Laatst bijgewerkt: 15 mei 2025

In het leertraject DSO-professional Omgevingswet – een initiatief van VNG, IPO en Unie van Waterschappen – worden deelnemers gedurende 14 maanden in de volle breedte bijgespijkerd over de werking van het Digitale Stelsel en de Omgevingswet. En gaan ze tegelijkertijd heel hands on met de materie aan de slag. Onlangs, in blok 2 van het traject, hebben zeven interbestuurlijke teams onder begeleiding van groepscoaches binnen een periode van vijf maanden de geleerde theorie toepast in een concreet, zelfbedacht product. Dat idealiter niet alleen werkbaar en toepasbaar is binnen de eigen organisatie, maar ook breder ingezet kan worden. 

We trappen af met een origineel ‘receptenboek voor regelanalisten’. Drie afgevaardigden van het team erachter nemen ons mee: Anne-Lies Jongeneelen-Van Liere (regelanalist bij de provincie Zeeland), Nico Oosten (regelbeheerder bij gemeente Steenwijkerland) en groepsbegeleider Yanda van Dijk (in het dagelijks leven adviseur toegepasbare regels). Hoe kwamen ze tot dit product en wat is de meerwaarde? 


Elkaars taal leren spreken

Maar eerst even terug naar de start van het traject. Beide deelnemers hadden elk hun redenen om aan te haken. Oosten heeft een achtergrond als functioneel beheerder bij gemeente Steenwijkerland en was vanuit die functie ook betrokken bij de inrichting van Omgevingswetprocessen. “Voor de rol van Regelbeheerder werd ik gevraagd. Een compleet nieuw vakgebied. Ik zag het leertraject dan ook als een mooie manier om mijn netwerk uit te breiden. Samen met vakgenoten en andere experts kennis vergroten en samenwerking verbeteren, daar keek ik naar uit. En inmiddels ben ik alleen maar nog leergieriger geworden; er komen in dit traject zoveel zaken voorbij waar ik méér van wil weten.”

Jongeneelen-Van Liere is een jaar geleden overgestapt van het waterschap, waar ze werkzaam was als junior regelanalist, naar de provincie. De provincie vond het wenselijk dat ze aan zou sluiten bij het leertraject, iets waar ze wel oren naar had. “Het grootste voordeel vind ik dat we door deze samenwerking elkaars taal beter leren spreken. Wij werken bij de provincie met een omgevingsvisie, omgevingsprogramma’s en een verordening; de gemeentelijke uitdaging met de bruidschat en het omgevingsplan kennen wij niet. Maar we hebben wel een klik nodig met elkaar omdat we onder de Omgevingswet veel integraler moeten werken. En hoe langer ik in dit leertraject zit, hoe meer ik gemeenten begrijp. Zowel qua terminologie, als inhoud. Zo is er bijvoorbeeld qua regels voor het bouwen – gemeenten hebben er veel meer dan provincie – een wereld voor me open gegaan.”

 

Samen met vakgenoten en andere experts kennis vergroten en samenwerking verbeteren, daar keek ik naar uit. En inmiddels ben ik alleen maar nog leergieriger geworden; er komen in dit traject zoveel zaken voorbij waar ik méér van wil weten. [Nico Oosten]

 

 

 

Van verloren focus naar een concreet format

Elke deelnemer mocht uit enkele thema’s een favoriet kiezen om uit te werken tot een concreet product. Elke groep werd begeleid door één of twee groepscoaches uit de praktijk. Oosten: “Iedereen in onze groep had ‘Samenwerking in de keten als regelanalist’ op één, dus daar waren we het in elk geval over eens. We hadden ook direct een goede klik.” Maar in al hun enthousiasme rende de groep in eerste instantie bijna het doel voorbij. Groepscoach Van Dijk: “De groep had allerlei vragen geformuleerd waarop ze antwoord wilden krijgen en blééf maar informatie verzamelen. Op een gegeven moment was men collectief de draad kwijt. Er ontstond lichte paniek: wat werd het product?” 

Hier ervaarde Van Dijk zelf ook een leermomentje. “Ik had op dat moment nogal de neiging het op te lossen, maar ben blij dat ik een stap terug heb weten te doen en een faciliterende rol heb aangenomen. Ik wilde bewust ruimte geven om zelf de oplossingen te vinden. Waar liepen ze tegenaan, hoe kunnen ze dit plaatsen in het product en wat mist er nog? In anderhalf uur had de groep de focus terug en een format bedacht! Supersnel stonden alle neuzen dezelfde kant op. Ze verdeelden ook direct de taken en gingen weer aan de slag, mooi om te zien.” Waarop Oosten aanvult: “Weliswaar wat aan de late kant, we hebben echt wel moeten aanpoten om op tijd klaar te zijn, maar het is gelukt!” Jongeneelen-Van Liere was blij met de aanpak van Van Dijk en haar collega-coach: “We kregen nooit kant-en-klare verbeteringen. Ze gaven bijvoorbeeld wel aan dat we moesten bijsturen, maar hóe, daar moesten we zelf over nadenken. En daar leerden we uiteindelijk ook het meeste van natuurlijk.” 

Receptenboek: Chefs Dolle SamenwerkingsOverheid 

Het product waar de groep mee kwam, is een receptenboek: Chefs Dolle SamenwerkingsOverheid. Hierin worden de ingrediënten, bereidingswijzen en recepten gedeeld voor een smakelijke samenwerking tussen de verschillende ketenpartners bij interbestuurlijke Vergunningchecks, zodat elke Vergunningcheck soepel en efficiënt verloopt. Oosten: “Binnen ons vakgebied hebben we te maken met heel specialistische termen. De vergelijking met koken maakt het herkenbaar en toegankelijk. Zo gaat het onderdeel ‘keukengerei’ over definities en teminologie, ‘lokale recepten’ over samenwerking in de interne keten, ‘nationale recepten’ over samenwerking in externe keten’ en ‘kooktips en trucs’ over veel voorkomende uitdagingen. Het doel is dat een (beginnende) regelanalist in dit kookboek ontdekt bij welke onderwerpen hij of zij met wie moet samenwerken in de keten en in welke volgorde. En welke stappen hij moet doorlopen om tot een goede toepasbare regel te komen of een aanpassing daarvan.” Jongeneelen-Van Liere vult aan: “Het is vrij eenvoudig opgezet. Je hoeft niet per sé regelanalist te zijn om te snappen wat er staat. Dit is een bewuste keuze. We hebben nog maar een beperkte groep regelanalisten in Nederland, er moeten er veel meer bijkomen. Via dit kookboek kunnen mensen met interesse in de rol op een laagdrempelige manier kennismaken met het vakgebied.”

Maar dat het toegankelijk is, betekent niet dat het boek diepgang mist. Dat past ook niet bij de functie, die je er volgens de regelanalisten zelf ook echt niet ‘even bij doet’. “Een regelanalist speelt een belangrijke rol bij de dienstverlening naar inwoners”, vervolgt Jongeneelen-Van Liere. “En wil je regels gebruiksvriendelijk, dus goed toepasbaar maken, dan moet je heel goed alle inhoud en verbanden begrijpen. Van het waarom achter een juridische regel tot de consequenties van elke annotatie in het omgevingsloket. Oosten: “En al die verbanden komen samen in ons product.” Van Dijk: “Ik had vooraf de hoop dat er een product gemaakt zou worden dat niet alleen de projectgroep zelf, maar ook andere regelanalisten in het land goed kunnen gebruiken. En dat is  met ‘Chefs Dolle SamenwerkingsOverheid’ heel goed gelukt. Niet alleen origineel en creatief, maar de recepten bleken een mooie metafoor en vorm om het werk van een regelanalist in de vingers te krijgen. En daarbij is ook goed de vertaalslag gemaakt naar regionale samenwerking. Het receptenboek is bovendien een format dat een organisatie zelf naar eigen inzicht en behoefte kan invullen. Echt maatwerk dus.” 

 

We hebben nog maar een beperkte groep regelanalisten in Nederland, er moeten er veel meer bijkomen. Via dit kookboek kunnen mensen met interesse in de rol op een laagdrempelige manier kenismaken met het vakgebied. [Anne-Lies Jongeneelen-Van Liere]

 

 

Samenhang en samen dóen

Samenhang, zowel binnen het vakgebied van de regelanalist, als in bredere zin, blijft voor alledrie het sleutelwoord van dit DSO-leertraject. “De samenhang tussen je ketens te begrijpen, is zo belangrijk. Ik heb daar ontzettend veel van geleerd. Als je dit als regelanalist niet in beeld hebt en als je puur de juridische regel beetpakt en die gaat vertalen, dan kun je verdwalen. Want dan mis je achtergrond en verbanden, waaróm een bepaalde regel zo is opgesteld.” En ook als je geen regelanalist bent, vindt Oosten dit traject een aanrader:  “Puur om de connectie tussen alles dat met de Omgevingswet te maken heeft, te bevatten.” Waarop Van Dijk tot slot een lans breekt voor blok 2: “Ik denk dat dit misschien wel het meest waardevolle blok is in het hele leertraject. Je leert pas echt door te dóen. En hier kun je als een integrale groep, helemaal in de geest van de Omgevingswet, lekker multidisciplinair aan de slag gaan. Heel krachtig. En wat mij betreft een unieke kans.”