Illustratie Gebiedsgerichte doorvertaling

Voor verschillende schaalniveaus (regionaal, gemeentebreed en wijk/dorp) kunt u een andere selectie aan maatregelen opstellen. Hierdoor kunt u inspelen op de specifieke uitdagingen die in dat gebied spelen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen in een omgevingsprogramma op gebieds- of gemeenteniveau of in regionaal verband. Zo zet u op passende wijze in op de opgaven die in verschillende gebieden spelen. 

Naar boven

Illustratie Van sturingsfilosofie naar maatregel

In hoofdstuk 4 geven we een overzicht met voorbeelden van wat gemeenten concreet kunnen doen aan de gezonde leefomgeving. Welke maatregelen u kiest binnen het doel dat u wil bereiken, hangt mede af van de sturingsfilosofie die uw gemeente heeft gekozen. Uit uw overheidsrol (reguleren, samenwerken of ondersteunen) volgt een type maatregel dat hierbij past, zoals stimuleren, financieren of afdwingen.

Kiest u bijvoorbeeld voor een actievere rol van burgers (samenwerkende of responsieve overheid), dan passen hier andere maatregelen bij, zoals het stimuleren van inwoners, dan wanneer u zelf meer de regie neemt. Als u strak stuurt op vooropgestelde kaders, dan passen hier ook andere instrumenten bij dan wanneer u als gemeente ook vanuit resultaten naar randvoorwaarden werkt (NSOB, 2017). 

Illustratie Bestaand beleid, maatregelen en projecten

Inventariseer ook wat er al gebeurt. Wat doet u als gemeente al aan de gezonde leefomgeving? Maatregelen, instrumenten, planregels, projecten en normeringen die al zijn ingevoerd of lopen, kunnen worden meegenomen. Door dit in kaart te brengen kunnen er slimme combinaties gemaakt worden tussen al geïmplementeerde en nog te realiseren maatregelen. Door ervoor te zorgen dat dit op elkaar aansluit, kunnen maatregelen elkaar versterken. 

Omdat de gezonde leefomgeving een breed thema is dat meerdere domeinen raakt, zullen het bestaande instrumentarium en maatregelen vanuit verschillende domeinen in kaart gebracht moeten worden. Bestaand beleid staat onder andere in het coalitieakkoord, het lokale preventieakkoord, gezondheidsbeleid en bronbeleid waarin al doelen en/of verplichtingen zijn vastgelegd. 

De capaciteit van uw gemeente kan grenzen stellen aan welke maatregelen u kunt nemen. Als u meer mensen tot uw beschikking heeft, kunt u maatregelen nemen die meer inzet van de gemeente vragen. Heeft u minder capaciteit, dan zou u ook kunnen kijken naar hoe u inwoners en stakeholders kunt stimuleren om de leefomgeving gezonder te maken.

Verder kunnen de financiën binnen uw gemeente een rol spelen. Sommige instrumenten hebben een grotere financiële impact dan anderen. Tot slot is ook het tijdsbestek waarin de maatregelen ingevoerd moeten worden een factor. Kijk daarom welke stappen u op kortere en langere termijn kan zetten en hoe deze elkaar kunnen aanvullen. 

Bij deze fase hoort de stap ‘beleidsontwikkeling’ uit de beleidscyclus van de Omgevingswet. Hierbij hoort het instrument omgevingsprogramma. Het omgevingsprogramma is een beleidsinstrument, gericht op de uitvoering. Het geeft aan hoe een strategisch beleidsdoel uit de omgevingsvisie bereikt kan worden. Een programma is zelfbindend voor het bestuursorgaan dat het vaststelt. Het is dus niet direct bindend voor derden. Het bevat minimaal de uitwerking van het beleid voor ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving en/of maatregel om aan omgevingswaarden te voldoen; of maatregelen om een of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.