Waar de Omgevingsvisie gericht is op het strategisch beleid is het programma meer gericht op de uitvoering; het geeft aan hoe een strategisch beleidsdoel uit de omgevingsvisie bereikt kan worden.
Een gemeente beschikt over een flink scala aan beleidsdocumenten gericht op onderdelen van de fysieke leefomgeving. Denk aan klimaatagenda’s, thematische structuurvisies, groenbeleid. Een deel van dit soort beleid, met name het strategische deel, gaat op in de omgevingsvisie. Daarnaast kan het beleid een plek krijgen in één of meerdere programma’s. Een exact onderscheid wat in de omgevingsvisie moet worden opgenomen en wat in één of meerdere programma’s is niet te geven. De gemeente kan hierin zelf keuzes maken.
Het begrip ‘programma’ kan verwarring oproepen. Onder het stelsel van de Omgevingswet bedoelen we het programma zoals dat wordt beschreven in de Omgevingswet in afdeling 3.2. Het gaat in algemene zin om een beleidsdocument dat de gemeente kan toepassen in verschillende fasen van de beleidscyclus.
Een programma bevat één of meer van de volgende onderdelen:
- de uitwerking van het beleid voor ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving;
- maatregelen om aan omgevingswaarden te voldoen; of maatregelen om één of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.
Indien de gemeente dus van plan is om zelf maatregelen te nemen over de uitvoering van een onderdeel van de fysieke leefomgeving, kan dat worden opgenomen in een programma. De algemene bevoegdheid op grond van de Algemene wet bestuursrecht om beleidsdocumenten of beleidsregels op te stellen, verdwijnt niet met de Omgevingswet.