Laatst bijgewerkt: 26 juni 2025

Het leertraject DSO professional Omgevingswet – waarbij deelnemers in 14 maanden bijgespijkerd worden over de werking van het Digitale Stelsel en de Omgevingswet en bovendien een nuttig product ontwikkelen – is inmiddels voor de tweede keer van start gegaan. En de eerste groep deelnemers heeft onlangs de eindstreep gehaald! Attie Schout, Juridische regelanalist/DSO expert bij de Provincie Groningen blikt terug op waardevolle lessen, samen met haar mentor en VTH-teamleider Meike Kompaan.

Meike en Attie teamuitje

Geen seconde twijfel 

Toen Schout in de wandelgangen de eerste signalen van een leergang opving, twijfelde ze geen moment. ‘Ik stuurde direct een mail: wáár kan ik me aanmelden?! Haha, het zal me niks verbazen als ik de allereerste was. Ik had behoefte aan een totaalbeeld. Mijn vakgebied is natuurlijk nieuw. Veel had ik mezelf aangeleerd, met hulp van onder meer webinars, de softwareontwikkelaar en netwerken in het noorden tussen Groningen, Drenthe, Friesland en Overijssel. En natuurlijk via Pleio, dat toen volgens mij nog het ‘Regelanalisten helpen regelanalisten-forum’ heette. Op een gegeven moment had ik allerlei losse stukjes ook redelijk door, maar ik kon het niet plaatsen in het totaalplaatje. En tijdens overleggen kwamen voor mij onbegrijpelijke termen voorbij. Het DSO is zoveel meer dan toepasbare regels en als je dat ‘zoveel meer’ niet kent, dan kun je eigenlijk je werk niet goed doen.’

Het kostte dan ook geen overredingskracht om de provincie te overtuigen dat meedoen een heel goed idee was. Teamleider Kompaan beaamt dit: ‘We hebben de tijdsbelasting wel even moeten bespreken, maar het bleek prima in te passen. Het was een heel logisch moment om in te stappen: de functie was nieuw, Attie zou er alleen maar beter in worden. En het mentorschap besloten we heel ontspannen in te vullen.’ Schout verduidelijkt: ‘Vooraf werd gezegd dat je een mentor moest hebben die je wekelijks moest spreken. Maar daar ben ik het type niet zo voor. Bovendien moet er dan wel wat te bespreken zíjn. Ik wilde iemand hebben waarbij ik, gewoon op de momenten dat het nodig was, met mijn vragen terechtkon. En zo stond Meike er gelukkig ook in.’

Meer inzicht én autoriteit als regelanalist

Terugkijkend heeft het traject Schout de kennis gebracht die ze zocht. Met meer zelfverzekerdheid als bonus. ‘Ik heb absoluut het idee dat ik de verbanden nu goed zie. Ik ben ook een beetje een nerd, vind mijn vakgebied heel erg leuk, dus ik heb tijdens het verdiepende derde blok ook zoveel mogelijk onderwerpen gevolgd. Ik vond wel dat er wat betreft toepasbare regels wat meer gevorderde onderwerpen beetgepakt hadden mogen worden die nog weinig mensen in de vingers hebben. Zoals aansluitpunten, impliciete antwoorden, registerbevragingen en het archiveren van specifiek toepasbare regels. Maar zeker wat betreft de planketen heb ik veel geleerd, daar wist ik ook het minste van. Binnen de provincie zijn we nu bezig met het wijzigen van onze verordening en ik ben nu ook in staat om inhoudelijk te sturen. Ik weet welke gevolgen bepaalde structuurkeuzes hebben in het Omgevingsloket. Zowel voor de gebruiker als voor onszelf, dus hoe een aanvraag binnenkomt.’ 

Hierop haakt Kompaan aan: ‘Door het inzicht dat Attie nu heeft, is de invulling van de functie ook duidelijker binnen het provinciehuis. Bijvoorbeeld wat haar rol is bij zo’n verordening-wijziging, die net ter sprake kwam. Voorheen hadden we dat nog niet scherp genoeg.’ Schout ervaart bovendien meer autoriteit. ‘Voorheen voelde me onzeker. Dan hoorde ik tijdens een webinar dat de regelanalist ergens op moest letten, maar waarop precies? Geen idee. Doordat ik niet alles kon overzien en niet exact begreep waarom dingen werkten zoals ze werkten, zag ik niet goed wat ik toe te voegen had in overleggen. Maar nu voel ik me veel zekerder: ik weet waar ik het over heb! En er wordt ook echt naar me geluisterd; mijn collega’s hechten waarde aan mijn kennis.’

 

‘Doordat voorheen ik niet alles kon overzien en niet exact begreep waarom dingen werkten zoals ze werkten, zag ik niet goed wat ik toe te voegen had in overleggen. Maar nu voel ik me veel zekerder: ik weet waar ik het over heb! En er wordt ook echt naar me geluisterd; mijn collega’s hechten waarde aan mijn kennis.’

 

Gemeenten kijken meer naar de provincie dan gedacht

Schout leerde niet alleen meer over haar persoonlijke invloed, maar was ook verrast over de invloed van de provincie op gemeenten. ‘Het curriculum bestond ook uit bepaalde vaardigheidsmodules. Hierbij ging het over invloed hebben en ik ontdekte dat gemeenten heel erg naar de provincie kijken in hun regio. Ik had dat nooit zo in de gaten. Provincies mogen dus ook echt wel wat meer initiatief nemen, zo bleek. Wij hadden bijvoorbeeld ooit een bepaald samenwerkingsverband, de Regiogroep Toepasbare Regels, dat richting de inwerkingtreding van de Omgevingswet aan andere prioriteiten ten onder was gegaan. Ik had plotseling het besef dat het aan de provincie was om deze samenwerking weer voort te zetten, en heb dat dan ook gedaan. Sinds afgelopen januari ‘leeft’ de groep weer en komen we maandelijks bij elkaar, meestal digitaal.’ En andersom vond ik het leuk om bij gemeenten en waterschappen ‘binnen’ te kijken. Zij hebben ook andere problematiek. Ik heb de luxe dat er budget is voor een fulltime toepasbare regelfunctie, maar gemeenten zitten vaak met dubbelrollen. Dit kweekte ook begrip voor het feit dat veel gemeenten op dit vlak nog niet zo ver zijn als we hadden gehoopt.’ 

En ook op andere punten was Schout aangenaam verrast. ‘Ik zag nogal op tegen de geo-sessie. Dat was niet echt mijn onderwerp, het leek me vooral een heel zware dag. Maar het werd enorm goed uitgelegd, ik snap geo-keuzes nu ook beter. Uiteindelijk was het juist een heel fijne sessie. En wat betreft toepasbare regels dacht ik het allemaal wel te weten, maar toch kreeg ik nog een heel handige tip. Namelijk de Stelselcatalogus Omgevingswet. Ik wist dat deze bestond, maar had niet het idee dat ik er iets aan zou hebben in mijn werk. Ik gebruikte het voor de leergang nooit en miste het ook niet. Maar tijdens een sessie over toepasbare regels moesten we in de Stelselcatalogus kijken welke werkzaamheden we aan welke activiteit zouden koppelen. Toen we er diep indoken, bleek de catalogus best heel handig! In mijn werk gebruik ik hem nu als ik twijfel of ik een bepaalde werkzaamheid aan een activiteit moet koppelen. Een heel praktische tip dus waar ik achteraf heel blij mee ben.'

Een directe collega erbij

Dankzij het traject heeft Schout het gevoel er een directe collega bij te hebben. ‘Ik kende de regelanalist van Overijssel voorheen alleen digitaal. Maar hij volgde dit leertraject ook en inmiddels hebben we wekelijks contact om dingen te checken. Regelanalisten zijn vaak éénpitters, wij ook, en we zijn nu elkaars achtervang. We hebben ook elkaars inlog voor software, zodat we problemen van de ander kunnen oplossen, mocht dat nodig zijn. Bovendien woon ik inmiddels in Zwolle, dus ik loop ook makkelijk bij hem op het provinciehuis langs om de regels te testen. In andere organisaties vallen je toch andere dingen op. Vanochtend hebben we 2,5 uur dingen afgestemd met elkaar, heel fijn en handig!’

En ook aan de overige deelnemers heeft Schout veel gehad. Dat iedereen verschillende achtergronden, functies en kennis had, was een pluspunt, wat betreft Schout. ‘Ik zit zelf goed in mijn eigen onderwerp, maar vragen van mensen die er minder diep inzaten, zetten me toch aan het denken. Waarom doen we dit of dat eigenlijk zo? Ook bleek dat we binnen de provincie nog wel wat winst kunnen halen op het gebied van B1-taalgebruik, oftewel toegankelijk schrijven. Echt bijna niets van wat ik tot nu toe heb gemaakt, voldeed daaraan haha. Ik heb ‘verbeteringen doorvoeren qua taalgebruik en logica’ dan nu ook als doorlopend actiepunt in mijn agenda staan. Het ‘receptenboek voor regelanalisten’ dat ik met mijn groep in blok twee maakte, was ook een goede oefening hiervoor. Dit ging bovendien over samenwerking met je ketenpartners. Het is goed om bijvoorbeeld de vragen allemaal op dezelfde manier, en minder formeel, te stellen. Dat is veel duidelijker voor gebruikers van het Omgevingsloket.’

Meer zichtbaarheid in het provinciehuis

Met de afsluiting van het traject koud achter de rug, wil Schout zich nu eerst focussen op ‘lekker aan de slag gaan’. Haar teamleider Kompaan houdt hierbij de werkvoorraad en werkdruk in de gaten. ‘En met name de doorontwikkeling van Attie als persoon. Hoe gaan we dat invullen? Bovendien is het zaak Attie en haar collega Mieke, die als Omgevingswet/DSO ketenadviseur hetzelfde traject heeft gevolgd, goed zichtbaar te maken in het provinciehuis. Zodat alle collega’s weten waarvoor ze bij hen terechtkunnen en alle opgedane kennis ook goed in de rest van de organisatie landt.’