Elke aanpak begint met een stip op de horizon: waar willen en moeten we als gemeente naartoe werken als het gaat om de gezonde leefomgeving? Deze ambities moeten gedragen zijn binnen de gemeente en inspelen op de opgaven die spelen in uw gemeente.

Illustratie Ambities en doelen

Deels zal het hier gaan over het formuleren van nieuwe ambities. Veel gemeenten hebben immers nog geen (expliciete) ambities als het gaat om de gezonde leefomgeving. Vaak zijn er echter ook in bestaand beleid op andere onderwerpen (impliciet of expliciet) al ambities opgenomen die te maken hebben met de gezonde leefomgeving. Om daar een goed beeld van te krijgen kan een beleidsscan gemaakt worden. Dit helpt u om te bepalen waar op in te zetten en aan welke aspecten van de gezonde leefomgeving al aandacht wordt besteed en welke minder. Uiteraard is hierbij van belang wat in het coalitieakkoord staat en wat bovenliggende wettelijke kaders zijn.

Voorbeelden van ambities zijn:

  • In 2035 woont elke inwoner van onze gemeente in een groene, gezonde leefomgeving.
  • In 2040 zijn we de meest beweegvriendelijke gemeente van Nederland.
  • Ieder kind heeft een veilige en schone speelplek in de buurt van huis.

Stel gezamenlijk (vanuit sociaal en fysiek domein) kernwaarden voor de gezonde leefomgeving vast. Deze kernwaarden bieden structuur en houvast bij het werken aan de gezonde leefomgeving. Hiervoor kan de gemeente gebruik maken van de kernwaarden voor de gezonde leefomgeving van GGD GHOR. Deze kernwaarden zijn op verschillende thema’s ingedeeld en kunt u gebruiken om de kernwaarden passend bij uw gemeente op te stellen.

De ambities vanuit de omgevingsvisie vertaalt u door naar SMART doelen, doelen dus die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden zijn. Een voorbeeld van een SMART doel is: vanaf 2025 zijn alle zorginstellingen rookvrij of geldt een rookverbod. In de Handreiking Gezonde Leefomgeving in het Omgevingsplan van GGD GHOR Nederland kunt u voor verschillende thema’s voorbeelden van doelen vinden.

Van de ambities en doelen kunt u indicatoren afleiden aan de hand waarvan u uw beleid gaat monitoren en evalueren. Houd daarbij in het oog dat van veel maatregelen die bijdragen aan een gezonde leefomgeving, het effect zich lastig direct laat meten, omdat ze pas effect hebben op (heel) lange termijn of omdat het effect indirect is. Hier moet tijdens het opstellen en monitoren van doelen rekening mee worden gehouden, bijvoorbeeld door zowel doelen op outcomeniveau (gezondheidseffecten) als outputniveau (concrete indicatoren zoals hoeveelheid groen, het percentage inwoners dat de beweegnorm haalt of de luchtkwaliteit) te formuleren. De GGD en andere partijen zoals kennisinstellingen en adviesbureaus kunnen een rol spelen in het monitoren van de effecten.

Sturingsfilosofie

De sturingsfilosofie heeft te maken met de overheidsrol die u kiest. De basis voor en de uitwerking van de sturingsstijl staat in uw omgevingsvisie. Het gaat hierbij vooral over uw eigen rol en die van anderen bij het oplossen van beleidsproblemen. Als de sturingsfilosofie vroeg in het proces scherp is, kan dit u later helpen bij het bepalen van passende maatregelen voor de gezonde leefomgeving in uw gemeente. 

De overheid kan vier soorten sturing toepassen: presterende overheid (New Public Management), samenwerkende overheid (Network Governance), rechtmatige overheid (Public Administration) en responsieve overheid (Societal Resilience). De ingrediënten van deze sturing zijn, of de gemeente van randvoorwaarden naar resultaten werkt of andersom en of de overheid of de samenleving het initiatief en voortouw neemt (NSOB, 2017)

Illustratie Eisen en Akkoorden

Naast eigen ambities hebben gemeenten te maken met internationale, landelijke en provinciale wetten, kaders, eisen en akkoorden. Op verschillende thema’s die raken aan de gezonde leefomgeving, zoals luchtkwaliteit, inclusiviteit, leefomgeving en gezondheid, zijn er bestaande kaders, eisen en akkoorden waar u aan moet voldoen of rekening mee moet houden. We zetten de belangrijkste met betrekking tot de gezonde leefomgeving hieronder op een rij.

Verplichte eisen

Internationaal

VN-verdrag Handicap
Sinds 2016 geldt het VN-verdrag Handicap in Nederland, met het doel dat Nederland toegankelijk en inclusief wordt voor iedereen. De samenleving moet ervoor zorgen dat de achterstanden die mensen met een beperking ervaren om volwaardig mee te kunnen doen, worden weggenomen. Hieruit komt de verplichting voort dat elke gemeente om een Lokale Inclusie Agenda op moet stellen. Meer informatie over de Lokale Inclusie Agenda staat in de Handreiking Lokale Inclusie Agenda van de VNG.

De EU regels op het gebied van lucht(kwaliteit), die ook ingebed worden in landelijke wet- en regelgeving.

Europese Toegankelijkheidswet

Sinds 2020 geldt de Europese Toegankelijkheidswet. Door deze wet zijn er in heel Europa dezelfde standaarden voor de toegankelijkheid van onder andere het openbaar vervoer, pin- en geldautomaten en telefoonservices voor mensen met een beperking en ouderen.

Europese richtlijn omgevingslawaai

Deze richtlijn is gericht op het vermijden, voorkomen of verminderen van de schadelijke effecten van omgevingslawaai. Dit wordt gedaan door: het vaststellen van blootstelling aan omgevingslawaai, het voorlichten van het publiek over (de effecten van) omgevingslawaai, het aannemen van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en te beperken en een goede milieukwaliteit te handhaven.

Europese Klimaatwet

In deze wet is een kader gesteld voor de vermindering van de broeikasgasuitstoot in de Europese Unie tot en met 2050 en bevat ook een bindende doelstelling voor de vermindering van broeikasgassen in 2030.

EU regels natuur en biodiversiteit

De EU heeft regels opgesteld om de kwaliteit van natuur in Europa te behouden en te verbeteren door gebieden, planten en dieren te beschermen en verlies aan biodiversiteit te voorkomen. Het gaat bijvoorbeeld om de Vogel- en Habitatrichtlijn of het tegengaan van invasieve uitheemse soorten. Ook bestaat er Europees beleid op het gebied van bodem, bossen en landgebruik dat van belang is voor decentrale overheden.

EU regels water

De EU wil duurzaam gebruik van water op lange termijn waarborgen. Water speelt ook een belangrijke rol in klimaatadaptatie. Decentrale overheden hebben diverse taken op het gebied van waterbeheer. Zo moeten ze de kwaliteit van water bewaken en burgers beschermen tegen overstromingsrisico’s.

Nationaal

De Omgevingswet, waarin de regels voor ruimtelijke ontwikkeling zijn samengevoegd. De bescherming van de gezonde leefomgeving is een van de belangrijkste doelstellingen van de Omgevingswet. De Omgevingswet heeft onder andere het doel om een veilige en gezonde fysieke leefomgeving te waarborgen en te bevorderen. Ook zijn er regels opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) die gericht zijn op het beschermen van de gezondheid van inwoners en het voorkomen van schade aan het milieu.

  • In artikel 1.3 van de Omgevingswet staan de maatschappelijke doelen van de wet. Een van die doelen is een gezonde fysieke leefomgeving.
  • In artikel 3.3 van de Omgevingswet staat dat het bevoegd gezag in de omgevingsvisie rekening moet houden met het voorzorgsbeginsel en andere milieubeginselen.
  • In artikel 2.1 lid 4 van de Omgevingswet staat dat het bevoegd gezag bij de evenwichtige toedeling van functies (in het omgevingsplan) in ieder geval rekening houdt met het belang van het beschermen van de gezondheid.
  • Over gezondheid in de omgevingsvergunning gaan de artikelen 5.32 en 5.42 lid 4 van de Omgevingswet en de artikelen 8.101 en 8.102 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Het Besluit activiteiten Leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) gaan over de bescherming van de gezondheid in paragraaf 5.1.4. Deze paragraaf bevat een aantal instructieregels voor het bevoegd gezag dat verantwoordelijk is voor het nemen van beslissingen over activiteiten die van invloed kunnen zijn op de gezondheid. De instructieregels in deze paragraaf zijn als volgt:

  1. Bij de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden ter bescherming van de gezondheid houdt het bevoegd gezag rekening met de stand van de wetenschap en de professionele praktijk.
  2. Het bevoegd gezag hanteert bij de beoordeling van risico's voor de gezondheid de meest recente inzichten op het gebied van de risicobeoordeling.
  3. Het bevoegd gezag bevordert bij de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden ter bescherming van de gezondheid, de bescherming van de volksgezondheid en het voorkomen van gezondheidsschade.
  4. Het bevoegd gezag kan bij het nemen van besluiten ter bescherming van de gezondheid rekening houden met gezondheidsnormen en -grenswaarden die gelden voor stoffen, producten of activiteiten.
  5. Het bevoegd gezag betrekt bij de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden ter bescherming van de gezondheid zo veel mogelijk relevante informatie, zoals onderzoeksresultaten en gegevens over de effecten van activiteiten op de gezondheid.
  6. Deze instructieregels dienen als leidraad voor het bevoegd gezag om de gezondheid van inwoners te beschermen bij het nemen van beslissingen over activiteiten die van invloed kunnen zijn op de gezondheid.

De Omgevingswet bevat verder diverse bepalingen over bodem, luchtkwaliteit, water, geluid, geur, zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), trillingen en licht (bijlage 1).

Provinciaal

U volgt de omgevingsverordening van uw provincie.

Waterschap

De Waterschapsverordening van het waterschap waar u onder valt, die alle regels over de fysieke leefomgeving die het waterschap stelt binnen haar beheergebied bevat.

Adviezen en richtlijnen: waar kunnen gemeenten zich bij aansluiten?

Internationaal

Sustainable development goals van de Verenigde Naties

De werelddoelen voor duurzame ontwikkeling kunnen door gemeenten vertaald worden naar lokaal beleid. De VNG maakte een stappenplan voor het toetsen van beleid aan de SDG’s. Vrijwel alle SDG’s hebben raakvlak met de gezonde leefomgeving, maar met name de volgende zijn relevant binnen de context van Nederland:

  • 3. Goede gezondheid en welzijn
  • 6. Schoon water en sanitair
  • 11. Duurzame steden en gemeenschappen
  • 13. Klimaatactie
  • 17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken

Nationaal

Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de programma’s NOVEX en Mooi Nederland beschrijft de Rijksoverheid de eigen visie op de verdeling van de ruimte in Nederland. Gezondheid is hierin een belangrijk thema. Naar verwachting wordt de NOVI in de komende jaren geactualiseerd in een nieuwe Nota Ruimte.

Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)

In 2023 is het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) getekend. GALA richt zich op een domeinoverstijgende samenwerking. De stip op de horizon is “een gezonde generatie in 2040, met weerbare, gezonde mensen die kunnen opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving, en waarin sprake is van een sterke sociale basis. Waarin de fysieke en mentale gezondheid vanaf het prille begin, de eerste 1000 dagen, wordt bevorderd en behouden en waar speciale aandacht uitgaat naar mensen in kwetsbare situaties.” (Ministerie van VWS, 2023).

Dit moet bereikt worden door middel van een aantal gemeenschappelijke doelen. We noemen hier de doelen die te maken hebben met de leefomgeving.

  • Terugdringen van gezondheidsachterstanden
  • Een gezonde fysieke leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten
  • Een gezonde leefstijl
  • Het versterken van de mentale weerbaarheid en mentale gezondheid
  • Vitaal ouder worden
  • Domeinoverstijgende inzet vanuit een regionale preventie-infrastructuur

In hoofdstuk 3 van het GALA wordt per doel kort geschetst wat uw rol hierin is.De landelijke Nota Gezondheidsbeleid en het Nationaal Preventieakkoord zijn voorlopers van het GALA en met GALA bouwen we erop voort. De VNG heeft een ondersteuningsteam Gezond en Actief Leven.

Integraal Zorgakkoord (IZA)

In 2022 tekenden het ministerie van VWS en een groot aantal partijen uit de zorg het Integraal Zorgakkoord (IZA). De ambitie uit het IZA is om de zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden. Er wordt ingezet op passende zorg, regionale samenwerking, versterking in de organisatie van eerstelijnszorg, gezond leven en preventie, arbeidsmarkt, het ontzorgen van zorgprofessionals, digitalisering en gegevensuitwisseling en contractering. U heeft een belangrijke rol in het realiseren van de doelstellingen van het IZA. Er is een sterke relatie tussen het IZA en het GALA.

Nationaal Sportakkoord II

Het Nationaal Sportakkoord II heeft als ambitie om de voorwaarden om te kunnen sporten en daar plezier aan te beleven te verbeteren. Ook moet sport meer betekenis krijgen. Sport is een toegevoegde waarde aan de maatschappij doordat het gezondheid en zingeving in het dagelijks leven kan bevorderen en kansenongelijkheid en eenzaamheid kan tegengaan. Vanuit het Nationaal Sportakkoord II volgen ook taken voor de gemeenten, zoals het aanpassen van de lokale sportakkoorden om aan de ambities uit het Nationaal Sportakkoord II te voldoen en het aanstellen van een coördinator sport en preventie vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties.

Schone Lucht akkoord

Het doel van het Schone Lucht Akkoord is om de luchtkwaliteit van Nederland te verbeteren. Samen streven de deelnemende partijen naar een gezondheidswinst van minimaal 50 procent in 2030 ten opzichte van 2016. Dat betekent dat mensen langer, gezonder en met meer kwaliteit leven.

Landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving

De landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving is de basis voor klimaatadaptief bouwen, waaraan voldaan moet worden om toekomstbestendig te ontwikkelen. Het definieert wat we onder klimaatadaptief bouwen en inrichten verstaan en bestaat uit kwalitatieve doelen, kwantitatieve prestatie-eisen en richtlijnen voor de thema’s overstromingen, wateroverlast, droogte, hitte, biodiversiteit en bodemdaling.

Programma Gezonde Leefomgeving

Dit programma focust vooral op het faciliteren, inspireren en uitdagen van medeoverheden en GGD’en bij de processen rondom gezonde leefomgeving (zoals Omgevingsvisies). Inhoudelijk richt dit programma zich op gezondheidsbevordering fysiek en sociaal (bewegen, sporten, spelen, ontmoeten, sociale cohesie, mentale druk verminderen, gezond ouder worden, toegankelijkheid) en gezondheidsbescherming fysiek (milieugezondheid en infectieziekten). Het ministerie van VWS is verantwoordelijk en betrokken zijn de overige departementen, GGD GHOR en GGD’en, VNG en private partijen.

Nationaal Milieuprogramma

Het Nationaal Milieuprogramma is nog in ontwikkeling. Het doel is om te komen tot een koersboek voor een schone, veilige en gezonde leefomgeving, waarbij de gezondheidsschade door milieufactoren in 2050 verwaarloosbaar is.

Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)

Het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen is een programma van het Ministerie van VWS uit 2022. Het draagt bij aan een brede maatschappelijke beweging om ondersteuning en zorg zich meer te laten aanpassen aan de voorkeuren van ouderen. Hierin is een rol voor de gemeente weggelegd:

  • Gemeenten faciliteren het omzien naar elkaar in de wijk door een breed, laagdrempelig en vindbaar aanbod van activiteiten en ondersteuning in de eigen buurt.
  • Ouderen krijgen passende ondersteuning als dit nodig is.
  • Zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten maken per 2025 in alle contracten inhoudelijke afspraken over meer inzet van digitale/hybride zorg waar wenselijk en mogelijk.

Provinciaal

Op regionale schaal worden met verschillende gemeenten (en soms met zorgverleners/zorgkantoren) afspraken gemaakt over zorg. Het is voor u als gemeente van belang om een duidelijk overzicht te hebben van het bestaande beleid en afspraken en verplichtingen. Voorbeelden van regionaal beleid zijn een regionaal preventieakkoord. Daarnaast is het goed om als gemeente kennis te nemen van de provinciale omgevingsvisie en daarbij zoveel mogelijk aan te sluiten.

Lokaal

Lokale sportakkoorden

Gemeenten hebben in navolging van het Nationaal Sportakkoord II een lokale vertaling gemaakt in lokale sportakkoorden. Deze zijn veelal gecombineerd met lokale preventieakkoorden.

Illustratie Analyse van de opgaven

Naast de stip op de horizon is van belang wat de uitgangssituatie is en wat de verbeteropgaven zijn. Bijvoorbeeld: als er in een wijk vooral problemen zijn op het sociale vlak vraagt dat om inzet van andere maatregelen dan een gebied waarin vooral problemen zijn op het vlak van milieu.

Een breed onderwerp als de gezonde leefomgeving vraagt om een brede analyse, waarin zowel de fysieke aspecten van de leefomgeving als de organisatie van het werken aan de leefomgeving en de sociale aspecten van de leefomgeving in beeld worden gebracht. Een belangrijk aspect van de Omgevingswet is de integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Dit betekent dat gemeenten niet meer enkel kijken naar afzonderlijke aspecten zoals geluid, bodem, lucht of water, maar naar het geheel van de fysieke leefomgeving en de onderlinge samenhang van deze aspecten.

Er bestaan veel tools en datasets om de gezonde leefomgeving in kaart te brengen, veel van deze instrumenten staan in de Gids Gezonde Leefomgeving. Hieronder wordt een aantal voorbeelden kort uitgelicht:

De Groene Baten Planner drukt de baten van groen in getallen uit. De tool geeft zo een beeld van de maatschappelijke waarde van groen voor de leefomgeving

De Quickscan Gezonde leefomgeving helpt u om inzicht te krijgen in de relatie tussen de gezondheid en leefomgeving op wijk- en buurtniveau. Dit instrument maakt gebruik van direct beschikbare en algemeen toegankelijke informatie en kan worden aangevuld met extra lokale informatie.

Met de gezondheidseffectscreening kan in beeld worden gebracht wat de wettelijke gezondheidsrisico’s zijn rondom enkele milieufactoren. Het maakt de gezondheidsrisico’s, ook onder de normen, zichtbaar.

Met de GO! methode kunt u in kaart brengen waar kansen liggen om de gezonde leefomgeving van een wijk/dorp te versterken. De methode combineert data van milieubelasting met data over de fysieke inrichting en sociale opbouw op wijkniveau. Aan de hand van relevante kwantitatieve data op een laag schaalniveau en kwalitatieve gegevens (wijkgesprekken) wordt een beschrijving van de wijk gemaakt. Een spinnenweb met de belangrijkste indicatoren per thema laat zien hoe de wijk scoort ten opzichte van het gemiddelde in de gemeente. Aan de hand van de kansen en knelpunten kan per wijk/dorp bepaald worden op welke thema's ingezet kan worden om de leefomgeving gezonder te maken.

Met de Datacheck Gezonde leefomgeving kunt u verschillende aspecten van de leefomgeving, zoals gezondheid, wonen, klimaat, luchtkwaliteit, geluid, veiligheid en voorzieningen in kaart brengen. Deze tool geeft daardoor een duidelijk overzicht van de kwaliteit van de leefomgeving en gezondheidssituatie op lokaal niveau.

Met deze tool kunt u de effecten van een aantal maatregelen, zoals de reductie van houtstook en minder uitstoot van auto's, meten. Deze tool geeft aan wat landelijk en per gemeente de gewonnen levensmaanden en gemonetariseerde gezondheidswinst is. Deze tool is voor een aantal gemeenten beschikbaar.

Overige instrumenten kunt u vinden via verschillende data-, informatie- en kennisbronnen. Zoals de Gids Gezonde Leefomgeving, de Leefplekmeter van Pharos en de GGD

Waar is de meeste gezondheidswinst te behalen?

Om de impact van beleid te vergroten, helpt het om te beginnen bij de determinanten die de meeste impact hebben op gezondheid. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de analyse van impactvolle determinanten (factoren met een negatieve impact op de ziektelast) van gezondheid (RIVM, 2022). Roken is gemiddeld de meest impactvolle determinant en draagt bij aan 9,4% van de ziektelast. Hierna volgen ongezonde voeding, hoge bloeddruk, hoge bloedsuikerspiegel, arbeid, buitenmilieu en overgewicht. Let op: in uw gemeente kan dit anders zijn, bijvoorbeeld wanneer u vervuilende industrie (nabij) heeft. Door prioriteit te geven aan het aanpakken van de impactvolle determinanten van gezondheid, kunt u de gezondheid van inwoners zo veel mogelijk verbeteren.

Om welke doelgroepen gaat het?

Aan de hand van uw analyse kunt u ook in kaart brengen op welke doelgroepen u zich gaat richten met uw maatregelen. Gaat het bijvoorbeeld om mensen met een bepaalde uitdaging in het leven (medisch, sociaal of economisch), doen de opgaven zich vooral voor in een bepaalde leeftijdsgroep, in een bepaalde woonbuurt of inkomensgroep? Het kan helpen om aan de hand van persona’s te analyseren waar de uitdagingen liggen, zoals wij ook deden in ons position paper gezonde leefomgeving (2022).

Bij deze fase hoort de stap ‘beleidsontwikkeling’ uit de beleidscyclus van de Omgevingswet. Hierbij horen de instrumenten omgevingsvisie en omgevingsprogramma uit de Omgevingswet. De omgevingsvisie is een integrale langetermijnvisie voor de gehele fysieke leefomgeving van het gebied. De omgevingsvisie beschrijft de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, beheer en bescherming van het grondgebied en de hoofdzaken van het door de fysieke leefomgeving in te voeren integrale beleid. Een aantal verplichte aspecten moet terugkomen in de omgevingsvisie zoals het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, ontwikkelingen op het gebied van milieu, water en natuur, cultureel erfgoed en activiteiten die emissies veroorzaken. De omgevingsvisie bestrijkt dus de hele breedte van de fysieke leefomgeving en biedt een samenhangende visie op strategisch niveau.

Ten behoeve van het opstellen van de omgevingsvisie stellen veel gemeenten als analyse een ‘foto van de leefomgeving’ op. De leefomgevingsfoto geeft een beeld van de staat van de fysieke leefomgeving. Het bevat alle relevante onderwerpen van de fysieke leefomgeving, hoe het ervoor staat, welke waarden en belemmeringen er zijn en wat de verwachtingen voor de toekomst zijn. U kunt de leefomgevingsfoto als vertrekpunt gebruiken om aan de slag te gaan met de gezonde leefomgeving.

De omgevingsvisie is zelfbindend voor de bestuurslaag die deze heeft opgesteld en in de gemeentelijke omgevingsvisie moet blijken dat de omgevingsvisies van andere bestuursorganen zijn betrokken en de inhoud daarvan bekend is.

In de omgevingsvisie legt u vast wat uw ambities op de lange termijn zijn voor de leefomgeving. Daarin kunt u er bijvoorbeeld voor kiezen om gezondheid een centraal thema te maken, gezondheid als een van meerdere thema’s uit te werken of het als onderdeel onder elk onderwerp aandacht te geven. U kunt hierbij gebruik maken van de gids Gezondheid in de Omgevingsvisie van Platform 31.

Het omgevingsprogramma is een beleidsinstrument, gericht op de uitvoering. Het geeft aan hoe een strategisch beleidsdoel uit de omgevingsvisie bereikt kan worden. Een programma is zelfbindend voor het bestuursorgaan dat het vaststelt. Het is dus niet direct bindend voor derden. Het bevat minimaal de uitwerking van het beleid voor ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving en/of maatregel om aan omgevingswaarden te voldoen; of maatregelen om een of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.