onlangs de eindstreep gehaald! Frank Reiber, leergierige en bevlogen Adviseur Omgevingswet bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, reflecteert op het traject – en en passant ook op zichzelf.

Frank Reiber

Bevoorrechte positie wat betreft het DSO

Binnen het hoogheemraadschap is Frank niet de enige deelnemer aan het leertraject, maar wel de eerste. Als Adviseur Omgevingswet houdt hij zich bezig met alle DSO-content. ‘Van de waterschapsverordening tot de toepasbare regels. Ik had al vrij veel kennis, maar zie ik een kans om meer te leren, dan pak ik die graag. Dit leertraject leek me een waardevolle opleiding. Ik was nieuwsgierig naar alle nieuwe ontwikkelingen. Waar moest ik nog meer op letten in mijn vakgebied, wat wist ik allemaal nog niet? Daarnaast houd ik wel van pionieren, erg leuk dus om bij de eerste groep deelnemers te horen.’

Volgens Frank een fijne, diverse groep. ‘Heel interessant om te zien waar iedereen in zijn of haar functie en organisatie tegenloopt. En om van elkaar te leren. Mensen met meer kennis, droegen inhoudelijk wat meer bij. En de minder ervaren mensen stelden weer andere vragen, kijken anders tegen dingen aan, waarmee ze ‘experts’ aan het denken zetten. En soms dacht ik iets goed te begrijpen, maar bleek het toch anders te zitten.’ Frank ontdekte ook al snel dat zijn positie zo slecht nog niet was. ‘Ik realiseerde me dat ik in zekere zin bevoorrecht ben hier bij het hoogheemraadschap. Er was al veel energie in de Omgevingswet en het DSO gestoken; ik zit hier sinds 2019 en toen waren we er al mee bezig. En het vraagstuk is voor ons veel minder complex dan voor een gemeente. Simpel gezegd gaat het bij ons alleen om water. Maar gemeenten hebben natuurlijk veel meer onderwerpen te behandelen, zoals geluid, geur, et cetera. Ook zag ik dat bij gemeenten de kennis vaak meer gefragmenteerd was en verspreid over de organisatie.’

De tanden zetten in zoveel mogelijk keuzevakken

Franks honger naar kennis werd het meest bevredigd in blok drie. Het verdiepingsblok. ‘Van blok één wist ik al vrij veel. En in blok twee werkten wij weliswaar aan een product dat echt wat opleverde, maar minder voor mij persoonlijk. De focus van ons product lag op dienstverlening en procedures, terwijl ik meer van de inhoud ben. Maar in blok drie heb ik alles gevolgd wat mogelijk was. Heel fijn, al die verdieping. Bijvoorbeeld over de beleidscyclus. Hoe steekt die in elkaar? Er werd ook een handig model gepresenteerd van het beleidshuis dat helpt om al je documenten goed in te delen. Iets waar in mijn organisatie wel behoefte aan is. Er heerst namelijk echt nog wel onduidelijkheid welke documenten er nu allemaal zijn en waar ze thuishoren. Ik ben dan ook van plan dit onder de aandacht te brengen van onder meer onze strategisch adviseurs.’

‘De gastsprekers waren ook interessant. De ene keer boden ze vergezichten, de andere keer ging het over iets heel concreets om direct op te pakken. Zoals begrijpelijk schrijven. Die presentatie vond ik nogal een eye-opener. Het gaf me veel inzicht in onder meer laaggeletterdheid, referentieniveaus en taalniveaus zoals B1, maar ook heel concrete handvatten waarmee je kunt testen of een tekst toegankelijk genoeg is.’

 

‘In blok drie heb ik alles gevolgd wat mogelijk was. De gastsprekers waren ook interessant. De ene keer boden ze vergezichten, de andere keer ging het over iets heel concreets om direct op te pakken.’
 

Wat Frank ook aansprak, was de aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Zoals effectief adviseren, of veranderkunde. ‘Dit heeft inhoudelijk niet per sé met de Omgevingswet en het DSO te maken, maar is wel heel nuttig.’ En tot slot breekt hij graag een lans voor de bevlogenheid en betrokkenheid. Waarbij een beetje zelfkennis hem niet vreemd is. ‘Ik hoop dat ook in de volgende edities de passie voor de onderwerpen blijft bestaan, net als de betrokkenheid bij de deelnemers. Had ik ergens moeite mee, dan werd dit opgemerkt en werd gevraagd of ik hulp nodig had. En was ik onverwacht afwezig, dan kreeg ik een belletje: ‘Kom je nog? We missen je!’ Maar ik hoorde soms ook, geheel terecht: ‘Frank, even rustig, geef anderen ook de gelegenheid.’ Ja, ik stak nogal vaak mijn hand op, haha! Heel goed dat ze bewust ook anderen de ruimte gaven.’

Liever landelijk dan regionaal

En nog even terugkomend op blok twee, het praktijk blok: hierover wil hij zijn opmerking graag wat nuanceren. Zijn verminderde enthousiasme had ook te maken met drukte. ‘Er ging niet alleen veel tijd zitten in het product zelf maar ook in het fysiek samenkomen met de groep die over het hele land verspreid was. Tijd die ik op dat moment eigenlijk niet had. Het viel precies samen met de voor mij drukste periode van het jaar. Ik denk dan ook dat in volgende edities van het leertraject er meer rekening gaat worden gehouden met de cycli van de verschillende bevoegd gezagen. Bijvoorbeeld door de optie te bieden om meer online samen te komen in drukke werkperiodes.’ 

Op de vraag of een meer regionale leergang handiger zou zijn, volgt echter een resoluut ‘nee’. ‘Juist het landelijke karakter trok me. In je eigen regio weet je vaak al wat er speelt en hoe iedereen dit oppakt. Maar in andere regio’s gebeuren heel anderen dingen en werkt men bijvoorbeeld op een heel andere manier samen. Mooi om daardoor geïnspireerd te worden! Neem bijvoorbeeld het OPD, het Omgevingsplatform Drenthe. Hier in Noord-Holland is die samenwerking binnen de keten er niet op die manier.’ Wel bestond er al een (landelijke) netwerk van waterschap-collega’s, dat sinds het leertraject groter is geworden. ‘Elke dinsdag kom ik samen met waterschapcollega’s uit het hele land. Waar lopen we tegenaan, herken je dit, hoe lossen we dit op? Heel prettig. En hier zijn nu ook mensen van het leertraject bij aangesloten.’ 
 

‘In je eigen regio weet je vaak al wat er speelt en hoe iedereen dit oppakt. Maar in andere regio’s gebeuren heel anderen dingen en werkt men bijvoorbeeld op een heel andere manier samen. Mooi om daardoor geïnspireerd te worden!’
 

Zuig kennis op... en deel

Frank is sowieso groot voorstander van samenwerken en delen. Iets dat wat hem betreft ook (mede) de insteek moet zijn van deelname aan het leertraject. ‘Haak niet alleen aan om je eigen kennis te vergroten, maar kijk ook naar wat je binnen je eigen organisatie kunt delen. Ik zeg er meteen bij dat ik daar zelf niet het beste voorbeeld van ben – ik neem veel op, maar het vervolgens uitleggen, vind ik lastiger – maar er waren deelnemers bij die na elke sessie direct de opgedane kennis met hun collega’s deelden. Supergoed. Het leertraject heeft beperkte plekken en op deze manier doen zoveel mogelijk mensen er hun voordeel mee. En als je collega’s meer weten van de Omgevingswet, snappen ze beter waar je mee bezig bent, waardoor je eigen werk ook makkelijker wordt.’